De zomer van ’45

In de vorige blog zagen we hoe Tera de hongerwinter doorkomt en op 5 mei 1945 een eerste briefkaart naar Pico stuurt.  De zomer van ’45 is zowel voor Tera als voor Nederland erg belangrijk. De weken daarna schrijft ze erg veel, daarom deze keer een iets langere blog dan u van mij gewend bent.  Alle brieven zijn te vinden op de website.

In haar eerste brief na de oorlog een uitgebreid verslag van de laatste oorlogsdagen en een herhaling van de ellende van de laatste maanden.

 Vrijdagavond (4 mei) 9 uur opeens tientallen mensen op straat, roepend ’t is afgelopen, Duitsland heeft gecapituleerd. Niemand kon het nog recht geloven, want de laatste dagen gingen er al meer van die geruchten. Velen staken meteen de vlag uit, maar dat mocht niet van de heren landwachters. Zaterdagochtend was Greet (Wouters Nona) hier al om uitvoerig verslag te doen. (..)  Verder zowat de hele dag bezoek. Ook nog met Jan Horringa gewandeld, om naar alle gezellige vlaggen te kijken en de vrolijke gezichten van alle mensen te zien.

Zondag en maandag zowat dezelfde stemming. Iedereen feliciteerde iedereen. Hier en daar wat strubbelingen met Duitse soldaten (in hoofdzaak Nederlandse SS) die geen “good loosers” zijn. De Canadezen kwamen eerst dinsdag; eigenlijk wel wat laat, want nu was er een luchtledig van 3×24 uur. Je moet de mensen bewonderen, dat zij zich zo keurig hielden. De feestvreugde was gelukkig niet al te uitbundig, want voor velen brengen deze dagen veel droevige herinneringen, of onzekerheid over het lot van hun verwanten in Duitsland, of Indië of elders. Alle joden kwamen tevoorschijn, handen schuddend, snikkend, lachend. Je hoort de ongelooflijkste verhalen over hun ondergedoken bestaan. De winkels hebben alleraardigste etalages gemaakt. Overal kun je illegale krantjes kopen en lezen. De B(innenlandse) S (trijdkrachten) racen rond in auto’s en op motorfietsen. Zij dragen blauwe overalls en zien er uit als glazenwassers. Na de gedwongen en gespannen stilte van de laatste maanden (wij mochten niet later dan 7 uur p.m. op straat) is het nu weer vrolijk en levendig.

Op de plaatsen waar niet lang geleden mensen zijn gefusilleerd, in verband met een aanslag op Rauter werden door het publiek bloemen gelegd. Een dezer moordplaatsen was pal tegenover het gebouw van de Sicherheitsdienst. Zo konden die Gestapo-mannetjes goed zien, dat het hele volk meeleefde met zijn doden.

De intocht van de Canadezen was vermakelijk. Te midden van hopen Hollandse jongens en meisjes, die op de auto’s geklauterd waren, zag je af en toe een lachende, platgezoende soldaat met oranje of een vlaggetje. Hoe zij nog chaufferen konden, met zoveel passagiers die het uitzicht belemmerden, is mij een raadsel.

(..)  Door de B.S. worden nu dagelijks NSB-ers, Duitsers en zwarthandelaren ingerekend. Hun goederen gaan naar de zieken- en armenhuizen.

Woensdag en Hemelvaartsdag was ik naar Haarlem om de verjaardag van mijn schoonzuster (10 mei) te vieren. Vijf jaar geleden en volgende jaren, waren het steeds rot en super rotdagen. Nu is zij de eerste die van vreemde smetten vrij verjaart. Het wachten is nu op neef Chris uit Wurtenberg.

