Brieven 1931
Lieve vader, Ik dank u zeer voor uw brief van 10 december met de prachtige beschrijving van de sinterklaasavond. Fijn, dat die zo gezellig is geweest, u hebt lekker cadeautjes gekregen! Ik hoop dat de kerstdagen ook zo genoeglijk zijn geweest.
Hierbij een rekening van 57,20 Mark. Wilt u die voor mij betalen. Het gemakkelijkst gaat het per gemeentegiro, die zorgen dan wel voor de overschrijving naar Frankfurt als u het postchequecontonummer er bij vermeldt. Ik schrijf wel een briefkaart aan Haas om te vertellen dat het geld uit Amsterdam wordt overgemaakt.
Vervolgens een kiekje van Karel, Ans en Carolien op het gazon voor ons huis in Buitenzorg.
Zijn er bij u soms nog losse afleveringen van “de tropische natuur”, en zou u die mij dan willen toesturen? Ik heb hier namelijk een inlander ontdekt die voor een schijntje keurig netjes boeken bindt en daar laat ik nu allerlei binden, veel goedkoper dan in Amsterdam.
Verder kreeg ik een uitbundige bedankbrief van Weber, die mij verdenkt hem een boek te hebben cadeau gedaan met zijn verjaardag. DE avonturen van Tijl uilenspiegel en Lamme Goedzak. Ik begrijp niet hoe hij er aan komt. Ik gaf trouwens wat moois als ik op zo’n leuk idee was gekomen, want het is een prachtig boek.
Van Els Levert kreeg ik een briefkaart uit Weltevreden. Nu weet ik haar adres aldaar tenminste. Zij vertelde dat er een baby op komst is, en zij dus liever niet naar Buitenzorg komt. Nu treft het goed dat ik waarschijnlijk de 8ste voor een week naar de Verweys ga en dan kan ik meteen trachten Els op te zoeken. Ik heb verder nog een waanzinnig vol programma voor Batavia, als ik de helft afkrijg ben ik mooi blij.
Van 6-8 januari logeert Krien H. bij ons. Zij is nu nog op Tjibodas maar zal het er wel niet zo mooi hebben gehad als wij, de regentijd is weer in volle gang. Krien bood aan een pakje naar Holland mee te nemen en nu heb ik klaargemaakt een verrassinkje voor u en voor Mientje. Voor u een soort pincet om zuur te pikken uit een fles en voor Mientje slofjes, waar ze om gevraagd heeft. Ik krijg bij gelegenheid wel graag even een berichtje of de slofjes goed van afmeting zijn.
Daar Krien vermoedelijk niet in Haarlem komt, maar wel in Amsterdam, zal ik vragen of ze het pakje aan Ada ten Broeck of Nel Schoo wil geven. Dan krijgt u het langs die weg wel in Haarlem.
Ik maak thans ook ernstig werk van een onderdak tegen 1 februari, en heb verschillende autoriteiten op huizengebied zoals mevr. Dammerman en mej. Thoman (administratrice van de plantentuin, overbelicht (dat is de term voor halfbloed) en zwaar Rooms maar toch erg aardig) gevraagd of ze me waarschuwen willen als ze iets weten.
Vanmorgen kwam To R. bij me aan met het voorstel of ik ook zolang in het huisje van Stannie Muhlnickel (onderwijzeres alhier) wou trekken. Dit meisje is thans ziek, ligt bij een tante hier, maar moet zo spoedig mogelijk naar boven. Ze heeft longontsteking en zal daarna nog wel een paar maanden rust moeten houden. Ik zou dan zo maar in haar boeltje kunnen stappen, behoef dus geen meubels aan te schaffen. En Stannie is blij dat haar spullen onderhouden worden en ik natuurlijk die maanden huishuur betaal. Duur is het in geen geval! Het is nog niet in kruiken en kannen, u hoort nog wel nader van.
Het relaas van de wonderen in deze week is verder vrij eenvoudig. Op oudejaarsdag hielp ik Ans met het klaarmaken van allerlei heerlijkheden, waarvan wij ’s avonds met Betje en Maus smulden. In afwachting van het nieuwe jaar hielden wij een grootscheepse pingpongmatch.
Op Nieuwjaarsdag gingen we met het bekende stelletje uit wensen bij de Dammermannen. Mevr. D. noemt dat heel schilderachtig: “De planetentuin op stap”, wanneer we zo eendrachtig op lief en leed uit zijn. Vervolgens gingen Betje, Maus en ik nog naar Mevr. Beunéé, die alleen thuis was en klaarblijkelijk erg verheugt over dit bezoek.
’s Avonds was er partij bij van Slooten. Iedereen gaat daar zo’n beetje zijn eigen gang. Karel bediende de grammofoon, Maus stak vuurwerk af. Ans ging de kinderen uit bed halen en Betje en ik bekeken het paviljoen dat te huur staat Maar ik heb er toch geen trek in, om daar te wonen, het is er geheel boomloos en branden heet, ligt op een heuvel, waardoor je je een aap moet trappen, om thuis te komen. Bovendien kun je er nooit enig gerij krijgen (taxi of deleman) zodat je in de regentijd volkomen op een eiland zit.
Zondagavond waren Gandrup (directeur rubberproefstation) en zijn vrouw bij ons, verder ook Betje en Huitema. Gandrup is een Zweed en zijn vrouw is een Deense, wel grappige mensen. We pingpongden eerst totdat we het smoorwarm hadden. Daarna maakten Ans en G. nog muziek, piano en cello. Het klonk monsterlijk doordat al het marmer in de voorgalerij zo resoneert en doordat G. ongewone snaren had op zijn instrument.
6 januari
Vanmorgen is Krien uit Tjibodas hier komen afzakken. We hebben het gehad over het pakje voor u voor Holland. Ze is er op gesteld het zelf bij u te komen brengen, en zal u dan even tevoren berichten, als ze in Haarlem is. Ze wil hier nog allerlei inkopen doen en daartoe gaan we morgen naar de pasar en naar het pandjeshuis.
Nu houd ik werkelijk eens op, het wordt zo een eindeloos gekrabbel. Hartelijke groeten, ook voor alle bekenden en veel liefs van Tera
Lieve Tera, deze brief zal je ongeveer 6 februari bereiken, de 2de keer dat ge je verjaardag niet in het ouderlijk huis herdenkt. Ik zal je niet behoeven te verzekeren, dat ik je ook in dit nieuwe levensjaar alles goeds toewens: een goede gezondheid en veel voorspoed in je werk, dat moge strekken, niet alleen tot eigen voldoening, maar ook in het belang van de wetenschap d.i. van het algemeen. Die gehele dag zullen we in gedachten wel samen zijn. Als bewijs van mijn blijdschap, dat ik je nog bezit, al is ’t op verre afstand, heb ik je heden toegezonden het nieuwste werk van mevr. Maria van Zeggelen getiteld ”Twee Amsterdamse Joffers, geïllustreerd door Lily Ansingh, welk keurig uitgevoerd boek hier veel opgang maakt. Ans zal voor de wollen sokken voor je bergschoenen zorgen.
In je laatste brief van 9 december zinspeelt ge er op, dat ik je en ook Marius steeds je gang heb laten gaan. Inderdaad houd ik dit nog altijd voor het beste opvoedingssysteem, behoudens enige leiding, daar dwang niet alleen de persoonlijkheid onderdrukt, maar ook dikwijls aanleiding geeft tot mislukking. Helaas kan niet iedereen zo’n vrijheid verdragen; wat echter jou betreft, zal ik er nooit spijt van hebben en vertrouw ik dat ge onze verwachting niet zult beschamen.
Het pak per zeepost met verrassingen heb ik nog niet ontvangen. Ik ben nieuwsgierig naar de kalender met prentjes van Indië en zal die prentjes zorgvuldig voor je bewaren. Ook overigens zal ik gaarne aan de verschillende instructies en opdrachten voldoen.
Ge hebt dus ook een prettige Sint Nicolaas avond gehad en bent goed bedacht geworden, en waarschijnlijk zijn de laatste dagen van het vorige jaar te Tjibodas, waarnaar ge weer verlangde, niet minder aangenaam geweest. Zeer bedankt voor je gelukwens in het nieuwe jaar!
De overgang van Oud naar Nieuw was hier maar saai. Op nieuwjaar kwam Mien met Mientje en Chrisje me bezoeken en ben ik slechts mevr. Sloot en mej. Gouderheijden gaan gelukwensen en verder hier in huis tante Marie Scholten. Verder heb ik zondag nog opgezocht mevr. Boerlage, de fam. Schieferdecker, Holstijn en de Kings, met wie het allen goed gaat, die allen belangstellend naar je vroegen en me verzochten je hartelijk voor hen te groeten en veel geluk toe te wensen. Nieuwsgierig ben ik of er op het paleis nog receptie is geweest en of je daarheen bent gegaan.
Ook van de tantes Kitty (met Do), Adele en Jeanne en van Nel Houtzager, zomede van de Schoo’s, van tante Marie uit Hilversum en uit Bussum heb ik met nieuwjaar wat gehoord; het ging naar omstandigheden ook dezenallen naar wens – te Saanen waren ze met hun tienen. Vrijdag is Pico bij me wezen eten; voor haar is de terugkomst van de kinderen nog al teleurstellend door de grote afstand van haar woning van die van moeder Sylmans (3 kwartier per tram) slechts over Hansje is ze verrukt.
De eerste dagen van het jaar heb ik me voornamelijk met financiële aangelegenheden bezig gehouden. Denk er aan dat de bronnen, waaruit we putten, dit jaar, dank zij de malaise, slechts matig zullen vloeien. Voor zoveel nodig deel ik je mee, dat het molusken comité voor 1930 f6,39 rente heeft gemaakt en dat het bedrag te goed op de spaarbank thans f219,84 bedraagt.
Je privé bijvoegsel bij je laatste brief heb ik niet aan Ans laten lezen of de inhoud ervan meegedeeld, omdat er geen aanleiding toe bestond. Toch zal ik het niet vernietigen, maar bewaren voor ’t geval Ans er eens op mocht terugkomen dat Marius niet geregeld een gedeelte van zijn salaris hierheen afdraagt – wel zendt hij nu en dan een klein bedrag – ook andere kwaadsprekerijen over Marius heb ik sedert niet gehoord. Wel houdt Mien geregelde briefwisseling met Titi Benze.
Enige tijd geleden heb ik je ook gevraagd welke indruk op je heeft gemaakt de verhouding tussen mevrouw Cheriex en Marius. Hierop hebt ge nooit geantwoord moet ik dat als een goed teken of als het tegendeel? Meld dit eens.
Eerstdaags kan ik van het gemeente girokantoor te Amsterdam ontvangen een opgave op 1 januari van je saldo bij die dienst. Dan zal ik moeten suppleren om aan je verschillende financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Gelukkig laat je spaarbankboekje met een saldo van f486,24 dit toe.
Gisteravond was ik op het Nut onder het gehoor van vd Sleen over Sumatra. Als gewoonlijk heb ik hem bewonderd om zijn boeiende voordracht en om zijn mooie lantaarnplaatjes. Toos was er ook, maar ik heb haar niet gesproken, omdat ze niet makkelijk te bereiken was.
Tenslotte nog een vraag: hebben je al eens besproken en een plan gemaakt, waarheen je zullen gaan, als Prof. Van Leeuwen terug is? Brengt hij zijn gezin mee?
Ik twijfel niet of je zult een vrolijke jaardag hebben, wat ik je van harte toewens. Wees met allen hartelijk gegroet en ontvang een zoen van Vader
Nog een nieuwtje: Dé Damme is verloofd met de Indolog Cand. Beissel von Gymnich. Dit zal dan het derde en laatste kind zijn dat ook naar Indië trekt. Moge het tot aller heil strekken!
Lieve vader, Ik dank u hartelijk voor uw brief van 16 december met de ingesloten uitknipsels en alle goede en gezellige berichten. Ik verheug me op de komst van het Verkade album; hier in Batavia kreeg ik een reeds vol exemplaar ter inzage. Tegenwoordig worden naar Indië óók plaatjes bij de Verkade artikelen verpakt, ik heb er al een paar van het nieuwe album. De schimmen uit de revue heb ik nog steeds niet aan Wouter gestuurd, ik hoop het nu spoedig te doen, als ik weer in Buitenzorg ben.
U krijgt hierbij als extra verrassing (!) mijn aangiftebiljet, met het vriendelijke verzoek het zelve te willen invullen en alsdan terugsturen.
Donderdag reisde ik met Krien hierheen, morgen gaat zij aan boord, ik denk dat ik haar nog even ga uitwuiven. Verder besteed ik mijn tijd nuttig en aangenaam op pasar Ikan en de baai van Batavia. Zaterdag en vandaag maakten we prachtige tochten en verzamelden allerlei moois. Vrijdagmiddag heb ik Els en Flip Levert opgezocht, die hier bij Flip’s moeder logeren. Deze laatste, mevr. Levert is hier om 4 kinderen te bezoeken, een dochter die met Heringa getrouwd is en 3 zoons. Els zag er goed uit, had alleen niet veel kleur, wat trouwens in Holland ook niet haar fort is geweest. In mei moet de baby geboren worden. Tegen die tijd komt zij weer naar Weltevreden, omdat er in Premboer geen geschikte gelegenheid is om de bevalling af te wachten en Flip bovendien dan juist druk in de suikercampagne zit.
Verder heb ik een bezoekje gebracht aan Fie Baukema-Cohen, oud jaargenoot bioloog uit Amsterdam. Zij wonen erg aardig aan de buitenkant van laan Trivelli in een keurig huis. De man schildert in zijn vrije tijd (overigens is hij bij de factorij) en heeft erg veel smaak om het huis in te richten.
Zondag was ik even bij Jo Verbunt- de Lagh, dewelke op reis was en verder bij tante Jans, die erg klaagde, maar toch in mijn idee vrij goed was. Hoeveel verhalen over ziektes, sterfgevallen, begrafenissen ik daar weer gehoord heb, weet ik niet, in ieder geval voor weken voldoende.
Wille knapt aardig op, mag al weer uitgaan en zaken in orde brengen. Vanmiddag bezocht ik Dien Kikkert-Groenveld, jaargenoot theoloog, uit Amsterdam, die in september jongsleden een baby kreeg, een prachtstuk van een kind, toonbeeld van gezondheid en tevredenheid. Dit is een aardig huishouden, keurig en smaakvol en heel erg hartelijk. Dien is een grote vriendin van Nel Appeldoorn, zoals u misschien weet.
Nu moet ik nog een poging doen om Dolf en Jeanne te bezoeken en Frieda Postma-Vorstman. Een week is haast te kort. Eén avond gingen Atie Verwey en ik op bezoek bij de Delsmans, nogal vervelend, maar wel noodzakelijk.
Donderdagavond komen de Boedijns, Betje en Lieftinck per auto hierheen en met de Verwey’s er nog bij gaan we gezamenlijk naar de bioscoop en ergens lekker eten. En dan rijd ik ’s avonds weer mee terug naar huis. Het is erg genoeglijk in huize Verwey, de meisjes zijn allerleukst, vandaag voeren zij mee naar Onrust en vonden dat prachtig. Zij wonen in Nieuw Goudangia, een buurt, die propvol gebouwd is met kleine huizen, zonder een spriet of boom, het lijkt wel op die massaproductie-woningen in villawijken van Bussum of Hilversum. Geen wonder, dat het er smoorlijk heet is.
Nu houd ik al weer op. Hartelijke groeten voor Ans en de kinderen en voor de bridgedames, en heel veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, als ge deze brief ontvangt, is je jaardag al weer voorbij; ik twijfel niet of je hebt toen weer een prettige dag gehad. Ik verlang te horen hoe je hem hebt gevierd. De jaardag van Marius zal wel niet zo vrolijk zijn; toch hoop ik dat ook hij het wat gezellig heeft gehad. Beide dagen zullen mijn gedachten dikwijls bij jullie wezen.
Zeer veel dank weer voor je laatste brief en voor de intussen per zeepost ook ontvangen kalender “Ons Insulinde”, waarmee ik zeer in mijn schik ben. Nu prijken er twee kalenders op mijn kamer, daar ik van Marius “mooi Nederland” ontving. Ik word dus wel herinnerd aan het voortgaan van de tijd, maar kan, helaas, nog niet beginnen aan het aftellen van de maanden, nog minder van de dagen, voordat ik je zal terugzien. De fraaie plaatjes van de Indische kalender zal ik zorgvuldig voor je bewaren; het schild is aan de hoeken een weinig beschadigd aangekomen. De 2 foto’s van de Pangerango en de Gedeh heb ik op de aangeduide plaatsen geplakt.
Je brief verder volgende komt de vraag, wie Willy Damme is. Dit is inderdaad de enige zoon van Rien en Drina uit Den Haag, die wel lang schooljongen is geweest, maar toch eindelijk 2de luitenant bij de infanterie van het Ind. Leger is geworden en kort geleden met zijn vrouw te Batavia is aangekomen. De verloving van hun derde kind Dé met een kandidaat Indoloog heb ik ge, meen ik, reeds gemeld; men houdt daar grote opruiming.
Hier is de afgelopen week weinig of niets bijzonders voorgevallen. Natuurlijk ben ik verleden vrijdag de 9de King en Mien gaan gelukwensen. Bij King trof ik slechts vader Bosman; bij Mien daarentegen enige Schetteraardsters; King had je briefkaart ontvangen en Mien heb ik ook uit jou naam wat postpapier gegeven ter waarde van f2,10 waarvan ik f1,- aan jou in rekening heb gebracht. We zijn allen gezond, dankzij het vrij zachte winterweer; heden hebben we zelfs volop zonneschijn, die reeds wat warmte begint te geven. Slechts tante Marie Scholten geeft weer enige zorg; een paar dagen geleden vertoonde zich op haar rechterarm, de kant waar een borst is weggenomen, rode vlekken, waarom de dokter haar voorschreef die arm in een band enige tijd heel rustig te houden, waarna hij eerst zijn diagnose zou kunnen maken; tante is echter opgewekt en eet en slaapt vrij goed. Van andere familieleden, vrienden en vriendinnen heb ik niets gehoord, wat ik voor een goed teken houd; de vriendinnen schijnen me te zijn vergeten; Ada vooral had ik al eens hier verwacht met de rekening courant van de gem. girodienst e.a. stukken. Op je girorekening staat nog slechts een klein saldo f. 31,72, niet eens genoeg om je maandelijkse bijdrage aan het Alg. Burg. Pensioenfonds ad f45,21 vóór 19 januari te betalen, waarom ik heden opdracht heb gegeven om op je girorekening f500,- te storten, zodat we hiervoor vooreerst geen zorg behoeven te hebben. Ook heb ik betaald een rekening van Dr. Merens wegens geneesk. Diensten in jan. F10,- en levering van tetravaccin en vaccine f2,20 of samen f12,20.
Hiermede moet ge weer tevreden zijn. Groet alle vrienden en vriendinnen voor me en wens hun veel voorspoed met de jonggeborenen, die telkens op het wereldtoneel verschijnen en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Sirks te Wageningen heeft een gouden medaille gekregen van een wetenschappelijke instelling, naar ik meen een Engelse, maar ik weet dit niet zeker, daar de krant nog bij Ans is.
Lieve Tera, heden is de eerste termijn van je verlof verstreken en zou ge je werk te A’dam weer hebben moeten opnemen. Hierop had ik mij reeds verheugd, doch de omstandigheden hebben er toe geleid dat we je vooreerst niet zullen terugzien. Wel was het te verwachten, dat ge ook te Buitenzorg aangenaam werk zou vinden en dat ge daarvan zoveel en zolang mogelijk zou willen gebruik maken, maar het was niet te voorzien, dat ge zo’n prettige huiselijke omgeving zou vinden en dat je chef je zou voorstellen nog een jaar te blijven. Ge zijt wel een gelukskind! Zoals ge weet, gun ik je dit van harte, waarom ik hoop, dat het nieuwe verlofjaar even voorspoedig voor je zal wezen tot ons aller vreugde en tot voldoening van jezelf en dat ge aan de verwachting, die we van je verblijf in Indië hebben, zult beantwoorden. Dan zal het ons niet berouwen er toe te hebben meegewerkt.
Je laatste brief van 22 december is wel wat geldzuchtig. Waarmee heeft Engel die extra toelage van f500,- verdiend, die Corporaal niet heeft gekregen? Voor het verrichten van werkzaamheden gedurende de afwezigheid van prof de Beaufort? Dan zal het zaak wezen om niet te wachten met er werk van te maken, daar, indien althans de Beauforts traktement gedurende die tijd heeft stilgestaan, er kans bestaat dat ge bij lang wachten tot antwoord krijgt dat het begrotingsjaar verstreken is.
Belachelijk is natuurlijk het verzoek om de kwitanties van Sadokoetsiers en taxichauffeurs over te leggen, maar bedenk dat het gebruikelijk was en misschien nog is om door middel van de reisdeclaraties zoveel mogelijk van het gouvernement te halen. Laat je hiertoe niet bewegen, want de toestand der schatkist laat inderdaad wel te wensen over. Te Amsterdam had ge aan Engel een collega, die wel eens heeft getracht om je hiertoe over te halen; ik hoop dat ge te Buitenzorg niet iemand hebt gevonden om jein die richting raad te geven. Doe ook in dit opzicht niets, waarover je later zou kunnen hebben.
Dank voor het Kiekje, dat Krien H.H. van je maakte op weg naar de watervallen van Tjibeureum, en voor de Hollandse postzegels, Deze laatste zal ik gebruiken om je het eerste nummer van de A’damse gids te zenden, welk nummer ik zo-even ontving. Dank ook voor de jeugdzorgpostzegels, als ge nog meer gebruikte kunt zenden, dan wat graag!
De laatste week van het vorig jaar hebt ge dus nog, overeenkomstig je wens, te Tjibodas doorgebracht. Ik hoop dat ge er weer hebt genoten en dat het weer gunstig is geweest. Ik verlang naar een beschrijving ervan; is het niet met de mail, die deze week aankomt, dan toch met de volgende.
Het ingesloten privé briefje heb ik dadelijk vernietigd. Marius laatste brieven maken de indruk dat hij in zijn nieuwe betrekking wel met plezier werkzaam is. In de kerkbode van Soerabaja, die hij zond, staat bij alle fondsen, tot de Prot kerk behorende, Marius naam als administrateur vermeld; ook hierin heeft Titi Benze het dus mis. Wel vreemd echter, dat hij noch aan Ans noch aan mij eens heeft geschreven, dat hij definitief is benoemd. Bij Ans gaat alles naar wens.
Schreef ik in mijn vorige brief dat de toestand van tante Marie Scholten weer enige zorg gaf door rode vlekken op haar arm; deze vlekken schijnen aderontstekingen te zijn, misschien wel een gevolg van de operatie, maar niet onrustbarend. Tante mag de arm al weer wat gebruiken en voelt zich overigens wel.
Meer zorg hebben we echter thans om tante Kitty, die op het laatst van het vorige jaar en kort geleden weer een waarschuwing heeft gekregen, dat ze reeds een hoge leeftijd heeft bereikt. Bij beide aanvallen had tante hevige pijn in rug en maag, gevolgd door pijn in de kuiten. Zij is echter niet benauwd geweest en was na elke aanval weer vrij spoedig geheel hersteld. Terwijl de dokter en Do en Dolf ernstig bang zijn voor een herhaling, telt tante zelf die aanvallen, gelukkig!, licht en beweegt zij zich weer, als gewoonlijk, door het huis en, als het kan, ook in de tuin. Ook is tante druk bezig voor de luiermand van haar eerste achterkleinkind; ’t Is te hopen dat zij de geboorte hiervan nog zal beleven. Hebt ge Els te Batavia nog ontmoet?
En hebt ge eergisteren de aardbeving gevoeld, waarvan het centrum in de Wijnkoopsbaai lag? Zo iets moet ge toch ook eens meemaken, maar dan liefst in ’t klein, niet zo’n uitbarsting als van de Merapi.
Wees hiermee weer tevreden en ontvang met een groet voor je huisgenoten en veel liefs voor Carolientje een hartelijke zoen van Vader.
Lieve vader, Veel dank voor uw brief van 24 december. Aardig dat van Leeuwen heeft gevraagd, of u nog wat mee te geven had voor mij. Hij komt als een goede sint terug, wanneer hij op die wijze voor alle plantentuinmensen zorgt. Hij brengt zijn oudste dochter Ina mee, die hier voor een maand of 6 komt kijken, bij wijze van vakantie (zij heeft namelijk net kandidaats aardrijkskunde gedaan) Hartelijk dank ook voor het pak drukwerk met het aquariumalbum en de rest. Dit album is lang niet zo mooi als de vorige, doordat de schilder Voerman er niet mee heeft gewerkt. Ik ben er toch erg blij mee.
Wat leuk, die voorstelling die Mieneke heeft gegeven, het programma is veelbelovend! Het bezoek van Rien en Emy is zeker een bijzonderheid. Toch aardig dat zij het gedaan hebben.
De Merapi is nog steeds aan de gang, het is een hele consternatie in de streek, vooral voor Djokja, dat nog steeds niet buiten gevaar is, en waar zoveel moois in en om heen bewaard is.
Hierbij een kiek van de kerstgangers op Tjibodas (s.v.p. niet inplakken) het waren leuke dagen. Verder heb ik deze dagen beslist, dt ik het huisje van Stannie Mühlnickel voorlopig maar huren zal. 31 januari trek ik er waarschijnlijk in. Het ligt Schenk de Jongweg 44, maar het is misschien toch het verstandigste om de post te blijven adresseren naar het zoölogisch museum, omdat deze woning toch ook maar weer tijdelijk is. Ik sluit een plattegrond ervan hierbij in, de verhoudingen van de kamers zijn niet geheel goed, maar zo weet u toch ongeveer de indeling (plattegrond ontbreekt VBJ) Er is een verdieping op, bestaande uit 2 kamers boven de voorgalerij en de zitkamer.
Dank voor de opgezonden brief van Gwen Eyres, een kennisje uit eiland Man. Zij stuurde er een snoezig vouwbeentje bij. Vervolgens weer 2 rekeningen, een van 22 Mark voor Dultz en Co. Ik zal hem schrijven dat hij zijn geld uit Holland gestuurd krijgt. In de 2de plaats wou ik u vragen naar Engeland te gireren 2 pond 17 voor een abonnement op Nature, Vast wel bedankt voor de moeite.
Van mevrouw Weber ontving ik een vliegbrief, waarin ze vertelde dat het boek Tijl Uilenspiegel een cadeau van mevr. Ruge was. Zij had het bij Jacob in Middelburg besteld, vandaar dat de Webers dachten dat het van mij kwam. Intussen zond mevr. Weber een kalender, precies zo, als ik van u had ontvangen. ’t Is een mooi ding, maar jammer dat ik hem nu dubbel heb.
Herinnert u zich, dat ik er al eens over schreef , dat ik moeite wilde doen, om volgend jaar een traktementsverhoging hier te krijgen. Ik heb er inderdaad met Dammerman over gehad en die is nu naar Middelaer gestapt om er over te praten. Er waren 2 voorstellen, n.l. dat ik óf een traktementsverhoging kreeg, óf een halve overtocht uitbetaald. Van het laatste kan volgens Middelaer geen sprake zijn, en dat zou mij ook ongeschikt lijken, daar ik dan persé met een Hollandse mailboot terug moet, wat de Calcuttaplannen in de war zou brengen. Maar een verhoging van 50 per maand lukt heel misschien onder het motto dat ik Amsterdam ook zou opklimmen. Er is dus een kansje, in ieder geval heeft Dammerman erg zijn best er voor gedaan. Maar ’t is een zuinige tijd.
Toen ik nog in Batavia bij Verwey was hoor ik dat Karny weer een attaque heeft gehad en nu op doktersadvies spoorslags naar Europa moet. Zijn arme vrouw is zowat radeloos en was naar het museum geijld om te vragen, of ik haar nu de nog resterende weken wilde gezelschap houden. Dit bewijst wel hoe erg ze buiten zichzelf is, want ’t is nogal een wonderlijk voorstel, daar zij nu al midden in de pakkerij zitten en ik tenslotte op de puinhopen van hun huishouden zou overblijven. Ik had er dan ook bitter weinig zin in, hoewel ik erg met haar te doen heb. Gelukkig dat ik een huis heb en dus een goed motief om er af te komen. Het linnen-en tafelgoed dat heb meegenomen komt dus goed te pas. ’t Enige waar ik een beetje doorheen raak zijn de witte handdoeken en de rood geruite theedoeken. Als er weer eens goede kennissen naar Java gaan, zou u dan misschien van elk 6 willen meegeven. Ik denk bijvoorbeeld aan de Sylmannen, want ik heb er geen erge haast bij en u moet niet de moeite en de onkosten geven om ze apart te gaan sturen. Ik heb als witte handdoeken dezulke met een ruitjespatroon erin geweven. Het zijn degene die Marius vroeger in Leiden had en er is met rode kruissteekjes in gemerkt J12. Ik heb er hier zes, maar ik ben er niet zeker van dat er nog 6 bij u zijn, ik weet namelijk, dat er een paar zijn weggeraakt.
In Batavia zocht ik Dolf en Jeanne nog op. Zij zeiden me (wat trouwens Rein en Corrie hier ook al eens hadden gedaan) dat ik me bepaald eens bij Dé en Brix moest aanmelden om te logeren en wat van die streek te zien. Zij wonen op Maswali, dicht bij Padalarang in Priangan (dat is de tegenwoordige naam van Preanger) Het schijnt daar erg grootscheeps te zijn en daar het een gunstig stuk is om te verzamelen, denk ik er sterk over, om er bijv. tegen Pasen eens over te beginnen.
De laatste avond, dat ik in Batavia was, kwamen Ans en Karel, Bet en Lieftinck uit Buitenzorg en met Verwey en ik er nog bij zijn we toen heel genoeglijk uit zwierballen geweest in de grote stad. Eerst boodschappen gedaan en toen lekker gegeten, naar de bioscoop en nagebabbeld bij een goed strijkje, hetzelfde Russische orkest, dat hier laatst in Buitenzorg speelde. Tot slot reed ik mee terug naar Bogor. ’t Was een mooi besluit van deze aardige week.
De afgelopen zondag waren Ans en Karel en ik geïnviteerd door Mevr. En Dr. Gandrup naar de waterval in Tjiantan, ongeveer een uur rijden van Buitenzorg. Het is een prachtig plekje, een grote dikke waterval stort zich in een wijde kom, waaruit een sterk stromende rivier naar de vlakte stroomt. We trokken deze rivier door, gedeeltelijk van steen tot steen, gedeeltelijk door ’t water. ’t Is een gek gevoel als je benen dan zo onder je weg worden gezogen. Gandrup is een geweldige grappenmaker, deed allerlei kunstjes, ging o.a. het laatste stuk op de weg voor we weer bij de auto kwamen op zijn handen lopen. Hij is een Zweed en zijn vrouw een Deense. Zij spreken uitstekend Hollands, hoewel met nog een exotisch tintje.
Andere wonderen zijn er niet deze week. Het begint hier al wat verhuisachtig te lijken, overal wordt geverfd, gaten in het dak hersteld, gordijnen gewassen. Ik hoop dat mijn baboe mee wil naar de Kotta Paris (zo heet het buurtje van de Schenk de Jongweg!) maar ’t is nog weer verder van haar kampong.
Hartelijke groeten voor alle familieleden en bekenden en heel veel liefs van Uw Tera
Lieve vader, Ik dank u hartelijk voor uw brief van 31 december, die al de 23ste januari hier was. Gezellig dat de kerstdagen zo genoeglijk waren. Ik hoop dat de bekende lange, koude en donkere januari maand u niet te lang is gevallen en dat u het er goed hebt afgebracht met influenza e.d. Gefeliciteerd met uw jongste achterneef, een hele aanwinst in de familie. Tante Marie zal het ook wel prachtig vinden.
Ik verheug me op die Amsterdamse gids, evenals mijn Amsterdamse collega’s hier. Dank u ook wel voor de Verkadeplaatjes. Inderdaad heb ik no. 11 al zodat 1 t/m 12 geheel vol is. Leuk, dat al die grote prenten er al in zitten. Helaas bevestigt elk nieuw plaatje de mening dat de voorstellingen meer dan erg mistekend zijn. Misschien wel artistiek, maar voor zo’n album, waarin het toch in de eerste plaats om het herkennen van de objecten te doen is , wel erg jammer.
Van de Schoo’s en Mieke Hendriks kreeg ik een briefkaart uit Saanen. Ze zaten er lelijk in de sneeuwjacht, je moet toch maar boffen! Brrr.
Wilt u gireren naar Dr. Haas in Frankfurt, 6 mark 40 pf. Wegens “kopier arbeit”. Ik liet namelijk 3 artikelen overtikken die ik hier broodnodig heb en niet kan krijgen. Ik zal aan Haas schrijven, dat hij het geld uit Amsterdam zal ontvangen. Vast wel bedankt. Dit is naar ik hoop voorlopig de laatste rekening.
De wonderen van deze week zijn niet overdonderend. Woensdag aten Maus en ik bij de Karny’s. Hopeloos ongezellig. Zij is er niet meer op terug gekomen, dat ik bij hun in zou trekken, vermoedelijk heeft ze begrepen dat het niets voor mij zou zijn.
Het huisje in de Kotta Paris staat mij veel meer aan. Ik heb al heel wat boodschappen achter de rug: gas, water elektriciteit. Nu moet ik nog zorgen dat er melk, brood, wasbaas en langanan (telefoon VBJ) komen. De baboe is gelukkig bereid mee te gaan, sedert ik haar voorstelde om per bus te komen, daar zij zo’n eind weg woont. Ik moet dan natuurlijk wel de autobus betalen (20 of 30 cent per dag) maar daarmee houd ik mijn brave bruine vriendin. Zij is volkomen vertrouwd in huis, ook als ik de hele dag weg ben.
Zaterdagavond waren Ans, Bet en ik (Karel was toen op reis) met de van Steenissen en Maus geïnviteerd bij de Wenten om de film te zien afdraaien, die Frits van zijn kind en van Hans en Carolien samen op Tjibodas had genomen. Het was verbazend leuk geworden, de twee moeders, Katrien en Ans waren natuurlijk erg trots op de filmtalenten van hun kinderen.
Zondag heb ik vast wat koffers gepakt, en een heleboel geschreven, o.a. om te bedanken voor een hele zooi overdrukken die ik van diverse moluskenvriendjes kreeg.
Maandagavond waren Bet en ik op visite bij Maus om de grammofoon te proberen, die we gedrieën aan Ans en Karel cadeau doen in het nieuwe huis. ’t Is een aardige kleine “His Masters Voice” . Ik denk wel dat zij er blij mee zijn. ’t Is een dierbare wens van hen.
Nu laat ik het hier maar bij voor deze week. Ik stuur u nog een grappig kiekje van Carolien in de kleine tandoe (draagstoel BVBJ) op weg naar Tjibodas. Ans en de kokkie lopen er achteraan. In de verte liggen de loodsen van de theeonderneming Rarahan. Dag hartelijke groeten en heel veel liefs van Tera
Lieve Tera, zeer veel dank voor je oudejaarsbrief en je goede wensen voor het nieuwe jaar! Het verblijf in Tjibodas is dus ook weer naar wens verlopen; ge hebt ’t dan ook verwonderlijk goed met het weer getroffen. Vermakelijk, die optocht er heen! Heb ik je er te veel van gezegd, dat het voor mij de mooiste plek is, die ik in Indië heb gezien? Aardig ook die kerstboom op C’s jaardag!
Omtrent de rechten betaald voor de 2 St Niklaaspakken kunt ge gerust zijn; die waren niet hoog, nl. 2 X 25 ct wegens inklaring en vrijmaking en 56 +32 cent aan invoerrecht. Tegelijk met deze brief zult ge ontvangen een postpakket met een fietstas en enig drukwerk, dat ik deze keer maar per landpost heb gezonden, omdat de tas bestemd is voor mevr. Boedijn, die half febr jarig is. Ze komt nog wel te laat, maar in dit geval hoe minder hoe liever. ‘k Hoop dat ze in de smaak zal vallen; ze kost f2,90, die ik van je spaarbankboekje heb betaald.
Van hier kan ik je niet zo veel bijzonders schrijven, daar het leven hier, vooral in de winter, vrij geleidelijk gaat; tot nu toe hebben we weer een kwakkelwinter, zodat ik het heb gewaagd om verleden zaterdag tante Marie te Hilversum te gaan gelukwensen. Eerst ben ik te Bussum bij Chris en Dicky aangewipt, met wie+ Bertje ik naar Hilversum ben getuft.(Bertje wordt een echte jongen, vooral nu hij een jongenstrui draagt, hiervan krijgt ge wel eens een kiekje) Te Bussum was alles in orde – slechts Mary, die te Utrecht zich watte veel heeft ingespannen, moet zich enigszins in acht nemen en deze overspanning overwinnen met veel te eten en veel te rusten, wat zij thans te Utrecht ook doet – maar te Hilversum was tante Marie snipverkouden, wat door druk praten verergerde door herhaalde hoestbuien met braken, die veel op kinkhoest geleken, zodat ik blij was, toen het tijd werd om naar de trein te gaan. Tante schreef me later, dat ze dadelijk naar bed was gegaan en de dokter had verzocht eens te komen, die haar stoom had laten inademen met het gevolg dat ze zich opgelucht begon te gevoelen. Al heb ik ’t dan in zoverre niet getroffen, toch heb ik geen spijt dat ik er ben geweest, omdat ik allen weer eens heb gezien en uit door tante geschreven brieven veel goeds van anderen vernam, als uit Middelburg, van waar Ada schreef, dat daar alles goed ging: Jan Jacob is een gaaf en gezond kind, al is het 5 weken te vroeg geboren, en Ada II maakt goede vorderingen in lopen en praten, meer waarschijnlijk dan Marijke te Bussum, die nog maar vegeteert, maar er als een wol uitziet. In een vorige brief schreef ik je, meen ik, reeds, dat tante Marie het gebruik van de rechterarm vrijwel heeft teruggekregen, zodat ze zichzelf weer geheel kan helpen.