(…)

 Omdat ik zo mirakel zuinig ben voor mezelf is er nog een groot deel van het hout, 40 turven en ½ mud kolen over. Daarmee hoop ik toe te komen tot er weer gas verstrekt wordt. Nu het zomer is, kook ik op zo’n zomerkacheltje. Gaat prima en werkt heel zuinig. De centrale keuken heb ik vaarwel gezegd. Het werd te slecht en dan steeds die rare afhaaltijden en het lange wachten. Ik begrijp niet, hoe je met van huis uit goede ingrediënten zulk onsmakelijk varkensvoer kunt bereiden. Mijn voorraadjes hebben het met veel overleg het uitgehouden. Bovendien durf je nu ook dingen te gaan opmaken, die voor de hoogste nood gereserveerd waren. In mijn vluchtkoffertjes vond ik ook allerlei verrassingen terug.

 Wij zijn nu bezig de opgeborgen dieren tevoorschijn te halen. Ik hoop, dat wij spoedig weer elektrische stroom hebben, want in die catacomben van het museum is het onbarmhartig donker. Tot Pasen verheugde heel Artis zich nog in elektriciteit, omdat wij op 1 lijn lagen met 3 kazernes (Or. Nassau, cavalerie en de groene politie in koloniaal instituut) Het was een enorm voorrecht, vooral voor de pompen van het aquarium en het koelhuis. Daarna trad een benzinepomp met benzine van de Duitsers in werking. En net dreigde deze op te raken of Canada leverde benzine en olie!

(..) De winter was wel koud. Al dat ijswater uit de kraan! En dan steeds vuile handen door kachel en kolen. Mijn kacheltje ging pas tegen half 6 aan voor ’t eten koken en om 10 uur weer uit. Enkele malen liet ik hem zaterdag en zondag doorbranden maar meestal kon de kolenvoorraad dat niet lijden. Hoe heb jij het toch gehad met koude en honger?

Ik schreef je al, dat Heimans in Zwitserland is aangekomen. Wat een verademing voor die mensen na zoveel vernederingen en ontberingen. Het zal hem leed doen te vernemen, dat Thijsse begin januari is overleden. Zouden de joden nu naar Holland kunnen terugkeren?

Liefs T.

Het is duidelijk dat behalve wat geruchten Tera niet op de hoogte is van de immense ellende van de Holocaust. Twee dagen later heeft ze het eerste levensteken van Pico ontvangen met ook het bericht dat zijn moeder is overleden.

15 mei 1945

Mijn lieve Pico,

Zo juist bracht een vriendelijke geest mij je brief van 12 mei, meegegeven aan het comité Breda voor hulp en informatie te Amsterdam ((..)  Het doet mij veel verdriet, dat je moeder in december is gestorven. Dat zal je een grote schok gegeven hebben, ook al zag je haar gaandeweg teerder worden. Het is tragisch, dat zij haar huis en hof niet teruggezien heeft en min of meer in ballingschap is overleden. Gelukkig, dat je haar naar het kerkhof in Middelburg kon brengen. Wat zal haar heengaan een grote leegte achtergelaten hebben. Iemand, die zo jarenlang patiënt is en veel zorg nodig heeft, mis je des te sterker als al die zorgen opeens niet meer van node zijn. Ik ben blij, haar nog goed gekend te hebben; zij had tot op hoge leeftijd en ondanks haar ziekte zo’n knap en sprekend gezicht.(..) Het doet mij leed, dat ik in deze maanden zo volkomen van je was afgesloten en niets anders doen kon dan veel aan je denken! Jij had intussen gelegenheid to make up your mind en ik hoop, dat je een voor jou wijs en aangenaam besluit hebt genomen. Mag je vrijelijk heen en weer reizen tussen Ginneken en Middelburg? Per trein, of fiets, of bus? Waar is je hoofdkwartier gevestigd?

Natuurlijk wil ik het liefst, dat je zo spoedig mogelijk hier komt. Misschien kun je meerijden met een auto of vrachtwagen. Tracht vooral je fiets mede te brengen, want de afstanden in de stad zijn groot, en er rijden nog geen trams. (…)  Op inliggend papiertje geef ik een lijstje, in volgorde van voorkeur, van eventueel mee te brengen zaken. Maar denk toch vooral niet dat je zonder deze niet welkom bent!

De vreugde over de komst der vliegtuigen die pakjes strooiden was enorm groot. ’t Was een enig gezicht al die kistjes als confetti te zien vallen. Dat de Duitsers deze maatregel goed vonden, was voor mij al een teken dat de capitulatie aanstaande was. Dat zouden zij vroeger nooit goed gevonden hebben, want 1. Konden er wel wapens in die kistjes zitten en 2 was het een erkenning dat zij zelf niet in staat waren om de bevolking te onderhouden. Maar hoe rijmde zich dat nu met hun uithongeringspolitiek? …

Denk niet, dat ik in deze maanden van gevoelens veranderd ben. Wel zullen wij veel te praten hebben, na zo’n tijd van scheiding. Daarom: hoe eer je kunt komen, hoe beter! Piet M. heeft niet de minste aanvechting om met mij te trouwen, en ik niet met hem! Omdat wij dat zo klaar tegen elkander hebben uitgesproken, kunnen wij zo eerlijk en vrij en vriendschappelijk met elkaar omgaan.

Ik hoop dat je ineens voor mijn neus staat, hetzij in aquarium hetzij op Parnassus. Je weet mijn dagindeling wel zo’n beetje en als je aan mijn huis mocht komen, terwijl ik uit ben, mag je bij de benedenburen (Van Ginkel) wel op mij wachten, Heel vriendelijk oud stelletje. Dag Beste jongen Veel liefs van T.

En ook in de brieven daarna begint of eindigt ze met een hartenkreet of hij zo spoedig mogelijk kan komen en bedenkt ze allerlei mogelijke reismanieren voor hem. Meerijden met deze of gene lijkt haar de beste oplossing. Wel is ze licht onzeker of Pico niet van gedachten is veranderd  ten opzichte van haar.

18 mei 1945

Mijn lieve Pico,

Ik krijg opeens gelegenheid om post naar het zuiden mee te geven en daarvan profiteer ik nu, ook al schreef ik je de 15de al een lang verhaal.

 (..)  Ik ben zo benieuwd naar je werkprogramma. Of je een promotie als eerste punt op de lijst hebt gezet, of het beheer van het museum te Middelburg. Voor het eerste moet je hier of in Utrecht wonen, voor het laatste natuurlijk in Zeeland.

(..)  Ik heb een onverzadigbare honger naar berichten uit de beschaafde wereld. Zend mij couranten, foto’s uit Zeeland en uit de vrije wereld. Wij zien hier nog haast niets, omdat er geen elektrische stroom is en dus niet gedrukt kan worden. Duizend kussen van T.

Pico stuurt voedselpakketten met asperges, met conserven en suiker en rijst, maar ook kaarsen en zeep. Zaken die Tera de hele winter niet gezien heeft. Langzaam komt het normale leven weer op gang. Ze schrijft dat  de bioscopen weer open gaan en dat binnenkort hopelijk de trams weer gaan rijden.  Het meeste hout in de stad is gekapt in die laatste winter omdat bij gebrek aan gas en kolen mensen trachten te stoken op hout.

Zondagmorgen 27 mei 1945

Lieve Pico, je ene wonderpakket, dat naar de Parnassus, kwam behouden in mijn bezit. Wat een heerlijkheden! Ik had niet gedacht dit jaar nog asperges te eten, want je kon ze hier af en toe zwart krijgen voor f10,- per pond, en dat was me wel een beetje bar. Ik bewaar ze nu tot dinsdag als de Beaufort weer komt, en dan ga ik er mee opscheppen! Ook het brood was enorm welkom, want vermoedelijk krijgen we deze week helemaal geen brood, alleen maar biscuit. Nu die is best te eten, alleen wat vervelend op den duur. En de kaarsen, wat heb je dat mooi bedacht. Ben je soms helderziend, dat je wist, dat ik maar 2 kleine stompjes, van een vingerlid lengte, meer heb? Enfin, nu wordt ik helderziend bij zo’n verlichting.