Van tante Marie Scholten niets bijzonders: die mag ook haar rechterarm weer een weinig gebruiken, en van tante Kitty hoorde ik niets, zodat ik veronderstel en hoop, dat die pijnen in rug en maag zich sedert niet hebben herhaald.
Hier hebben we echter een zieke in de kleine Chris, die lijdt aan griep, wat thans overal veel voorkomt. Zondag ging hij nog vrolijk mee naar de zondagschool, maar daar werd hij tegen het einde zo bleek, dat Ans de les afbrak, hem in bed stopte en Dr. Merens verzocht eens te komen kijken; Chris had toen een nog al hoge temperatuur, die thans, gelukkig, dalende is, maar hij voelt zich erg ziek.
Meer heb ik thans niet te melden. Ontvang met je huisgenoten een hartelijke groet en een zoen voor jezelf van Vader
Verleden zondag kreeg ik een welkom bezoek van Nel en Kees Sijlmans die het goed maken, Hansje was thuis gebleven, omdat hij zich ’s morgens wat onwel gevoelde
Lieve vader, Ik dank u hartelijk voor uw brief van 6 januari en voor de vliegbriefkaart van 21 januari, die beiden al 31 januari hier aankwamen. De vele goede wensen voor mijn verjaardag zal ik op 6 feruari nog eens overlezen.
Ook het boek van meneer van Deggelen? Met alle bijlagen kwam goed over. Erg veel dank daarvoor, wat is het aardig met die platen van Lizzy Anzingh. Ik verheug me er op om er serieus in te gaan lezen, tot nu toe snuffelde ik het alleen nog maar door. De Verkadeplaatjes heb ik al ingeplakt, ik heb nu 1 t/m 21 compleet, ook no 24 heb ik al. Wanneer u zo door gaat met plaatjes zenden, is mijn album in recordtijd vol.
Is Mieneke haar oorpijn weer kwijt? Hierbij ingesloten een verhaaltje om haar op te vrolijken. Van Do kreeg ik alarmerende berichten over tante Kitty, ik hoop hartelijk, dat die aanvallen niet zijn teruggekeerd. Zij heeft zich lang zo flink gehouden. Gelukkig dat ze thans bij Do in goede handen is.
Ik had een geweldig grote mail deze week, o. a. allerlei verjaarsbrieven. Eerst ’s middags met de boot behalve van u nog van Nel Appeldoorn, Mevrouw van den Broeck, Engel, Ada t. B. King en Truus, tante Marie J, Atie V, Brammetje Caudi en diezelfde avond per luchtpost van mevr. Sloot en juffrouw G, Greet Sanders, Do, Annie Pierson, Beaufort, Bierens de Haan, Chris en Dicky, Carel van R. Altena, Nou Nou, is dat niet enorm? En dan wacht ik stellig nog van andere mensen de volgende keer zoals Nel, Pico, Schoo’s Nel de la H. enz. Zodat ik maar zeggen wil, alsdat ze me niet vergeten. Ik heb een paar uur nodig gehad om dat alles te lezen, het trof zo leuk in mijn nieuwe huisje, waar ik juist die ochtend ingetrokken was.
Zojuist kwamen het pakje van Ans n van Nel Appeldoorn. Beide waren blijkbaar aan de douane even opgehouden en opengemaakt maar zonder invoerrechten doorgestuurd. Zeg maar vast dat ik er heel blij mee ben, de zending van Ans was prachtig! Met brieven van haar en van alle drie de kinderen. De sokken zijn een droom en met Mientjes boekenlegger alsmede de prikplaat van Chris ben ik erg in mijn schik.
Nu moet ik nog vertellen van mijn huisje. Na enige rommelige dagen in de plantentuin was er op 31 januari een grote uittocht. Eerst Carolien en kokkie die vast per kinderwagen vooruit gingen naar het nieuwe huis. Toen Ans op de fiets, die in het nieuwe huis alles ging aanpakken, terwijl Karel in de plantentuin bleef om de koelies te dirigeren. Goddank regende het die ochtend niet, want alles wordt nog als in de oude tijd open en bloot gedragen en het glaswerk op een omgekeerde tafel.
Ondertussen had ik een grobak (ossenkar BVBJ) geëngageerd voor mijn grote koffers en kroop zelf met de baboe en een schilderachtige rommel van kleine tassen en pakjes , alsmede een van de djongos, de hondjes en het zilver van Ns, dat ik bij haar moest aanreiken, in een taxi.
De verdere ochtend besteedde ik om de koffers uit te pakken en mij in te richten. Het is een verbazend gezellig gedoetje, ik ben er al best thuis. Er kwam zich al spoedig, heel pienter van hem, een kebon voor de tuin aanmelden, die de afgelopen zondag en ook a.s. zondag zich bezighoudt met het opknappen van het erf, dat in de maanden van Stannie’s ziekte erg verwaarloosd is.
Ik ben nu ook al wat met de diverse bezigheden opgeschoten en de baboe ook. De verhuisdag en zondag at ik bij de Koolhazen, de dagen daarna om 2 uur in Bellevue, samen met Lieftinck. We hebben daarvoor een bonboekje waarop iedere lunch (1,50 kost dat) is heel weinig vergeleken met hotel Dibbets en een ander restaurant hier.
De eerste avond at Lieftinck bij mij om het huisje in te wijden en zondagavond waren Bet en ik bij hem te gast. Na tafel kropen we gedrieën in een Deleman met het grammofoontje naar Ans en Karel. Even vóór we aan hun huis kwamen, lieten we de koetsier stoppen, het machien ver aangedraaid en met grote fanfare reden we bij hun voor. Het was een succes, ze zijn er dolblij mee. We hadden nog maar een paar platen gekocht, de rest moeten ze zelf aanvullen. Gelukkig is Ans gauw jarig en kan dan mooi grammofoonplaten op haar verlanglijst zetten! ’t Is voor haar nog een heel gedoe om het nieuwe huis op orde te krijgen. Carolientje is er een beetje van onder de indruk en jengelt de lieve lange dag.
Ik zal u gauw een paar kiekjes van mijn nieuwe verblijf sturen, denkelijk wel met de volgende mail, de film is nog niet op. Ik zal de baboe ook eens kieken, de afgelopen zondag had ze geen mooi baadje aan (volgens haarzelf) en toen mocht het niet!
Gisteren ben ik naar de dokter (Muller) geweest om mij weer eens voor tyfus etc. te laten inspuiten. Het was al zowat een jaar geleden, dat ik van Dr. Merens een injectie kreeg. En bovendien heeft de eigenares van mijn huisje hier een korte tijd ziek gelegen met tyfus. Dat is nu al wel haast 2 maanden geleden en het is terdege ontsmet met lysol, maar nu ben ik toch in ieder geval veilig. Ik geloof zelfs, dat die dokter het vrij belachelijk vond om deze voorzorg te nemen, maar dat kan me niet schelen. Ik vind het overigens een vervelende kerel, onverschillig, en de verhalen, die over zijn geneeskundige talenten hier rondgaan, zijn niet bijster bemoedigend. De inspuiting gaf me alleen een dikke en ietwat stijve rug, zodat ik juist goed in de stemming was om ’s avonds naar een gek stuk van Cor Ruijs te gaan: Hup, Hottentot.
Onder de toebehoren van mijn huisje behoort ook een poes, dewelke reeds zeer aanhankelijk en op weg om binnen niet al te lange tijd moeder te worden. Verder ben ik de potplanten, die het voorgalerijtje sieren, aan het opknappen en kreeg daarvoor van de hortulanus Bruggeman verscheidenen pakjes zaad. Ik hoop, dat het lukt om er wat kleur en fleur in te brengen, thans zijn de arme planten niet veel meer dan staken.
Van Ans en Karel, van Bet en van Maus kreeg ik bij wijze van entree hier fraaie bloemen, anjers en gladiolen. Het ziet er zo feestelijk uit.
Als buren heb ik een oude dame, die ik nog niet gezien of gehoord heb. En aan de andere kant, maar op enige afstand, een familie met 2 kinderen, die er een grammofoon op na houden en veel in de badkamer plassen.
Een grote moeilijkheid is, om zo weinig mogelijk in huis te hebben. Want daar er geen ijskast is, kunnen vlees, vis, kaas, boter e.d. gauw bederven. Er zijn gelukkig wel heel kleine blikjes te krijgen en anders deel ik wel eens met Lieftinck, want die zit in hetzelfde geval. Ook de poes helpt mee opeten.
Nu laat ik het er maar weer bij. Groetjes voor alle bekenden en heel veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 5/6 jan was weer zeer welkom. ‘k zal maar beginnen, dat CHrisje aan ’t herstellen is; de hoge temperatuur van dinsdag 27 jan heeft zich gelukkig niet herhaald; ook Dr. Merens was er bezorgd over, zodat hij, na die dag tweemaal de patiënt te hebben bezocht, ’s avonds half 11 nog per telefoon aan Ans vroeg, of zij wenste dat hij nog eens zou komen; dit was echter niet nodig, zoals Chrisje zelf aangaf. Sedert is de temperatuur normaal gebleven. Gisteren (zondag) mocht hij eens beneden komen in een flink verwarmde kamer, ook om hem te verschonen, en ontdekte Ans dat hij erg vermagerd was, doch hij heeft eetlust, zodat dat ook wel zal bijkomen; vandaag was hij weer een poos beneden en was hij opgewekt. Echter vroeg hij om speelgoed, waarbij hij zijn ogen niet behoefde in te spannen. Overigens zijn we allen wel. Door het schrijven over Chrisje denk ik aan Chris Damme; die is met ingang van 1 maart benoemd tot inspecteur van het ijkwezen met standplaats Den Haag. Je begrijpt dat ze in de wolken zijn, daar er slechts één inspecteur is, en de keuze dus niet altijd naar anciënniteit gaat.
Een grote tegenstelling met dit blijde bericht was wel het overlijden van de vrouw van Engel, dat je zeker ook zeer heeft getroffen. Arme man, die na een zo kort huwelijksgeluk zijn vrouw moet verliezen en met een kindje achterblijft, dat nog zo de moederlijke zorg nodig heeft.
Wat betreft je verzoek om van je mededelingen over Marius geen gebruik te maken in mijn brieven aan hem, hierover behoeft ge geen zorg te hebben, daar ik hiermee, zoals ik durf zeggen, uiterst voorzichtig ben. Je doelt waarschijnlijk op het enige geval, dat ik zulks wel heb gedaan, nl. zijn onaangename woordenwisseling met Ds. Kostelijk, waarvan hij mij geen woord heeft geschreven, maar die ik uit jou brief vernam. Ik achtte me toen verplicht om, teneinde erger te voorkomen, hem daarover onder handen te nemen, evenals ook gij hebt gedaan, en hem op het gevaar van zijn houding te wijzen.
Aan je verzoek om 57,20 mark te gireren aan Die Deutsche Mol. Geselschaft te Frankfurt a. M. heb ik voldaan, evenals ik op dezelfde wijze reeds enige contributies en abonnementen voor je heb betaald. Hierbij voeg ik een opgave van de opbrengst van je roerend kapitaal over 1930, zoals ik het vorig jaar ook heb gedaan, teneinde het ontvangen belastingaangiftebiljet te kunnen invullen. Wil alle bewijzen van betaalde belasting zorgvuldig bewaren om, indien men te ook hier belasting wil laten betalen, zodat ge over hetzelfde inkomen dubbele belasting zou hebben betaald, na je terugkomst hier het teveel betaalde te kunnen terugvorderen. Van een aanslag hier is echter nog geen sprake en van een terug ontvangst van teveel betaalde belasting over 1929/1930 hoor ik niets; met King blijf ik echter hier aan denken.
King en Truus hebben met de kinderen ook nog al ziekendagen, vooral met de jongste, die ook aan griep lijdt, maar ik geringe mate.
Het kiekje van de fam. Boedijn op het mooie grasveld is een lust om te zien. Minder bewonder ik jou houding op de top van de Gedeh op 27 december; deze kiek houd ik dan ook maar voor mijn private collectie. Laat ik je echter waarschuwen tegen het zitten in zo’n houding zonder rokken, in elk geval tot het laten nemen van een foto in zo’n houding. Hiermee loopt ge gevaar dat men achting voor je verliest door er grappen op te maken. Ik heb je altijd geprezen dat ge, ondanks je studie van de natuurhistorie, geen volgeling zijt van enkele collega’s die menen zoveel mogelijk zich als natuurmens te moeten gedragen, althans te moeten gekleed gaan, en ik hoop dat ik dit steeds van je kan blijven getuigen. Blijf vrouw en geef geen aanstoot, door zo’n ongegeneerde onbevallige houding aan te nemen. Het niet dragen van rokken in het gebergte kan er mee door.
Van de “tropische natuur” bezit ik geen afleveringen, wel van “tropisch Nederland” een, die ik indertijd van de uitgever heb ontvangen op hoop van zegen. Ook heb ik nog afl. 10 jaargang XXXIV van D.L.N.; latere afleveringen heb ik niet voor je gekregen; die zijn waarschijnlijk te A’dam bezorgd; ge hebt mij echter opgedragen om de afleveringen van D.L.N. maar niet op te zenden; thans zal ik je die éne aflevering en die van Tropisch Nederland bij gelegenheid toch maar sturen; daar ze beter bij jou dan bij mij thuis horen. Die van Tropisch Nederland is de moeite van de kennismaking zeer waard.
Aan het boekgeschenk aan prof Weber bij gelegenheid van zijn verjaardag heb ik evenmin schuld als gij. Ik kan begrijpen, dat, nu de prof blijkt er zo mee ingenomen te wezen, gij wel zou willen voor deze verrassing te hebben gezorgd.
Mej. Krien H.H. zal ik gaarne ontvangen, ofschoon ik tegen dat bezoek wel wat opzie om haar doofheid en harde stem. Toch zal zij welkom zijn evenals de verrassingen voor Mientje en voor mij. Liever ontvang ik een bezoek als gisteren (zondag) van Nel en Delahayze, die een groot deel van de middag bij mij doorbrachten om veel te vertellen en veel aan te horen aan de hand van je albums, die ik hun liet zien. ’t Gaat hun met de kinderen en de moeder goed. De kleine Jan komt door een karnemelkkuur goed bij, waaruit ik opmaak dat Nel hem niet zelf voedt. Van de andere vriendinnen heb ik niets gemerkt, zelfs van Atie Vorstman niet, die me vroeger trouw kwam opzoeken, maar die ik dit jaar nog niet heb gezien. Woensdagavond ga ik bridgen bij de fam. Holstijn, dan zal ik Go wel weer ontmoeten. Zouden je vriendinnen misschien wachten tot a.s. vrijdag, als ge jarig zijt? Hoe ik die dag zal doorbrengen, weet ik nog niet; ‘k hoop ’s avonds te kunnen thuis blijven, omdat er dan hier op het huis een kienpartij is, waarvoor 30 bewoners zich hebben opgegeven. Zo keren we tot onze kinder – om niet te zeggen kindse – jaren terug.
‘k ben nieuwsgierig of deze partij zal slagen, terwijl het bij Ans allicht niet zo aangenaam zal wezen, daar Ans zich door de verzorging van Chrisje nogal moe gevoelt. ‘k hoop dat gij op je jaardag weer een vrolijke avond zult hebben. De luchtpost hebt ge waarschijnlijk al op zondag 1 febr ontvangen. Vrijdag zal ik uit jouw naam een spekkoek laten bezorgen in de Jan Steenstraat.
Intussen hebt ge weer een week te Batavia gelogeerd, thans eindelijk bij de Verweys; waar wonen die ergens? Zeer verlang ik naar een beschrijving van deze logeerpartij, die wel een heel andere zal zijn geweest dan bij tante Jans. Je hebt nu ook met de fam. Levert kennis gemaakt, en, naar ik hoop, allen, ook tante Jans en Dolf met Jeanne W. gezond aangetroffen. Het vraagstuk om een ander dak te vinden, is zeker niet gemakkelijk voor je, omdat het nieuwe dak niet anders dan kan tegenvallen. Echter hebt ge thans gedurende 8 a 9 maanden in een ideale omgeving verkeerd, waarvoor ge met mij niet dankbaar genoeg kunt zijn. De tijdelijke oplossing dat ge gedurende de ziekte van mej. Mühlnickel haar huisje gaat bewonen, lijkt me nog zo kwaad niet, mits dit huisje niet ongunstig gelegen is.
Op nieuwjaarsdag was er dus blijkbaar geen receptie ten hove. Wie is mevr. Beumée, diege zijt wezen nieuwjaar wensen? Is dit de dame, die poseert als De vrouw met academische opleiding te Buitenzorg?
Anders heb ik niets te melden of te vragen. Mary Rodenburg bedankt je voorlopig zeer voor je gezellige en enthousiaste briefkaart, die ze juist op haar verjaardag van je ontving. Wil alle bekenden en ook onbekende kennissen o.a. je vroegere huisgenoten voor me groeten en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Van tante Kitty heb ik niets naders gehoord; tante Marie te Hilversum is goed aan ’t herstellen en tante Marie Scholten is weer ontevreden en aan ’t mopperen dus beter!
Lieve vader, Dank u voor uw brief van 14 januari die de dag na mijn verjaardag aankwam. De uitknipsels en de Verkade plaatjes waren ook erg welkom. Ik heb een paar dubbele plaatjes en zal zien die hier te ruilen, bijv. met Kareltje Dammerman of de kinderen Bruggeman. De ingesloten bonnetjes vinden misschien liefhebbers in Haarlem. De bijgevoegde rekening wilt u misschien wel weer voor met betalen, als het tenminste nog niet is gebeurd.
Morgen is Marius jarig, ik hoop, dat hij het een beetje gezellig heeft, en dat een of andere bevriende familie zich wel over hem heeft willen ontfermen. Hij stuurde mij met zijn gelukwensen een paar mooie vergrotingen van foto’s in een reigerkolonie bij Sidohardjo gemaakt. Werkelijk kunststukjes en erg artistiek. Hij vroeg me om hem wat vruchten te sturen voor zijn verjaardag. Ik hoop dat ze goed overkomen, maar 2 keer 24 uur onderweg zijn is niet bevorderlijk voor de goede smaak.
Mijn verjaardag was erg gezellig, het begon al om 6 uur ’s morgens toen er een enorme bos met witte orchideeën als geschenk van de koffietafel werd bezorgd. Reusachtig aardig van de Amsterdammers. Ze hadden er Lieftinck voor gespannen en hem een envelop met 16 naamkaartjes gestuurd. Bijgaande kiekjes geven een denkbeeld van de mooie ruiker, in het voorgalerijtje gemaakt op de zondag na mijn verjaardag.
Even vóór ik naar het museum ging kwam Lieftinck (die 6 huizen van mij af woont) zelf aangezet en vereerde mij net een fraai kampongkleed. Van Ans en Karel kreeg ik een ovaal blaadje van Padangs zilver, zoiets als u en ik samen aan Paula en Kees Pilaar hebben cadeau gedaan. Van Bet kreeg ik een vaas met leuke gele serongvruchten, van To R. een gebatikte zijden slendang. Van tante Jans een reusachtig blik beschuiten, waar ik zo dol op ben, en een lopertje, van zo’n innig antieklelijk slag, echt indosmaak, neem me niet kwalijk!
’s Middags kwam er een hele zooi theevisite, Ans, Karel en Carolien, Sjoeke Pfältzer, en Hilletje, Katrien Went en Hansje. ’t Was weer een vrolijke kinderwereld. Ook Kees van Steenis, de Jong en Dammerman en vrouw kwamen aangezet. Van mevr. Dammerman kreeg ik een mooi filetkleedje, van Kees bloemen en van de Jong een boek.
Ada ten B. stuurde me ook een boek, Nel App een raffiatas en van mijn buurman Schröder kreeg ik ook fraaie bloemen. ’t Was dus een gezellige en vrolijke dag, gelukkig kon ik alle mensen bergen, want dit huisje is geen roemah besar Plantentuin. Zondags had ik Bet, Jan en Maus ’s avonds te eten, ik had allerlei lekkers gemaakt in mijn keukentje, reuze leuk werk. De Koolhazen kwamen toen ook nog een poosje babbelen. De post is al gestegen tot ruim 3 5brieven, zodat ik nog wat te schrijven heb. En veel kon ik nog niet klaar krijgen want mijn “huishouden” neemt nog veel tijd in beslag. Het zal wel wennen. Al die sigarenkistjes op het kiekje staan vol zaaisels, de meesten waren na 2 dagen al een vinger boven de grond, Indië is een voorspoedig land! Nu moet ik ze uitpoten in de tuin. Zondag had ik ook de kebon weer, het erf is nu klaar en keurig.
Maandag was Ans jarig, zij had het maar saai, daar Karel juist die morgen op dienstreis was vertrokken naar Noesa Kembangan. Bet, Maus en ik waren ’s avonds bij haar. Bet had erge hoofdpijn en was dus ook al niet vrolijk. Nu laat ik het er weer eens bij voor deze week. Hartelijke groeten, ook bij Ans en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 13 jan uit Weltevreden heb ik weer met genoegen ontvangen en gelezen. Ge hebt daar blijkbaar een prettige week doorgebracht en je programma goed afgewerkt door enige belangrijke tochten te maken en veel bezoeken te brengen, kortom die tijd goed besteed. ’t Zal bij de fam. Verwey zeker aangenamer zijn geweest dan bij tante Jans. Al klaagde tante erg, ge vond haar blijkbaar erg goed. En Els zag er ook goed uit.
Intussen zult ge het nieuwe Verkade album hebben ontvangen en enige plaatjes. ‘k Heb getracht ook een gevuld exemplaar voor je van Verkade te krijgen, doch de firma was koppig en beriep zich er op dat de Verkade plaatjes nu ook in Indië verkrijgbaar zijn. Als ge hierdoor soms dubbele mocht krijgen, wil die dan, als ge er soms geen andere betere bestemming voor weet, aan Marius doorzenden. Marius verzamelt ze toch ook voor de fam. Kohl, met wie hij weer verzoend is.
Het belastingaangiftebiljet ontvangt ge weer terug zoals ik het van je heb gekregen, omdat ge met de opgave in mijn vorige brief het nu zelf kunt invullen, wat ik verkieslijk vind. Op één ding wil ik je echter wijzen, nl. dat ge m.i. niet behoeft aan te geven je spaarduitjes, omdat dit geen tijdelijk onbelegde gelden zijn, doch moeten dienen om je terugtocht te bekostigen. Je hebt dan ook reeds achter vraag 9 ingevuld, dat ge niet zulke gelden bezit, maar ’t is mogelijk dat de inspecteur of wie ook je naar die spaarduitjes vraagt, dan kunt ge gerust dit antwoord geven.
Hiermee heb ik je laatste brief beantwoord, maar nu heb ik nog wel een en ander mee te delen naar aanleiding van je verjaardag. Het bezoek van Nel en Delahayze ’s zondags te voren stond er reeds mee in verband. Verder kreeg ik woensdag bezoek van Jo van Gelsdorp, donderdag van Atie Vorstman en de dag zelf van Nel Appeldoorn, King, Ada ten Broecke en Ans met Wouter en Mientje. ’t Was of ik zelf jarig was, daar Nel bovendien fijn ruikende bloemen (fresia – ik weet niet of ik de naam goed schrijf) bracht en Ada een potje bloeiende dophei. Tot mijn grote spijt was ik op ’t ogenblik dat Nel kwam, even uit; per telefoon heb ik haar echter kunnen bedanken voor de aardige bedoeling om mijn kamer op te vrolijken en haar uit je brief voorgelezen van je bezoek aan de fam. Kickert-Groeneveld. Van Atie vernam ik dat je jaardag ook aan de koffietafel zou worden gevierd. King kwam zonder gevolg, omdat de kinderen aan huis een hoogtezonkuur ondergaan, waaraan ook Mientje deelneemt en later waarschijnlijk ook Chrisje, als hij weer geheel op krachten is. Verder ontving ik brieven van tante Marie, tante Kitty, de Schoo’s uit Saanen en van Nel uit A’dam, Pico en Nel Houtzager, bijgaand naamkaartje van tante Marie Scholten, en ’s avonds bij Ans een telefoontje van mevr. Boerlage. Ge ziet dat men ook aan mij heeft gedacht, doch het zal te Buitenzorg wel brieven geregend hebben. Hier ben ik reeds donderdagavond begonnen je jaardag te vieren met de bridgedames, die ik, behalve op slemp, op spekkoek heb onthaald, en vrijdag heb ik toch op verzoek van Ans en de kinderen daar gegeten. Het was er gezellig, maar naar huis gaande fijn koud, zodat ik dit niet licht weer zal doen; ik ben er echter goed afgekomen. Na tafel hebben we nog gekiend en gevlooid en toen ik ongeveer 10 uur thuis kwam, was de kienpartij op Rustoord juist naar wens afgelopen, maar zat men nog wat na te praten, waaraan ik ook nog heb deelgenomen. Zo heb ik de vorige wel vermoeiende, maar zeer aangename dagen gehad, die me echter best zijn bekomen. Natuurlijk verlang ik zeer te vernemen, waar en hoe gij je jaardag hebt gevierd. Overmorgen brengt de Johan de Witt wel weer een mail, maar op de beschrijving van je jaardag zal ik nog wel drie weken moeten wachten. Morgen is Marius jarig; die zal hier wel vrijwel onopgemerkt voorbijgaan.
Zaterdag is, terwijl ik een bad nam, Paul Bosch hier geweest met een dame, waarschijnlijk moeder of zuster, maar kon hij niet wachten tot ik klaar was, omdat hij terug moest naar Den Haag. Jammer, omdat hij blijkens zijn naamkaartje ook jou had ontmoet, en onhandig liet hij ook geen adres achter. Op goed geluk heb ik toen maar een briefje geadresseerd aan de heer Jager Gerlings in Den Haag, omdat zijn zuster met een heer Jager Gerlings getrouwd is.
Van Ada weet ik enige bijzonderheden van het overlijden van mevr. Engel. Zij heeft griep gehad, waarbij hersenvliesontsteking kwam, zodat de dokter opneming in een ziekenhuis raadzaam achtte, waar ze twee dagen daarna bezweek. Engel houdt zich flink onder dit verlies; een zuster, naar ik meen van zijn vrouw is tijdelijk bij hem ingetrokken. Arme man en arm kind!
In de krant las ik dat, met ingang van 1 febr benoemd is tot ingenieur bij de octrooiraad Ir. W.L. van Voorst Vader, tot dusver tijdelijk. Is dit de man van Corrie? Dit niet stellig wetende, heb ik er geen notitie van genomen. Toch wil ik je dit even melden.
Hier zijn we allen gezond: de herstellenden gaan goed vooruit; Chrisje heeft reeds een paar maal in het zonnetje gewandeld, wat hem goed is bekomen. Verder geen nieuws! Ontvang met de vrienden en vriendinnen een hartelijke groet en een zoen van Vader
Saia kirim tabé djoega sama baboe ini
Lieve Tera, je brief van 20 januari was bijzonder welkom, omdat hij het antwoord bevatte op veel vragen, die bij me waren gerezen in verband met de ontbinding van de kongsi Boedijn-Jutting. Zoals ik je reeds schreef, hebt ge, voor zover ik uit de verte er over kan oordelen, verstandig gedaan met tijdelijk te trekken in de woning van mej. Mühlnickel. ‘k Ben blij dat ge een schets van dat huisje hebt gezonden, waaruit ik zie dat het niet op zichzelf staar, maar gebouwd is aan een ander huis; dit geeft ook mij een gevoel van veiligheid; ‘k Hoop dat ge, ook buiten gevaar, geschikte buren hebt gekregen, bij wie ge zo nodig of gewenst, ook enige gezelligheid kunt vinden, en dat baboe Ini je trouw is gebleven. Ze woont blijkbaar niet bij je in; dit zou nog wel zo wenselijk wezen. Is je nieuwe woning ver van het museum? En waarheen is het gezin Boedijn met Carolientje en de hondjes verhuisd? ‘k Hoop, ook niet ver van de Schenk de Jongweg (alias Kotta Paris, Parijs?)
Wat nu betreft het verzoek om je, bij gelegenheid, nog wat huishoudgoed te zenden, heb ik van de witte handdoeken van Marius er slechts 2 gevonden en er zijn nog slechts 8 rood geruite theedoeken, w.o. een, die ik na je vertrek van hier nog van de bleker heb ontvangen. Wel zijn er nog zes blauwe komdoeken. Van de rood geruite theedoeken zou ik wel de helft kunnen missen, doch niet meer, daar ik er steeds twee in gebruik heb en er hiervan elke week er één in de was gaat. In de kist liggen intussen nog veel witte handdoeken, zowel gebruikte als nieuwe, hiervan kunt ge krijgen zoveel als ge wenst. Bedenk echter dat huishoudgoed een nog al zware vracht is, zodat ik huiverig ben om óf de Sijlmannen óf een ander daarmee te belasten. Als ik Nel en Kees weer eens ontmoet, zal ik hen eens polsen. Over dit onderwerp hoort ge dus nog wel nader van me en krijg ik misschien nog wel nadere instructies van je.
Dank voor de kiek van de kerstgangers op Tjibodas; die is bijzonder goed geslaagd, evenals het verblijf aldaar zelf.
De firma Dultz & Co te München en Macmillan & co te Londen hebben hun geld al ontvangen. Het Engelse tijdschrift “Nature” mag wel uitmunten voor die abonnementsprijs.
Aan Dé Westhoff met haar man heb ik niet gedacht om je aan te raden die ook eens te gaan opzoeken. Nu Dolf en Rein je aansporen om ook eens naar het theeland Maswati te gaan, kan ik je ook dit niet genoeg aanbevelen. De theecultuur is zo’n mooie cultuur. Dolf Westhoff zal, helaas!, wel weer non-actief raken, nu de sociëteit Concordia wegens gebrek aan leden wordt gesloten; wel jammer! In mijn tijd was Concordia een nog meer geliefd verenigingspunt dan de Harmonie, vooral ’s woensdags met kinderen vóór het avondeten en zaterdags daarna, wanneer de stafmuziek eer speelde, die nu ook al is opgeheven. Als Dé en Brix werkelijk op vrij grote voet kunnen leven, dan is de vrouwelijke helft van de kinderen van oom en tante Westhoff er beter aan toe dan de mannelijke. Als ge bij hen geweest zijt, ben ik verlangend naar de beschrijving ervan, vooral hoe Dé geworden is, die ik slechts als kind heb gekend en die daarna nogal veel heeft ondervonden. Ge wilt hen wel voor me groeten, al ken ik Brix in ’t geheel niet; van hem heb ik echter nooit anders dan goed gehoord.
Is het plan om met Lieftinck het middagmaal te gaan gebruiken in hotel Bellevue nog doorgegaan? Dit lijkt me ook een goed plan. Dit is dan het hoofdmaal om 2 uur? Hoe anders dan vroeger. En wie zorgt voor je ontbijt en avondmaal? Doet baboe dit of gijzelf? Besteed hieraan toch de nodige zorg en tijd; want jullie alleenwonende meisjes hebben wel eens de neiging dit te verwaarlozen en jezelf te kort te doen.
Van Paul Bosch heb ik bericht dat hij voorlopig zijn intrek heeft genomen in rusthuis “Hoogduin” in Den Haag en spoedig ook zijn moeder daar verwacht. Zodra ik hiervan bericht krijg, zal ik bij gored weer hem een gaan opzoeken.
Verleden zondag Heemstede weer eens onveilig makende, kon mevr. Boerlage me niet ontvangen wegens hoofdpijn, wat nog nooit is gebeurd en me daarom enige zorg geeft. Om geen onnodig alarm te maken, heb ik nog maar niet naar haar toestand geïnformeerd; ik zal eerstdaags er weer maar eens heengaan, in de hoop haar dan gezond te zullen treffen. Teleurgesteld heb ik toen mijn troost gezocht bij Nel en Delahayze, waar ik een poos gezellig heb zitten praten en hun kinderen met recht heb bewonderd. Lauraatje was alleraardigst en Jan is een schat van gezondheid. Ze verzochten me om je hun hartelijke groeten over te brengen. Nel wist te vertellen dat Annetje Kaars Sypestein, vroeger in Bezuidenhout wonende, met haar vader een reis naar Indië gaat maken en dan te Buitenzorg in hotel Bellevue denkt te logeren. Ge mocht haar, meen ik nog al lijden, al stamt ze uit een geldfamilie, wat vooral aan haar vader is te merken, en zult haar dus waarschijnlijk wel ontmoeten.
Verder geen nieuws. We zijn allen gezond op kleine Mien na, die gisteren onwel uit school kwam, zoals wel eens meer gebeurt, zodat dit wel zal loslopen. Chrisje is goed aan ’t herstellen, maar gaat nog maar halve dagen naar school. Ze worden nog geregeld bij King bestraald door de hoogtezon. Ook Koen Scholten is tegenwoordig van de partij. Op kleine Truus na, die nog wat lijdt aan de gevolgen van griep, zijn ze ook daar allen gezond. King en Truus hadden de vriendelijkheid me op Marius verjaardag te bezoeken, doch ik was tot mijn grote spijt niet thuis; overigens is die dag vrijwel ongemerkt voorbij gegaan, zoals helaas!, wel hoe langer hoe meer zal gebeuren. Ans had blijkbaar met de kinderen wel over Marius verjaardag gesproken.
Zondag is Annie Kerbert jarig; ze zit veel bij Ans en Mien en is dan altijd zeer voorkomend en vriendelijk; daarom zal ik haar uit ons beider naam, maar wat bloemen zenden. Mevr. Kerbert gaat met haar dove zuster op de Zijlweg wonen. Ontvang met de groeten voor alle bekenden een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader, Veel dank voor uw brief van 20 januari met de gebruikelijke inhoud: Verkade plaatjes en uitknipsels. Hij kwam al vroeg, met de Marnix, waarmee ook van Leeuwen terugkeerde. Dammerman en vrouw, alsmede een groot aantal jongeren zijn hem gaan begroeten in Priok. Lieftinck zou ook meegaan en ikke op het museum passen. Tenslotte is L. toch niet gegaan daar hij ziek werd; ik ben toen ’s avonds van L. in de plantentuin gaan verwelkomen, evenals zijn dochter. Hij zat weer vol verhalen, ’t was of hij niet weg geweest was. Wat Dammerman te weinig praat, praat van Leeuwen teveel. Vooral als hij over dames begint en vertelt, dat mej. Zus zulke keurige japonnen draagt en mooie benen heeft, en mej. Zo een zenuwpatiëntje is, vind ik het erg onverkwikkelijk. Ik ben dan altoos maar bang over de verhalen die hij van ons in Holland heeft opgehangen!
Ik kan u intussen vertellen, dat ik weer voor een jaar benoemd ben, en …. F.50,- per maand verhoging heb gekregen. Zo valt die bezuiniging wel mee! Als er nu 10% op de salarissen wordt gekort, maakt het tenminste niet zo’n groot verschil. Ik sta maar verbaasd, dat Dammerman het erdoor heeft gekregen, hij is wel in de “gratie” op het departement. Ook heb ik twee reisrekeningen eindelijk uitbetaald gekregen, ruim 200,-, hetwelk onmiddellijk naar de spaarbank verhuisde. Hier heb ik nu 1750,- staan. Als dat het a.s. dienstjaar zo doorgaat, heb ik een aardig duitje om mee naar Calcutta te gaan en van thuis te komen.
Van tante Kitty kreeg ik een uitstekende lange brief voor mijn verjaardag. Daar schijnt het dus weer vrij goed te gaan. Gelukkig maar! Hierbij twee kiekjes van mijn huisje. Het is er erg prettig en gezellig. Doordat de slaapkamer boven is, kun je ’s nachts alle ramen en deuren open hebben, hetgeen lekker fris is, vooral daar het de laatste weken smoorlijk warm was, omdat de regens niet goed doorzetten. Het was bijna zo heet als in Batavia, alleen hebben wij dan nog het voordeel van de koele nachten en het koele mandiwater. Ik ben er nooit moe of ziek van, maar een beetje minder hitte zou best kunnen!
Lieftinck werkte in die warmte een vijfdaagse koorts af en had van de dokter poeders om eens lekker te transpireren! Ook een pretje! Hij was echt ziek en lag er zo verlaten; het ondier van een djongos, die hij er op na houdt, is ook al niet om iemand op te vrolijken. Bet en ik gingen afwisselend of gezamenlijk hem wat opfleuren, ik zorgde ook voor zijn eterij, wat heel gemakkelijk gaat, daar ik het dichtst bij woon. Mevr. Dammerman, die niets liever doet dan mensen te goed doen en verzorgen stuurde zo nu en dan lekkere soep. Nu loopt hij weer rond maar is nog slap en mager.
Morgen ga ik voor een paar dagen naar Bandung om bij de Toxopeus-en te logeren, en wat tochten te maken. Mijn schrijverij is erg in de vertraging. Wilt u Ans zeggen, dat ik erg blij ben met hun gemeenschappelijke brieven en met de fraaie sokken, maar dat ik het zo onmogelijk druk had deze week, dat ik nog niet aan beantwoording toekwam. Ik maakte nog een jurk zelf omdat de naaister ziek is en had veel verstelwerk, waarvoor ik van To R. een naaimachine van antediluviaanse constructie te leen heb voor enige dagen. Deze moet ik nu goed uitbuiten!
Vanmorgen bracht ik met Bet 3 ½ uur in het veeartsenkundig instituut door onder de hoede van Bubberman. Reuze mooie inrichting. Nu Dag, ik laat het er weer eens bij. Hartelijke groeten voor allen en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 27 januari was weer zeer welkom. Dank er voor, alsook voor het aardige kiekje van Carolientje in een draagstoel op weg naar Tjibodas. Ge zult Carolientje zeker wel missen en ik zal haar nu niet meer zo dikwijls in effigie zien. Ik hoop voor haar en de ouders, dat zij zich zo lief zal blijven ontwikkelen. Waar wonen de Boedijns thans? Naar ik hoop niet te ver van je af.
Aan je verzoek om Dr. Haas 6 mark 40 pf. Te gireren heb ik voldaan. Dit doet me eraan denken, dat ge indertijd uit Frankfurt hebt geschreven en later hebt verteld van het oude stadje Rottenburg. Welnu, morgenavond krijgen we hier een voordracht er over met filmopnamen en lichtbeelden door Verkruysen met toepasselijke orale medewerking van enige dames. Dit kan weer een mooie avond worden. Sedert mijn laatste brief heb ik maar weinig vrije avonden gehad; behalve de gewone speelpartijtjes, hadden we vrijdagavond een interessante lezing van mevr. Haumersen over het boek “Hij, Wij, Ik”van de Fries Meersma (ik weet niet of ik deze naam goed schrijf); deze mevr. Haumersen is Luthers predikant te Woerden en Bodegraven en heeft wel kans om hier te worden beroepen. En gisteravond woonde ik op het Nut een voordracht bij met lichtbeelden en filmopnamen van Ir Thijsse, een zoon van Jac. P., over de Zuiderzeewerken, waaraan ik echter niet veel heb gehad, omdat hij zo rad sprak en met een gedempte stem; in dit opzicht kan hij nog veel van zijn vader leren. Hij heeft hetzelfde vogelgezicht als zijn vader. Gelukkig had ik nog al wat afbeeldingen van de Zuiderzeewerken gezien en er over gelezen, zodat ik door de opfrissing wel heb genoten, bovendien in het gezelschap van de dames Sloot, Gouderheijden en Dupuy.
Over de genoeglijke kienavond heb ik je, meen ik, reeds geschreven; nu zullen we eerstdaags krijgen een biljart- en sjoelbakavond – enige dames, o.a. mej. Bouwmeester oefenen zich al op het biljart – en de volgende maand Alt, de organist van de Herv. Kerk te Bolsward, die een studie maakt van de Dietse en andere sagen, die grote geesten als Wagner hebben geïnspireerd, en van de schilderstukken op dat gebied in musea, mooie lantaarnplaatjes maakt en deze toelicht gedeeltelijk met muzikale begeleiding. Je hebt zo’n interessante voordracht misschien wel eens op een Nutsavond bijgewoond. Zoals je ziet, is het op Rustoord uit te houden, vooral nu met april hier ook komt mej. Dupuy, aan wie ik waarschijnlijk wel hulp zal hebben, als ik gezelschap zoek om ’s avonds ergens heen te gaan en in geval ik enige oppassing nodig heb. Mej. Dupuy komt op de kamer van tante Marie Scholten, die eindelijk haar zin heeft gekregen om naar een lagere verdieping te verhuizen, m.i. een waagstuk, daar men oude planten niet moet overbrengen. ‘k Ben benieuwd, welk onderwerp ze thans zal aanpakken om haar ontevredenheid te luchten.
Er heerst hier, ook op het huis, nogal griep, maar gelukkig!, van geen kwaadaardige aard; Chrisje is geheel beter, maar nu ligt Mientje ermee, doch in lichtere graad. Overigens zijn we allen gezond, ook de familieleden, vrienden en bekenden, voor zover ik weet. Slechts heeft Jo van Gelsdorp verleden zaterdag haar moeder verloren, bijzonderheden weet ik er nog niet van; nu zijn van de 4 samenwonende zusters Jas (?BVBJ) er nog maar 2 over.
Meer heb ik thans niet te melden. We krijgen misschien ook nog een lezing van mevr. Marie van Zeggelen; ‘k ben benieuwd je oordeel te vernemen over haar “Twee Amsterdamse Joffers”. Groet alle bekenden voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader, Veel dank voor uw brief van 27 januari en voor het postpakket met de fietstas etc., die vandaag kwam en die ik meteen vanmiddag bij Ans bracht. Zij was er zeer verheugd mee, en was al lang vergeten, dat zij eens die wens had geuit.
Dank ook voor het miniatuur naaidoosje, dat deze dagen uit de koffers van de heer van Leeuwen tevoorschijn kwam. ’t Is een leuk dingetje en zal wel goed te pas komen. Toevallig kreeg ik vandaag nog een naaidoosje, namelijk van Lieftinck. Dit had hij indertijd van huis meegekregen, misschien met de geheime bedoeling dat hij zelf zijn sokken zou stoppen of knopen aan zijn jas naaien, wat natuurlijk nog nooit is gebeurd, daar de menatoe zulke werkjes opknapt voor ongetrouwde heren.
’t Is ondernemend dat u de familie in Bussum en Hilversum bent gaan opzoeken op 24 januari. Ik hoop, dat de tocht u geen verkoudheden heeft bezorgd, en ook dat tante Marie weer spoedig is opgeknapt. Veel geluk met Wouters verjaardag, u zult uw naamgenoot wel weer stevig verwend hebben!
Hierbij een paar kiekjes, die ik van de van Paaschens kreeg. ’t Is al wel wat uit de oude doos, maar ik had ze nog niet. Voorlopig maar niet inplakken. Ik had u eigenlijk met uw verjaardag weer een album met foto’s willen sturen, maar dat schiet niet genoeg op naar mijn zin. Er moeten nog wat afdrukken van diverse mensen bijkomen, voor ik kan gaan inplakken.
Van 18 tot 23 februari had ik aardige dagen in Bandung bij de Tox-en. ’t Was prettig om die vervelende Chinese en inlandse nieuwjaarsdagen hier te ontlopen. Het is een aardig huishouden met drie leuke kinderen, van 4 jaar tot 11 maanden. Alleen kregen de oudste twee in die dagen plotseling een hevige aanval van, wat de dokter dacht, acute bacillaire dysenterie, maar wat naar onze bescheiden mening (die later door de dokter bevestigd werd) veel meer op een vergiftiging leek. Tox en ik waren op excursie en zo zat zijn vrouw op een kwaad ogenblik met 2 doodzieke kinderen, die hevig overgaven en bloeddiarree kregen met een snel oplopende koorts. Het was een zielig geval. Door de diagnose dysenterie moest ook alles ontsmet worden met lysol en creoline: kleren, beddengoed, speelgoed, borden en lepels. Ik heb de grootste bewondering voor Caro, die dat zo keurig heeft opgeknapt. De kinderen kalmeerden gelukkig vrij gauw, maar hun magen bleven nog de volgende dagen van streek.
Eén dag waren Tox en ik naar Radja Mandal, een rubberonderneming bij Padalarang. Daar in de buurt maakt de Tjitaroem een heleboel stroomversnellingen en er splitst een zijtak af, die in een grot verdwijnt. ’t Is als landschap heel mooi en er waren ook nogal wat slakken. In een dergelijk terrein, maar veel wonderlijker, ligt Maswati, waar Dé Brix-Westhoff woont. Ook maakten we een excursie met van der Pijl (leraar Biologie in Bandung en ex Amsterdammer) en de heer Drescher naar de Goenoeng Wajang ten zuiden van de Malabar. Dit was een verbazend interessante tocht. Eerst per auto via Pengalengan naar de kina-onderneming Kertamanah en van hier te voet door kinatuinen en later door oerbos naar de krater van de Wajang.
Ik maakte nog een bezoekje bij Drescher en vrouw en bij de Kopsteins. Deze laatste is aan het instituut Pasteur, en hoewel medicus van opleiding, meer zoöloog van liefhebberij. Het zijn alleraardigste mensen, ik kende ze al van heel lang geleden (1921 of zo iets) uit Amsterdam. Waar zij toen de tropische dierenwereld kwamen bestuderen in het zoölogisch museum. Zij zijn Oostenrijkers van origine.
Nu dag, ik houd weer eens op. Ik heb een behoorlijk grote mail ditmaal, waaraan ik door al dat uitgaan eerst vandaag kan beginnen. Schreef ook aan Engel, arme kerel! Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Vader, Hartelijk gelukgewenst met uw 80ste verjaardag! Wat een mooi feest. Jammer dat Marius en ik er nu niet zijn, we zouden het zo graag helpen vieren. Hebt u veel belangstelling gehad van familie en bekenden. Vlagde Rustoord niet, en ging de erewijn rond?
Ik zend u als presentje een map met 12 reproducties van aquarellen van Du Chattel. Onder de Indische schilders, die voor het merendeel geen grote geesten zijn, is hij nog een van de minst slechte.
Dank voor uw brief van 4 februari met het ingesloten concept voor het belastingbiljet. Als ik dit aangifteformulier nu ook van u heb terug ontvangen kan ik het invullen en opsturen.
Gelukkig dat Chris aan het opknappen is. Hij schreef me zelf een mooie brief, dat hij ziek was en erg verwend werd!
Hier alles best, de wonderen van deze week zijn niet overweldigend. Zondag waren Bet, Karel, Maus, Kees en ik naar Telaga Warua bij de Poentjak. Het begon heel mooi, maar tegen het eind van de morgen regenden we door en door nat, dat was niet mooi meer.
Willy Butteling, de zoon van Rein W. s vrouw is ondertrouwd, ik moet de ouders deze dagen eens gaan gelukwensen. Het jonge mens zelf vaart op de K.P.M, dus daar is geen eer mee te behalen!
Deze dagen vertelde mej. Thomain (secretaresse van de plantentuin) dat haar oudse zuster vroeger met moeder op de ursulinenschool is geweest. (De Thomainen zijn erg rooms).En ook dat haar broer getrouwd ismet met een zuster van Mary van der Meer (Tempo Doeloe, Westerhoustraat 11) alleen waren die vandermeers christelijk, is ’t niet?
Verder vond ik een grappige ouderwetse beschrijving van een expeditie van Junghuhn, waarin hij zijn dank betuigt aan de heer Resident Siccana (1839) Dat kan oom Louis toch niet zijn? Waren er al oudere generaties Siccana in Indië? Ik kan niet precies gewaar worden waar deze heer S. resident was, ’t moest haast wel in de Preanger geweest zijn.
Ik denk dat ik niet veel langer dan Pasen in dit huisje zal wonen. Mej. Mühlnickel is aardig aan ’t opknappen, wat me voor haar zeer verheugt, maar ik had toch wel gewild, dat ze wat langer wegbleef!
Deze dagen was ik bij van Slooten om te feliciteren met zijn benoeming tot hoofd van het Herbarium in de plaats van Beuméé. Een zuster van van Slooten heeft pas een apotheek op de binnenweg in Heemstede geopend. Hebt u daar soms iets van gezien? Het lijkt me een gunstige standplaats, en Heemstede was nog geen apotheek rijk.
Vandaag is Karny wezen afscheid nemen, zij gaan met deze mailboot Europa waarts. Het heet ziekteverlof, maar ’t zal wel voor goed worden. Nu krijg ik geen gebraden schubdier meer te eten! Verder is het voor de samenleving geen verlies, zij hadden altoos iets van de Balkan weg. Ook van der Gaal (neef van mevr. Holstijn) gaat morgen met verlof. Luizepiet heet hij in de familie, aangezien hij Piet heet en op bladluizen promoveerde. ’t Is een aardige man, al kan hij er soms wel eens wat onverzorgd uitzien.
Hebt u al wat van Krien gemerkt? Nu dag, ik schrijf ook nog wel met ’t vliegmachine overmorgen. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, met blijdschap ontving en las ik je eerste brief uit de nieuwe woning, waarin ge je blijkbaar reeds thuis gevoeld. ‘k Hoop dat dit zo blijven zal en dat ge er nog veel aangename, nuttige vrolijke dagen zult hebben. ’t Zal er wel een groot verschil zijn met je vorige omgeving, doch de rust, die ge thans om je heen hebt, zal waarschijnlijk bevorderlijk wezen aan je werk en aan je studie, wat een lichtzijde is. ‘k Hoop dan ook een foto te krijgen van je nieuwe woning en de baboe.
Wat jammer, dat de brieven voor je verjaardag je bijna een week te vroeg hebben bereikt; we meenden ’t zo goed te hebben berekend dat althans de landmail ongeveer 6 febr zou aankomen. Nu, je hebt ondervonden dat we hier aan je denken, wat ge ook verdient, al was ’t slechts om je trouw schrijven. Wat een aantal brieven! ‘k Hoop dat ge tijd zult kunnen vinden om ook deze brieven allen te beantwoorden. Overmorgen verwachten we per Sibajak een beschrijving van de feestdag.
Bij Ans is het ziekenhuis afgelopen: Mientje is maandag (gisteren) weer naar school gegaan, nadat DR. Merens haar oren ’s zondags eens terdege met de oorspiegel had onderzocht en geen afwijking had gevonden. Ze was zeer in haar schik met het haar toegezonden reclameboekje. Bij Truus en King daarentegen ligt Truusje weer met bronchitis; dit is en blijft een zwak poppetje. Overigens zijn we allen gezond en hoor ik van tante Kitty niets, wat een goed teken is. Over het algemeen zijn er nog veel zieken, ook op Rustoord, doch niet van ernstige aard. Zelf heb ik wat gewrichtsreumatiek aan de ringvinger van de linkerhand, hetgeen me een paar dagen pijn deed en onplezierig stemde, doch door met watten warm te houden, heb ik het grotendeels overwonnen. De vinger is nog wat dik en stijf en hierdoor bij het gebruik onhandig, doch dit zal, zo niet overgaan, wel wennen. Echter heb ik een waarschuwing gekregen om ook hierin voorzichtig te zijn.
Grappig die verhuizing op ouderwetse manier, evenals tempo doeloe, van de plantentuin naar de Schenk de Jongweg. Ik herinner me dat op dezelfde wijze 3 of 4 maal te hebben gedaan. Je was zeker wel moe die zaterdagavond; aan de lezing van de vele had je een welkome afleiding.
’t Is goed dat ge je weer eens hebt laten spuiten tegen tyfus enz.; men kan niet voorzichtig genoeg zijn, vooral daar ge nog al eens logeert in pasanggrahans, die misschien niet alle zindelijk worden onderhouden. Jammer, dat de dokter te Buitenzorg als zodanig geen goede naam heeft; vroeger werd er steeds, omdat hij tevens de huisarts is van de GG, een officier van gezondheid geplaatst, die uitmuntte door bekwaamheid en manieren. Of is er thans meer dan één dokter?
Met de heden vertrokken zeepost zult ge ontvangen enig drukwerk w.o. het febr nummer van de “Amsterdamse Gids”; dit nummer vind ik niet zo belangrijk als de vroeger gezondenen. Meer heb ik op ’t ogenblik niet te melden en het wordt bedtijd. Slechts nog dit: wil je brieven wat beter dichtplakken; de gom van de gouvernementsenveloppen eist blijkbaar meer nattigheid om te blijven plakken.
Groet allen voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Een voornaam, zakelijk iets zou ik haast nog vergeten; het betreft de VOV; maar dit krijgt ge op een nieuw velletje.
Lieve Vader, Heel veel gelukwensen voor uw verjaardag. Tachtig is een mooi getal en een hele reeks van jaren. Vooral als je ’t op zijn Frans zegt quatrevingt lijkt het nog veel meer. U hebt het kranig eraf gebracht, terwijl de omstandigheden nu niet altijd zo waren als u ze zou wensen, maar dat is eigenlijk in iedere familie.
Deze brief komt te vroeg en de gewone mailbrief te laat, het is moeilijk uitpikken. U zult wel een hele collectie brieven krijgen en pakjes en bezoekjes. Ik ben benieuwd er van te horen.
Vandaag werden alle plantentuin mensen bij elkaar getrommeld voor een kleine huldiging van Teysmann, die juist 100 jaar geleden hier werd aangesteld. Na een korte inleiding van Van Leeuwen hield van Slooten de feestrede en daarna werd een krans gelegd bij het monument. De resident en de regent, de burgemeester en de onderdirecteur van Landbouw waren er bij.
Eergisteravond ben ik met Betje, Koolhaas en Lieftinck naar de Tjap Gomé (Chinees nieuwjaar BvBJ) geweest, dat is een optocht van een Chinese plechtigheid, waarvan mij de pointe nog ontgaat, doch waarin voorouderverering een belangrijke plaats inneemt. Met veel gongs, Ankloengs (bamboeinstrument BVBJ) fakkels en vuurwerk werd een optocht omgeven, die verder was samengesteld uit hoge stellages, waarop kleine zwaar geblankette en vermomde Chinese meisjes zaten op draken of draaimolenpaarden of reuzenvissen, alles behangen met veel franje, lapjes en belletjes. We hebben het een paar keer gezien in het Chinese kamp, het maakte in het duister een fantastisch effect. Daarna zijn we bij de Chinees gaan eten en tot slot bij mij thuis nog wat napraten.
Eind februari kreeg ik eindelijkmijn laatste reisrekening ook uitbetaald, zonder dat er een cent afgetrokken is. Al die storm in een glas water, die zij gemaakt hebben over te dure delemannen en auto’s, had Reiswezen gevoeglijk achterwege kunnen laten.
Nu laat ik het hier maar weer eens bij, het papier maakt de letters onleesbaarder dan ooit. Veel hartelijke groeten, een verjaarszoen en heel veel liefs van Tera
Lieve vader, Ik dank u zeer voor uw beide brieven (één aangetekend, één gewoon) van 10 februari. Het verheugt mij, dat u mijn verjaardag ook genoeglijk hebt doorgebracht. Aardig van Nel en Ada om bloemetjes te brengen.
Het belastingbiljet heb ik nu verder ingevuld en weg laten brengen.
Jammer dat Paul Bosch vergeefs bij u is geweest. De benoeming van Willems van Voorst Vader bij de octrooiraad is niets bijzonders. Hij is daar al een paar jaar, maar schijnt nog altijd tijdelijk te zijn, zodat hij ieder jaar weer overnieuw benoemd wordt.
Is Chris weer helemaal opgeknapt en naar school?
De laatste mail kreeg ik een lange brief van Elsa H., waaruit ik hoorde dat zij ernstig plan maken in Freiburg te bouwen en Haarlem voorgoed te verlaten. Ook was er een lange brief van Nel Appeldoorn, en nog een paar andere, ik weet het niet zo precies meer, maar de post is nog altijd erg royaal voor me.
Hierbij een paar kiekjes van de tocht naar de waterval in de TJianten, de namen staan achterop. Zij zijn gemaakt door mevrouw Gandrup, ik ging er deze week even heen om te bedanken. Wilt u de kiekjes niet inplakken, ik laat er een plaatsje voor open in het album dat u binnen niet al te lange tijd ook krijgt. Veel wonderen zijn er niet gebeurd. Van de Teysmann herdenking schreef ik u in mijn vliegmail al.
Zondag bleek ik in het bezit te zijn van twee jonge poezen, een mooi spannetje. De kebon die de tuin kwam opknappen, ontdekte ze in een verstopt hoekje: moeder en kroost in een oude kranjang. Door deze vondst is hij blijkbaar zo verwaand geworden, dat hij meer geld vroeg en toen ik dat weigerde, is hij opgestapt, hetgeen ik geen gemis vind.
’s Avonds aten Bet, Maus en Jan de Jong bij mij, het was erg gezellig. Alleen zou ik bij zulke gelegenheden wel graag een djongos hebben, want de baboe verdwijnt om half 7, en alles wat er daarna gebeurt, moet ik zelf bezorgen. Niet, dat het zo’n moeite geeft, maar ’t is ongezellig. Als Lieftinck niet zo’n ondier had, zou ik die wel eens willen lenen, tegen een extra fooi, maar met dat “sieraad” kan ik niet overweg.
We zijn weer besprekingen aan ’t houden voor een gemeenschappelijke tocht met Pasen. Tjibodas gaat niet, omdat van Leeuwen er zit en dan bijna alle kamers nodig heeft. Bovendien zijn we daar nu een paar keer geweest en zouden liefst een andere kant uitgaan.
Heb ik u al verteld dat de ouders van Toxopeus lang in Blora en in Rembang gewoond hebben. Zijn vader was opzichter, bij de naturalisatiewerken van de Solo vallei en mocht daarbij particulier architect werk doen, heeft zo o. a. de misigit (moskee VBJ) van Rembang gebouwd. Het zal echter juist geweest zijn nadat u weg was 1880 of iets later. Verder was een broer van Tox vader griffier bij de landraad (of zo iets) in Batavia. Hebt u die gekend, want dat moet stellig in uw Bataavse tijd zijn geweest. Tox is zelf geboren in Toeban aan de Rembangse noordkust.
Bij de Dammermans is het weer ziekenhuis. Kareltje had ruim 14 dagen een verbonden been wegens een infectie en nu hij haast beter is, begint Elly met mazelen. Dan zal mevrouw wel weer influenza krijgen en meneer met zijn maag gaan sukkelen, en daarna zijn ze een week zonder dokter en dan begint Kareltje weer met wat anders. Het is wel verdrietig voor hen.
Nu laat ik het er weer eens bij, overmorgen is Wouter jarig, ik ga straks ook aan Marius schrijven om hem geluk te wensen en ik zal hem voor de feestelijkheid maar weer wat vruchten sturen. Hartelijke groeten bij Ans en aan de Haarlemse bekenden en veel liefs van Tera
Lieve Tera, zeer veel dank voor je gezellige brief van heden voor 4 weken met de beschrijving van je verjaardag. Het verheugt me zeer dat ge zo goed bedacht zijt, zoals ik ook wel had verwacht. Ook de kiekjes van je nieuwe woning waren zeer welkom, maar ik miste baboe Ini en de poes; het boeket witte orchideeën wordt algemeen bewonderd; zoiets is hier haast onbereikbaar. Echter kan ik me nog geen goede voorstelling maken van het inwendige van je huisje, waar staat en zit ge op de foto’s? Vermoedelijk in de voorgalerij, maar die is toch slechts aan één kant open, en waaraan zit ge op de kleine? Zijn er geen bedienden- en kofferkamers? Met genoegen las ik dat je druk gebruik maakt van je keuken; kookt ge op houtskool (areng) of op gas? Ik zou de producten wel eens willen zien en proeven; je gasten vonden het blijkbaar lekker; ga zo door! Wie is je buurman Schröder?
Je brief eist niet veel beantwoording: de Drostebonnen heb ik aan Ans gegeven, die ze verzameld voor een collega; het abonnement op dat Archiv für Molluskenkunde heb ik al op 27 jan per gem. giro betaald.
Hier is de afgelopen week weinig bijzonders voorgevallen; slechts een zeer droevig sterfgeval van een schoonzusje van Ada, nl. de vrouw van haar broer Ernst, die kort na Ada getrouwd is, spoedig een tweeling kreeg, die niet levensvatbaar was en nu bezweken is na de geboorte van een zoon. Zielig voor zo’n jong vrouwtje van pas 25 jaar en voor die jonge man, die nu met een pasgeboren kind achterblijft.
Tot zover was ik gisteren gekomen, toen ik onverwacht bezoek kreeg van Krien Hocke Hoogeboom. Gelukkig was ik thuis. Dit bezoek is me zeer meegevallen; zij is niet zo doof als je haar wel hebt beschreven en haar stem is ook niet zo hard; onder een kopje thee hebben we gezellig zitten praten. Ze bracht ook de zuurtang met als handvat een kunstig uitgesneden wajangpop en de sandaaltjes voor Mientje; voor beide zeer veel dank! De sandaaltjes heb ik dadelijk bij Mientje gebracht, die echter tot mijn spijt niet thuis was, daar ze zich onder de hoogtezon lag te koesteren bij Truus de Coningh. ‘k Had zo graag haar blij gezicht eens gezien. Verder heeft Krien me veel van je verteld en ook van Indië, dat zij ook bewondert en heeft lief gekregen. ‘k Hoop haar nog eens terug te zien, zoals ze heeft beloofd.
Hadden we tot nu toe nog weinig echt winterweer, wel veel storm en mist, thans zitten we in de sneeuw en vriest het sedert enige dagen een graad of 10 F. Zou de voorspelling van de Duitse geoloog Prof. Walter Gotham uitkomen dat er voor Europa een nieuwe ijstijd op til is? Wel schijnen de seizoenen zich te verplaatsen. Gelukkig heeft de zon reeds zoveel kracht, dat deze sneeuw- en ijsperiode niet lang kan duren. De gezondheidstoestand schijnt er niet onder te lijden; de zieken worden langzamerhand beter.
Over Truusje de Coningh hebben we ons een paar dagen ongerust gemaakt, totdat bleek dat het kind geen aspirine kon verdragen. Sedert zij andere medicijn tegen haar griep gebruikt, gaat ze in beterschap goed vooruit. Ook tante Marie Scholten is weer geheel op de been, misschien wel omdat ze kan verhuizen, wat ze prettig schijnt te vinden. Ze krijgt met april een kamer pp een lagere verdieping. M.i. niet zonder gevaar, daar oude mensen, evenmin als oude planten, moeten worden overgebracht. Opruimende heeft zij een doos met schelpjes gevonden, w.o. wat in mijn jongensjaren kinkhorens werd genoemd, waarmee we speelden, en enig grillig van vorm. Deze schelpjes heeft ze mij voor jou gegeven. Zal ik je ze opzenden of bewaren tot je terugkomst. ‘k Kan natuurlijk niet beoordelen of ze wetenschappelijke waarde hebben; wel zijn er enige bij, die als Bibelot geen slecht figuur maken.
Van de andere familieleden en vrienden hoor ik weinig of niets. Moge dit een goed teken zijn! Men wacht met schrijven blijkbaar tot mijn jaardag. Die dag zou ik het liefst ergens op de Mokerhei zitten, doch ik kan me ter wille van Ans en de kinderen, die geheimzinnig doen, er moeilijk aan onttrekken. Vaststaat dat Ans een feestmaal zal geven.
Met oom Chris schijnt ’t niet goed te gaan. Naar ik hoor lijdt hij aan hart en nieren, wat niet te verwonderen is na zo’n onmatig leven. De dokter schijnt de toestand ernstig te vinden, maar meent dat deze nog lang kan duren, wat niet te hopen is.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te schrijven. Leef verder gelukkig, groet de bekenden, familieleden en vrienden voor me en ontvang een hartelijke groet van Vader
Met de jicht in mijn linkerhand gaat ’t beter; ik heb weer het volle gebruik ervan.
Beste vader, Dank voor uw brief van 17 februari en voor de betalingen naar diverse verenigingen en boekhandelaren. Als u bij geval het Amsterdamse Genootschap voor Natuur Genees &Heelkunde nog niet hebt betaald, wacht u dan maar liever af, tot zij er om vragen. Het schijnt, dat Indische leden minder betalen, maar ik weet niet hoe veel. Nature is inderdaad een uitstekend weekblad.
Met Pasen trekken we met het bekende troepje naar de Goenoeng Boender, een zijbergje van de Salah. Daar is een Pasanggaran die aan de Onderneming Tjampea toebehoort en die wij kunnen gebruiken. Maswati blijft dan voor een volgende vakantie, en eigenlijk hoop ik nog steeds van Dé zelf een uitnodiging te krijgen. Ik vind het nogal onbescheiden om me daar aan te gaan melden.
U moet mij tot nadere aankondiging maar geen linnengoed sturen. Als ik nu toch binnenkort weer hier uit dit huisje ga en vermoedelijk in het hotel terecht kan, zou het niet eens nodig zijn.
Wilt u mij van mijn overdrukjes zenden wat op bijgaand lijstje staat, van elk 1 exemplaar. Die grote afleveringen van de Bijdrage tot de Dierkunde mogen gerust in de lengte gevouwen worden.
Hierbij een kiekje van de tocht naar Telaga Saät. U kent de mensen nu zelf haast ook wel, zonder dat het er achter op staat wie het zijn. Met de laatste mail kreeg ik een brief van Bierens de Haan, dat er bij het potverteren van de vorige vakbladjaargang nog f25,- voor mij was bestemd. Erg vriendelijk.
Ook was er een brief van Willem v V.V. met leuke kiekjes en de mededeling dat hij met ingang van 1 februari in vaste dienst bij de octrooiraad was gekomen. Dat is dus dat bericht dat u ook gelezen had. Ik wist niet dat hij nog steeds tijdelijk was.
Verder een paar krantenplaatjes van de bandjir bij Sindanglaja. Daar is verleden dinsdag het meertje leeggelopen doordat de dijk (tevens rijweg) doorbrak. Het is nu een ravijn van 30 á 40 m diep, allemaal stenen en zwarte modder en een heel klein kali-tje op de bodem. Zondag zijn Lieftinck en ik met mevr. En Dr. Dammerman er gaan kijken. Het was erg interessant om te zien. Aan beide wegeinden stond het vol belangstellenden, gescheiden door een gat met loodrechte wanden van 50 m diep, kaarsrecht afgesneden. Het badhuisje en de springplank doen ietwat eigenaardig aan in deze veranderde omstandigheden.
Dammerman, Lieftinck en ik zijn nog een heel eind in het ravijn afgedaald en verzamelden heel wat schelpen. Daar kon je nu gemakkelijk bij. Later mocht het niet meer van de politie uit vrees, dat al die zondagsgasten het zouden doen en er dan nog meer verzakkingen zouden komen. We hebben in het hotel nog wat zitten uitblazen en waren om 1 uur weer thuis. Volgende keer kan ik u misschien wat van mijn eigen kiekjes sturen, ik heb de afdrukjes nog niet.
We hebben bij de Boedijns gerijsttafeld, Bet, Maus en ik. Carolientje is erg vooruit gegaan, loopt nu geheel los en vindt dat heerlijk. Verder is ze een beetje verlegen, of houdt zich tenminste zo, ’t is een schattig poppetje en nog steeds even bevallig en fijntjes.
Veel meer nieuws is er niet deze week. Ik hoop, dat u prettige paasdagen zult hebben, al is het nog wat te vroeg in het jaar om er op uit te gaan. Hartelijke groeten, ook aan Ans, en heel veel liefs van Uw Tera
Lieve Tera, je brief van 17 febr was weer zeer welkom. Dank ook voor de twee kiekjes van je huisje, waarvan ik me nu een betere voorstelling kan maken; het ziet er werkelijk aardig uit. Het is niet te hopen dat mej. Mühlnickel lang ziek blijft, maar, mocht dit ’t geval zijn, dan wens ik je toe dat ge in haar huisje kunt blijven wonen en er veel gelukkige dagen zult hebben.
Prof. Van Leeuwen is dus weer op zijn post. Hebt ge de kleine naaibenodigdheden van hem ontvangen? ‘k Hoop dat ze bruikbaar zijn. Vroeger vond ge de gesprekken op de wandeling met hem nog al onderhouden. Jammer daarom, dat hij met zulke onbeduidende praatjes is teruggekomen, wat te meer te verwonderen is, omdat men zulks eer verwacht van iemand, die terugkeert uit Indië, waar men nog al eens los in de mond durft te wezen, dan van iemand uit Holland, die n.b. uit zijn huiselijke kring terugkomt. Wat moet dit onaangenaam zijn voor zijn volwassen dochter! Ik kan begrijpen dat ge je er aan ergert, en je niet genoeg op ’t hart drukken om te zorgen dat ge door woorden, kleding enz. geen reden geeft om het onderwerp van zulke gesprekken te zijn. Terecht is je opmerking dat hij misschien dergelijke verhalen in Holland ook van jullie heeft gedaan.
Van de verlening van je aanstelling heb ik in de door het Handelsblad overgenomen Ind. Berichten en benoemingen niets gelezen, maar ik kan ’t door de veelheid van de berichten over ’t hoofd hebben gezien. Loopt deze verlening nu af op 18 februari 1932? Ook ben ik blij voor je, dat ge f50,- verhoging van traktement hebt gekregen; die komt je immers toe in verband met de verhoging van je Amsterdamse salaris en is een welkome bijdrage om de kosten van je terugreis te bestrijden.
Intussen zijt ge weer een paar dagen te Bandung geweest en hebt ge daar stellig ook weer veel genoten van de natuur enz. Zijt ge nu in de gelegenheid geweest om tante Helene en tante Tji eens op te zoeken?
Van hier kan ik je niet anders dan goeds melden: we zijn allen gezond en van de familieleden en vrienden weet ik niet beter of die verkeren in hetzelfde geval. Slechts de toestand van oom Chris, ofschoon thans niet verontrustende, blijft zorgelijk en te Bussum schijnt ’t ook een hospitaal te wezen.
Door allerlei voorbereidingen word ik eraan herinnerd dat ik a.s. zondag jarig ben; ik wenste wel dat die dag reeds voorbij was. Tante Marie uit Hilversum komt bij me logeren en Pico is met Kees en Nel en Hansje Sijlmans hier reeds gelogeerd bij de fam. Mulder. Morgen voormiddag komen ze bij me en zal ik dan horen of althans Pico tot na zondag blijft. Of de Bussummers zullen komen, zal afhangen of het hospitaal daar is opgeheven; Ans heeft Chris en Dicky uitgenodigd om aan het feestmaal deel te nemen. Verder verwacht ik niemand van buiten, behalve misschien Jaap, die met Ada en de beide kinderen te A’dam bij de fam. Went gelogeerd is. Dit laatste is m.i. in dit seizoen een nog al gewaagde om niet te zeggen roekeloze onderneming, maar het is een goed teken. We hebben, gelukkig, sedert een week goed weer, al is de wind soms nog wat scherp, ’s nachts wat vorst maar overdag veel zon, die reeds veel kracht heeft; de lente is blijkbaar in aantocht.
Deze brief gaat met dezelfde mailboot als VD Sleen en Toos, die voor een half jaar naar Indië trekken. Ze waren zo vriendelijk, verleden zondag een afscheidsbezoek bij me te brengen en verlangen je te Buitenzorg te ontmoeten. Ze willen echter eerst Sumatra doortrekken en debarkeren daarom te Belawan Deli. Zondag was ik ook weer eens bij mevr. Boerlage; op doofheid na was ze gelukkig weer normaal.
Verder geen nieuws! Gisteravond hadden we hier op ’t huis een genotvolle avond door de voordracht met lichtbeelden van de bekende musicus Alt over de opera Hamlet. Mevr. Sloot en Mej. Gouderheyden waren mijn gasten.
Ontvang met mijn groeten voor alle bekenden een hartelijke zoen van Vader
Zojuist zie ik aangekondigd dat we de volgende week een sjoelbak en biljartavond zullen hebben om prijzen. Ge ziet dat het op Rustoord nog steeds is uit te houden.
Lieve Vader, Heil den 80-jarige! Ik heb gisteren natuurlijk aldoor met mijn gedachten in Haarlem gezeten. Ik hoop dat het een mooi feest is geworden en dat het u niet te veel vermoeid heeft.
Uw brief van 24 februari kwam juist op uw verjaardag. De Tjerimei heeft er onnoemelijk lang over gedaan. De kroniek van uw leven in Rustoord is vol afwisseling, zijn al dielezingen goed geslaagd? En is Bou biljartkampioen. Ze heeft misschien wel te veel gelachen en haar ogen dicht gehouden en daardoor de bal niet goed getikt.
’t Is niet verstandig, dat tante Marie Schoo verhuisd is, nu heeft ze niets meer om over te kankeren. Aan Jo Gilsdorp heb ik geschreven om haar te condoleren met de dood van haar moeder. Ik had juist een brief klaar om te bedanken voor de gelukwensen op mijn verjaardag. Die heb ik toen ijlings omgebouwd.
Het tijdschrift Nature komt nu geregeld en wordt met gejuich begroet. Hierbij enige kiekjes met explicatiebriefjes er bij. En 2 plaatjes van de bandjir bij Tjibeber, waar een stuk spoordijk wegsloeg. Op de lijn Bandung -Buitenzorg moeten de mensen nu telkens overstappen en een heel eind langs een kampongweggetje om tippelen, vóór ze hun reis kunnen vervolgen. De foto’s van de doorbraak in Sindanglaja zijn meest heel goed geworden, doch daar u spoedig dat derde album krijgt, zend ik nu maar geen losse foto’s.
Zaterdagavond waren Karel, Ans, Bet en ik bij een alleraardigs dilettanten toneelvoorstelling van De Wrekende God, hier in de soos. Verder ben ik zo goed als geslaagd met het huren van een gemeubileerd paviljoen, om na Pasen te betrekken. Het meisje Mühlnickel wilde namelijk 6 april weer thuiskomen, omdat de 8ste haar school weer begint. Het paviljoen, dat ik nu op het spoor ben, komt juist de 6de vrij, misschien kan ik er dan de 7de of de 8ste als we terug zijn van de Goenoeng Boender dadelijk intrekken.