Meestal sta ik nu 5.30 op en ga 10 uur p.m. op stok. Een enkele maal, als het werken ’s avonds erg goed lukt, steek ik de carbidlamp nog eens op. De zeep is ook een reuzecadeau: goed voor was, afwas en bad. Toevallig is zeep niet mijn zwakste zijde: ik had hiervan enorm gehamsterd in alle vormen, in het begin van de oorlog.

(..)

Gisteren in de courant een bericht, dat er eerst weer gas, daarna pas elektriciteit geleverd zal worden. Zou voor de kokerij een groot voordeel zijn. dan houdt de houtroof meteen op. De straten zien er treurig uit, met al die boomstompen. De woudreuzen op de Parnassus vielen ook allemaal. (…)

De gekregen asperges worden gedeeld met collega’s . Verder stuurt Pico kranten en tijdschriften want ook nieuws was nauwelijks meer te krijgen.

30 mei 1945

Liefste Pico, (..)

De asperges werden met gejuich ontvangen. Behalve de Beaufort at ook Engel bij mij. De eerste bracht eieren mee en de laatste wat boter, zodat de asperges op de klassieke wijze genuttigd konden worden. Nu heb ik nog een deel over om Piet M. op te trakteren. Verder vonden de tijdschriften veel aftrek.

(..)

8 juni 1945 , Lieve Pico,

De wonderbare spijziging vanuit Middelburg is goed aangekomen. Een pakket vol verrassingen, waar ik ontzettend blij mee was. Hoe kom je aan zoveel rijst, na 5 jaar oorlog? En al die thee? Je lijkt wel op mevr. De Meyere, die tot voor kort nog gehamsterde thee bezat uit de vorige oorlog. Ik bewaar deze lekkernijen tot je zelf komt. Dank ook voor de bijgesloten brief en de beide briefkaarten van 30 en 31 mei uit Domburg.

(..) Ik doe links en rechts moeite om je hierheen een reisgelegenheid te verschaffen. Tot nu toe met nog weinig succes. Kon je niet meerijden met de brenger van het pakje uit Middelburg. Nadat jij hier geweest bent en afhangende hetgeen wij dan te bespreken zullen hebben, zou ik of met jou naar Zeeland willen gaan, of – al of niet met jou- naar Nunspeet. Wat dunkt je van deze plannen? Waar kunnen wij in Middelburg of Domburg logeren en eten? Zijn mijn bonnen daar geldig? Anders moet ik een hele provisiekamer meenemen. Voor Nunspeet is de bonnenhistorie minder urgent. Daar is altijd wel wat te eten. Ik zou het prettig vinden als je mijn nichtje leerde kennen. Dat ik zonder honger door de oorlog ben gerold, heb ik voor een groot deel aan haar te danken.

(…)  Kom maar eens gauw kijken. Ik verlang erg naar je. Zou ik je niet tegenvallen? Met veel kusjes van T.

Begin juli gaat Tera logeren bij haar nichtje Kitty in Nunspeet. Ze gaat op de fiets (ongeveer 75 km.),  maar ze kan een stukje met een vrachtwagen meerijden. Pico, 52 jaar, ziet ook kans om met de fiets vanuit Middelburg naar Nunspeet te komen. Dat is ruim tweehonderd kilometer. De meeste bruggen zijn kapot maar er varen al weer veerponten over de rivieren. Hij doet er twee dagen over. Ze logeren er tien dagen. Gelukkig is Pico niet van gedachten veranderd en samen smeden ze de definitieve trouwplannen. In een brief aan haar schoonzus schrijft ze op 5 juli 1945 dat ze gaat trouwen met de heer P. van der Feen, maar dat de datum nog niet bekend is.

In de volgende blog wordt er dan ook getrouwd!

1 reactie op “De zomer van ’45”

Laat een reactie achter op Anthonie D.P. van Peursen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.