Het behoort bij het huis van een familie van der Meulen op Pabaton. Atie Vorstman kent die buurt wel, zij heeft er vlak bij gewoond in het paviljoen van de Mansvelts. Het bestaat uit twee kamers en voorgalerij, maar geen eigen badkamer, helaas. Het is keurig gemeubeld en ik moet er 75 per maand betalen. Ik geloof, dat dit niet te veel is, en in ieder geval heb ik niet het gezanik van meubels huren of op een vendu kopen. Het heeft een eigen elektriciteitsmeter, maar voor gas en water zal ik nog wel wat extra’s moeten betalen. Van alle paviljoens die ik gezien heb, is dit verrreweg het verkieselijkst. Morgen zal ik er nog eens gaan praten en als er geen onverhoedse tegenargumenten komen, zalik het maar huren. Ik blijf zelf voor mijn ontbijt en avondmaal zorgen en eet of in het hotel of van de kokerij die ik thans frequenteer, heb dus verder met de familie van der Meulen niet veel te maken. Dammerman vermoedt, dat hij administratief ambtenaar bij de provincie is, maar dat zal ik nog wel eens uitvissen.
Ik zou het prettig vinden als ik hier nu de verdere tijd kan blijven wonen en niet over een paar maanden mijn spullen weer ergens anders heen moet overbrengen. Nu laat ik het hier weer eens bij. Veel hartelijke groeten in Rustoord en de andere Haarlemse bekenden, vooral bij Ans en veel liefs van Tera
Lieve Tera, nog onder de indruk van de verrassingen, ontvangen op mijn jaardag, weet ik niet hoe te beginnen. Het begon al op vrijdag de 20ste, toen Nel Appeldoorn, die de volgende dag naar haar ouders zou gaan, met een bos witte tulpen kwam, met de bijvoeging dat gij daarvan evenals van fresia zoveel hield. Even te voren had ik tante Marie van de trein gehaald en kort daarna kwamen Ans, Wouter en Mientje als gewoonlijk voor de pianoles bij mevr. Kruseman, die tegenwoordig in het Westerhoutpark woont. Tante Marie was blij weer eens te Haarlem te zijn en bijgevolg erg druk. ’s Middags had ik je vliegbrief van 5 maart ontvangen, alsook een van tante Jans die dus bij uitzondering lang onderweg zijn geweest. Hij kwam alzo niet veel te vroeg, evenmin als je gewone mailbrief te laat kwam, daar deze kort na jullie radiogram me zaterdagmiddag bereikte. Zeer veel dank voor je gelukwensen en de goede berichten; het was wel veel tegelijk, waarom het maar goed was dat, toen ik het radiogram ontving, er niemand bij was, ook tante Marie niet. De inhoud van het radiogram heeft ook Wouter geïnspireerd, want die heeft zondag vernuftig een film in elkander gezet met de woorden: Hoera Opa is 80, die ’s avonds na het feestmaal een paar maal is afgedraaid.
Zaterdagavond dachten tante en ik eens kalm te kunnen doorbrengen om ons voor te bereiden voor de vermoedelijke drukte van de volgende dag, doch er kwam niets van door de bezorging van vele brieven enz., bloemen en manden met vruchten, die uitmuntten door grootte, heerlijke geur en lekkere smaak, en snoeperijen uit Middelburg van de fam. Proos op Seisdam. Soms hadden we handen te kort om alles neer te zetten; zodat er in overleg met onze adjunct-directrice werd besloten alles over te brengen naar de regentenkamer, waar ik de volgende dag bezoek zou mogen ontvangen. Daar waren ze goed bezorgd, omdat die kamer niet behoefde warm gehouden te worden, en maakte in dat deftige vertrek een schitterend effect.
Zo zelfs dat de bloemen en bloemstukken op verzoek er nog staan ter ere van de Teyleravond op heden, omdat thans evenals elk jaar in alle godshuizen van Haarlem de nagedachtenis van Teyler geëerd wordt. Dit bestaat in een gezellig samenzijn van regenten en regentessen met familie en genodigden en onthaal van de bewoners van het oudeliedenhuis; de bewoners van Rustoord mogen er niet bij wezen, omdat Rustoord geen godshuis is. De bloemstukken, het een al mooier dan het ander zijn afkomstig van tante en Rika Ghijsen: een groot stuk met azalea’s in allerlei groen, van mevr. Bijbau seringen, van Jo van Gelsdorp amaryllen van mevr. Müllemeister flox met cheveluren, van de fam. Schieferdecker een donkere azalea in pot, van mej. Kasteleijn: een lichte azalea, van de fam. Konijnenburg: een cineraria van de dames de Jager en van Elden: 2 takken witte seringen met een tak azalea, van Mien, Bert en Annie Hoog: een bijzonder soort fresia uit de kwekerij Tubergen (zeer mooi) van de fam Mulder (vrienden van Pico) rode tulpen, van een neef van wijlen mijn vriend Bijbau, die ik 40 jaar geleden op verzoek van mijn vriend een weinig gesteund heb om vooruit te komen in de suikercultuur en die het gebracht heeft tot administrateur van een suikerfabriek in de Oosthoek van Java en thans renteniert in de Jan van Nassaustraat 95 te Den Haag: een grote mand met rode rozen en paarse seringen, en misschien nog van anderen, die me niet te binnen schieten. Die Bijbau jr. had in Indië nog wel eens van zich laten horen, doch na ons vertrek niet meer; nu vernam hij van mevr. Bijbau, die met de fam. Kikkert me in persoon kwam gelukwensen, dat ik 80 jaar oud zou worden, en wilde hij me op deze aardige manier tonen dat hij me nog niet vergeten was. Verder waren er manden met vruchten afkomstig van de fam. Holstijn – Go kwam ook in persoon – King, de dames Sloot en Gouderheyden natuurlijk, Brandien, mevr. Michelsen Ouwens, mevr. van Geer en misschien nog wel ook van anderen. Die overvloed van vruchten zou een reden kunnen wezen om ziek te worden, waarop ik Dr. Merens, die zondagmorgen even aankwam gewezen heb – mevr. Merens kwam ’s middags – Daarom ben ik maandag (gisteren middag met tante Marie op alle ziekenkamers in beide huizen rondgegaan om uitdeling te houden, waarvan we zeer veel genoegen hebben gehad.
Waren deze verrassingen van vrijdag en zaterdag reeds groot, waarbij nog kwamen het standaardwerk van Just Havelaar “Het portret door de eeuwen”, een geschenk van tante Marie en oom Chris, een keurige kogellamp, die men allerlei standen kan laten aannemen, voor mijn schrijfbureau, geschenk van Pico, de Schoo’s, Chris en Dicky en Jaap en Ada, de grootste verrassingen kwamen wel zondagmiddag op het bezoekuur. Wie daarop al niet geweest zijn, weet ik zelf nog niet precies; behalve degewone klanten, behalve Betty Woutersen, verschenen nog mevr Rissalana en haar man in plaats van haar vader Dr. Garrer, oma en opa de Boer in plaats van Chris en Dicky, die nog niet geheel hersteld waren van griep, Rien en Emy Damme met hun dochter mevr. Hupkes, Jaap en Ada en last not least mevrouw Berkhout met haar dochter, de fam. Mulder, SChieferdecker enz. Nel en Kees Sijlmans met Hans, die een reuzenpaasei meebracht, waarop met suiker was gespoten 80, Pico was met haar gehele familie reeds een week gelogeerd bij de Mulders; Kees Sijlmans ging met vrouw en kind nog zondag weer naar Den Haag terug, maar Pico, die de gehele zondag mijn gast was en als gewoonlijk flink heeft geholpen, is eerst gisteren teruggekeerd. Haast zou ik Nel Schoo nog vergeten die met een trommeltje zoute krakelingen aankwam.
Hoeveel brieven, telegrammen en kaartjes ik wel heb ontvangen, weet ik nog niet. Ge ziet dat men wel zijn best heeft gedaan om zondag tot een feestdag voor me te maken. En het maal bij Ans was niet minder een feestmaal; in plaats van Chris en Dicky had Ans het gehele gezin King genodigd, zeer gezellig! Behalve tante Marie had ik tot dame Mientje, die dit zeer gewichtig vond. Moe gingen we wat vroeg naar huis; het kostte me moeite om in slaap te vallen; de volgende nacht sliep ik beter en nu nog een nacht, dan zal ik me wel weer normaal gevoelen.
Summa Summarum heb ik, hoezeer ik er ook tegenop heb gezien, zondag en de vorige en volgende dagen enige aangename dagen gehad: slechts ontbraken gij en Marius er aan. Men heeft me wel in mijn zwakheden getast, door me zo te bedenken, door Ans met de portretten der kleinkinderen, door Wouter en Mientje met nieuwe speelkaarten, door Chrisje met een tasje voor tramkaart – dat van jou raakt ook versleten- met bloemen, die op het Teylersfeest zeer de aandacht hebben getrokken en donderdag bij het biljart en sjoelbak concours op Rustoord weer dienst zullen doen, met vruchten, waarvan velen hebben genoten, zodat ze samen hun geld ruim hebben opgebracht, met snoeperijen als profetenbrood enz. enz.
Je brieven per lucht- en per landpost geven geen aanleiding om nog veel te schrijven. IK ben wel uitvoerig geweest met de beschrijving van mijn feestdag, maar dit heb ik met opzet gedaan om nog eens te recapituleren wat ik ondervonden heb. Het doet me genoegen dat het miniatuur naaidoosje wel zal te pas komen. Prettig dat ge weer zulke prettige dagen te Bandung e.o. hebt doorgebracht. Wees hiermee weer tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Van tante Kitty ontving ik een brief alsof ze geen waarschuwing had gekregen; van oom Chris een vrij opgewekte brief, maar tante Marie Scholten geeft weer enige zorg, daar zij ’t zich te druk maakte met naar beneden te verhuizen. Tante Marie Jutting is weer de oude. Vanmorgen kreeg ik onverwacht bezoek van prof. Muller, die door zijn vrouw, een echte schoonmaakster, naar Haarlem was gezonden, omdat zijn kamer moest gedaan worden, en hoe welkom ook, mij erg heeft opgehouden omdat de mailbrieven nog niet klaar waren!
Lieve vader, Dank voor uw brief van 3 maart met de ingesloten plaatjes en uitknipsels. Minder blij was ik met de aankondiging van de premieverhoging voor de VoV (? BVBJ). ’t Is nogal een duur grapje , maar ik heb er geen bezwaar tegen die tot 51-51 te verhogen, als mijn duiten het toelaten.
Gelukkig dat de kinderen bij Ans weer alle hersteld zijn. Ans zelf is er blijkbaar weer goed afgekomen, gelukkig. Is uw vinger zijn stijfheid weer kwijt? In de kranten staat, dat de laatste week in Holland zulk mooi weer heerste. Dat zal wel een heerlijke verademing zijn na de grauwe winter.
Bent u uitgerust van de feestelijkheden op 22 maart? Hebt u mooie cadeautjes gekregen en veel bloemen en bezoek?
Hierbij nog een paar kiekjes die ik van Bibi van Paaschen kreeg. Een er van hebt u, geloof ik al vroeger ontvangen.
Dezer dagen zend ik ook mijn cadeautje voor de aanstaande baby van Els Levert. Zij gaat voor de bevalling (eind april of begin mei) naar Batavia. Ik zal er dan wel eens heen wippen.
Ik heb het paviljoen op Pabaton 25 gehuurd en trek er 8 april in, als we van de G. Boender terugkeren. Die fam. Van der Meulen lijkt me heel geschikt (d.w.z. ik heb de man nog niet gezien, die werkt in Batavia, en komt eerst laat thuis) alleen fel-Rooms. Dat is wat voor zo’n papenvreter als ik. Zolang ze nu maar Jezus-in-alle-maten uit het paviljoen laten, vind ik het allang goed. Ik betaal er 75 voor de kamers +meubels, +2,50 water +7,95 elek. Licht en gas, beddengoed en servies heb ik vrij, alsmede de verzekering dat ik voor alles, waarmee ik verlegen zit, bij haar aan mocht kloppen. De fam. Dammerman, die hier iedereen kent, prees mij de van der Meulens ook als zeer geschikt aan. Ik geloof dan ook, dat het voorlopig wel niet nodig zal zijn, om mij nog linnengoed te sturen, maar de volgende mail zal ik het wel beter kunnen beoordelen. Als de mail er vandaag over een week bij inschiet, omdat we nog op G. Boender zitten, zal ik proberen vrijdag na het vertrek van de boot, met het vliegmachine naar Medan te schrijven, en zodoende de boot toch nog te halen.
Marius stuurde mij deze week een hele bloemlezing uit zijn films. Ik heb toen bij de Wenten verzocht die films te mogen komen afdraaien op hun projectietoestel. Dat vonden zij dadelijk best en inviteerden nog enkele collega’s erbij, zodat we met wel ongeveer 10 mensen de voorstelling bijwoonden. Het waren werkelijk hele mooie opnamen.
Zondag waren Bet, Karel, Maus en ik naar Tjigonbong om weer te spelevaren en te vissen in het meertje. Zoals altijd tegenwoordig eindigde de ochtend met een suffisante regenbui, waarvoor we vluchtten onder het afdak van het zwemhuisje. Ik hoop, dat de regen ons op G. Boender een beetje genadig is.
Deze week hoorde ik tot mijn vreugde, dat met mei aanstaande de Van Heums van Garoet weer hierheen worden overgeplaatst. Ik vind het prettig een schelpenvriendje hier in de buurt te hebben, en het zijn erg aardige mensen bovendien.
De beloofde 25,- van het vakblad heb ik deze mail ontvangen. Verder kreeg ik een lange brief van Jan Roquë. Dat is toch wel een stakkerig bestaan. Paul Bosch is een pendant ervan.
Nu dag, ik laat het hier weer eens bij. Heel veel groeten ook bij Ans en de jeugd en heel veel liefs van Tera
Lieve Tera,, zeer veel dank voor je gezellige brief van 3 maart en voor je herhaalde gelukwens met mijn 80ste verjaardag. Zoals ik reeds schreef, miste ik jullie beiden zeer, doch de grote belangstelling en de vele verrassingen hebben veel vergoed, zodat ik bij slot van rekening tevreden en dankbaar ben dat die dag zo aangenaam is verlopen.
Zeer ingenomen ben ik ook met “Mooi Indië”, de afbeeldingen van twaalf aquarellen door Du Chattel, die me telkens aan je geboorteland waar ik mijn beste jaren heb gehad, herinneren, voor zover dit nog nodig is.
Heb ik al geschreven, dat ik, buiten de huisgenoten, 43 bezoekers heb gehad en 13 bloemstukken en planten heb ontvangen, ’t laatst nog een prachtige orchidée van mevr. Kluppel, verder 6 manden met vruchten en 40 brieven, telegrammen en naamkaartjes. Rustoord vlagde niet, doch voor de ontvangst van bezoekers mocht ik gebruik maken van de mooie deftige regentenkamer. Ook heb ik nog gekregen “het portret door de eeuwen”, door Just Havelaar van tante Marie en oom Chris, een kogelbureaulamp van Pico, de Schoo’s, Chris en Dicky en Jaap met Ada, een goed geslaagde foto van de kleinkinderen, speelkaarten en een tasje voor de tramkaart van Ans en de kinderen, profetenbrood en andere snoeperij van de fam. Proos, krakelingen van Nel Schoo, een blauwe kom van tante Marie Scholten. Dus heeft men mij wel in mijn zwak getast en bedorven, alsof ik nog een jongen van 8 jaar was; Hansje Sijlmans kwam met een reuzenpaasei, waarop het getal 80 was gespoten.
Chris en Dicky schijnen ook weer geheel hersteld te zijn; ik hoop 12 april er heen te kunnen gaan en de Schoo’s komen overmorgen op Goede vrijdag weer te A’dam.
Met deze brief zult ge waarschijnlijk ook ontvangen een postwisseltje dat ge maar moet besteden tot aankoop naar je keuze van een herinnering aan 22 maart 1931. Ik hoop dat ge evenals ik lang een blijde herinnering aan die dag zult behouden.
Het spijt me ook voor jou dat ge waarschijnlijk slechts kort van het prettig wonen in het huisje van Mej. Mühlnickel zult kunnen genieten. Je voelde je ook daarin zo thuis. Nu, ’t is te hopen, dat ge dadelijk iets dergelijks zult vinden.
De naam van mej. Thomann herinner ik me niet van de ursulinenschool, wel van het hotel Thomann te Bandung. Het aantal leerlingen op die school was echter zeer groot, omdat het de enige meisjesschool was, waar U.L. onderwijs werd gegeven. Gelukkig heeft Ds. Carpentier Alting daaraan een eind gemaakt door de stichting van de scholen, die naar hem zijn genoemd. Het was voor mij steeds een obsessie, als ik mee moest om er een bezoek te brengen, daar moeder een lieveling van de school was, vooral van Mere Vincent (een kreupele) Mere Mélanie enz. Toen enige tijd geleden het zoveeljarig bestaan van de school werd gevierd, heb ik daaraan nog wel eens gedacht. De combinatie Thomann en VD Meer is ook merkwaardig; ze zijn beiden christelijk, maar de een Rooms en andere calviniste, doch op politiek gebied eensgezind.
De resident Hora Siccama, die Junghuhn zo dankbaar is, is zeer waarschijnlijk de vader van oom Louis, die zijn carrière ook in Indië heeft gemaakt en het ook tot Raad van Indië heeft gebracht.
De nieuwe apotheek van mej. Van Slooten op de Binnenweg naar Heemstede heb ik onlangs ontdekt; ze staat tegenover het buiten “ ’t Klooster”en ziet er fris uit. De plaats lijkt me ook nog al gunstig, wel niet in de kom der gemeente, maar toch in een bebouwd gedeelte, waar mensen met enig vermogen wonen.
Verleden donderdag was ik even te Amsterdam om Jaap en Ada nog eens te zien en hun kindertjes te bewonderen. Dit was de moeite waard; vooral Aadje is een schatje; het uitstapje naar A’dam was hun blijkbaar goed bekomen; thans zijn ze weer te Middelburg. Morgen ga ik even naar Den Haag om Paul Bosch en de SIjlmansen op te zoeken. We hebben elke dag mooi zonnig weer, maar nog een scherpe N. wind.
De brieven, die ik met mijn verjaardag kreeg, bevatten over ’t algemeen goede berichten, vooral van tante Kitty en oom Chris; slechts oom Siccama gaat lichamelijk en geestelijk sterk achteruit. Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve Tera, zittend te midden van veel planten ga ik weer aan je schrijven; de losse bloemen hebben goed haar dienst gedaan, behalve de orchidée van mevr. Kluppel, die een week later kwam en daarom nog vrij fris staat, maar van de planten heb ik, dank zij de zorgen van een paar dames, nog over de rode reuzenazalea in 4 potten van tante Ghijssen, de primula van mevr. Müllermeister, de Cineraria van de fa,. Konijnenburg, de rode azalea van mevr. Schiefendecker en de roze dito van mej. Kasteleijn; ook bloeit nog het plantje dophei, dat ik met jou verjaardag van Ada ten Broecke kreeg. Mijn kamer lijkt door die mooie planten wel op een damesboudoir, in plaats van op de kamer van een oude grijsaard. Ook krijg ik nog wel bezoek van vrienden, die pas vernamen dat ik zo in ’t zonnetje was gezet, o.a. zeer gezellig gisterenavond van mevr. en Atie Vorstman. Eergisteren kwam Atie vragen of ze dit bezoek eens mochten komen brengen en bracht ze tevens haar kiektoestel mee om een foto van me te maken. Is dit op jou instigatie geweest of uit eigen beweging? ‘k Verlang te zien of de foto gelukt is en dan krijgt ge natuurlijk een afdruk. ’t Is merkwaardig zoveel bewijzen van medegevoel ik heb ontvangen van vrienden uit het begin van mijn Indische tijd. Nog steeds denk ik met dankbaarheid terug aan 22 maart, maar nu moet het met de bewijzen van belangstelling maar eens uit zijn; anders kom ik nooit tot rust. Vanavond krijg ik nog een bezoek van dr. En mevr. Enklaar-Foreest, die hier logeren bij mevr. Spiering; zij is een nichtje van Ada van Jaap en hij is eerst getrouwd geweest met een dochter van mevr. Spiering. Gisteren hadden we hier 2 jarigen: mevr. van Dobben en onze directrice, maar hiervan hebben we weinig gemerkt; de directrice beweegt zich nog steeds zo min mogelijk onder ons, vermoedelijk omdat ze zich hier niet op haar plaats voelt. Wel jammer, want het wordt hier wel gezelliger, daar het gehalte der bewoners beter wordt; pas hebben we erbij gekregen juffr. Dupuy, je wel bekend, en met mei komt de moeder van mevr. de Bordes. Mej. Dupuy woont op de kamer van tante Marie Scholten, die tot haar glorie nu niet meer op de 3de verdieping achter, een ergernis voor een A’dammer, woont, maar op de tweede.
Nu volgt de beantwoording van je brief van 10 maart, die natuurlijk weer zeer welkom was. Zoals ge reeds weet, ben ik verleden donderdag naar Den Haag gegaan om de Sijlmansen en Paul Bosch op te zoeken. Het laatste is me niet gelukt, omdat hij tijdelijk te Wassenaar is in een inrichting om een speciale behandeling te ondergaan, en ook zijn moeder heb ik niet kunnen opzoeken, omdat ze te ver weg woont. Daarentegen heb ik bij Pico met de Sijlmansen gezellig koffie gedronken. Hansje echter, werd op het laatst wat hangerig, zodat ze bang waren dat hij ongesteld was, wat niet te verwonderen zou zijn, daar het kind overal heen mee moet, zo daags te voren naar Dordt. ‘k Heb eens geïnformeerd, waarop het is uitgelopen, maar daarop nog geen antwoord ontvangen.
Chrisje is weer beter, doch de mogelijkheid bestaat dat zijn amandelen zullen worden weggenomen; ‘k Hoop dat men hiertoe niet lichtvaardig overgaat. De laatste grap van Chris is wel dat, toen de kinderen onlangs te kennen gaven dat ze hoopten in de zomervakantie weer naar buiten te zullen gaan en Ans daarop had geantwoord dat er dan bezuinigd moest worden, de kinderen overlegden waarop ze konden bezuinigen en Chris toen opmerkte dat Wouter reeds aan ’t bezuinigen was op waswater, omdat hij van aNs wel eens een standje krijgt dat hij zich ‘s morgens niet voldoende wast. Is Chrisje beter en Mien ook normaal, toch wordt de paasvakantie bedorven door ongesteldheid van Wouter, die in lichte graad griep heeft. Wel jammer, ook voor Ans. Eergisteren stond er een tocht naar Artis met Annie en Bert op het programma, doch slechts Mientje is kunnen meegaan.
Hoe komt Elsa je op eens te schrijven? Dat Freiburgse plan bestaat reeds lang en zal, naar ik van terzijde hoor, nu eindelijk volvoerd worden; het hing af van de verkoop van de apotheek; of hiervoor een liefhebber gevonden is, weet ik niet. Weinigen hier zullen hen missen.
De naam Toxopeus herinner ik me niet van Rembang, dat ik in 1878 verlaten heb; wel heb ik te Batavia eens een Toxopeus ontmoet, die te Davos oom Klaas had gekend; hij was, meen ik, daar ook voor zijn gezondheid geweest.
Ik hoop dat ge een prettige paasvakantie hebt gehad en verlang te vernemen, of je nog het huisje van mej. Mühlnickel moet verlaten, en waar ge dan gaat wonen.
De benoeming van Boschma tot opvolger van Prof. Van Kampen, waarover ik je in mijn vorige brief vergat te schrijven, zult ge al hebben vernomen. Was deze benoeming te verwachten?
Thans kan ik je als nieuwtje meedelen dat Nans Kikkert-Kuijpers op 31 maart weer een zoon heeft gekregen. Zou een meisje ter vervanging van de overleden dochter niet meer gewenst zijn geweest? Op de herstellende Wouter na zijn we hier allen gezond en van de familieleden elders weet ik niet anders. Daarom eindig ik met een hartelijke zoen Vader
Eerste Paasdag heb ik nog al gezellig bij Annie en Bert gegeten. Vervelend was slechts dat Bert als een jongen van 20 verliefd doet, meer dan Annie.
Nog een nieuwtje: Guus Morrees, de jongste zoon van Mien, stuurman bij de Mij Nederland, is verloofd met Trixie Roosenschoon uit A’dam. ’t Is te hopen, dat ze beantwoordt aan haar schone naam, of niet?
Lieve vader Dank voor uw brief van 10 maart en voor de uitknipsels. Wat leuk dat u Krien H. op bezoek hebt gehad. Ik hoop dat ze mij de kiekjes van Buitenzorg nog stuurt, die ze mij heeft beloofd. Maar ze is een trouwe ziel, ik ben dan ook niet bang, dat ze het vergeten zal..
Aan Ans zong ik per postwissel weer f100,- voor haar verjaardag om te gebruiken als bijdrage in een zomerplannetje. Zondag ga ik waarschijnlijk naar Batavia en dan zal ik proberen nog iets poëtischer te vinden.
De doos met schelpjes van tante Marie Scholten, moet u maar niet opsturen Ik ben bang dat ze voor een museumcollectie niet veel waarde hebben.
De Paasdagen j.l. waren druk en prettig. Op Goede Vrijdag ruimde ik mijn hele rommeltje in Stannie’s huisje op en liet het in de koffers gepakt in de Goedang staan. Die jonge man Schröder is een neef van Stannie, hoofd van een Christelijke school, waar Stannie onderwijzeres is. Hij bedisselde met To Reijnvaan Stannie’s zaken en zo had ik nog wel eens met hem te maken. Overigens nogal en zoetsappig vervelend mannetje.
Zaterdag voor Pasen vertrokken we met Ans, Karel, Carolien, Maus, Bet, ikke, kokkie en baboe. 2 hondjes en een zooi bagage in een autobus naar Tjipitjoeng, een kampong aan de voet van de Salak, vanwaar een pad naar Goenoeng Boender gaat (Boender betekent rond). In Tjipitjoeng stonden 16 koelies om de rommel naar boven te pikollen, twee droegen Carolientje in een stoeltjes, als een prinsesje op haar troon.
De Parangrahan is een groot gebouw, eigenlijk een oud landhuis van de familie Kievits, administrateur van Tjampea. Er is alleen meubilair en servies, maar beddengoed, eetwaren, petroleum e.d. moet je zelf meebrengen, en dat is een heel gesleep.
Er is een mooie zwembak, waar we na afloop van de excursies in plonsden en een kostelijke collectie wipstoelen, waarin we fijn van het schitterende uitzicht genoten. Als het helder was zag je Batavia en de Javazee en de eilandjes in de baai. En ’s avonds de lichtjes van Buitenzorg en Batavia.
Van Goede Vrijdag af is het meer dan prachtig weer geweest. We hebben dan ook heel wat kunnen afstappen, ‘s morgens en ’s middags. De grootste tocht was naar de kraters, 4 uur heen en 4 uur terug, onderweg aldoor verzamelende. De kawahs (krater BVBJ) zijn talrijk en liggen in een groot complex op de helling van de berg, er zijn kokende bronnen, spuitende gas- en modderwellen en hete stroompjes, erg leuk om te zien.
Eerst woensdag zijn we weer teruggekomen op dezelfde wijze verpakt in de autobus. Dat is veel gemakkelijker en goedkoper dan met taxi’s. Ik werd het laatst thuisbezorgd in de Kotta Paris en haalde toen meteen al mijn koffers op om naar het nieuwe verblijf te brengen, ook alles in die bus.
Daar ben ik me nu aan het installeren, maar het is nog een verschrikkelijke rommel, dus dat hoort u de volgende week wel. Nu stop ik deze brief maar gauw in de bus voor de vliegmail naar Medan, waar hij dan verwacht wordt de boot te halen. Hartelijke groeten voor allen, en veel liefs van Tera.
Dank voor uw brief van 18 maart. Aardig dat de Sleenen u zijn komen goedendag zeggen. Zij zitten nu op Sumatra en komen 24 april hier.
Er was weer een grote mail dit maal, o.a. een treurige brief van Engel en bericht van juffr. Courbois dat haar moeder gestorven was. Ook van tante Marie, met een leuk kiekje van haar en de twee kleintjes uit Bussum. Waarom heeft tante op dat kiekje zo’n onevenredig grote linkerhand? En van Ada over de feestvieringen bij Joh. Westerdijk.
Ik zag in de krant, dat Henny Machielse drie maanden verlofverlening heeft gekregen wegens ziekte. Wat zou haar schelen? Zij verheugde zich niets op het Hollandse klimaat, speciaal daar in dat Spaarne kwartier.
Van Els Levert kreeg ik vandaag een briefje om te bedanken voor het jurkje, dat ik haar had gestuurd. Zij gaat voor de bevalling niet naar Batavia, maar naar een kliniek in hun buurt, hetgeen des te verkieslijker is, daar zij sedert kort een uitstekende dokter hebben.
Nu moet ik vertellen van mijn huisje. Ik belandde er na Goenoeng Boender met al mijn koffers en pakjes en het was een paar dagen natuurlijk een gruwelijke rommel. De meubels stonden nog niet naar mijn zin en er moest nog een buffetje bijkomen. Nu heb ik alles op z’n plaats en op een paar stoelen na, die mevr. V.d. Meulen nog aan wil schaffen, ben ik volledig geïnstalleerd. Behalve dan de boekenkast, die nog schilderachtig door elkaar ligt. Ik gebruik mijn eigen linnengoed, behalve kussenslopen en laken. Zodat ik eigenlijk niet veel nodig heb uit Holland, behalve dan 3 witte handdoeken, blokjespatroon, waar in 1 hoek J12 met rode kruisjes gemerkt staat. Ik kan beter het weinige, dat ik hier heb goed gebruiken, eventueel geheel opslijten en achterlaten, dan met een kist vol halfversleten linnengoed terug te keren.
Ik merkte dat het chapiter servies enige moeilijkheden gaf en mevrouw een beetje bezwaar maakte om mij daarvan meer dan hoognodig af te staan. Hetgeen vooral als Bet en/of Lieftinck e.d. komen eten vervelend zou zijn.
Dus heb ik me nu een ontbijtservies, theekopjes en wat glazen aangeschaft, zodat ik daarmee geheel onafhankelijk ben, wat ook geen strubbelingen door personeel kan geven. Ik geloof, dat het zo het beste is, ik ben er tenminste heel blij mee.
Zondag zijn Bet en ik naar Batavia geweest om deze en andere boodschappen te bewerkstelligen. Ik heb er ook een paar slofjes voor Mientje gekocht alsmede een presentje voor Ans, dewelke ik de volgende week hoop te sturen.
Bij de Dammermannen is het weer ziekenhuis. Kareltje’s knie, waarmee hij 6 weken heeft moeten liggen, was nauwelijks beter of Elly kreeg vijfdaagse koorts en nu heeft meneer Influenza. Als deze weer opknapt begint Kareltje wel weer met het een of ander.
Aanstaande vrijdag is mevrouw jarig, daar moet ik natuurlijk heen. Ik kreeg ook een prachtige uitnodiging tot bijwonen van de receptie in het Paleis op 30 april. Een nette inrichting!
Nu dag, hierbij nog wat moois voor Chris. Hartelijke groeten en heel veel liefs van Tera
Lieve Tera, thans heb ik 2 brieven van je voor me, die van 17 en die van 23 maart. De laatste ontving ik reeds heden middag, omdat de Boeloeran, die onderweg averij schijnt te hebben gehad, order had gekregen om vlugger te varen dan was vastgesteld, teneinde tussen de aankomst te R’dam en het vertrek vandaar nog te kunnen dokken. Dank voor beide brieven met de bijgevoegde afbeeldingen van de dijkdoorbraak bij Tjisaroea en van de bandjer bij Tjibeber; geweldig die kracht van het water! Ik heb verscheidenen jonge waterstaatsingenieurs ontmoet, die gedurende hun studie er wel van hadden gehoord, maar wier voorstelling nog beneden de werkelijkheid was gebleven; bruggen worden, na eerst door het water te zijn ondermijnd, soms geheel weggeslagen.
Aan je verzoek om een vijftal overdrukjes te sturen heb ik gisteren per zeepost voldaan; ge zult er bovendien bij vinden het maartnummer van de Amsterdamse Gids en drie foto’s, die ik van Chris voor je gekregen heb. Deze kiekjes heb ik ondoordacht los in de kartonnen doos bijgevoegd, waardoor ze, zoals ik te laat ontdekte, rammelen. Ze zullen hiervan waarschijnlijk niet te lijden hebben, maar ’t is mogelijk, dat de postadministratie rammelend drukwerk verdacht vindt, zodat men je ter verantwoording roept. Mocht dit ’t geval zijn, dan weet je nu reeds waarom ’t gaat. ’t Spijt me, dat ik je misschien wat last veroorzaak, maar ik hoorde het gerammel pas, toen het pak al geheel klaar was, en had toen niet veel lust om het weer te openen, temeer daar het al wat laat was geworden voor de verzending. Ook zit er nog in een krantenuitknipsel over het voorjaar in Artis en over zeden en gewoonten bij de Bataks. Mocht ge er geen prijs op stellen om dat uitknipsel te behouden, zend het dan bij gelegenheid door naar Marius, die, evenmin als gij, in lange tijd geen uitknipsel van mij heeft ontvangen, omdat ik door de drukte vóór en na mijn jaardag nog weinig tot lezen ben kunnen komen., en die in land- en volkenkunde van ons Indië nog al belang stelt. Ook zult ge, als ge voor de weldadigheidsfrankeerzegels, die op het pak geplakt zijn, geen bestemming hebt, Marius daarmee een groot genoegen doen. Wel bestaat er kans dat ik je weer Verkadeplaatjes kan zenden, daar ik een nieuwe bron heb ontdekt. Het nieuwe album, dat ik oktober zal verschijnen, zal over cactussen handelen; ’t is te hopen dat de uitvoering hiervan weer even goed zal wezen als de aan het zeeaquarium voorafgaande.
De verenigingen waarvan ge lid zijt, schijnen zo goed in de contanten te zitten, dat ze niet om je contributie komen vragen, terwijl ik toch aan Ada ten Broecke heb verzocht om, als met te A’dam een kwitantie daarvoor komt aanbieden, de brenger naar mij te verwijzen. Ik heb nog slechts voor je betaald de contributie aan de Ver. Tot behoud van natuurmonumenten, het Natuur- en geneeskundig congres, de Natuurhist. Ver. Afd. Haarlem en de A’damse Gids; deels omdat ik het gironummer van die verenigingen wist, deels omdat de kwitantie hier werd aangeboden. De ANWB heb ik, ofschoon het gironummer daarvan wel bekend is, nog niet betaald, omdat ik je bondsnummer niet weet.
Wat je belastingplicht hier aangaat, behoeven we niet meer te vrezen voor dubbele belasting; de belastingadministratie hier heeft beslist, dat ge tijdelijk geen ingezetene van Nederland bent. Het huishoudgoed, handdoeken en servetten, waarom ge hebt gevraagd, heb ik juist de vorige week met Ans uit de kist gehaald, zodat het klaar ligt om te worden verzonden, maar Nel Sijlmans heeft nog niet aangeboden om het mee te nemen. Ge weet dat ik ongaarne iemand ongevraagd er mee lastig van, zodat, als Nel of een ander het niet uit eigen beweging aanbiedt, ik het je liever als postpakket toezend. Dit, met het oog op je waarschijnlijke verhuizing naar Pabatan. Ik begrijp dat ge hieraan de voorkeur geeft boven het hotelleven, maar hoop dat ge goed gekeken hebt naar vocht of andere ongemakken; te Batavia waren in mijn tijd de meeste paviljoens zeer ongezond door vocht. Het bezwaar van geen eigen badkamer lijkt ook mij niet overwegend, omdat men dit maar zelden vindt en het gebruik van de badkamer in Indië zo’n levensbehoefte is, dat men je daarin niet zal hinderen.
Dank ook voor het aardige kiekje van de tocht naar Telaga Saäl. Wie is Keesje; van Steenis? En wie was de 6de persoon, die het kiekje heeft genomen? De 2 kiekjes met aanwijzing hoe in het eerste album te plakken heb ik overeenkomstig die instructie ingevoegd.
Meer heb ik je op ’t ogenblik niet te melden. Juffr. Gouderheyden was zeer ingenomen met je brief, die ze de 11 april, dus 2 dagen voor haar verjaardag ontving. Hebt ge ook aan de jaardag van mevr. Sloot op 31 maart gedacht? Hierover heb ik van haar niets gehoord. Slechts heb ik nog iets droevigs mee te delen, nl. het overlijden van mevr. Erzey (tevoren mevr. Hengeveld) op 11 april, dat ik eerst de 13de ’s avonds uit het Handelsblad vernam. Zij is in het diaconessenhuis te Hilversum gestorven; blijkbaar is dus bij haar geschokte zenuwen en haar reumatiek nog een complicatie gekomen. Door deze kwalen had het leven voor haar niet veel waarde meer, daar zij, ofschoon nog jong van geest, vrijwel aan haar stoel gebonden was. Ge weet, welke nauwe band er sedert 1877 tussen ons bestond, zodat, al zal ik haar niet bepaald missen, ik steeds een dankbare herinnering aan haar zal behouden. Toen ik 30 mei 1877 te Rembang Suze plotseling verloor, hebben zij en haar man mij terstond liefderijk als huisgenoot aangenomen, waardoor ik de kracht heb gevonden om, pas in Indië en zover van vriend en maag verwijderd, dat leed te dragen. Bijna 20 maanden hebben we toen aangenaam samengewoond, totdat ik naar Batavia werd overgeplaatst. Sedert hebben we steeds in elkanders lief en leed gedeeld; door de hersenverweking van haar man, waaraan hij lang heeft geleden, was haar leed en zorg al heel groot; van daar het geschokte zenuwgestel. Heden woensdagmiddag 15 april wordt zij te Hilversum begraven; ofschoon het weer vrij gunstig is, heb ik toch geen moed die aandoenlijke plechtigheid te gaan bijwonen. Met mijn verjaardag kreeg ik nog een vrij opgewekte brief van haar, die zo’n spoedig einde niet deed verwachten.
Nog kan ik meedelen, dat ik verleden zondag, toen Chris jarig was, met mooi weer een aangename dag te Bussum heb doorgebracht en daarvan heb gebruik gemaakt om mevr. Brandsma te bezoeken en tante Marie te Hilversum, die met Pasen weer met bronchitis bedarrest heeft gehad en zondag nog erg hees was en nog kamerarrest had. Te Bussum evenwel waren allen weer normaal; ook mevr. Brandsma, die in ’t begin van het jaar aan een ernstige longontsteking heeft geleden viel me mee.
Tenslotte nog: dat Dé Damme, de laatste van het drietal kinderen, de 25ste april a.s. gaat trouwen met de heer Richard Beissel von Gymnich, wiens moeder te Soekaboeni woont. Dit derde kind van de Haagse Dammes gaat dus waarschijnlijk ook naar Indië, hun geboorteland.
Ontvang met een groet voor alle bekenden een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u zeer voor uw brief van 24 maart met de beschrijving van de feestelijkheden vóór, op en na uw verjaardag. Dat is nog eens werken! Wat heerlijk, dat u zo verwend bent en zoveel leuke bewijzen van medeleven hebt gekregen. Die studeerlamp voor uw schrijftafel is zeker een prettig cadeau, daar zult u wel veel plezier van hebben! Leuk dat u zoveel familie en vrienden weer hebt ontmoet, alleen was de tijd om er praatjes mee te houden wel wat kort op zo’n receptie. Heeft Rustoord niet gevlagd? Hoe zijn de portretten van de kleinkinderen? Ik hoop dat al het lekkers en de drukte u goed zijn bekomen, ik ben al weer verlangend naar de volgende mail. Het is erg prettig dat u het allemaal zo uitvoerig hebt beschreven, nu ben ik volkomen op de hoogte. Ik heb er over gedacht, om mijn van u aan Marius op te sturen, maar omdat u mij niet opdroeg dat te doen, dacht ik, dat hij er wel ook zo’n dergelijke had ontvangen.
U zult wel enige tijd zoet zijn met de beantwoording van bezoeken, cadeautjes en brieven. Ik ben zelf nog niets eens klaar met de correspondentie van mijn verjaardag, er zijn nog wel 10 die op beantwoording wachten, en het is al haast 3 maanden na dato.
Hierbij het verzoek om centjes van De Boer in Den Helder. Het abonnementsgeld is 4,50 voor de 12de jaargang. Wilt u het hem gireren, als u dat nog niet hebt gedaan. Als hij toch nog een postkwitantie naar Indië stuurt, zal ik die weigeren.
De wonderen van deze week zijn niet overweldigend. We hadden Verwey een dag op bezoek in het museum met honderdduizend verhalen. Ik maakte een afspraak om begin mei nog een week bij hem te gaan logeren en nog wat in de baai te vissen. Begin juli gaat hij naar Holland. Vrijdagavond waren Lieftinck en ik op een bowlfuif bij mevr. Dammerman, die jarig was. Ik vond eigenlijk, dat wij er niet erg bij hoorden bij al die getrouwde lieden, tijdgenoten van mevr. D, maar ik heb me er geweldig geamuseerd. Als Dammerman daar zo (na enige alcohol) een beetje op dreef raakt, is hij zo komiek! En heel wat menselijker dan met zijn bevroren masker in het museum.
Mevr. D. beloofde ons op te komen halen op 30 april, voor de receptie bij de G.G., erg prettig, dan hebben we een goede bescherming (!) en een auto.
Zondag zijn Bet, Maus en ik naar de Goenoeng Tjibodas in Tjampea geweest, datzelfde kalkgebergte met grotten, waar ik al twee keer eerder was, en waar zulk mooi slakvee vandaan komt. Ik verzamelde er nu drie grote zakken rommel, aarde, dorre bladeren, mos om daaruit in het museum de schelpjes te sorteren.
’s Avonds aten Bet en Maus bij mij, gelukkig dat het hier ook weer kan. We hebben voor het middageten trouwens ook al lang weer het hotel voor de huiskamer verwisseld, hetgeen een aangename verbetering was. Het eten in Bellevue was wel goed, mar ik vind het zo ongezellig in die lange eetzaal de enige gasten te zijn, en overal djongossen, die op één been hangen en staan te ginnegappen. En alles, wat je erbij dronk, djeroek, of koffie of vermouth moest je zo reuze duur betalen. Dan is het eten van mevr. Suturius, waar we aan 1 portie ruim genoeg hebben voor ons beiden ook veel goedkoper.
Gisteravond was er een ontvangst bij Van Leeuwen ter ere van Hazelhoff die in Groningen professor in de zoölogie wordt. Het was er wel gezellig en hij had erg lekkere wijn.
Nu dag, ik ben weer aan mijn eindje. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je krijgt deze keer maar een kort briefje, doch des te meer Verkadeplaatjes. Ik moet toch eens door mijn briefschuld heenkomen en je laatste brief, die zo vlug overkwam, heb ik met de laatste mail reeds beantwoord, terwijl ik nu eerst donderdag 23 april weer een brief van je verwacht. Er valt ook weinig bijzonders te schrijven. Gistermorgen werd ik verrast door de mooie vergrote foto van dat slootje tussen twee eilandjes bij Sidokadjo, die Marius heeft gemaakt en op de ontvangst waarvan hij me reeds enigszins had voorbereid. Nel Appeldoorn heeft voor een keurige omlijsting gezorgd. Dadelijk heb ik haar opgehangen tussen mijn schrijfbureau en de boekenkast op de plaats van de krantenhanger, zodat ik er steeds ’t gezicht op heb. Het is een bijzonder mooi stukje landschap; slechts kan het op de vegetatie na, waarop in de regel niet wordt gelet, ook voor een Hollands landschap doorgaan. Het is een sieraad meer van mijn kamer, waarvoor ik je zeer dankbaar ben.
Nel Appeldoorn is wat ongesteld, zodat ze geen les geeft; meer echter weet Wouter er niet van. ‘k Zal eerst eens bij mevr. vd Broek en anders te Amsterdam eens naar haar informeren.
Overigens zijn we allen, voor zover ik weet, gezond. Toch plaagt de N. wind ons nog, zodat we nog weinig warmte hebben, zeer tot schade van de bloembollen; echter komen Dicky met Chris en opa toch a.s. vrijdag naar de bollenvelden kijken.
Morgen is er stemming voor de Prov. Staten, een gewichtige dag voor de oude dames in ons huis. Soms is ’t vermakelijk, ook wel eens ergerlijk, om haar er over te horen praten. Over ’t algemeen begrijpt men nog niet meer op een persoon, maar op een partij stemt. Bep Conradi (mevr. Scheltema) die zich als advocaat en op politiek gebied tegenwoordig nog al roert, heeft een goede kans om voor de Liberale Staatspartij “de Vrijheidsbond” te worden gekozen, misschien wel niet dadelijk, maar toch in deze zittingsperiode, daar zij no. 3 op de lijst van die partij staat. Wat zou die steil DS Conradi hiervan wel gezegd hebben!
Ik verlang natuurlijk eens iets meer van je nieuwe woning te horen. Atie heeft met genoegen in de buurt Pebatan gewoond. Wees hiermee tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
P.s. 22/4 Nel Appeldoorn heeft te A’dam wat griep opgedaan, doch is thans weer beter en heeft haar lessen hervat.
Lieve vader Wel bedankt voor uw brief van 1 april en voor de postwissel, die u mij hebt gestuurd. Ik wil er graag wat moois van kopen, maar eerst moet ik nog eens goed bedenken wát.
U hebt goede plannen om zo eens even naar Den Haag en naar Bussum over te wippen. Pas maar op met dat afschuwelijke klimaat van Holland.
We hadden hier van de week mooie warme kenteringsdagen. Maar Batavia is dan nog een paar graadjes erger. Nu is het weer veel beter en ’s avonds bepaald fris. De droge tijd zal zo langzamerhand wel komen.
Ik had de afgelopen week de Sleenen op bezoek en wandelde met hen en met hun gezelschap selecte imbecielen door de plantentuin. Hoe je ’t in je hersens krijgt om met zo’n troep op reis te gaan is me een raadsel.
’s Middags reed ik nog wat met hen rond in de buurt en at daarna bij hen in het hotel. Nu zijn ze weer door naar het oosten, maar later als het gezelschap weer op de boot zit, komen Sleen en Toos nog weer hier en blijven gezamenlijk nog wat rondreizen.
Zondag was ik met Maus en Bet in de bossen bij de Poentjak en Telaga Warna. Het was er heerlijk fris en verbazend nat.
Andere wonderen zijn er niet gebeurd deze wek. O Ja, Jo Verbunt-de Lagh was opeens nog een ochtend bij mij in het museum. Ze zat o.a. te vertellen van de wijze, waarop haar man hierheen is gekomen. Gepaaid met allerlei schone beloften, door een collega medicus en waarvan zowat niets in vervulling is gegaan. Als hij niet zelf wat geld had gehad, zou hij allang straatarm zijn geweest. ’t Is werkelijk meer dan bar, dat er zulke schurken bestaan.
We hebben deze week meer vakantie- dan werkdagen. Er is weer eens een Mohammedaanse en een Koninklijke feestdag. Ik was vandaag even in Batavia om een behoorlijk kostuum voor het paleis te bemachtigen. ’t Is prettig, dat de verbinding per elektrische trein zo goed is: om half 9 weg en om half 1 weer thuis.
Deze mail schreef ik ook aan Truus Enking (? VBJ). Nu heb ik nog maar 3 verjaarsbrieven te beantwoorden. De volgende mailbrief zal wel uit Batavia komen, waar ik a.s. zondag heen ga.
Nel delahayze schreef me om de komst van Annie Sypesteyn aan te kondigen. Ik hoop nu maar, dat zij niet juist komt in de week dat ik weg ben. Ik had wel haar vaders naam op een passagierslijst gezien, maar niet die van haar of van die juffr. Mees die met hun reist. Maar zij schijnen in Medan van boord gegaan te zijn en over Sumatra te reizen en dan van Padang hierheen te komen.
Nu ga ik als een haas naar de bus, er zit een lucht als van lood en die wil ik niet op mijn bol en baadje krijgen. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 31/3 met kiekjes van de mailreis was weer zeer welkom; van die kiekjes had ik het praatje langs de reling al, maar nog niet het zitje onder de zonnetent aan dek, evenmin als de foto van Albert de zwabbermatroos, echter zonder zwabber; ik zal ze zorgvuldig bij de andere kieken bewaren tegen de tijd dat ge nu over een jaar weer bij ons zijt.
Die premieverhoging van de VOV is niet dwingend, doch hangt af daarvan of ge, ingeval ge vóór je 60ste jaar mocht komen te overlijden, dan wenst dat de betaalde premies aan je erfgenamen worden uitgekeerd. Met de thans verschuldigde premies komen bij vooroverlijden de betaalde premies aan de staat. Ofschoon de stand van je financiën het zou toelaten om die verhoging van premie te betalen, meen ik, zoals ik in mijn brief van 3 maart ook heb aangegeven, je te moeten aanraden met de premieverhoging te wachten totdat ge weer hier terug zijt. De rente toch, die ge dit jaar van je kapitaal zult maken, zal, door de algemene malaise, belangrijk minder wezen dan vorige jaren, zodat we buitengewone uitgaven zoveel mogelijk moeten vermijden, ook omdat we een potje moeten maken voor de kosten van je terugreis. Zijt ge eenmaal weer in ’t land, dan kunnen we nog eens overleggen of ge in die verhoging, al zal ze dan wel een kleinigheid hoger zijn, zult treden. Laat ons hopen, dat dan op financieel gebied weer een minder ongunstige tijd zal zijn aangebroken.
‘k ben blij, dat ge omtrent de fam. van der Meulen zulke gunstige getuigenis hebt gekregen, en hoop dat ge in je nieuwe woning gezonde, prettige, rustige dagen zult hebben, totdat de tijd van opbreken voor de terugreis zal zijn aangebroken. Wees echter voorzichter, dat ge je anti roomsgezindheid niet laat blijken tegenover de fam. van der Meulen, die misschien van ouder tot ouder rooms zijn opgevoed en daarom niet beter weten. Bij zulke mensen moet men de overtuiging eerbiedigen, echter niet bij hun geestelijken, die, voorzever zij wetenschappelijk gevormd zijn, boerenbedriegers zijn om de macht in handen te hebben en te houden.
Van hier kan ik ook niets dan goeds melden; we zijn allen gezond, evenals elders voor zover ik weet; slechts de toestand van oom siccama wordt hoe langer hoe slechter. Vandaag wordt tante Kitty 83 jaar oud, waaraan ge wel gedacht zult hebben. Nel Houtzager was blij dat ze ook een brief van je had gekregen, met haar verjaardag; die fungeert thans bij een oude dame in Den Haag als juffrouw van gezelschap, wat goed schijnt te gaan. Ook Chris en Dicky waren blij met je verjaringsbrief. Verleden zondag, toen Dicky jarig was, was ik er weer en vond ik allen gezond en fleurig; ook trof ik er tante Marie. Vrijdags te voren waren Dicky en Chris met opa hier om de bollenvelden te bewonderen; het was toen een prachtdag. Overigens laat het weer nog al te wensen: we kunnen de N. wind maar niet kwijtraken, die dan nog meestal overhelt naar het westen en dus gepaard gaat met regen. Ook vriest het ’s nachts nog en zullen we waarschijnlijk geduld moeten hebben tot half mei, wanneer de ijsheiligen verdwenen zijn. Wens ons een mooie Pinksteren toe, dan ga ik misschien wel te Bussum logeren.
Op Rustoord niets bijzonders: het gehalte der dames wordt beter, van de oudjes, die in den beginne maar werden opgenomen om het huis te vullen, zijn de meeste bezweken; heb ik je al eens gemeld dat ook mej. Dupuy medebewoonster is geworden; aan haar zal ik zeker wel eens hulp hebben, als dit nodig mocht wezen.
De emotie, bij mijn jaardag ondervonden, werkt, geloof ik, nog na; ik heb tenminste een grote behoefte aan slaap. Overigens gevoel ik me wel. Vanavond ga ik een partijtje maken bij de fam. Holstijn; dit is dus voor beide partijen ook een goed teken wat de gezondheid betreft. Verleden zaterdagmorgen kreeg ik onverwacht bezoek van mevr. Müllermeister, die bij de fam. van Herk gelogeerd was. Zij is uiterlijk oud geworden, maar dezelfde hartelijke belangstellende vrouw gebleven. Anders geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve Tera, dankzij de luchtpost heb ik je laatste brief van 10 april toch verleden zaterdag op tijd ontvangen. Hij bevatte een vermakelijk verhaal van je verhuizing naar Pabaton, nadat ge prettige paasdagen aan de Goenoeng Boendir had doorgebracht. Wat hebt gelui geboft dat het toen zulk prachtig weer was; dit wil wat zeggen in het gebergte gedurende de kentering. Nu zult ge waarschijnlijk wel op orde zijn in je nieuwe woning en verlang ik daarvan wat meer te vernemen, dit a.s. zaterdagmiddag het geval wezen.
Van de afgelopen week hier valt nog al wat te vertellen. Eerst kreeg ik vrijdagavond bezoek van Mevr. Foeken, de moeder van mevr. Toxopeus, die wist dat ge bij de vrienden Tox. Had gelogeerd en, op bezoek zijnde bij een vriendin mej. Luderus, medebewoonster van Rustoord op de kamer van tante Bet, mij wel eens wilde ontmoeten. Zeer vriendelijk! Wel meer dan een uur heb ik samen met haar zitten praten, waarin we over en weer veel van onze dochters hebben verteld, wat voor mij nog altijd een groot genoegen is. Ook heb ik haar je albums laten zien, waardoor haar belangstelling in en haar verlangen naar Indië nog meer werd aangewakkerd; zij kent Indië niet, wel is ze lang in Transvaal geweest.
De volgende dag kwamen Nel en Kees Sijlmans afscheid nemen die met de Coen weer naar Indië terugkeren. Je zult hen waarschijnlijk niet zien, tenzij ge hen te Priok mocht gaan verwelkomen, daar ze dadelijk zullen overstappen op de aansluitende boot van de K.P.M. om door te gaan naar Soerabaja. Ze hebben niet gevraagd of ik iets had mee te geven, waarom ik met mijn je bekende afkeer om iets op te dringen ook niet heb gevraagd of ze iets voor je of voor Marius wilde meenemen.
De volgende zondag werd tante Marie Scholten 90 jaar oud, welke dag ze bij Brandien heeft doorgebracht. Reeds de dag tevoren werd zij overladen met bloemen en bezoek, dat op de eigenlijke feestdag bij Brandien werd voortgezet en eindigde met een feestmaal, waaraan, verstandig!, slechts de broers en zusterskinderen deelnamen. Tante heeft, gelukkig!, de emoties goed doorstaan, al heeft ze ook het vooruitzicht van weer te zullen worden opgenomen in het St. Elisabeth gasthuis om een andere operatie aan de borst te ondergaan. Van welke aard deze operatie zal zijn, weet ik niet; tante is er echter zeer kalm onder, dankzij het vertrouwen, dat ze door de vorige operatie op de medische faculteit heeft gekregen.
Diezelfde zondag bevatte het Handelsblad het droeve bericht van het overlijden van mevr. Fock, dat mij natuurlijk zeer trof. Bijzonderheden van haar ziekte weet ik nog niet; ik heb echter reden om te vermoeden dat ze niet lang ziek is geweest; het is voor mr. Fock een zware slag.
Van de receptie van tante Marie S. bij Brandien kan ik je nog meedelen, dat ik daar heb ontmoet Reinhold en vrouw, die me nadrukkelijk hebben verzocht je voor hen te willen groeten.
Gisteren maandagavond hadden we op Rustoord weer een gezellige bijeenkomst, de laatste van het winterseizoen. Ze bestond deze keer in een boekenavond d.w.z. ieder was verzocht om door uiterlijkheden een of meer bekende boeken voor te stellen. De bedoeling was nu, dat ieder voor zich moest trachten de meeste titels van de aanschouwelijk voorgestelde boeken te raden en hiermee als prijs zou winnen een boek of een plant naar keuze. De deelneming was vrij algemeen en er was veel werk van gemaakt, zodat het een aangename avond is geworden. Onze verpleegster heeft de meeste titels nl. 28 geraden. Ge ziet dat het op Rustoord nog uit te houden is; de geest is ook beter geworden. Hebt ge de “Twee Amsterdamse Joffers” van Maria van Zeggelen al gelezen? Je oordeel hierover hebt ge nooit eens meegedeeld.
Woensdag 6 mei
Gisterenavond heb ik door de vele ondervonden wederwaardigheden deze brief niet kunnen afkrijgen. Vandaar dit vervolg, bestaande uit nieuwtjes.
De zuster van Nel Appeldoor, mevr. Schutte, heeft haar familie verblijd met een dochter, genaamd Kitty.
Paul Bosch heeft bij een ondergane elektrische kuur reeds zoveel baat gevonden dat hij zijn pijnen kwijt is en dat de doktoren hem het uitzicht hebben geopend op genezing. Nu ga ik spoedig hem en zijn moeder weer eens bezoeken. Veiligheidshalve heb ik gevraagd mij eens dag en uur op te geven, waarop het hun ’t best schikt mij te ontvangen.
Van tante Kitty ontving ik gisteren een bedankbrief op mijn gelukwens met haar 83ste verjaardag; tante was ook blij met de prettige brief, die ze van je ontvangen had. Elsje zal haar bevalling niet te Batavia afwachten, daar zij vindt dan te ver van haar man te zijn, die midden in de suikercampagne zit en dus moeilijk van zijn werk weg kan. De gebeurtenis zal nu plaats hebben op een plaats minder ver van de fabriek, waar ook goede verloskundige hulp is.
Bep Conradi is niet tot lid der Prov. Staten gekozen, zoals te verwachten was, te minder nu de Vrijheidsbond een zetel in de staten heeft verloren; ze heeft echter veel kans om in de plaats van mej. Maria van Berlekom, die bedankt heeft, tot lid van de gemeenteraad te worden gekozen, welke verkiezing nog deze maand moet plaatsvinden.
Hierbij, behalve een paar Verkadeplaatjes, een foto van een 80 jarige, die ge wel zult herkennen, op welke foto ge, naar ik verwacht, wel prijs zult stellen. Laat de foto maar niet aan tante Jans zien en spreek er met haar ook niet over. Tante is een vrouw van de dag en laat geen afstammelingen na, zodat na haar dood portretten waarschijnlijk in handen van vreemden geraken. Mocht gij ’t echter wenselijk achten om tante er ook een te sturen, dan zal ik ’t doen, omdat ik haar ongaarne voor ’t hoofd zou stoten. Daarvoor heeft zij teveel voor ons gedaan.
We zijn allen gezond op wat verkoudheid en heesheid na in Ans gezin. De griepbacil schijnt dat huis nog niet te hebben verlaten, ofschoon het weer gunstig is. Mien sr. Is zo hees dat ze haast geen geluid kan geven. Ans lijdt hieraan in mindere mate en Wouter is ook nog niet geheel griepvrij. ’t Is te hopen, dat deze ongesteldheden de vreugde a.s. zondag, als Ans jarig is, niet zullen verstoren, evenmin als onze Pinksterplannen. Dan gaat Ans met Chrisje naar Woensel om daar te logeren bij de fam. Polet, de beide Miens naar Harlingen bij vriendin Fontein en grootvader Wouter met zijn petekind naar Bussum. WE stellen ons veel daarvan voor.
Ik hoop dat ook gij, evenals met kerstmis en Pasen, weer aangename Pinksterdagen zult hebben.
Meer meldenswaard heb ik niet. Groet allen, die naar me vragen, leef gelukkig en ontvang een hartelijke zoen van Vader.
Lieve vader Ik heb de maildag voorbij laten gaan en ik zend deze brief nu als luchtpost naar Medan, waar hij dan de boot nog haalt. Wel bedankt voor uw brief van 8 april en voor de Verkade plaatjes. Ik ben erg benieuwd naar de kiek, die Atie V. van u heeft gemaakt, ik ben daar onschuldig aan, het is geheel haar eigen initiatief. Gisteren bezocht ik haar zuster, Frieda Poutsma, die hier woont. Het was verbazend gezellig, zij hebben drie alleraardigste kinderen.
Van Ans kreeg ik een gezellige brief, met een ingesloten epistel van Wouter. Hoe is het met de amandelen van Chris afgelopen?
Heerlijk voor Naus Kuipers dat ze nu weer een flinke jongen heeft, ik zal haar spoedig schrijven.
Het was een drukke week, want ik moest in Buitenzorg eerst van allerlei opruimen, vóór ik wegging. Nu wordt mijn kamer daar in het museum met bezems gekeerd.
De receptie in het paleis was wel aardig, er waren heel wat mensen, mij dunkt meer dan verleden jaar. De G.G. is opvallend ouder geworden, loopt erg stijf en zag er zorgelijk uit. Het zal ook wel alles behalve een prettig baantje zijn. Lieftinck en ik waren tenslotte niet onder de hoede van mevr. Dammerman, maar hadden samen met Betje een auto gecharterd. De Boedijns gingen er niet heen, want Karel heeft geen rok. Het maakte weer een min of meer Hollandse indruk, al die heren in het zwart; sommigen staat het beter, anderen minder goed dan wit. Van Leeuwen had behalve To Reijnvaan ook zijn dochter bij zich, alsmede een Belgische botanicus Bouillenne en vrouw. Dit zijn heel aardige mensen, ik heb er lang mee staan praten. De G.G. heeft Bouillenne ook nog ontvangen en deze had het al gauw door: il aime beaucoup les indigénes. Dat is het, wat de Europeanen de Graaff zo kwalijk neme, dat hij de Hollander verloochent voor de inlanders.
Hier en daar heb ik ook wat gedanst en verder allerlei praatjes gemaakt. Het was leuk, dat ik nu heel wat meer mensen kende, dan verleden jaar. Verder was het zo’n beetje hetzelfde, lelijke limonade en ijs van akelige blikkenmelk. Alleen de wijn was wel lekker.
Na afloop zijn we nog wat in de maneschijn gaan rijden, om uit te waaien. Zaterdag was Verwey opeens in Buitenzorg. Hij was op het departement geroepen, om te bespreken: dat de G.G. naar de koraaleilanden wil! Ook een mooie vertoning. Hij kan toch slecht in een zwempak op bergschoenen te water gaan, in tegenwoordigheid van het zwarte scheepsvolk! We plagen Verwey nu erg, dat hij (die uit een socialistische familie is) een Oranje Nassau orde krijgt en het Wilhelmus eens goed moet gaan leren! Die middag rijsttafelde ik met Verwey bij de fam. Middelaer. U weet, dat het zoontje nu een verwoed schelpenvriendje is. Zijn vader is onderdirecteur van het dept. Van landbouw.
Zondag ging ik naar Batavia en logeer nu weer bij de Verwey’s. Het is er heel genoeglijk, we doen heel wat af, in het laboratorium, op zee en in de stad. Ik bezocht de Engelse dominee, die weer een manuscript van mij zal nazien. En verder Frieda Poutsma, terwijl ik vanavond bij de van Paaschens ga eten. Tante Jans staat ook nog op het program, maar overigens maak ik niet te veel bezoekjes, daar ik deze gelegenheid waarneem om de tandensmid te frequenteren. Dit laatste zal mij wel centjes kosten, denk ik. Maar ik heb wel vertrouwen in het mannetje (Dr. Buyn) Een dag waren we naar Onrust en Hoorn, morgen naar Edam. Het is dus een week, en ook een brief vol afwisseling.
Nu dag, ik laat het hierbij weer eens. Hierbij nog een kiekje van Carolientje, enige tijd geleden gemaakt. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Vader, Ik dank u zeer voor uw brief van 14 april met de diverse bijlagen, plaatjes en uitknipsels. Volgende week zullen de beloofde drukwerken wel komen. Hierbij krijgt u ook allerlei verrassingen. Allereerst de briefkaart van het residentiehuis te Kediri, waarover Marius u al heeft geschreven en die hij mij verzocht aan u door te zenden. Verder twee verzoeken om contributie, die u misschien wel wilt betalen, als het nog niet is gebeurd. Mijn ANWB nummer is 24057. Wat prettig dat die belasting in Holland zo voordelig geregeld is. De aanslag over 1931 in Indië heb ik nog niet gekregen, ik wou maar, dat ze wat opschoten, anders moet ik zo veel ineens betalen. Die tandensmid zal me ook wel een lelijke duit kosten, maar hij vraagt nog niet eens hoog: f50,- per kroon. De meesten vragen f65, of f75. Ik heb er nu 1 laten in orde maken en over 3 maanden de andere. Ik heb erg arm gedaan! Dan haalt hij me het veel niet over de oren. Maar ’t is een buitengewoon geschikte en handige man.
De logeerpartij te Batavia was gelukkig weer dienstreis, daar kom ik dus ook weer zonder kosten af. We hebben weer heel wat plannen: a.s. zaterdag en zondag naar de Wijnkoopsbaai met de natuurhistorische vereniging afd. Buitenzorg. Deze tocht is door allerlei omstandigheden telkens verzet en verandert, zodat er nu tenslotte maar heel weinig mensen meegaan: Karel, Lieftinck, Blokhuis en vrouw, Koolhaas, Betje P. en ik, ’t lijkt me best aardig zo.
De kiek naar Telaga Saäl is door de koelie afgedrukt, we waren maar met z’n vijven. Keesje is inderdaad van Steenis.
Ik heb aan de dames Sloot en Gouderheyden een gecombineerde brief voor hun 2 zo kort op elkaar volgende verjaardagen geschreven. IK kon heus niet aan elk een week na elkaar veel nieuws schrijven en ik heb beloofd liever dan later in het jaar nog weer eens wat te laten horen. Mevr. Erzey is met al haar zwakke gezondheid toch nog vrij oud geworden. Zij schreef altijd zulke aardige brieven. Ik heb haar maar eens gezien. Is die man van Dé Damme een indo? Met zo’n mooie naam is het hier altoos wat verdacht.
De week in Batavia heb ik goed besteed. Het was er gelukkig niet zo benauwd warm als een paar weken geleden, zodat ik heel wat af kon doen. Maandag 4 mei op het lab., 5 mei naar Hoorn met Verwey en Frits Went, 6 mei op ’t lab, 7 mei naar Edam met mej. Van Helsdingen (bioloog uit Utrecht) en haar broer (beiden zijn kinderen van een lid v.d. volksraad), 8 mei op ’t lab, 9 mei naar Hoorn met Verwey, 2 Boedijns, Sjoek Pfältzer,, 2 Koolhazen, Katrien Went, Betje P en Lieftinck, 10 mei weer naar Hoorn met de hele fam. Dammerman. Het was geweldig mooi op de riffen, ik heb veel gezien, alleen de Dammermannen troffen jammer genoeg wat regen. De tocht met al de Buitenzorgers was verbazend genoeglijk. Na afloop gingen de Boedijns, Maus, Bet en ik nog wat passagieren in de stad en eten bij de Chinees. De Verweys gaan nooit mee met zulke dingen, die zijn zo onsociaal in dat opzicht. Ze hebben te grote deugden: moedwillig eenvoudig, eten afschuwelijk dikke boterhammen (waar iemand met Zeeuwse relaties van rilt), drinken nooit iets behalve thee en water, maken zomin mogelijk werk van het middageten. En niet uit zuinigheidsoverwegingen, maar alleen omdat het niet hoeft en zo’n soesa geeft. Een paar middagen waren er gasten, die een praatje kwamen maken bij hen thuis. Die arme stakkerds werden onthaald (!) op een glaasje ijswater en vochtige sigaretten. Niet eens een splitje of een glas stroop! En geen koekje of chocolaatje. ’t Is me de gastvrijheid wel!
Toch is het er niet ongezellig, doordat de mensen heel aardig en hartelijk zijn. Ik heb er altoos groot plezier, maar ik ben blij dat ik daar niet voorgoed in de kost ben!
Ik bezocht Frieda Poutsma- Vorstman en familie, alsmede de van Paaschens. Ook tante Jans, doch trof deze niet thuis, daar ze naar het kerkhof was. Ik zat er wel een uur op haar te wachten, maar vergeefs. De rest van de tijd heb ik aan de tandarts gespendeerd. Het was wel heel makkelijk dat ik er nu zo in de buurt was.
Eén avond ben ik met Atie Verwey naar Potasch en Perlemoer van het ensemble Ruys geweest. Kostelijk die jodenpraat op het toneel. Je proeft er Amsterdam uit! Toch moet ik zeggen, dat ik de afwezigheid van zulk proletendom hier zéér op prijs stel. Je hoort hier nooit of zelden: Daome, mag ik u effe Plaoge, of: dank u beleifd, daome. In Batavia met z’n grote bevolking komt het meer voor dan in Buitenzorg.
Op die tocht met Dammerman, toen de baas in een allerbeminnelijkste stemming was, heb ik hem eens aan zijn jas getrokken over allerlei plannen. We wilden nl. omstreeks Pinksteren met Bet, Karel, Keesje, Maus en ik naar Bantam een tocht maken van ca. een week. Nu is altoos de moeilijkheid, dat Lieftinck en ik nooit tegelijk weg mogen van het museum. Maar toen ik het vroeg was het opeens allemaal in orde. Ik stond ietwat verbluft over zoveel toegevendheid, en al mijn mooie verdedigingsargumenten waren overbodig! We mogen het zelfs als dienstreis doen, want het zal wel een centje kosten.
Met de laatste mail kreeg ik een stuk of wat aardige kiekjes van Krien H.H. met een verslag vaan haar bezoek aan u.
Ik zal spoedig weer eens wat kiekjes zenden, o.a. van mijn nieuwe verblijf, dat best blijft bevallen.
De Goenoeng Boender-foto’s zijn nu ook allemaal bij elkaar, u zult wel spoedig het hele album krijgen.
Marius schreef me over zijn vakantieplannen. Hij wilde begin juli hier en in Batavia gaan logeren. Ik kan hem niet in huis hebben, maar ik denk, dat hij wel bij Lieftinck kan slapen en dan overdag bij mij eten. Bovendien zullen we er wel vaak op uit zijn, o.a. wil hij de Gedeh op. Ik hoop, dat Van Leeuwen goed vindt, dat M. ook op Tjibodas logeert voor één nacht. Eigenlijk is dat alleen voor mensen van de plantentuin.
Nu laat ik het hier weer eens bij. Ik geloof dat ik nu alles heb opgebiecht van deze week.
Hartelijke groeten voor alle bekenden en heel veel liefs van Uw Tera
Lieve Tera, dank weer voor je brief van 14 april met verslag van je nieuwe verblijf op Pabaton; dit is, gelukkig, aanvankelijk naar wens. Ik hoop dat je er steeds reden tot tevredenheid zult hebben. Slechts moet ge oppassen niet te dik te worden, want volgens Dr. Thijsse, die Ans even op school sprak, zijt ge in omvang toegenomen; zorg voor je figuur! Met de eerste zeepost zult ge ontvangen een kartonnen doos met 4 witte handdoeken, die ik maar niet aan Nel Sijlmans heb meegegeven. Trouwens gisteren vernam ik eerst, dat ze nog in Den Haag of eigenlijk te Voorburg zijn, daar het plan om in etappes naar Genua te trekken niet is doorgegaan en ze pas morgen per rapide express daarheen reizen. Hun verlof heeft niet in alle opzichten aan de verwachting, die men er hier van had, voldaan, zodat het maar goed is, dat er een eind aan gekomen is. Slechts de kleine Hans heeft overal een goede indruk achtergelaten.
Verder vereist je brief geen bespreking. Zeer verlang ik natuurlijk naar een beschrijving van de receptie ten paleize op 30 april. Zal deze receptie de laatste zijn van de tegenwoordige G.G. of zal hij er op 31 aug nog aan moeten geloven? In elk geval zal men wel naar het einde van zijn bestuur verlangen, de G.G. misschien in de eerste plaats, maar ook een groot deel van de Eur. Bevolking, waarvan vooral de planters en de handel hem het heilige kruis zullen nageven. Van de benoemde opvolger valt nog weinig te zeggen; volgens mijn mening heeft hij reeds teveel losgelaten tegenover krantenmensen en dingen gezegd, waarvan hij misschien nu reeds spijt heeft, en die hem later wel eens voor de voeten zullen worden geworpen; verder begrijp ik niet hoe iemand, die zo weinig van Indië weet, deze benoeming in de tegenwoordige moeilijke omstandigheden durft aannemen. In Indië toch geldt niet, dat met het ambt ook het verstand komt; de toestanden zijn er zo geheel anders dan in Europa; dit zult ge gedurende je kort verblijf in Indië ook wel hebben opgemerkt.
Zondag vierden we zeer kalm maar gezellig Ans verjaardag. Met ons achten zaten we aan het feestmaal.
Gisteren heb ik Den Haag onveilig gemaakt: eerst op bezoek bij Paul Bosch, van wie ik je reeds heb geschreven, dat hij zijn pijnen kwijt is; daar kwamen ook Paul’s moeder, zuster en zwager met kind, een gezellig troepje, vooral Paul’s moeder; vervolgens naar mevr. Berkhout, die me echter niet kon ontvangen, daar ze nog niet genezen was van een lelijke keelontsteking; toen naar Pico, bij wie ik Nanna, mevr. Snijders ontmoette, en tenslotte naar mr. Fock. Deze was nog zeer onder de indruk van het verlies van zijn vrouw; dit sterfgeval is dan ook zeer tragisch: zij leed wat aan het hart, doch niet ernstig, zodat niemand, evenmin als de huisdokter, zich daarover bezorgd maakte. Mr. Fock was die noodlottige vrijdagmiddag dan ook als gewoonlijk uitgegaan, maar vond thuis komende zijn vrouw, dood, voorover liggende op haar toilettafel, met het frisseurijzer als ’t ware nog in de hand; blijkbaar was ze, toiletmakende, door een hartverlamming overvallen. Hij blijft wel zielig alléén achter; zijn 3 kinderen zijn allen getrouwd en hebben natuurlijk hun eigen zorgen. Nu was zijn zuster mevr. Tellegen, bij hem.
Wees hiermee weer tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Wel bedankt voor uw brief van 21 april en de collectie bijgesloten Verkade plaatjes. Het album is nu van 1 t/m 79 vol, en er ontbreekt nog 80 t/m 84,86,87,89 t/m92, 95 t/m98, 101 t/m 121 en 123 tot einde. De overdrukjes en de kiekjes van Chris en familie zijn aardig. Ik zal deze laatste aan Marius doorzenden en vragen ze dan aan u terug te sturen.
Hierbij een ietwat flets kiekje van mijn huisje. Het was nog te vroeg in de ochtend. Later zal ik eens een betere maken. En dan de twee meisjes Verwey, Nel met het theeblad van haar poppenhuis en Els wijdbeens en verlegen. U moet ze maar geen van beiden inplakken.
Aan Ans zond ik deze week een pakje met allerlei Japanse speelgoedjes. ER zijn ook twee dingen voor het kind van Engel bij, dat de volgende maand jarig is. Ik verzocht Ans deze presentjes bij Ada ten Broecke te brengen, en aan Ada, om ze aan Engel te overhandigen.
Als Betje Polak naar Holland teruggaat zal ik haar meegeven het gouden horloge van moeder. Dit kan namelijk geheel niet tegen het klimaat. Wat er precies aan scheelt, weet ik niet, het is al wel 20 X bij een reparateur geweest, maar van al dat gepruts is het niet beter geworden, zodat ik het maar liever terugzend vóór het geheel verknoeid is. Misschien kan een goede horlogemaker in Holland het eens nazien. Het is een bekend verschijnsel dat sommige klokken en horloges niet tegen het klimaat kunnen.
Deze mail is de laatste beantwoording van mijn verjaarsbrieven volbracht. Een pak van mijn hart! Ik heb mij een aap geschreven, ook al omdat er de volgende week door een tocht naar Bantan niets van de schrijverij komt. U moet zelf ook maar niet op bericht rekenen. Als ’t kan zend ik een briefkaart, maar veel kans is er niet op.
In de afgelopen week kreeg ik opeens een telefoontje van Annie Kaars-Sijpesteyn. Zij reis met haar vader en mej. Mees enige maanden hier rond en logeerde in Bellevue. Ik heb daar op een avond bij hen gegeten, zij waren erg hartelijk en niet opschepperig met geld. De volgende dag zijn ze nog in het museum komen kijken, heel vriendelijk. Het was werkelijk een aardig bezoekje, ik had alleen het idee, dat de hele reis voor de oude heer te vermoeiend was. Enfin, dat moeten ze zelf weten.
Zaterdag en zondag was ik met Bet en Maus plus drie imbecielen van de natuurhistorische vereniging naar de Wijnkoopbaai. Dat is een reize mooi terrein, en een fijne zee. Er staat een geweldige branding, je hebt het gevoel dat de golven ineens van de Zuidpool op je afkomen. De pasanggrahan is keurig en met allerlei obat hebben we de muggen op een afstand trachten te houden. Of het gelukt is zullen we pas over 14 dagen weten.
En de nieuwe G.G. is een Zeeuw! Maar ook een landverrader! Die “geen bezwaar ziet in een inlandse meerderheid in de volksraad”. Zo moet je maar doen, om je kolonieën kwijt te raken!
Wat hebt u voor zomerplannen. Heeft Do u soms weer geïnviteerd? Of de Zeeuwse familie?
Nu dag, ik laat het er weer eens bij. Vast wel gefeliciteerd met de 7de verjaardag van uw jongste kleinzoon. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, ge krijgt deze keer maar een korte brief, daar ik niet veel tijd heb en je brief van 21 april niet veel beantwoording vordert. Het gebrek aan tijd staat in verband met onze pinksterplannen. Overmorgen namiddag vliegen we, zoals ik je reeds heb geschreven, er allen op uit en wordt Ans huis tijdelijk gesloten. Het weer is helaas nog niet gunstig om er op uit te gaan; er waait nog een koude N.O. wind; aan de andere kant zijn we thans allen gezond: Chris is vrijdag met goed gevolg verlost van zijn amandelen en hoop te genieten in de Brabantse bossen. Aan je verzoek om de firma de Boer f4,50 te zenden voor je abonnement op het vakblad heb ik voldaan.
Er is in de afgelopen week ook niets bijzonders voorgevallen. Zondag bracht ik een bezoek bij mevr. Kerbert, die me had laten weten dat mevr. van Geer bij haar logeerde. Ik trof er ook zuster Joh. Aan, die thans met mevr. Kerbert samenwoont in nr. 29 van de Spaarnelaan, een vrij wat groter huis dan het vorige. Ik heb er prettig zitten babbelen; ze waren allen gezond en maakten plan om deze zomer samen naar Wiesbaden te gaan. Ze verzochten me je voor hen hartelijk te willen groeten.
Verder kwam prof. Muller me opzoeken, maar andere bekenden heb ik niet ontmoet, voor zover ik me herinner. Je vriendinnen verwaarlozen me ook; Ada heb ik in een eeuwigheid niet gezien, misschien wel omdat ik geld van haar moet hebben. ‘k Heb toch f2,97 betaald voor assurantiepremie aan het fonds tot dekking van brandschade aan de eigendommen der gem. A’dam, welke som, naar ik meen, verschuldigd is door de hydrobiologische club. Overigens laten je berenleiders me nog al met rust.
Daar ontvang ik juist je brief van 28 april; die met de Joh. Van Oldenbarnevelt een dag vroeger komt dan gewoonlijk, heerlijk! Hij bevat een privé vraag, die ik maar dadelijk zal beantwoorden. Als Ans je geen blijk van belangstelling heeft gezonden, dan moet ge dit slechts daaraan toeschrijven, dat ze daaraan niet heeft gedacht, in de mening dat dit vanzelf sprak. Mij is het ook wel eens overkomen dat ik verzuimde Marius met de verjaardag van een zijner kinderen geluk te wensen. Van de Middelburgers echter is ’t nonchalanter, waarvoor ik slechts één reden van verschoning weet, nl. dat Ada en Jaap beiden ’t druk hebben.
Wees hiermee tevreden! Van vrijdag tot woensdag ga ik dus met Wouter naar Bussum, waar ik bij opa en oma zal logeren. Ik hoop dat deze logeerpartij geen beletsel zal wezen om je toch te schrijven, al is het dan weinig.
Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Eergisteren zond ik je per zeepost wat drukwerk w.o. het derde album van de Zuiderzeewerken en de Amsterdamse Gids
Het wegnemen van de amandelen bij Chrisje heeft verleden vrijdag met goed gevolg plaats gehad
De operatie van tante Marie Scholten is uitgesteld tot na Pinksteren
Lieve Tera, deze keer krijgt ge weer slechts een kort briefje, daar het in dit kleine gezin van oma en opa erg druk is met uitgaan. Je laatste brief van 28 april heb ik, zoals ge reeds weet, nog woensdag te Haarlem ontvangen en al beantwoord. Vrijdags daarop zijn we om kwart voor vijf, toen de pinkstervakantie begonnen was, gezamenlijk naar A’dam getrokken, waar we ons in 3 groepen splitsten. Ans met Chrisje naar Eindhoven, Mien met Mientje naar Harlingen en de 2 Wouters met de hele familie King naar Bussum en Apeldoorn. ’s Morgens was het weer nog wat buiig, doch ’s middags helderde het op en sedert hebben we 4 dagen aan één stuk het prachtigste weer gehad, dat men maar wensen kan.
Van die 4 dagen hebben Wouter en ik er dan ook3 op ’t water doorgebracht: ’s zaterdags met opa naar de Loosdrechtse plassen; ’s zondags weer naar de plassen met oma en het dienstmeisje, die uitstekend voor de menage zorgde, en gisteren dinsdag naar A’dam om Ans en Chrisje op te pikken en met Wouter op de trein naar Haarlem te zetten, daar hun vakantie gisteren eindigde.
Ik knoop er nog een paar dagen bij aan om heden naar tante Marie te Hilversum te gaan en morgen naar Nunspeet. ’t Is hier heerlijk en ik geniet volop; oma en opa doen hun uiterste best om ’t mij zo aangenaam en gemakkelijk mogelijk te make, zodat het me thuis wel zal afvallen, maar aan alle goede dingen komt een einde, zodat ik vrijdagmiddag weer huiswaarts keer. Dicky en Chris heb ik door dit op ’t water zwalken nog weinig gesproken, maar het gaat ook hun goed en ook de kinderen – Mary logeerde tot mijn spijt te Heemstede – slechts Bertje is wat verkouden en koortsig, zodat hij hedenmorgen niet naar de montessorischool is gegaan.
Nieuws heb ik uit de aard der zaak weinig of niets. Vóór mijn vertrek hierheen ontving ik nog de kennisgeving van de verloving van Jet Schieferdecker met Van Der Hoop uit Den Haag; ik vermoed een gevolg van de reis, die Jet enige tijd geleden onder leiding van Huib Luns naar Spanje heeft gemaakt. ’t Is voor beiden te hopen dat v/d. Hoop de gave heeft om Jet te leiden, daar Jet m.i. niet gemakkelijk is – een bedorven kind!
Vrijdag is tante Marie Scholten weer naar het St. Elisabeth gasthuis gegaan om de volgende dag weer geopereerd te worden. Brandien zou me melden, hoe de afloop was, maar Brandien belooft wel eens meer iets, zonder zich daaraan te houden; dus meer weet ik nog niet.
Wel ontving ik hedenmorgen per post een briefje van mevr. Abresch-Lugtmans uit Den Haag om me met mijn 80ste verjaring geluk te wensen, waarvan mevr. van Geer haar had verteld.
Aan oma, die een schat van een mens is, moet ik veel vertellen van ’s landsplantentuin, waaraan ook een neef van haar Dr. Ferwerda, botanicus werkt. Kent ge die? Ik herinner me niet dat ge ooit over hem hebt geschreven.
Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader, Ik wil proberen met de vliegmachine naar Medan nog een brief mee te geven, die de boot moet inhalen om u te vertellen dat we behouden thuis zijn uit Bantam, zonder door krokodillen, rinocerossen of tijgers opgegeten te zijn, zonder er zelfs één gezien te hebben. Dat is nu wel een beetje kaal, want ik had graag eindelijk wel eens een krokodil ergens anders dan in Artis gezien. Overigens is de tocht nog al bevredigend, we hebben ons erg geweerd, tippelden heel wat af. Eerst per trein naar Laboean aan straat Soenda en daarna per auto naar de pasanggrahan van Pasaoeran, heel mooi gelegen op een heuvel aan zee, met prachtig uitzicht op Krakatau, de veel gevreesde. Het terrein is daar in de buurt bijna uitsluitend klappertuinen, voor kopraproductie. Een beetje vervelend op den duur, want er is haast niets te vinden. We zijn die jonge klappers erg lekker om te drinken als je dorst hebt!
Aan zee liggen verscheidene vissersdorpjes, ongelooflijk primitief, en erg schilderachtig met hun prauwenvloot. Van hier verhuisden we naar Pandeglang, een afschuwelijk binnenplaatsje. Hier is ook een Pasanggrahan, waar me met veel rommel en lawaai onze intrek namen en een schuchtere onderwijzeres (die in de pasanggrahan woont omdat er geen geschikte huizen zijn) een dodelijke schrik op het lijf joegen.
We maakten twee tochten naar de Goenoeng Karang en een naar de Rawah Danoe een geweldig groot meer. Dit is haast ontoegankelijk en voor ons plezier waren er wegen heen gekapt door de alang-alang en prauwen en roeiers gehuurd. Het was een warm en ongemakkelijk toertje om een paar uur lang op een heel smal bankje doodstil in een uitgeholde boomstam te zitten. Veel vangen zouden we daar niet, maar het was een mooie belevenis.
Het mooist vond ik de Karang. Eén tocht maakten we naar de kraters, die in een zijravijn liggen en één keer trachtten we naar de top te komen, wat onmogelijk ver bleek, en dus niet bereikt werd.
Ook verdoe je er veel tijd met parlevinken met desahoofden om koelies en gidsen te krijgen; de mensen zijn daar stroever dan in de Preanger. Maar als je ze eenmaal gewonnen hebt, dan helpen ze ook uitstekend.
De tocht naar de top eindigde met een zondvloed, die alle paden in bruine regenbeken veranderde, zodat we glijdend en soppend en sliknat beneden kwamen. Onze auto was er toen nog niet, maar we werden erg gastvrij ontvangen door een Chinees, die een klapperdrogerij had en die ons op thee en klappertaart onthaalde.
Nu moet ik nog bedanken voor uw brief van 29 april en voor de Verkade plaatjes. U weet zeker al dat Els Levert een zoon heeft.
Ik heb u ook nog niet verteld, dat ik voor het geld dat u me laatst hebt gestuurd een kleine broche kocht van djokdjaas filigraan goud rond, met een amethist ingezet. Ik kon namelijk die gouden pijl met briljant van moeder niet overal bij dragen. Eerst probeerde ik een Atjeh knoop te krijgen, maar die zijn hier in de goudsmederijen onbekend en ik kan ze toch moeilijk gaan gappen in het museum in Batavia. Met dit broche is het geld nog niet op, ik moet nog verzinnen voor wat anders moois! Intussen vast wel bedankt.
Mijn dienstreis naar Batavia heb ik al uitbetaald gekregen. Dat is erg vlug. Ik heb deze maand 250 op de spaarbank gebracht, ongerekend wat ik aan Ans stuurde. Nu dag ik laat het er voor deze week weer eens bij. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, ‘k hoop nu weer eens een behoorlijke brief aan je te kunnen schrijven; bij de vorige twee heb ik me zo meten haasten, dat ik me eigenlijk schaamde ze te verzenden. Vrijdagmiddag zeer voldaan uit Bussum thuis komende, vond ik je brief uit Batavia van 7 mei, waar ge weer zo prettig logeerde bij de fam. Verwey, met het aardige kiekje van Carolientje. Voor beiden zeer veel dank.
Ik heb ’t niet minder goed gehad bij oma en opa, die zich uitsloofden om me goed te doen, met het gevolg dat zaterdag mijn digestie geheel in de war was, zodat ik zelfs Dr. Mertens liet vragen om hulp, die me natuurlijk wonderolie toediende. Na een vervelende zaterdag gevoelde ik me zondag wat beter en doe ik sedert maandag d.i. gisteren weer mijn gewone bezigheden, maar kalm aan, omdat ik me nog slap voel, daar ik nog dieet moet houden. Te Bussum waren de ingewanden van opa en Bertje ook wat oproerig, maar ik kreeg reeds bericht dat ze ook daar al tot rust zijn gekomen.
Van de gemaakte watertochten heb ik je reeds geschreven; de laatste had dinsdag plaats om Wouter via Gein naar A’dam te brengen, waar ik nog even Ans en Chrisje zag, die juist uit Eindhoven kwamen en in dezelfde trein als Wouter huiswaarts keerden. Chrisje ziet er best uit, zodat het effect van het wegnemen van de amandelen reeds zichtbaar was. Ik ben toen nog woensdag en donderdag te Bussum gebleven, voornamelijk om nog naar Nunspeet te kunnen gaan. Daar trof ik donderdag tante Kitty met Do en Dolf gezond aan, doch onder de indruk dat Dolf en Mary, zoals ik steeds heb gevreesd, uit elkander gaan, zonder echter wettig te scheiden; Mary gaat te A’dam wonen en zal daar bezigheden zoeken. Tante Kitty ziet er niet veel ouder uit dan het vorige jaar, maar volgens Do erg vergeetachtig geworden. Wel zielig dat zij op haar oude dag ook deze tegenslag in Dolf’s gezin nog moet beleven. Do echter ziet er slecht uit; misschien wel omdat zij door Mary als de schuldige wordt beschouwd, waarom Mary allerlei kwaad van Do spreekt. Dolf heeft zijn huis deze zomer verhuurd en trekt dan bij tante en Do in; als hij zijn huis kan verkopen, zal deze samenwoning waarschijnlijk voorgoed plaats hebben. Dolf is vermagerd wat niet te verwonderen is: ze zijn pas 20 maanden getrouwd en nu zal hij dat mooie plekje, waaraan hij ook voor Mary zoveel zorg heeft besteed en dat thans zo mooi in bloei staat, verlaten. Hij uitte dan ook de verzuchting, dat hij van zijn kinderen meer genoegen beleefde dan van zijn vrouwen. De bevalling van Elsje is natuurlijk het grootste lichtpunt in deze ellende, maar ook Kitty geniet veel voorspoed in haar werk, alsook Adri, die overgeplaatst is naar Menado. ‘k Hoorde dat de dochter van Dé Brix-Westhoff uit haar eerste huwelijk gaat trouwen; kan dit een gelegenheid zijn om de kennismaking met dit gezin eens aan te knopen? Dit huwelijk van Dé met Brix schijnt een goed huwelijk te zijn, in tegenstelling met dat met Wilson.
Je weet reeds dat ik te Bussum zo genoten heb van de gastvrijheid van oma en opa, dankzij ook het schitterende pinksterweer; thans is het weer guur, zodat ik het elektrische kacheltje laat branden. Opa heb ik meer leren waarderen, doch de conversatie is lastig, daar zijn gedachten bij geheel andere zaken, zuiver technische, zijn dan de mijne en hij in weinig anders belang stelt. ’t Is jammer dat die man in zijn jeugd geen betere opleiding heeft gehad. Oma is en blijft een allerliefste vrouw. Waarschijnlijk ga ik deze maand nog eens naar Bussum, maar dan bijDicky en Chris logeren. Nu we Dicky hebben leren kennen en dit gezin zo gelukkig is, ben ik er ook gaarne, ook om de kinderen die schattig zijn. Tot mijn spijt bracht Mary de pinkstervakantie bij een vriendin te Heemstede door.
Hierbij een vertrouwelijke circulaire aan jouw adres om te helpen Mr. Van Tienhoven te huldigen; ik heb gemeend in je geest te handelen door een bijdrage van 50 cent namens je te zenden.
Wat scheelt er aan je eetkamerameublement, dat ge de tandensmid nodig had? ‘k hoop dat ge in Dr. Buijn een bekwame tandarts hebt gevonden; in mijn tijd waren ze slecht en schandelijk duur. Is die Dr. Buijn een zoon van een makelaar of misschien wel een kleinzoon? ‘k Heb te Batavia een makelaar van die naam gekend, wiens dochter Adele een vriendin was van moeder. De familie was niet erg gezien; waarom eigenlijk niet, heb ik nooit geweten. Hij was een broer van de directeur van justitie, aan wiens departement ik 7 jaar als inspecteur van het gevangeniswezen heb gewerkt. Die broers waren ook verre van goede vrienden, maar de directeur, aan wie ik echter veel te danken heb, was ook geen gewoon mens.
Ans en de kinderen zijn, naar het schijnt, onrustig geworden. Morgen gaan Mientje en Chris al naar Wijk aan zee, waarheen Annie, de vrouw van Bert, gisteren eerst is vertrokken ter wille van Coen. Bert, Mien en Ans hebben daar zowat voor de gehele zomer een huis gehuurd, wat Annie ook vorige jaren reeds deed. Het hoofd van Mientje en Chris school heeft vergunning gegeven, al is het nog lang geen grote vakantie. Ik weet echter niet of hiermee de zomervakantie van Mien en Chris al begonnen is; die zou dan wel heel lang worden. Wouter echter heeft van Spoelder geen vergunning gekregen om zaterdag met Ans mee te gaan naar Auby in het hartje van de Ardennen, waar Ans met 4 andere leerkrachten en 22 leerlingen a.s. zaterdag heentrekt. Het Kennemer lyceum heeft daar een kamphuis, waarin alle leerlingen om beurten voor eigen rekening onder toezicht van hun leraren een week kunnen vertoeven; ze hebben o.a. een autobus tot hun beschikking. Wat een prachtige instelling! Wouter gaat intussen bij Tom en To logeren.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te vertellen. Slechts nog dit, dat Corrie Fock haar man DR. Van Woerkom te Rotterdam heeft verloren. Bijzonderheden weet ik nog niet. Mr. Fock en zijn kinderen worden wel beproefd. Ze was zo’n lief eenvoudig meisje, die ik van haar geboorte af al ken, en blijft nu zo alléén achter, daar zij geen kinderen heeft.
Leef verder gelukkig, groet alle bekenden voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Tante Marie Scholten is verleden zaterdag vóór Pinksteren met goed gevolg de tweede borst weggenomen; zij gevoelt zich zo goed dat ze reeds dinsdag een handwerk vroeg om zich bezig te houden, en tante Marie Jutting is gisteren naar Zeeland getrokken om eerst te Middelburg bij mevr. Dorenbos te logeren en daarna te Domburg bij tante Ghijsen. Ze treft ’t niet met het weer.
Lieve vader, Wel bedankt voor uw brief van 5 mei. Wat grappig dat mevr. Foekes u heeft opgezocht. Waar de Toxen op het ogenblik uithangen, weet ik niet, vermoedelijk met vakantie ergens buiten Bandung.
Aanstaande zaterdag komen Nel en Kees Sylmans aan. Ik weet nog niet of ik naar Priok kan gaan om hen te helpen overschepen. Het is namelijk de laatste dag dat Dr. Dammerman hier is, want zondag gaat hij voor enige weken met vakantie en misschien is er nog wat af te spreken. Hoewel het spreken dan aan onze zijde zal zijn en hij er als gewoonlijk wel bij zwijgen zal!
Hoe is het met tante Marie Scholten? Is zij al weer geopereerd? De “twee Amsterdamse Juffers” heb ik zo goed als uit. Het is een aardige beschrijving van toestanden en gebruiken uit de tijd van Vondel, als roman heeft ’t niets om het lijf.
Ik zal spoedig aan de familie Appeldoorn schrijven, misschien hoor ik van Nel met de komende mail nog wat bijzonderheden. Weet u al dat Nel van de Leidse Vaart weggaat, omdat mevr. van den Broeck gaat hertrouwen? Dank voor de aardige foto van u op de stoep van Rustoord. Het lijkt best en u ziet er vergenoegt op uit!
Hebt u aardige pinksterdagen in Bussum doorgebracht? De kiekjes van de Bussummers met Wouter heb ik aan Marius gezonden met de mededeling, dat u ze terug wilde hebben. Wat is Wouter een grote meneer geworden, ik heb heus goed moeten turen, om te zien, of hij het werkelijk was!
Hiermee heb ik de nieuwtjes uit uw vorige brief, zowat alle beantwoord, en nu ga ik over tot de wederwaardigheden van deze zijde, dewelke niet wereldschokkend zijn deze week. Ik ben nog bezig met de verzamelde beesten uit Bantam, en met, wat veel moeilijker is, de reisrekening. Dat logeren in pasanggarans is alles behalve voordelig voor ons, omdat je er lang niet zoveel voor vergoed krijgt als in een hotel, en er haast evenveel moet betalen. Dat is het ergerlijke van het instituut reiswezen, dat ze in dit dure land alles zó krap berekenen, dat je er persé geld bij inschiet en dan nog een grote bek opzetten over snertbedragen waarop ze je kunnen beknibbelen.
Zaterdagavond was er groot diner bij de fam. Dammerman ter ere van de Verweys, die daar logeerden. Ans en Karel, Lieftinck, Bet en ik waren er te gast en hadden grote pret, misschien wel meer dan de eregasten, aan wie zoiets mondains als een groot diner met lekkere wijn helemaal niet besteed is. Ik vond het wel een beetje onbeleefd dat Jan persé geen wijn in zijn glas wilde, om mee te klinken, en om half 11 naar bed ging! Zijn vrouw is gelukkig verstandiger. Verder stond hij ieder ogenblik op, om naar de kinderen te gaan, als die riepen. Het zijn aardige meisjes, maar op dat punt volmaakt bedorven, daar ze bij iedere kik iemand bij zich verwachten. Dat zijn Jan’s al te grote deugden. Je kunt er maar mee sukkelen!
Ik zal u spoedig een kiekje van de kindertjes van der Meulen zenden, het is een aardig stel en goed gedresseerd. Mevr. v/d M is een dochter van een gewezen notaris Verner, die in de oorlog failliet is gegaan. Nu wonen haar ouders in de St. Annastichting te Nijmegen, een soort Rooms Pro Securitate. Ik heb het erg geschikt bij hen, ook al omdat ze zich zo weinig met mij bemoeien. Ik heb de heer des huizes nog nooit ontmoet! Naast de van der Meulens woont Mansveld (zoon van de Transvaler) en zijn onmogelijke aanstellerige vrouw, ook een Haarlems meisje, Kroeff. Atie Vorstman kon erg goed met haar opschieten, ik vind het een rare tante. Gelukkig zie ik ze zelden of nooit. Zeg het maar niet tegen Atie!
Nu dag, ik laat het hier weer eens bij. Hierbij nog een “boekwerk” voor Chris. Hartelijke groeten en veel liefs van Uw Tera
Lieve vader Dank u zeer voor uw brief van 13 mei met alle goede berichten. Ik zie de handdoeken met vreugde tegemoet, want ik hier heb , wordt aardig dun. Overigens heb ik niets nodig, mijn andere spullen houden zich best, hetgeen een compliment voor de baboe betekent.
Hierbij een kiekje van de kinderen van der Meulen, het is een aardig stel. Natuurlijk maken ze wel eens lawaai, vooral als er nog andere kinderen te spelen zijn, maar ze staan voorbeeldig onder dressuur. Tot de speelkameraadjes behoort ook een jongetje Mansveld, een erg ouwelijk kind voor 8 jaar, met een grote uilenbril, zodat ik het altoos het professortje noemde, voordat ik zijn eigenlijke naam wist.
Als Thijsse niets beters van me weet te vertellen, dan dat ik dikker ben geworden, dan kan hij wel z’n mond houden. Hij munt overigens niet uit in intelligente mededelingen over Indië, zie de levende natuur en het Handelsblad. Hij was zeker kwaad op me, omdat ik het werken hier niet zo prettig vind als in Amsterdam (wegens gebrek aan bibliotheek, collectie, wetenschappelijk contact en zo). Bij hem is nu eenmaal alles altijd 100% prachtig en heerlijk.
Overigens valt het met die dikte erg mee, en gaat op en af met het maken van bergtochten. Zondag waren Bet, Maus en ik naar Megamendoeng (een theeonderneming bij de Poentjak) Van half 9 tot half 1 hebben we in de regen gesjouwd, maar erg mooie dingen verzameld, bij twee zeer fraaie watervallen. Dat terrein smaakt naar meer, maar dan wel beter weer!
Ik ben niet meer naar Priok gegaan om Nel en Kees te zien. Wat is er voor strubbeling geweest in hun verlof? Pico vond zeker dat ze te ver van haar zaten, of misschien te veel in Heelsum waren.
De G.G. is nu voorgoed uit Buitenzorg weg. Het afscheid was kort en schmertzlos. De dochter wordt het meest betreurd, die bewoog zich hier vrij veel en was zeer bemind, het zoontje ook. De tocht naar de koraaleilanden van de G.G. met Verwey moet erg vermakelijk zijn geweest, maar alleen het zoontje is te water gegaan.
Ik zend u deze mail per zeepost fotoalbum no.3. Het is nog wel niet geheel vol, maar voor die open bladzijden zend ik dan later nog wel eens wat. OP enkele plaatsen zult u briefjes vinden met aanduidingen van kiekjes, die u reeds ontvangen hebt. Wilt u die maar inplakken, u hebt ze vermoedelijk nog wel bewaard. Verder zit er achterin een envelop met een losse kiek, een vergroting van de Bantam serie, namelijk de prauwenvloot van het Danau meer. U ziet, dat mijn rug goed uitkomt! In de andere boot zitten behalve de 2 roeiers Karel (met witte hoed) en Maus (met grijze hoed) Deze vergroting moet u maar niet inplakken. Het origineel komt in het volgende album met de rest van de Bantamfoto’s .
Marius komt nu 4 juli hier. We gaan dan de 5de naar Koeripan (u hebt al foto’s van die kalkbergjes), de 6de alles klaarmaken en de 7de naar Kandang Badak. Van Van Leeuwen heb ik permissie om in de plantentuin hut te overnachten, dat is prettig, want dan krijgen we bultzakken mee en behoeven dus niet op de kale en harde planken te slapen. De 8ste de Gedeh op de 9de de Pangerango, en naar huis. Wat er daarna gebeurt, is nog onzeker. Misschien een dag naar Kees en Paula Pilaar, of naar de Wijnkoopsbaai. Daarna gaat M. naar Weltevreden, ik denk naar tante Jans.
Hoe is het met alle familieleden en bekenden? Ik had maar een kleine mail deze week, alleen uw brief en ’s avonds nog een vliegpost van de Beaufort met allerlei opdrachten voor een kwansuize Amerikaan. Ik heb mijn belastingaanslag gekregen, moet dit jaar betalen (over inkomen 7498) f.375,55. Dat zal wel goed zijn, verleden jaar moest ik (over inkomen 7509) in 10 maanden betalen 305,67. Een lekker hapje!
Heel veel groeten bij Ans en op Rustoord, en erg veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 12 mei met allerlei (niet allerhande) was weer zeer welkom. De briefkaart met de residentiewoning te Kediri is niet mooi en erg doods. ER is zelfs geen kip op te zien, ofschoon toch de vogel ajam, althans vroeger, tot de huisdieren behoorde; ik hoop dat Marius eens in de gelegenheid zal zijn om een betere kiek te maken; toch ben ik blij dat ik deze bezit, daar niemand in de familie Bosch er ooit een had gezien. Tante Kitty, aan wie ik de briefkaart zond, herkende het huis niet – ze was 18 jaar oud toen grootpa Bosch Kediri verliet door overplaatsing naar Djokdja.
Aan je verzoek om enige contributies te betalen zal ik voldoen; nu ik je ANWB nummer weet, kan ik ook die bond tevreden stellen. Wat scheelt er toch met je tanden of kiezen, dat ge zo’n herhaalde behandeling moet ondergaan; ik dacht en hoopte dat ge nog al een goed en sterk gebit had.
Van de man van Dé Damme weet ik weinig meer dan dat zijn moeder te Soekaboeni woont en dat hij Duits blauw bloed in de aderen moet hebben. Welke maatschappelijke positie hij heeft, weet ik niet; misschien heeft Nel me dit wel eens verteld, maar dan is ’t me ontgaan.
Met genoegen las ik het vermakelijke verslag van de logeerpartij te Batavia; ik hoop dat ge je met Pinksteren in Bantam niet minder hebt vermaakt. En als je deze ontvangt, dan hebt ge waarschijnlijk Marius te gast; moge alles meewerken dat ge samen dan ook enige prettige dagen hebt!
Ik heb ’t maar stil, nu Ans en de kinderen weg zijn. Wel is Wouter hier, doch sedert zaterdag heb ik hem niet gezien, wat geen wonder is, omdat er op Zwanenburg zoveel voor hem te zien valt. Ook van Ans heb ik nog niets gehoord, daar de leiding van dat schoolreisje wel al haar tijd zal in beslagnemen. Verder ontbreken de dames Sloot en Gouderheyden, die thans nog te Ellerom logeren, maar overmorgen naar de Harz trekken. Ook op Rustoord zijn er enkelen afwezig o.a. tante Marie Scholten, die nog tot volledig herstel in het St. Elisabeth gasthuis ligt. De enige afleiding, die ik van buiten heb ondervonden, was verleden zondag een vriendelijk bezoek van oom Kobus en tante Christine, die verzochten je hartelijk voor hen te willen groeten. Andere vrienden of kennissen heb ik niet ontmoet.
Waarschijnlijk ga ik de laatste week van deze maand weer naar Bussum om dan bij Dicky en Chris te logeren. Daar gaat alles naar wens en verheugt men zich, dat Mary met 1 september a.s. is aangenomen als leerling-verpleegster in het Wilhelmina kinderziekenhuis te Utrecht. Uit Middelburg zijn de berichten niet zo gunstig: tante Marie, die op ’t ogenblik bij tante Nelly Ghijssen logeert, vond oom Chris nog al ziek, erg kortademig en zenuwachtig. Ook Ada en Jaap zijn thans met de kinderen te Domburg in een pension gelogeerd, daar vooral Ada, die thuis slechts gebrekkige hulp heeft, wat rust moet nemen; ze treffen ’t echter niet, daar het nog koud is. Met de kleuters gaat het daarentegen best; Aadje is een levendig kindje, dat al flink loopt en begint te praten, en Jan is een flinke dikke jongen, die gul is met zijn lachen.
Wees hiermee tevreden. ’t Is intussen woensdag 10 juni geworden. Morgen verwacht ik weer bericht van je per Sibajak. Groet allen, die naar me vragen, voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u hartelijk voor uw brief van 20 mei en voor het postpakketje met handdoeken en het ingesloten krabbeltje. De post heeft me deze week erg goed bedeeld, want behalve een schep brieven met de gewone mail verleden vrijdag, kwam maandags daarna Ans’ pakje met de mooie sokken en de foto van de kinderen en de brieven van Ans en Mieneke, en vandaag uw pakje.
Bierens de Haan stuurde me ook de foto van de jonge rinoceros. Het is een hele aanwinst voor Artis.
Ik hoop deze week wat te horen van de pinkstervreugde. Was het niet te druk voor u in huize Jutting te Bussum, met zoveel jeugd en een gastheer die kind met de kinderen is? O nu zie ik pas dat u bij Opa en Oma de Boer logeert! Is Chris gauw opgeknapt van zijn weggeknipte adenoïden. Had hij er te voren erg veel last van?
Ik ben weer onderhanden van de tandensmid. Hij heeft eerst wat zitten morrelen aan een kies, die al sedert 1910 telkens gevuld en verschoond wordt, en maakte er nu voor de veiligheid een röntgenfoto van. Toen kwam hij tot de conclusie, dat hij het ding beter kon trekken, omdat de kies “zwom in de etter”, smakelijk ! Nu is hij er uit, maar het gat met viezigheid wordt nog na behandeld, hetgeen veel vervelender is dan de hele trekkerij. Op ’t ogenblik zit er een reep gaas met perubalsem in, met gevolg, dat alles naar deze obat smaakt: thee, vis, brood, kaas alles met perubalsem. ’t Zal nu wel gauw over zijn, Buyn is een keurig handig mannetje.
Doordat ik nu telkens in Batavia ben, ga ik er ook vaak rondneuzen, o.a. vandaag met Bet in Chinese tokootjes in de benedenstad. JE kunt er aller gezelligst aardewerk krijgen, wel erg grof, maar dan ook spotgoedkoop. Bet kocht er van allerlei voor Holland, ze is al zowat aan het oppakken.
Van de postspaarbank kreeg ik over het afgelopen jaar 11,30 rente, dat is alweer een bofje. Er staat nu ruim 2550,- dus nogal een achterdeurtje, en dat wordt nog wel beter.
Als de Sleenen teruggaan, nemen ze vast een kist met boeken voor mij mee, die ik hier niet meer nodig heb. Ik laat nu die onmogelijk grote kisten die Mijer eind 1929 maakte in tweeën zagen. Aan de Beaufort vroeg ik, of deze boeken weer in het zoölogisch museum mochten bewaard worden. Hij zal er wel geen bezwaar tegen hebben, maar anders moet Sleen er met u maar over komen bedisselen. ’t Is erg prettig dat hij het doen wil, hij heeft natuurlijk haast geen bagage en een hele ruimte ongebruikt. En als ik volgend jaar nog via Calcutta reis krijg ik natuurlijk geen vrije ruimbagage rechtstreeks Java-Amsterdam, terwijl het me ook tamelijk overdreven lijkt om eerst alles mee te nemen naar Calcutta en daarna dan naar Holland.
Tante Kitty schreef me, dat Dolf zo onder de malaise lijdt en zelfs zijn huis moet verhuren. Waar blijft hij dan zelf? ’t Is erg beroerd voor hem.
Zondag maakten we een grote tocht naar een mooi meertje op de Gedeh helling, dicht bij Soekaboeni. We waren met Ans en Karel, Bet, Keesje, Maus en ik en hebben de hele dag gevist en verzameld. Het was een zeer geslaagde dag, ondanks dat Ans vrij hardhandig van een bruggetje 4 m. diep in een kali rolde op de stenen en Keesje een ravijn afroestte. Hij stak gelukkig zijn armen uit en bleef in de struiken hangen, maar anders had hij 30 m. loodrecht “diepgang” gemaakt, en ’t staat te bezien hoe hij er dan was afgekomen.
Nu dag, ik laat het hier maar weer eens bij. Wilt u Ans heel hartelijk bedanken voor haar zending. Volgende week schrijf ik haar zelf. Met veel groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 18 mei bereikte ons reeds op 11 juni en overmorgen hoop ik er weer een te krijgen; of zal deze door de tocht naar Bantam in de pen zijn gebleven? Dan verwacht ik met de volgende mail een dubbel gezellige brief. Dank ook voor het kiekje van je woning; ik houd me echter voor een scherper foto zeer aanbevolen; de kinderen Verwey zien er lang niet zo aardig uit als Carolientje.
Van de tegenspoed met moeders horloge begrijp ik niets; moeder kreeg het op haar 18de verjaardag en heeft het zowel in Indië als hier steeds gedragen zonder enige belangrijke storing. Het is afkomstig van een der beste Zwitserse fabrieken; ik hoop dat men het hier weer bruikbaar kan maken.
Volgens je oordeel over de nieuwe G.G. doet ge reeds mee aan politiek; in mijn tijd bemoeide men zich daar niet mee en was iedereen tevreden, en thans? De nieuwe G.G. is waarschijnlijk een zoon van de toenmalige raadsheer in ’t gerechtshof van Zeeland Mr. Caspar de Jonge, die gewoond heeft in het huis van Huib Ghijsen, op de Burg naast de Botermarkt.
Hier is de afgelopen week niets van belang voorgevallen; door de afwezigheid van Ans en de jongste twee kleinkinderen had ik ’t stil; Wouter is me driemaal komen opzoeken en één keer ook Truus de Coningh met Annetje en Truusje, die begreep dat ik door het gemis van de kleinkinderen wel eens een paar vriendinnetjes zou willen zien. Een aardige bedoeling!
Verder heb ik wat meer brieven geschreven en bezoeken gebracht, ook nog naar aanleiding van mijn verjaardag, waarvan de briefschuld nog niet voldaan is. O.a. bezocht ik mevr. Boerlage op haar 78ste verjaardag en mevr. Kluppel. Mevr. Boerlage was weer wat doof, maar overigens gezond, en ik trof ’t dat er geen ander bezoek kwam, daar de meesten, vrezende haar te zullen vermoeien, schriftelijk van hun belangstelling hadden doen blijken. Slechts waren er haar broer en zuster de Hoop Scheffer en mej. Anna Boerlage. Mevr. Kluppel daarentegen was nogal vervelend over al haar kwalen, waarom de dokter haar had afgeraden om naar buiten te gaan; ze was echter zeer blij met de brief, die zij van je had gekregen, waarvoor ik je voor haar moet bedanken, zo ook voor Marie Schoo.
Zaterdagavond is Ans met haar leerlingen zonder ongelukken uit de Ardennen terug gekomen; ze telefoneerde me dit even en ging toen door naar Wijk aan Zee naar de kinderen, met wie ze zondag weer thuis kwam om maandag weer schoolwaarts te gaan. Ans is zeer voldaan over haar tocht, die goed is afgelopen, en ziet er goed uit, evenals de kinderen. Ans had over ’t algemeen goed weer gehad, de kinderen slechts een paar dagen.
Zo-even is tante Marie Scholten weer thuis gekomen, na ruim 3 weken in het ziekenhuis te hebben gelegen. De verdere heling kan hier plaats hebben. De toestand van oom Chris echter is niet gunstig; door het slecht functioneren van hart en nieren gaat hij zichtbaar achteruit; tante Marie is op ’t ogenblik bij hem, maar wenst gaarne a.s. maandag 22 juni weer te vertrekken.
Mijn zomerplannen zijn nog verre van vast. Zoals ik je, naar ik meen, reeds heb geschreven, zou ik de laatste week van deze maand naar Bussum gaan, doch Chris heeft dan nog examens af te nemen, zodat ze me liever begin juli bij zich zullen zien. Ook door de toestand van oom Chris kan ik moeilijk plannen maken.
A.s. zondag ontvangt de fam. Damme-Arntzenius ter ere van het huwelijk van hun zoon met Elly Leegstra; ik denk er heen te gaan en dan tevens nog andere bezoeken te A’dam af te leggen, o.a. bij Wout en Li Hendriks, waarbij ik Nel Schoo heb voorgesteld me te willen geleiden.
Anders geen nieuws! Overmorgen verheugen we ons met de jarige Chris een blijde dag te zullen hebben .
Groet alle bekenden voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u hartelijk voor uw brief van 27 mei uit Bussum met de verhalen van de gezellige pinkstervakantie. Wat leuk, dat u zo hebt genoten en zulk prachtig weer had. Ook van Ans kwamen enthousiaste beschrijvingen van haar en de kinderen vakantiedagen.
Met deze mail kwam ook het pak, waarin het 3de Zuiderzee-album. Wat ziet dat er troosteloos uit, die nieuwe terreinen. IK ben er erg blij mee, alsook met de zaterdagavondnummers van het Handelsblad.
Ik ontving een aankondiging van het huwelijk van Margreet de Bussy met die roomse jongen Schölvinck. Het werd ingezegend in de parochiekerk van de H. Nicolaas te Baarn. Doet u dit niet aan een bekend kinderfeest denken? Ik denk dat er in vader Bussy’s flikkeroogjes wel eens een ondeugende tinteling is opgegaan. Al betreuren zij dit roomse huwelijk van hun oudste dochter wel zeer.
Is Jet Schiefendecker met die Indië vlieger verloofd? Gelukkig dat hij zijn vliegkapje dan maar aan de kapstok heeft gehangen.
Ik weet niets van een Dr. Ferwerda aan de plantentuin. Ik ken alleen de administrateur Ferwerda van de Pondok- Gedeh landen, maar die is geen botanicus en heeft evenmin iets met de tuin te maken.
Hoe is het met tante Marie Scholten, mag ze alweer thuiskomen? Tante Jans, die ik laatst trachtte op te zoeken, was naar Tjisoeroepan, dat lijkt me een goed teken.
Mijn kakement is weer in orde. Na enige dagen overheerlijke perubalsem te hebben geproefd, werd dit verwisseld voor niet minder verrukkelijke Jodoform (?BVBJ) en tot slot door jodium, zodat het wel geducht ontsmet is. Nu groeit het gat vanzelf dicht en ik moet nog een beetje met waterstofperoxide spoelen, maar ik behoef niet meer terug te komen.
Hierbij een kiekje van de tocht naar Sitoe Hiang op 14 juni. U moet het maar niet inplakken, ik laat er een plaatsje voor open in het album waaraan ik thans bezig ben.
Een der boekenkisten is gehalveerd. Nu pak ik ½ vol en geef die aan Sleen mee. Het pakken gaat langzaam want ik doe er telkens verse kalk in om de boeken zo droog mogelijk af te leveren, daar ik bang ben anders volgend jaar een schimmelpartij te vinden.
Omtrent de plannen van Betje is alle zekerheid weer ver te zoeken. Eigenlijk zou ze a.s. maandag (29 juni) afvaren, maar nu heeft ze opeens kans gekregen op een klein baantje aan de geneeskundige hogeschool in Batavia. Ik ben benieuwd wat er van komt, het lijkt me intussen een erg onplezierig gevoel om minder dan 7 dagen voor je vertrek nog niet te weten, of je nu gaat of niet! Als ze hier blijft, krijgt u voorlopig moeders horloge ook niet. Dan zal ik een volgende gelegenheid moeten afwachten, want sturen geeft zo’n soesa met aantekenen en waarde opgeven.
De laatste tijd zit ik veel te snuffelen in oude jaargangen van het natuurkundig tijdschrift van Ned. Indië en omstreeks 1900 vind ik daarin veel bekende namen zoals de heren Stok en Muller als voorzitters (v/d nat. Vereniging), oom Louis, oom Houtzager, Men. Bom, en Lagerwey als leden. Ook is jarenlang een zekere heer Berman penningmeester geweest. Is dat de vader van Willy Berman, later in Nijmegen? U bent blijkbaar nooit lid geweest.
René Verheyen woont in een kast van een huis op het Koningsplein. En pas is Willen Feuilletau de Bruijn lid van de volksraad geworden. Zo zijn hier nog vrij wat bekende namen.
Nu dag, ik laat het hier weer eens bij. Hartelijke groeten ook voor bekenden op Rustoord en heel veel liefs van Tera.
Lieve Tera, zeer veel dank voor je brief van 29 mei, waarop ik niet had gerekend, maar die me toch, dankzij de luchtpost naar Medan, op tijd nl. donderdag bereikte. Al is de oogst voor de wetenschap in het Bantamse nieet groot geweest, ge hebt weer een belangrijk stuk van Java gezien, dat met Bangoewangi het minst gecultiveerd is en waarvan een gedeelte zelfs nog door Hindoe’s, Badoewi’s, wordt bewoond. De bevolking is er over ’t algemeen ook nog al fanatiek. Te begrijpen is je spijt, dat je niet eens een krokodil in vrijheid hebt gezien, doch daaraan is doorgaans niets anders te zien dan in Artis, daar ze aan de kust meestal liggen te slapen of doen alsof en slechts gevaarlijk zijn in het water. Wees maar blij, dat je geen ander avontuur hebt beleefd dan die boottocht op de Rawah Danoe, doodstil zittend gedurende een paar uur op een heel smal plankje in een uitgeholde boomstam.
‘k Vind het prettig dat ge voor het tientje, dat ik je heb gegeven, reeds iets naar je smaak hebt gevonden en hoop dat je die broche met plezier zult dragen.
Voor mijn doen heb ik sedert mijn vorige brief nog al wat afwisseling beleefd. Vrijdag heb ik weer eens een partijtje gemaakt bij de fam. Holstijn, die als altijd zeer veel belang in je stelt, en zaterdag en zondag ben ik te A’dam geweest: zaterdag om het bruidspaar Damme jr. met Elly Leegstra geluk te wensen en zondag om met Nel Schoo het koffiemaal te gebruiken bij Wout en Li Hendriks en daarna een bezoek te brengen aan mevrouw Jeanne Stork-Engelberts, die thans te A’dam woont. Nu de Amsterdamse Dammes – Rien is intussen directeur van werkspoor te A’dam geworden – een paar maal hebben getoond te willen toenaderen, meende ik, wel vermoedende dat ik de enige vertegenwoordiger der Juttings zou zijn, naar die receptie te moeten gaan, hetgeen blijkbaar zeer is gewaardeerd, ook door Emy. Het bruidje zag er allerliefst uit en vormde met haar bruidsmeisjes, allen keurig gekleed, een aardige groep. ‘k Had ook hoop tevens enige andere Dammes te zullen ontmoeten, doch slechts Cor uit Heerlen werd verwacht en deze bleef zo lang weg, dat ik niet langer kon wachten, wilde ik mijn tram niet missen. Chris en Fie zouden heden bij het huwelijk tegenwoordig zijn. Echter had ik er andere aardige ontmoetingen, o.a. met prof. Went, wiens secretaresse Elly is geweest en die uit Utrecht was overgekomen. Voor de zondag had ik Nel Schoo gevraagd om me te willen geleiden bij mijn verschillende bezoeken, die zich door de uitnodiging der Hendriksen om daar te komen koffiedrinken zich slechts tot twee hebben bepaald. Het gehele gezin was compleet + Prinsen Geerligs en gezond, zodat we er een allergezelligst koffiemaal gebruikten. Ook de ontvangst door mevr. Stork was zoals we maar konden wensen; zij woont nog maar kort in A’dam; te Baarn kon ze het, nu al haar kinderen getrouwd zijn, alléén niet langer uithouden. Nel heeft uitstekend voor me gezorgd en me gevraagd je te willen zeggen, dat ze te weinig tijd heeft om je een behoorlijke brief te schrijven, zodat ge moet wachten totdat ze half juli met vakantie te Saanen zit. Intussen mag ik je melden, dat zij een ander vak zeer naar haar zin heeft gevonden en dat ze zeer waarschijnlijk zal worden benoemd tot lerares in handenarbeid aan de meisjes HBS te A’dam, waardoor ze dan aan 3 scholen les zal hebben gegeven.
Van hier kan ik je ook niet anders dan goeds meedelen. Vanmiddag (woensdag is er bij Ans kinderpartij ter ere van Chrisje’s verjaring. Je pak met verrassingen kwam juist op tijd; er was algemene blijdschap vooral om de puzzels, die leuke kat, waarvan alle lichaamsdelen beweegbaar zijn enz.
De toestand van oom Chris is, volgens bericht van tante Marie, die thans in Den Haag bij de fam. Pouwelsen logeert, wat gunstiger, doch blijft zorgelijk. Daarom denk ik er over om begin juli, als Chris te Vlissingen examen moet afnemen, met hem mee te gaan om oom Chris nog eens te zien, en ook met hem terug te keren om die vervelende lange reis niet alleen te behoeven te doen.
We hebben thans eindelijk zomerweer, maar er dreigt elke dag onweer, zodat het weer nog niet vast is. Hebt ge al eens een Buitenzorgse onweer meegemaakt, dat tussen de bergen blijft hangen en dan zo hevig kan zijn, dat men er bang van zou worden.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te schrijven. Groet alle bekenden voor me en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Wel bedankt voor uw brief van 2 juni met al die uitvoerige verhalen over de prettige pinksterdagen en het diverse familienieuws.
De huwelijksmisere van Dolf is wel erg verdrietig, maar lag al van meet af aan in de aard van de zaak. Ik geloof dat tante Kitty er zelf ook nooit veel fiducie in heeft gehad.
Tot een bezoekje aan Dé Westhoff ben ik nog steeds niet gekomen. Misschien in september vanuit Bandung. Er is dan namelijk een natuurwetenschappelijk congres daar en ’t lijkt me wel aardig om dat eens bij te wonen, vooral omdat ik bij Toxopeus kan logeren. Tox was de afgelopen week hier en inviteerde Lieftinck en mij bij hun. Dat is verbazend aardig.
Ik zou ook het liefst hebben, dat Dé W. zelf eens voor de dag kwam met een voorstel tot een bezoekje, want ik vind het nogal onbescheiden om mezelf daar zomaar te gaan inviteren.
Dank voor de bemoeienis in het jubileum van vogelenpiet (van Tienhoven). We zijn hier op het ogenblik erg onder de indruk van de brand op de Nederlandse afdeling van de Parijse tentoonstelling. Het is te hopen, dat de schade wat meevalt, maar de berichten zien er somber uit.
Hierbij een kiekje van de tocht naar de Koeripan. De familie Middelaer is meer dan vriendelijk voor me, misschien omdat ik die kinderen zo nu en dan eens voorthelp met hun zoölogische liefhebberijen.
Vader Middelaer is van plan, u in Haarlem een bezoekje te komen doen. Hij ziet er gek ui, dik, bleek, paffig met een dom gezicht met schelvisogen. Aardige beschrijving, niet? Maar dom is hij lang niet en de dikte zal in Holland, er ook wel wat afgaan. Ik geloof dat hij een werkzaam aandeel heeft gehad om mij dit jaar f.50,- per maand meer te bezorgen, maar dat zou ik niet kunnen bewijzen.
De afgelopen week was vol emoties over de zaak van Bet. Zij kon het baantje aan de geneesk. Hogeschool krijgen, maar was zo stom, om het te weigeren. En had er natuurlijk meteen het land over.
Toen is ze hier door iedereen zó uitgescholden en tenslotte door haar rasgenoot Leefmans bepraat, zodat ze het te elfder ure weer aannam. Van een wispelturigheid die niet aardig meer was. Ik kan me begrijpen, dat mannen in zo’n geval minachtend zeggen: echt vrouwenwerk! Maar in ieder geval blijft ze nu, hoefde zelfs aan de Lloyd geen schadevergoeding te betalen voor de verpaste passage. Toen Bet hierover haar verrassing te kennen gaf, op het bureau van de Lloyd, zei de meneer daar: Wat denkt u wel, wij zijn geen Arabieren! (Wat een slimme vent, niet? Dat hij geen “joden” zei!)
Nu gaat ze deze dagen zich in Batavia vestigen. Zaterdagavond was er een grote fuif bij van Leeuwen ter harer ere. We hadden als agrementje allerlei hoofdstukken gemaakt uit een fictief boek, over Indië dat quasi door Bet geschreven was. Dit had veel succes.
Diezelfde dag was ik om 6 uur met Tox en Maus naar de Wijnkoopbaai geweest voor een excursie in Tox autootje. We waren ’s avonds om 6 uur thuis, toen vond ik de mail en kreeg nog bezoek! Moest voor de voorstelling bij van Leeuwen nog wat klaarmaken en me vermommen alsmede eten, zodat het een welbestede dag was.
Zondag waren Tox en Maus weer op tocht met een hele kluit entomologen. Ikke bleef thuis, had zo’n hoop te doen. Ze kwamen eerst om half 4 eten, toen kwam er om 6 uur weer allerlei bezoek en ’s avonds was er grote koempoelan bij de Boedijns, omdat Karel jarig was.
Nu is het weer kalm tot a.s. vrijdag. Dan houdt Sleen hier een lezing en daarna zouden we ook nog een of andere instuif hebben, misschien bij de resident, waar hij, geloof ik, logeert.
Zaterdag is er afscheidsfuif bij Van Leeuwen voor de Verweys. Om 11 uur ’s avonds knijp ik er dan uit om Marius op te halen.
’t Is merkwaardig, zoals alles samen treft, maar ’t is heel gezellig! Deze mail kreeg ik een gezellige lange brief van Atie Vorstman en van Marie Schoo. De laatste zond een foto van oom en haar met hun pleegkinderen op sleetjes in de dikke sneeuw, brrr wat een afschuwelijk gezicht.
Nel Sylmans schreef, dat ze weer geheel op dreef was in Pasoeroean, maar veel stond er niet in die brief. Morgen gaat er weer een mandje met vruchten naar Paula. Ik ben benieuwd, hoe die het maakt, ze zag er een half jaar geleden ellendig slecht uit, maar sedert heb ik niets meer van hen gehoord of gezien. Mogelijk ga ik er met Marius een dag naar toe.
Nu laat ik het hier weer eens bij. Heeft Ans genoten in de Ardennen en hoe maken de Wijk aan zeeers het. ’t Is jammer voor Wouter dat hij niet mee kon, maar ik kan me Spoelders mening volkomen begrijpen. Ik wou maar dat de Middelaers hun zoon Frits onder Spoelders regime stelden in plaats van onder De Vletter. ’t Is een erg aardige jongen, maar geen leerhoofd.
Hartelijke groeten voor alle bekenden en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 2 juni was weer zeer welkom, hij kwam eerst zaterdagavond, maar morgen verwacht ik er weer een. Sedert mijn vorige brief hebben alle vriendinnen me weer eens opgezocht: eerst Nel Appeldoorn, die nog eens kwam groeten voordat de zomervakantie begint; van het trouwplan van mevr. v/d Broek had ik reeds gehoord, Nel Appeldoorn gaat nu wonen in de Jordensstraat 4, een paar huizen van de apotheek Klinkhamer, bij mevr. Wiersma geb. de Monchy, bij wie ze ook wat huiselijk verkeer zal hebben, wat goed kan zijn, daar de namen Wiersma en de Monchy van goed klinkende Rotterdamse families zijn; verder Atie Vorstman en Ada ten Broecke, die echter weinig nieuws te vertellen hadden.
Met tante Marie Scholten blijft het naar omstandigheden goed gaan; ze voelt zich nog zwak, maar werkt weinig mee om dit te overwinnen, door maar op haar kamer die op het noorden ligt, te blijven…. Stof afnemen, in plaats van buiten eens in het zonnetje te zitten, dat tegenwoordig zeer mild is. Bij Brandien is Wil weer thuis gekomen met ontslag uit het Wilh. Gasthuis te A’dam, omdat ze daar moeilijkheden had gehad met zusters, die boven haar stonden; Wil werkt thans in het St. Elisabeth Gasthuis hier, waarschijnlijk door tussenkomst van Wouw, die tot buurman heeft Dr. Kersbergen, de directeur geneesheer.
Het spijt me dat de “Twee Amsterdamse Joffers” je niet meegevallen is; het wordt hier algemeen geprezen, ook door mensen van smaak, die met Amsterdamse toestanden bekend zijn.
In mijn laatste brief heb ik je, meen ik, gemeld dat had afgezien van mijn plan om met Chris, die te Vlissingen aan de De Ruijterschool examen moest afnemen, mee te tuffen naar Middelburg, omdat ik met Dr. Merens bang was dat die tocht te vermoeiend voor me zou wezen; nu ga ik echter waarschijnlijk a.s. dinsdag weer een week te Bussum doorbrengen bij Chris en Dicky.
Gisteren is zus Hoog van Zwanenburg getrouwd met de Ir. Dingemans, die zich te Heemstede als architect heeft gevestigd. Zondag ben ik er op de ontvangdag geweest; ze was een aardig bruidje, vriendelijk als altijd. En a.s. zondag ga ik Jet Schiefendecker als bruid begroeten; dit huwelijk lijkt me minder sympathiek en heeft m.i. minder waarborg van een goed huwelijk te zijn; ik meen je reeds gemeld te hebben dat ze naar Las Palmas trekken, waar schoonvader Schiefendecker een baantje voor hem heeft gevonden, welk weet ik nog niet.
Overigens kan ik je van hier geen nieuws meedelen. Bep Conradi zal in de gemeenteraad de taak van Marie van Berlekom op zich nemen; hierbij haar portret en biografie; ze ziet er welgedaan uit en moet ook nog al omvangrijk zijn; ze heeft echter geen kinderen.
Bij Ans gaat alles naar wen en heerst reeds enige vakantiestemming; de kinderen zullen wel overgaan, slechts van Wouter staat het nog niet vast, in welk geval we gezamenlijk naar Artis gaan.
Wees hiermee tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Het is nog wel 2 dagen vóór de mail sluit, maar de laatste en de toekomende dagen zijn zó druk dat ik maar vast begin op een rustige zondagnamiddag. Wel bedankt voor uw brief van 9 juni met bijlagen. Ik zend u hier nog wat lekkers om te betalen, een aflevering van de fauna van Nederland, die mij hoegenaamd niet interesseert.
Het was weer een gezellige mail dit keer, maar ik moest hem in een hol lezen, want die dag hadden we eerst al veel bezoek in het museum gehad en daardoor laat gegeten. Vervolgens moest ik wat sandwiches maken voor Marius, die ’s avonds laat aan zou komen. Toen naar de Dammermannen, waar de baas verjaarde, toen naar huis om me te verkleden, toen naar van Leeuwen voor een afscheidsdiner ter ere van Verwey. Om half 11 kneep ik er daar tussen uit om Marius af te halen en bij Lieftinck te installeren. Hij zier er goed uit, was alleen erg vuil en een beetje verreisd.
Vandaag maakten we een tocht over de Vogelberg in Tjampea, waar al die grotten met vleermuizen en salanganen zijn. Het was gelukkig mooi weer , wat heel bijzonder is, daar de droge tijd met veel regen wordt opgeluisterd.
Vrijdag j.l. hield Sleen hier een lezing, ik ben er heen geweest, al had ik er niet veel trek in. Verder was er geen een van de biologen, dat noem ik ‘duidelijk’. Ik geloof dat hij het wel een beetje gemerkt heeft, maar zowel zijn beunhazerij als zijn onbescheidenheid maken hem niet bemind. Het is zo jammer dat hij de capaciteiten, die hij ongetwijfeld bezit, in zo’n onplezierige richting aanwendt. Toos zag er heel aardig en knap uit, zij is een best mens.
6 juli
Gisteravond heb ik nog met Marius, Lieftinck en de Boedijns bij de Chinees gegeten, heel gezellig!
En vandaag een hoop zaakjes opgeknapt en alles bij elkaar getoverd voor de reis naar de Gedeh. Er komt altoos nog zo’n boel aan te pas, maar ik geloof, dat ik nu toch niets vergeten heb. En nu ga ik maar gauw slapen, het is al zo laat. De volgende week weer wat meer. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 9 juni met de kiekjes van de kinderen van der Meulen was weer zeer welkom, behalve Jan lijken ze maar tere kinderen, doch de kiek is waarschijnlijk niet op een gunstig ogenblik genomen, daar de achtergrond zo donker is. Nu houd ik me nog aanbevolen voor een foto van je paviljoen, die beter uitgevallen is dan de vorige, en van je baboe, van wie je me ook eens een portret beloofd hebt. Gelukkig, dat het viertal v/d Meulen goed gedresseerd is, zodat ge er weinig of geen last van hebt; je hebt ’t in je nieuwe woning goed getroffen.
Thans is Marius je gast en logeert ge waarschijnlijk te Kandang Badak om morgen naar de top van de Gedeh te klimmen enz. ‘k Hoop dat het weer jullie gunstig is en dat ge samen enige prettige dagen hebt. Zeer verlang ik natuurlijk naar een beschrijving ervan. Ik gun Marius dit uitstapje van harte, maar begrijp niet, waarvan hij het bekostigd, daar hij van zijn bescheiden salaris in de laatste tijd elke maand f25,- naar huis zendt. Zou hij met zijn foto’s zoveel verdienen? Ik heb er wel eens over gedacht om hem jaarlijks een sommetje te zenden om daarvan zijn verlof elders te kunnen doorbrengen, maar ben hiertoe nog niet overgegaan uit vrees dat hij mocht denken, dat wij, nu de financiële toekomst vrij helder is, het thans ruim hebben. Welke indruk hebt gij van Marius financiële omstandigheden gekregen? Wel ben ik bezig om voor hem een potje te maken om daaruit te putten in geval van ziekte of een andere buitengewone omstandigheid; want ook in zo’n geval heeft hij van huis weinig of geen steun te verwachten. Van dat potje moet ge Marius maar niets vertellen; anders mocht hij zich hiervan eens te veel voorstellen of er teveel op vertrouwen. In één woord, ik verlang er zeer naar te vernemen, welke indruk Marius deze keer op je heeft gemaakt, naar ik hoop een betere, dan ge vorig jaar in Soerabaja van hem hebt gekregen. Ook verlang ik naar het fotoalbum no. 3; de ontvangen instructies zal ik behoorlijk opvolgen. Als contraprestatie zult gij per zeepost ontvangen twee nummers van de Amsterdamse Gids met enige krantenuitknipsels.
Van hier kan ik je niets dan goeds melden: door de a.s. zomervakantie heeft Ans ’t minder druk met lesgeven; wel moet ze nog dikwijls naar school, maar voor minder inspannend werk. Het schooljaar van het Kennemer Lyceum is financieel zo gunstig geweest dat iedere leerkracht een extraatje heeft gekregen, ook Ans in de vorm van een maand salaris. Dit wijst er wel op dat Ans voor de volgende cursus wel weer ingehuurd zal worden. Doch het i nog de vraag of ze dan het zelfde salaris zal krijgen, daar de rijksinspecteur meent, dat het onderwijs, dat Ans aan het Kennemer Instituut voor Hoofdelijk Onderwijs (K.I.H.O) geeft, niet tot het middelbaar onderwijs kan gerekend worden.
Ook met de kinderen gaat het goed, zo ook met de vrienden King. Ook op Rustoord is niets bijzonders; tante Marie Scholten houdt nog haar kamer, maar is tevreden over haar toestand. Van de overige familieleden weet ik ook niets anders dan goeds. Tante Kitty schrijf dat ze nu met Do en Dolf gezellig samenwoont en dat ze, als kranige overgrootmoeder, een mooie leuke briefkaart van je had ontvangen. Meer heb ik op ‘togenblik niet te schrijven. Ontvang daarom tot slot een hartelijke zoen van Vader
Overmorgen (donderdag) verwacht ik weer een brief van je per Baloeran. Verleden zondag was ik op receptie bij Jet Schieferdecker, waar ik veel oude Indische kennissen ontmoette, als mevr. Berkhout en 5 stuks Du Bosch (?VBJ) het leek wel klein Jeruzalem. Van bruid en bruidegom niets bijzonders.
Lieve Tera, dank weer voor je brief van 16 juni, die, gelukkig, weer goede berichten bracht. Soms toch ben ik wel eens angstig voor de avontuurlijke tochten, die ge maakt, als die naar het meertje op de Gedeh helling, waarop mevr. Boedijn en van Steenis zulk een lelijke val hebben gedaan. Een paar dagen geleden heb ik zelfs gedroomd, dat een dergelijk ongeluk ook jou was overkomen, en wel met noodlottig gevolg. Ik had toen je derde album overeenkomstig je instructies aangevuld, waardoor waarschijnlijk mijn hersens teveel bezig waren geweest met de zware tochten, die ge pas met Marius hebt gemaakt. ‘k Hoop dat die goed zijn afgelopen. En tevens dat, terwijl ge tot nu toe van die tochten goed zijt afgekomen, dit je niet overmoedig maakt, waarvoor ge op dit gebied wel aanleg hebt. Ik zal je och gaarne heelhuids terugzien.
Heb ik je ook wel eens gewezen op het gevaar, dat er bestaat, dat ge van moeder de vatbaarheid voor Indische spruw kunt hebben geërfd. Waak ook hiertegen, door b.v. alle sterk eten, als bij tante Jans te vermijden; anders zou gedurende je verder leven je verdriet hiervan wel eens niet te overzien kunnen zijn.
Van je albums heb ik vooral vandaag genoten met mevr. Berkhout, die met Jeanne mijn gast was om samen de trouwerij van Jet Schieferdecker bij tee wonen. Haar huwelijk werd ingezegend in het gebouw van de Prot. Bond te Bloemendaal door een jeugdvriend van haar man; morgen reeds vertrekken ze naar Las Palmas; er was veel belangstelling. ’t Was heerlijk om met mevr. B. aan de hand van je foto’s eens over Java te reizen, waarvan zij ook Buitenzorg en een deel van de Preanger goed kent; ook Jeanne had voor de flora enig ook. In je laatste album had ik enige foto’s als die van de Pangerango girls, liever niet gezien. Neem je in acht dat de publieke opinie, dat biologen iets bijzonders hebben in hun kleding enz., niet op je toepasselijk is-blijf vrouwelijk! En vermijd ook taalfouten, waarop ge anders, gelukkig zo streng zijt., als, na Den rijsttafel bij de Boedijns. Had die fuif in hun nieuwe woning plaats?
Terwijl mevr. Berkhout bij me zat plaatjes te kijken, kwam ook Ans met Wouter en Mientje met het blijde bericht dat Mientje en Chrisje waren overgegaan en Mientje heeft al een zeer mooi rapport. Chrisje was niet meegekomen omdat hij zich niet wel gevoelde; dat wegnemen van de amandelen heeft nog niet het gewenste gevolg, daar hij nog dikwijls onwel is en verkouden. In den beginnen dacht Chris ook dat nachtelijk gebrek te hebben overwonnen, ook dit is, helaas!, teruggekeerd. Al is Wouter slechts voorwaardelijk (herexamen wiskunde) overgegaan, zoals we wel vreesden, toch gaan we morgen naar Artis; ’t is te hopen dat Chrisje zich dan beter gevoelt. Die tocht kan toch moeilijk worden uitgesteld, daar ik vrijdag weer voor een week naar Bussum ga en Ans zaterdag met de kinderen naar Nijmegen, van waar Wouter gaat kamperen te Leersum en Ans na enige dagen naar Wijk a Zee. Het weer is vrij gunstig; we hebben echter nogal onweer, wat het weer onzeker maakt. Wouter is stil, onder de indruk van de tegenvaller van zijn voorwaardelijke overgang.
Ge vindt hierbij, behalve enige Verkadeplaatjes, het petionnement voor internationale ontwapening, waarvan ge zeker al hebt gelezen, die uitgaat van de Ned. Dagbladpers en zelfs buiten onze grenzen zeer veel sympathie vindt. Als ge aan een dergelijke actie in Indië nog niet heb meegedaan, wil dit dan met nog 3 anderen tekenen en me dadelijk terugzenden.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te schrijven. ‘k Hoop dat ge bij ontvangst van die walgelijke smaak van perubalsem bevrijd zijt en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u zeer voor uw brief van 16 juni, dewelke al reeds bijna een week in mijn bezit. De versnelde boot- en maildienst maakt, dat de post er vroeger is, en dat is natuurlijk heel prettig, maar nu moest er ook nog wat op gevonden kunnen worden, dat je dan spoediger kan antwoorden.
Nu Bet te elfder ure hier gebleven is, kan ik u het horloge ook nog niet sturen, daar zal ik dan een volgende gelegenheid voor moeten afwachten.
Hierbij een prentje van de familie Middelaer bij hun vertrek. Op de voorgrond van links naar rechts: Anneke, mevr., mijnh. en Betty. Achter Anneke staat Dr. Bernard, directeur van Landbouw, Frits staat er niet op, die geloofde het zeker wel. Verder een kiekje van mijn villa en van mijn baboe. Deze dagen heb ik ook weer een nieuwe pas aangeschaft, vervelend werk is dat, je moet op dat residentiekantoor altijd zo eeuwig wachten.
Van Lissone (reisbureau VBJ) heb ik bericht over prijzen en tijdsduur van de reis via Calcutta. Beide vallen wel mee, nu zal in bescheidenlijk bij Prashad informeren, of hij me alsnog hebben kan.
Met Marius was ik dinsdag, woensdag en donderdag naar de Gedeh en omgeving. We troffen prachtig weer, vooral op de Gedeh een heel mooi uitzicht. Een beste klimmer is hij anders niet, was op de Gedehtocht (7 uur op je sloffen) finaal uitgelopen. Zodat ik de Pangerango dan ook maar in mijn eentje op en af ben gehuppeld. Ik weet namelijk niet of ik er ooit nog weer kom en heb de laatste kans niet willen missen.
Zaterdag en zondag was hij in Batavia. Maandag kwam hij weer hier met de jongen van van Oosten en gedrieën zijn we naar de Wijnkoopbaai getogen. Troffen het daar ook mooi, alleen ’s avonds veel muggen. Gelukkig goot het die eerste middag vanaf 5 uur tot diep in de nacht, zodat de volgende morgen, bij stralend weer, het bos lekker nat was en er veel slakken kropen.
Terugkomende in Buitenzorg is Marius met de jongen regelrecht naar Batavia gegaan, waar de familie van Oosten, gistermiddag aan boord zijn gegaan. Nu is hij zo-even weer hier gearriveerd en logeert nog voor 1 nacht bij Lieftinck. Het is van deze laatste buitengewoon aardig, dat hij Marius maar zo heeft gehuisvest, en mij daarmee de kosten van een duur hotel bespaarde.
Hier is alles best. We zijn een beetje onder de indruk van de slachting op het Deli proefstation, waar 3 mensen zijn ontslagen (waaronder 1 bioloog). Ook in Buitenzorg aan thee en rubberproefstation zullen wel offers vallen, het is nog niet bekend wie.
Het schijnt dat Dolf Westhoff ontslag heeft bij Concordia, en nu een ander veel minder gesalarieerd baantje heeft. Dat is toch ook een rare scharrelaar, en ze zijn er altoos van een spreekwoordelijke zorgeloosheid en luchthartigheid over. Jeanne is een flink mens, ze wil nu een tehuis voor leerlingen van middelbare scholen oprichten, die uit kleinere plaatsen naar Batavia worden gestuurd. En ook verdiend ze allerlei bij met mode- en keukenpraatjes voor een of andere krant.
Morgen is een grote partij bij de Van der Meulens voor Dora’s verjaardag. Ze wordt 9 en krijgt 7 vriendinnetjes te spelen, ik ben ook uitgenodigd. Er was vandaag al voorpret, een heel orkest van toeters en trommen tussen half 4en half 5, toen ik fijn wilde slapen. Nu dag! Ik laat het er maar weer bij. Hartelijke groeten bij Ans en veel liefs van uw Tera
Beste vader Het is nog maar zo kort geleden dat ik u schreef en er is zo weinig bijzonders gebeurd, dat ik niet veel te vertellen heb.
Uit uw brief van 22 juni las ik van al de avonturen in Amsterdam bij de Hendriksen en de Dammes. Ik ben benieuwd wanneer ik van Nel Schoo wat zal horen, sedert januari heeft ze geen boe of ba geschreven, noch geantwoord op mijn brieven. Zó druk, en wat nog meer zegt, zó belangrijk zullen haar werkzaamheden wel niet zijn, dat ze er niet eens een half uurtje uit kan kiezen om te schrijven. Het is de manier om te vervreemden van je Hollandse kennissen als je lang in Indië bent.
Ans en alle drie de kinderen schreven gezellige brieven, Ans over haar verblijf in België en de kinderen over Chris verjaardag. Ik ben blij dat de inhoud van het verjaarspak in de smaak viel. Nu moet ik weer aan het snuffelen tegen Mieneke’s jaardag.
Bent u nog naar oom Chris wezen kijken, en hoe vond u hem. Hij heeft maar een zielige oude dag, zo half vergeten en weinig verzorgd.
Van de familie Weber, die met hun gasten mevr. Ruge en zuster in de Eifel op tournee zijn, kreeg ik een gezellige volgekrabbelde briefkaart.
Als nu in het najaar de wekelijkse vliegdiensten beginnen, zal ik aan u tenminste maar telkens per luchtpost schrijven. Het is toch wel prettiger te weten, dat de brieven in 10 dagen overkomen, dan in 22.
Zou u eens willen proberen in Holland voor mij te krijgen: Taverne, vulkaanstudieën op Java (vulkanologische mededelingen no.7 1926). HET is in Den Haag bij de landsdrukkerij gedrukt en bij Martinus Nijhoff ter verkoop gesteld. Prijs 7,50, ik kocht het verleden jaar niet, omdat ik het te duur vond, maar nu ik het echt wou hebben, omdat ik het slecht kan missen, kan ik het hier niet krijgen. Het heet uitverkocht, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Vermoedelijk is die sufferd van een boekhandelaar (christelijk en dom) te lui om in Holland te informeren.
Ik heb nu Mariusexemplaar te leen, maar hij wil het natuurlijk terug binnen afzienbare tijd. Er staan zoveel gegevens in, die ik bij de bestudering van de bergflora nodig heb, en ik kan al die passages niet laten overtikken.
Carolientje heeft een dikke keel, opgezette amandelen, of bof of zoiets, en ziet er allerdroevigst uit. Gelukkig gaan ze gauw naar Tjibodas, dat zal haar wel goed doen.
Nu de roerige dagen van juni en begin juli wat bezonken zijn, zit ik alweer stilletjes plannen te maken om er nog wat op uit te gaan om mijn overgeschoten vakantiedagen nuttig en aangenaam te besteden. Ik wil persé nog naar Midden Java, maar misschien is het beter dat tot de kerstvakantie uit te stellen. Dan vallen er vanzelf nog meer vrije dagen in. Ook moet ik zien een introductie in Djokja of Solo te bemachtigen, waardoor ik een kijkje in de kratons kan krijgen. Ik zal het algemeen informatiebureau voor Buitenzorg en omstreken, genaamd mevrouw Dammerman, hier eens voor raadplegen. Haar man zwijgt hoe langer hoe meer, is een blok hout gelijk. Ik moet soms inwendig lachen als ik denk aan het verschil tussen Dammerman en de Beaufort.
Anders geen bijzonders. Heel veel groeten bij Ans en aan de bridgedames. En veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, sedert vrijdag zit ik weer hier, waar ik zondagmorgen, dankzij de huiselijke postdienst te Bussum, je welkome brief van 23 juni kon afhalen. Deze bevatte, gelukkig, weer goede berichten. Ook van hier kan ik je niets anders dan goeds melden, al kan het weer wel betere wezen. Zoals ge reeds weet, hebben we woensdag de goede uitslag der overgangen van de kleinkinderen in Artis gevierd met ons zessen. Onze groet daaruit zult ge hebben ontvangen. ER was veel nieuws te zien, vooral aan jong goed. Aan Chrisje was het wel ’t beste besteed; eerst in het aquarium waar hij met een bankje van het ene bassin naar het andere rondliep; ’t was daar toen nog niet vol; slechts 1 school. Daarna hebben we in het restaurant koffie gedronken, waar Willem ons el bediende, maar deze keer niet naar je heeft gevraagd. Aan de koffietafel zat prof. De Beaufort met enkele mij onbekende heren en dames; ik herkende hem aan zijn stem en hij meende ook mij te hebben herkend; toen hij wilde weggaan, heb ik hem even de pas afgesneden en kennis gemaakt met Dr. ? een hindoe uit Calcutta, die ook prof. Prashad kende. Onder ’t koffiemaal was het helaas gaan regenen, wel niet aanhoudend, maar toch bij flinke buien, zodat we nog al eens in de zalen moesten schuilen. Toch hebben we zowat alles gezien en veel genoten, en is de pret allen goed bekomen. Thans zijn we verspreid: Ans met Mientje en Chrisje nog deze week te Nijmegen en Wouter in het kamp der VCJB te Leersum. Hier vond ik allen gezond en werd ik als altijd even gastvrij ontvangen. Er heerste zelfs een bijzonder vrolijke stemming, daar Mary die dag van de huishoudschool te Utrecht haar diploma voor kinderverpleging had gekregen, een meevaller waarop ze niet vast had gerekend, omdat ze door ongesteldheid nog al wat lessen had verzuimd. GE weet reeds, dat Mary toch al een aanstelling als leerling-verpleegster in het kinderziekenhuis te Utrecht, met ingang van 1 sept was machtig geworden. ’s Avonds werd er met enige vriendinnen en vrienden feest gevierd, zodat voor mij de overgang van Rustoord naar deze drukte wel groot was. Toch heb ik goed geslapen en slaap ik hier over ’t geheel best en voel ik me niet moe, al is dit gezin nog drukker dan vroeger geworden, met Chris aan ’t hoofd. De kinderen zijn alleraardigst: Marijke nog wel éénkennig; die loopt sedert een paar dagen geheel alleen. Zaterdag regende het bijna de ganse dag, zodat we goed konden uitrusten. Dicky heeft, als bezit ze een puike Friese gedienstige, ook maar weinig rust; ze ziet er echter ook best uit. DE zondag begon mooi, waarom we twee prachtige autotochten konden maken; de auto staat maar steeds klaar. Er was toen nog een gast, een neef van Chris moeder, een asp. Marconist bij de Mij Nederland; doch ’s avonds werd ’t weer zwaar weer. Gisteren (maandag) heb ik bij tante Kitty en Do en Dolf koffie gedronken; ook daar waren allen wel en wat opgewekter dan de vorige keer in de Pinksterweek, toen Dolfs vrouw nog niet weg was. Ze waren nu wat tot rust gekomen en Dolf zag er beter uit; Do vond ik de minste en tante was niet achteruitgegaan. Ze hadden aardige kiekjes van Elsje en haar zoontje van wie steeds goede berichten worden ontvangen, als ook van Adri, die thans agent van de N.I. handelsbank te Menado is, en van wie per luchtpost een bericht was gekomen dat hij verloofd was met een 20jarige juffrouw Bauermann, dochter van een handelaar te Ternate, en reeds in okt ging trouwen. Dit bericht was in zoverre welkom, dat Adri dus niet meer denkt aan die zonderlinge Amerikaanse, doch aan de andere kant is men wat huiverig geworden op het gebied van de keuze ener vrouw door een lid van de fam. v/d Mijll Dekker. Tante Kitty gaat eind deze week enige tijd logeren bij Lo te Velp en intussen gaan DO en Dolf met de fam. IJzerman per auto een uitstapje maken naar Duitsland om een broer van IJzerman en Kitty van Dolf te Dessen op te zoeken. Allen vroegen belangstellend naar je en verzochten me je hartelijk voor hen te groeten. Hetzelfde moet ik doen voor Chris en Dicky.
Dank voor het kiekje uit Sihoe Hiang, dat ik zorgvuldig zal bewaren. Jammer dat de houding van mevr. Boedijn niet erg vrouwelijk is. Overigens geeft je brief geen aanleiding tot opmerkingen.
De man van Jet Schieferdecker is niet de bekende vlieger van de Hoop doch slechts een naamgenoot van veel minder betekenis. Hij was de vertegenwoordiger van een reisbureau, waarmee Jet een reis door Spanje heeft gemaakt, waarop ze elkaar hebben leren kennen. Door zijn schoonvader echter heeft hij thans een positie in de handel te Las Palmas. ’t Is te hopen dat hij kwaliteiten van geest en hart bezit, waartegen Jet opziet; anders vrees ik dat zij spoedig haar meerderheid zal gevoelen en hem dit zal laten gevoelen. Heb ik je al geschreven dat Mevr. Berkhout en ik deze huwelijksplechtigheid hebben aangegrepen op met de jonge Jeanne eens samen een prettige dag door te brengen? Na afloop van de kerkelijke inzegening zijn we o.a. bij Wesseling poffertjes en wafels gaan eten. In het gebouw van de Prot. Bond te Bloemendaal, waarin de inzegening door een jeugdvriend van De Hoop plaats had, ontmoette ik ook mevr. Müllermeister en nog andere Ind. Vrienden en kennissen en was ook Jeruzalem weer goed vertegenwoordigd. De predikant had bovendien de 21ste of 121ste psalm, waarin ook veel van Zion voorkomt.
‘k Hoop voor je en ook voor Betje Polak, dat het deze gelukt om een betrekking in Indië te krijgen; je hebt blijkbaar aan haar goed gezelschap.
De heer Berman, wiens naam je hebt gevonden als penningmeester van het natuurkundig genootschap te Batavia, kan niemand anders wezen dan de vader van Jan, Willy enz. Berman die tegelijk met ons nog te Nijmegen hebben gewoond. Wat oom Louis, Mr. Lagerwey en Mr. Bom daarbij hebben gedaan, is onbegrijpelijjk; mij heeft men nooit in verzoeking gebracht om lid te worden; ik heb trouwen in 1900 Indië verlaten. Wel ben ik lid geweest van het Batavia’s genootschap (Roemah Gadjah), waaraan ik wel iets heb gehad.
René Verheyen heeft een mooie carrière gemaakt, ook bij het Hoog Gerechtshof. Hebt ge dit gebouw op het Waterlooplein wel eens gezien? Welke betrekking hij thans bekleedt, weet ik niet, maar hij is wel eens waarnemend procureur-generaal d.i. hoofd van het openbaar ministerie in Indië geweest. Hij heeft een groot huis nodig om al zijn kinderen te bergen.
Ook van Willem F. de Bruyn heb ik wel eens gelezen dat hij zich in Indië weert. Hij is o.a. een verdienstelijk lid van de Vaderlandse Partij. Te Nijmegen leek hij ons nogal vadsig, zodat dit meegevallen is.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te schrijven. Ik weet nog niet zeker, wanneer ik huiswaarts keer, waarschijnlijk vrijdag.
Vanmiddag komt tante Marie uit Hilversum hier eten. Ontvang een Hartelijke zoen van vader
Dicky was zeer in haar schik met je brief en zal die spoedig beantwoorden, maar ze heeft ’t druk. Met oom Chris schijnt het weer vrij goed te gaan; hij is alweer eens buiten geweest; met oom Siccama daarentegen gaat het steeds achteruit; die is nu bedlegerig.
Beste vader, Wel bedankt voor uw brief van 1 juli, waarin Bep Conradi in woord en beeld. Zij liever dan ik in de gemeenteraad!
Ik had net aan Wil Dozy een verjaarsbrief afgevuurd en haar gevraagd, hoe het haar in Amsterdam in het Wilhelmina Gasthuis beviel! En nu vertelt u, dat ze daar al weer weg is. Geen wonder dat ze ruzie krijgt over haar bijdehandte antwoorden!
Hier is alles bij het oude, zondag maakte ik met Karel, Keesje en Maus een tocht naar het land Bolang, een reusachtig oppervlak, zoiets als ingesloten wordt door de driehoek Den Haag, Rotterdam, Gouda. Er zijn vele autowegen doorheen, waar we met de administrateur Halewijn over rondreden. Het was heel vriendelijk dat hij meeging, maar je hebt toch meer last dan plezier van zulk gezelschap, aangezien hij helemaal niet begreep wat we wilden, en ons mooie uitzichten en theetuinen liet zien, terwijl we oerbos zochten! Verder was hij als een goed planter en indischman ongelooflijk praatgraag, zodat we niet hard opschoten. Maar hij liep over van gastvrijheid! We moesten er zonder mankeren om half 4 nasi goreng gaan eten, waaraan je een week genoeg zou hebben! En gelijk als bij alle mensen in het landelijke, was zijn woede op deze ethische regering met geen pennen te beschrijven.
28juli 1931
Nu ben ik vandaag (dinsdag) dank zij een vrije mohammedaanse feestdag weer op pad geweest en wel met Dammerman en mevrouw. , Bouillenne en vrouw en Lam naar Megamendoeng. De vangst was zeer matig, maar het geheel was toch wel aardig. Het huis waar de Bouillenne’s in Gadok wonen, is het vroegere gezondheidsetablissement. Maar dit is een andere kampong Gadok, dan degene waar u foto’s van hebt.
Bijgaande monsterfoto is degene, die in mijn nieuwe pas zit. Net goed genoeg voor een pas. Als u de kiekjes van Marius krijgt, die hij tijdens zijn verlof hier heeft gemaakt, zult u veel mooie plekjes zien. De foto met de Sleenen op de weg naar Kandang Badak is ook nogal aardig uitgevallen.
Carolien is weer beter en heeft het hoogste woord. Maar een beetje zon op Tjibodas kan ze nog wel gebruiken.
Lieftinck sukkelt met dysenterie en ziet er groen van magerte uit. Ik laat nu iedere dag rijst koken, maar er zit zo weinig voedzaams in als je geen vet en geen eiwit mag eten. Als hij nu niet trouw zijn dieet houdt, dreig ik hem, dat hij bij mevr. Dammerman in de kost moet. Want dat is het beeld der verschrikking, omdat je daar zó bemoederd en vertroeteld wordt, dat je er iets van krijgen zou!
Dammerman zelf is weer erg stroef van tong de laatste tijd. Thuis hoeft hij ook nooit een mond open te doen! Het lijkt me wel wat machtig om dagelijks zo’n stortvloed aan verhalen te krijgen.
De vrouw van Lam is nog erger, kwebbelt voortdurend en dan nog stomme verhalen over haarzelf en haar eigen verdiensten. Verder is het een kolos van een mens en wordt “muis” genoemd. Rara, hoe kan dat! Lam heeft een schat van een dochtertje, waar hij gek op is.
Nu dag, ik laat het hier weer eens bij. Ik ga profiteren, van een droge bui in deze regenachtige avond (het is n.l. droge moesson) om de brief op de bus te brengen. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, ‘k ben blij weer eens rustig en op mijn gemak aan je te kunnen schrijven; de beide vorige dinsdagen ging dit niet. Vrijdagmiddag ben ik goed maar warm thuis gekomen, na te Bussum weer zeer veel te hebben genoten. Daar heeft men bedacht dat bij gunstig weer de maaltijden evengoed in de voortuin tegen (achter) de haag kan doorbrengen en het maal nuttigen en, als Chris niet naar A’dam moet, het koffiemaal zelfs op de hei aan de rand van een boskom. Aangezien zij om de kinderen niet op reis gaan, vinden ze hierin hun zomergenot; ze zijn er dan ook geheel op ingericht: met hangmat, veldbed, grote parasol, tentvloerzeilen en speelgoed trekt men uit per auto, die steeds klaar staat. En de kinderen vinden het dol. Helaas, hebben we door het weer dit slechts tweemaal kunnen doen, ook om het weer heb ik niet kunnen varen, zodat ik er vrij veel geluierd heb en niet moe thuis ben gekomen. Slechts één vermoeiende tocht heb ik gemaakt nl. woensdag naar Hilversum, waar we met tante Marie en mej. Zegers Veeckens een grote toer hebben gedaan, na het nieuwe raadhuis te hebben bewonderd. Donderdag begon het bootweer te worden, doch toen trok opa met Mary, een vriendin en de dienstbode naar de Friese meren. Vrijdag was het nog warm, maar toen sloeg het weer om en sedert is het buiig.
Thuiskomende vond ik je welkome brief van 30 juni en verder alles in orde, ook tante Marie Scholten, die echter nog altijd haar kamer houdt. Zaterdag en zondag had ik ’t maar stil, daar Ans en de kinderen nog te Nijmegen waren. Gisteren zijn deze ook thuis gekomen om echter donderdag naar Wijk a Zee te gaan. Ans heeft ’t te Nijmegen erg gezellig gehad en Wouter is zijn eerste kampleven best bevallen.
Hedenmorgen heb ik je per zeepost weer wat drukwerk gezonden o.a. een fraai nummer van de Amsterdamse Gids, verder enige stukken van het Handelsblad, als 2 nummers “Licht, lucht, vrijheid” met een stereoscopische bril, die ook voor Marius bestemd zijn, evenals “natuurgenot en natuurbescherming op Java” door Dr. Thijsse. Je wilt deze stukken zeker wel aan Marius doorzenden, en eindelijk de volgens mijn aantekening nog ontbrekende Verkadeplaatjes voor het album “zeeaquarium en terrarium”. Mocht dit album soms thans nog niet compleet zijn, wil het me dan melden, dan zal ik nog voor de ontbrekende plaatjes zorgen.
Hierbij ingesloten zult ge vinden 2 aardige foto’s van Ada en Jaap met hun kinderen te Domburg, die Ada me verzocht je eens op te sturen, maar die ik gaarne zal terug ontvangen. Ze zien er allen best uit en Ada zou moeilijk kunnen zeggen wie van hen de vrolijkste is; het verblijf te Domburg heeft hun goed gedaan; Ada leed wat aan rugpijn door het zelf voeden van Jan Jacob en door slechte of gebrek aan hulp van een dienstbode, maar dit is overgegaan. Ada hoopt je ook eens te schrijven, doch met die twee peuters blijft er weinig tijd over.
Je laatste brief is vol van pretjes; nu dit is aan je besteed. Voor een bezoek aan Dé Brix-Westhoff zou je ter introductie Rein eens in de arm kunnen nemen, die je immers indertijd heeft aangeraden om een kijkje op Maswati te gaan nemen. En het lijkt mij nu niet zo onbescheiden, om, als ge te Bandung het natuurwetenschappelijk congres bijwoont, even bij Dé belet te vragen voor een bezoek. Of is de afstand soms te groot voor een bezoek op een dag heen en terug?
Het kiekje van Koeripan heb ik met genoegen ontvangen en draag ik met andere foto’s trouw bij me. HET bezoek van de heer Middelaer zal me zeer welkom zijn, al is hij volgens je vermakelijke beschrijving uiterlijk erg misdeeld. Waar gaat de familie zich vestigen, te Haarlem, met ’t oog op het Kennemer Lyceum? Donderdagmiddag verwacht ik per Chr. Huygens weer brieven van jullie, waarschijnlijk met een verslag van de eerste dagen van je samenzijn. Hiernaar ben ik zeer nieuwsgierig.
Hier gaat alles naar wens. Morgen (woensdag) ga ik eten bij Truus en King, wiens moeder er gelogeerd is. Deze is even oud als ik, zelfs een maand ouder; we zijn in 1911 zowat gelijktijdig uit Nijmegen vertrokken; zij naar Den Haag en wij naar Haarlem, en sedert heb ik haar niet meer gezien. En de volgende woensdag ga ik doorbrengen te Wijk a Zee op Villa Lisboa; dan zal het er waarschijnlijk nog niet zo druk zijn, als wanneer alle Hoogen er komen logeren. Annie is over de invloed van het verblijf op Coentje nog niet tevreden, maar hoopt op de nawerking.
Een paar dagen geleden hield Naus Kikkert- Kuipers me staande. Ze is zeer blij met je gelukwens bij de geboorte van haar tevreden zoon, die een gezonde jongen is. Naus zelf ziet er ook best uit. Haar man heeft in Indië gesproken een juffrouw Vos, die te Buitenzorg jou had ontmoet. Is dit Nel de Vos, de rechterhand van Redeke? Anders geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve Tera, je brief van 5 juli was, hoewel kort, toch zeer welkom, daar hij het begin van jullie samenzijn bevatte. Marius zag er bij aankomst te Buitenzorg dus goed uit. Evenals wij, hebt ook gij waarschijnlijk een portret van hem gekregen, dat volgens de familie te Soerabaja zeer goed gelijkt, maar waarop zijn uiterlijk een heel andere uitdrukking heeft dan wij hier ons hadden voorgesteld, gelukkig, geen ongunstige uitdrukking. De foto is zeer mooi uitgevoerd. De eerste dag hebt ge dus maar een kleine tocht gemaakt naar Tjampea – wat zijn salanganen? – en zijt ge geëindigd met gezellig bij de Chinees te eten; er zijn alzo te Bogor ook Chinese eetgelegenheden. Maar dinsdag en volgende dagen zijt ge samen weer naar 3000 m. hoog geweest, waarvan Marius zich veel voorstelde en naar de beschrijving waarvan ik zeer verlang.
Aan je verzoek om Sijthoff f3,35 te betalen voor de toezending van een afl. van de fauna van Nederland heb ik voldaan; ge voegt er echter bij dat dit werk je hoegenaamd niet interesseert, waarom ben je er dan op ingetekend? Of geldt deze uitval slechts deze aflevering?
‘k Heb het thans stil, nu Ans met de kinderen sedert vrijdag te Wijk a Zee zit; ze treffen het best met het weer; het is flink war en volgens de voorspelling zal het nog warmer worden; slechts dreigt de wind naar het oosten om te lopen en deze landwind kan aan onze westkust wel eens ondraaglijk wezen; overmorgen (woensdag) ga ik eens kijken, hoe ze ’t maken, en blijf ik er het koffiemaal gebruiken.
De eetpartij bij King verleden woensdag was gezellig: Kings moeder, die te Nijmegen weinig op de voorgrond trad, viel me mee, meer dan ik mezelf beval, daar ik maar weinig stof tot conversatie meen te hebben. Zaterdag is de hele familie naar Hoog Soeren getrokken.
Aan alles is te merken, dat de schoolvakanties zijn begonnen; slechts bij uitzondering is het mooi weer. Op Rustoord echter zijn we compleet; slechts één dame Mevr. van Holk is op reis voor een kuur in Duitsland. Door het zomerweer komen alle reconvalescenten weer tevoorschijn, behalve nog tante Marie Scholten. Hedenmorgen is Brandien met Betsy en een juffrouw Wartema voor 3 weken naar het Teutoburgerwoud getrokken; zij liever dan ik, daar Betsy geheel van streek is door melancholie, net a.ls haar moeder. Gelukkig zijn de dames Sloot en Gouderheyden thuis, zodat we weer geregeld bridgen; ook mijn 2 andere partijtjes met de fam. Konijnenburg en Van Elden zijn compleet.
Herinnert ge je Mevr. van Herk uit onze buurt, naast mevr. Bakker, een zuster van mevr. Schuil; die is verleden donderdag, toen zij alles voor een dinertje met Engelse gasten had klaar gemaakt, van enige treden der trap gevallen, met het noodlottig gevolg dat het bekken scheurde en zij ’s nachts is overleden. Een treffend geval, dat veel deelneming verwekte. Zij was dan ook een lieve vrouw, pas 64 jaar oud, en als dochter van Richard Hol met veel muzikaal talent; ik ontmoette haar dikwijls bij de fam. Müllermeister; nog kort geleden heeft mevr. M. er gelogeerd.
Tenslotte nog een vraag: hebt ge in het gevolg van van Sleen ontmoet een juffrouw Cantor, een Jodin reeds op enige leeftijd, die werkzaam is aan het koloniaal instituut? Deze juffr. Cantor die vroeger tegenover mevr. Sloot heeft gewoond, is haar van haar reis komen vertellen en zegt je in de plantentuin te hebben ontmoet.
Anders geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader, Wel bedankt voor uw brief van 7 juli. De kinderen van der Meulen zien er inderdaad witjes uit gelijk veel Indische kinderen, de jongste Attie, is de stevigste, een leuk manneke. Het meisje is zo’n lief kind, ze komt me telkens wat vertellen of laten kijken, brengt soms bloemen. Zij was het die me van de week kwam vertellen: “Vader is verhoogt en hoeft niet meer naar Batavia”. Hij heeft nl. promotie gemaakt en is nu weer in Buitenzorg geplaatst, hetgeen een hele rust geeft voor het gezin, nu hij niet meer om kwart over 6 op de trein behoeft te zitten.
Prettig, dat Ans zoveel wil heeft van haar werk op het Kennemer lyceum. Ik hoop ook, dat zij er het volgende jaar kan blijven, als het daar niet te druk is voor haar.
De afgelopen week is Wille overleden. Dit is natuurlijk weer een grote slag voor tante Jans. Ik ben haar nog niet wezen opzoeken, omdat ik eigenlijk denk dat ze in Bandung zit.
Hierbij een kiekje van een sawalandschap bij Tjampea. Wilt u dit inplakken in fotoalbum I op de halve open bladzijde tussen de grootformaat kieken van ploegen en oogsten van sawa’s? Hiermee is dit album vermoedelijk vol. De kiek die Marius van mij maakte, in mijn kamer in het museum, hebt u zeker van hem wel ontvangen. Ik houd mijn afdruk dan maar hier, hoe minder er van vertoond wordt hoe beter. ’t Is een monster. Ik lijk er wel een indo mens op.
Dat we in het museum een Amerikaanse juffer te gast hebben, die over darmparasieten van kakkerlakken en witte mieren werkt, heb ik u, geloof ik, al geschreven. Met haar en haar zuster (die meegekomen is voor plezier) zijn Lieftinck en ik gisteren naar Telaga Warna geweest. We troffen er een bijzond mooie dag. Tot twaalf uur zonnig en onbewolkt is daar een zeldzaamhekd. Meestal is het er om 10 uur al dik in de mist.
Zondagavond was ik met Bet (die hier logeerde) , de Pfältzers en Lieftinck naar een voorstelling van Miss Riboet gezelschap. Deze dame is een Singaporese halfbloed, die een operettetroep heeft en daarmee een soort komedie vertoont. Wel met een sterk Westerse inslag , maar in het Maleis. Het zijn meest geweldige draken, die ze vertonen, afgewisseld door dansen en zang, die met het eigenlijke stuk niets te maken hebben. Een wonderlijk allegaartje dus. Vooral miss R. zelf (een kanjer!) zong en acteerde goed: drie uur aan één stuk (zonder pauze) mag je op keiharde stoelen (loge!) zitten.
Ik verheug me op de nieuwe nummers van de Amsterdamse gids. Als u de zaterdagavondbijvoegsels van het Handelsblad zo nu en dan ook eens wilt sturen, houd ik me aanbevolen. Bet kreeg ze altijd van haar ouders, maar nu zij in Batavia zit, zie ik ze niet meer.
Hebt u gezellig in Bussum gelogeerd? Ik zag laatst in een oude jaargang van het natuurkundig tijdschrift, dat een rapport van Chris werd aangehaald over een geweldige bliksem, die in zijn kompas was geslagen op de Calcutta, waardoor dat kompas tientallen graden verkeerd wees.
Nu laat ik het hier weer eens bij. Veel groeten bij Ans en de bridgedames. En voor u veel liefs van Tera
Beste Vader Wel bedankt voor uw brief van 14 juli en voor de drukwerken: Amsterdamse Gids. U hoeft voorlopig niet bang te zijn voor mijn gezondheid, van spruw of iets dat er maar aan doet denken, is geen spoor en ik heb nog nooit een tocht gemaakt, die mij te vermoeiend was. Een ongeluk kan natuurlijk iedereen krijgen, ook in de meest rustige straat in Holland. Van Steenis is een opgewonden standje, die zijn overmaat van energie altoos hier of daar moet uiten en zo wel eens dolle dingen doet. En Ans Boedijn is zó weinig getraind en zó weinig gewend buiten, dat we in ons hart maar liever hebben dat ze thuis blijft.
Gefeliciteerd met Mientje’s verjaardag, het zal wel een mooi feest worden. Leuk dat u allemaal naar Artis bent geweest, en mij nog een briefkaart hebt gezonden. Beaufort schreef dat hij u even had gesproken!
Voor de internationale ontwapening voel ik niet veel, althans niet voor Indië. Dan zou Holland zich beter ineens kunnen terugtrekken en aan de “Indonesiërs” vrij spel laten. Het is helaas maar al te nodig dat we tegen de nationalistische en communistische drijvers sterk staan. Een van Heutz heeft hier meer voor de eenheid van het land gedaan dan een van L. Stirum of een de Graeff met hun bescherming van de inlanders ten koste van de Hollanders. Men weet in Holland niet half hoe gevaarlijk dat is en hoe er hier communistisch gestookt wordt. Wie heeft de brand in Parijs aangestoken? Nu, als Holland Indië kwijt is dan ligt het finaal op zijn derriere. Ook is het Indische leger nog voor 99% uit vrijwilligers samengesteld nu, en dat is een vak, zoals ieder ander. Er zijn wel meer vakken, die ik niet mooi vind, en die aan de algemene beschaving veel meer kwaad doen, b.v. staatslieden, pastoors, journalisten.
Hierbij een foto van de plaquette ter ere van Majoor Ouwens in het museum. Mevr. Michelsen zal die wel kennen. De tekenaar die haar vader al die jaren heeft gehad is er nog, maar voert compleet niets meer uit. ’t Is een hele deftigheid, Raden Soedirman, en hij verdient meer dan f.100,- per maand, en Dammerman kan hem niet ontslaan. Dat is ook al: beschermt de lieve inlanders! We hebben echter een andere jongen, die de aller keurigste tekeningen maakt, wetenschappelijk volkomen juist en ook artistiek en die krijgt f15,- per maand. Ik snap niet hoe zo iets kan.
Hierbij nog wat foto’s om te plakken in album 3 op de twee open bladzijden achterin. Een plattegrond met explicatie gaat er bij; wilt u die bewaren. De nos 1-3 zijn foto’s van mij, no 4-8 van Marius.
Vandaag (zondag) waren we met de dames Collier op pad om termieten en kakkerlakken te vangen: het was weer prachtig mooi en helder. De administrateur van de theeonderneming Tjilimoeng, waar we doorheen kwamen vertelde, dat een groot deel van hun theeland eenvoudig verlaten wordt en niet meer geplukt wegens geldgebrek en omdat de thee toch zo weinig opbrengt. Hijzelf mag in het huis blijven wonen maar krijgt geen salaris meer. Zo zijn er hoopjes, is het niet zielig? De administrateur van Megamendoeng krijgt nog 40 % van zijn vroeger salaris, die van Pandjang Estate 25 %. Hun auto’s zijn meestal ook afgeschaft, dat is ook geen hapje, als je zo ver van de weg en van de beschaving woont. Halewijn op Bolang klaagde ook steen en been, zij zijn ook verantwoordelijk voor een hele kluit mensen en hectares. Op mijn salaris wordt nu ook de bekende 5 % gekort. De familie van der Meulen bood me uit eigen beweging aan, dat ik voortaan maar niets meer voor het gebruik van de waterleiding zou betalen. En ik mag met toch wassen!. Zo heb ik dus gas en water vrij; licht niet, want het paviljoen heeft een eigen elektrische meter.
Dinsdag 11 augustus
Gisteren aten de 2 Amerikaantjes bij mij, ze zijn erg dankbaar voor een beetje vriendelijkheid en hulp, want ze kennen natuurlijk geen woord Hollands of Maleis. En Dammerman zowel als Van Leeuwen kijken niet naar hen om, gewoonweg onhebbelijk.
Begin september ga ik met hen naar Tjibodas, ik vind het ook wel eens fijn weer wat in het bos rond te sjouwen. Verder vinden we er een Japanse botanicus die alleen maar Japans kent. Dat kan dus leuk worden!
Vandaag hadden we in het museum bezoek van de heer Stein Collenfels, zoon van de overste, die indertijd op de Annalaan woonde (die oude heer leeft nog en is thans in Bennekom!) Hij kwam met allerlei schelpjes uit opgravingen en moest weten, wat dat was. Het is een enorme man, 150 kilo, en een wilde baard en een buik, waarin, volgens zijn eigen zeggen, 36 borrels elkaar niet vinden! Zijn bijnaam is hier Iwan de verschrikkelijke . Maar ’t is een reuze werkkracht, al 30 jaar in Indië, eerst als B.B. ambtenaar, toen als koffieplanter en nu als prehistoricus. En natuurlijk vol verhalen van de oude tijd. Hij heeft ook onthullingen over de tentoonstelling in Parijs en de handelingen van Moojen gedaan, waarvan je letterlijk gaat ijzen.
Van allerlei kanten hoor je hier, hoe ontzettend slecht de Moojens hier aangeschreven staan, volkomen onbetrouwbaar, allereerst in financiële aangelegenheden.
En nu beweert Iwan, dat Moojen, die eerst al die mooie collectie van het Bataafs genootschap veronachtzaamd en verwaarloosd heeft, op grote schaal, maar toen de hele kluit heeft verpatst naar Amerika en vervolgens de boel in brand gestoken! Dat er een luchtje aan die inzending van Batavia zat, is al wel dadelijk vermoed. Ook zijn de lege benzineblikken gevonden. Verder is het ook onwaarschijnlijk dat al die stenen boeddha’s bij een brandje van triplexhout zouden “verdampen” en van de gouden voorwerpen niets is gevonden.
Nu schreeuwt Moojen moord en brand over zijn eigen collecties, die ten hoogste f1200,- waard zijn. En krijgt medailles van Holland en Frankrijk. En ze kunnen hem niet pakken omdat daarmee dan de hele Nederlandse commissie, die eerst zo hoog met hem wegliep, geblameerd zou zijn. Zo wordt de hele zaak getoetoept. Wat is nou de Hollandse lezing van dit geval? ’t Is mooi genoeg voor een ganse detectiveroman.
Ik geloof wel wat St. Collenfels beweert. Hij kent ongelooflijk veel mensen en toestanden en zal zo’n ernstige aanklacht niet uiten als er niets van waar was.
Wat een eindeloze brief wordt dit! IK maak er nu maar eens gauw een eindje aan. Met hartelijke groeten en heel veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je gedeeltelijk per luchtpost verzonden brief van 15 juli kreeg ik met de luie Insulinde zaterdagavond tegelijk met een van Marius uit Batavia, gedateerd 11 juli. Beide brieven vullen elkander aan, wat betreft jullie samenzijn en de tochten naar de Gedeh en de Wijnkoopsbai. Marius is verbaasd over je geoefendheid in het klimmen en je uithoudingsvermogen en benijdt je die, nu ik heb er vrede mee, mits je niet te veel van je krachten vergt en deze daardoor bederft. Het is zeker en prestatie om, na de Gedeh te hebben beklommen, de volgende dag nog eens naar de top van de Pangerango te huppelen, slechts vergezeld van een koelie. Je troffen gelukkig prachtig weer, waardoor de uitzichten zeer mooi waren. Marius heeft dan ook blijkbaar van zijn verlof bij je zeer genoten; het was vol afwisseling; vooral over de Poentjakpas, Tibodas en de watervallen van Tjibeureum is hij erg verrukt; ge hebt met Lieftinck een goed werk verricht door hem zo gastvrij te ontvangen, wat hij in deze omstandigheden wel verdient.
Dank ook voor het portretje van de fam. Middelaer en voor het kiekje van je paviljoen en van je baboe. Prettig, dat de familie v/d Meulen je als huisgenoot beschouwt, waarvan ge, te oordelen naar hun bescheidenheid, waarschijnlijk niet anders dan plezier kunt hebben. De heer Middelaer rn zo mogelijk ook zijn gezin hoop ik eens te ontmoeten; zijn uiterlijk valt op het prentje nogal mee. Ook de fam. van Oosten hoop ik eens bij me te zien.
Ge schrijft over een nieuwe pas, die ge hebt aangeschaft. Waarvoor hebt ge die nodig, misschien omdat ge slechts tijdelijk in ons Indië bent, al is ’t dan in gouvernementsdienst?
Je hebt goed gedaan met je bijtijds met een reisbureau als Lissona in verbinding te stellen om iets te weten te komen van de prijzen en de tijdsduur van de terugreis via Calcutta. Die vallen dus nogal mee. Gaarne zal ik daarvan ook eens een en ander vernemen, vooral welke route ge van Calcutta zult nemen. Is lissona in ons Indië vertegenwoordigt?
Voor Dolf Westhoff ziet de toekomst er zeker maar droevig uit; toen Concordia gesloten werd, was ’t te voorzien dat hij als secretaris zou worden ontslagen. Hij is wel enigszins het slachtoffer van een onverstandige opvatting van zijn ouders, waarschijnlijk van zijn moeder, dat, toen zijn tweelingbroer Ludwig, als machinist, op een fabriek dat dodelijk ongeluk trof, hij zijn betrekking als machinist, waarvoor hij op de machinistenschool te A’dam is opgeleid, moest opgeven en een andere werkkring zoeken. Sedert heeft hij met recht, om zijn brood te verdienen, gescharreld. En voor machinist deugt hij misschien niet meer, omdat hij reeds zo lang uit de praktijk is. Gelukkig, hun optimisme en dat Jeanne zo’n flinke vrouw blijkt te zijn, welke indruk zij tijdens hun verlof niet maakte. Het is te hopen dat ze er zich boven op kunnen werken, waarvoor het tegenwoordig een moeilijke tijd is. Vandaag kwam onverwacht de oudste zoon van mevrouw Spiering uit Indië terug; als wegens de malaise ontslagen administrateur van een tabaksonderneming op Sumatra. Dat optimisme heeft Dolf geërfd van zijn vader, die ook zijn ups en downs heeft gekend, maar daarbij bezat grote energie en bekwaam medicus was.
’t Is intussen dinsdag geworden. Zoals ge weet, ben ik verleden woensdag te Wijk a Zee geweest, waar ik allen gezond aantrof; slechts Ans was wat gedrukt onder het verlies van tante Koba uit Den Haag, de weduwe van Dr. Hoog, destijds geneesheer te Katwijk, een zuster van Mr. Lebret, de vriend van DS. Hoog. Die tante was, terecht, wel de meest geliefde van alle tantes; ze is gelukkig slechts kort ziek geweest; helaas, laat ze echter van haar 3 zoons er nog 2 niet bezorgd achter, van wie één getrouwd; er is wel een fortuintje, doch dit wordt nu verbrokkeld. Overigens is Ans met de kinderen gelogeerd zoals men maar wensen kan: ze wonen in een ruime villa “Lisboa”, die indertijd voror Fred. Van Eeden is gebouwd en staat op een hoog duinmet het uitzicht aan de ene kant op de zee en aan de andere kant op een duinlandschap, dat me aan het Heimans diorama deed de denken.
Het was een heerlijke dag, ook met het weer, de laatste van een reeks van 6 warme dagen; sedert is het echter weer buiig met regen en wind uit het Noorden; vandaag enige kentering ten goede. Heden morgen ontving ik een groet van de Kings uit Hoog-Soeren, die daar genieten van de streek en de rust.
Gisteravond ben ik eens jong uit geweest met mijn bridgedames; er werd in de concertzaal, bij gelegenheid van de afgeschafte kermis, een revue gegeven in de trant van Henri ter Hall met Roosje Köhler als hoofdpersoon, die de eerste vrouwelijke passagier is geweest op de terugreis van de KLM van Batavia hierheen en daarvoor een aardige reclame maakte. Overigens was er veel te zien en ook te bewonderen en werden er met enige geest vel flauwiteiten verkocht. Al was het geheel het toegangsgeld niet waard, toch was het een prettige avond.
Verder geen nieuws! Bijzondere ontmoetingen heb ik niet gehad. Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Dank voor uw brief uit Bussum. Prettig dat u het daar weer zo naar uw zin heeft. Ada ten B. schreef tenminste, dat zij enige keren in het Westerhoutpark was geweest, maar altoos bleek de vogel gevlogen!
Leuk als die berichten van de familieleden, gelukkig, dat oom Chris weer wat opknapt. Overigens bezondigen de familieleden zich niet aan de correspondentie hierheen. Wat Nel Schoo bezielt, is me een raadsel. Ze schijnt al haar andere werk belangrijker te vinden, dan eens in een half uurtje een brief aan mij te schrijven. Ik heb nu een verjaarsbrief aan haar afgevuurd met de luchtmail, misschien wordt ze dan wakker (blijkt achteraf dat ik de brief niet eens verzenden kan, want ik heb haar nieuwe adres niet).
Wilt u de hierbij ingesloten rekening voor mij betalen per gemeentegiro. Ik schreef reeds een briefkaart aan Dultz om te melden, dat hij zijn duiten via Amsterdam zou krijgen.
Er zijn niet veel wonderen gebeurd deze laatste week. We waren gevieren Ans, Karel, Maus en ik naar een voorstelling van een Duits toneelgezelschap, dat Strindbergs Totendanz opvoerde. Het is een stuk van een echtpaar, dat ruzie heeft, maar zó gechargeerd, dat je er bijna niet meer van onder de indruk komt. Bovendien leek de echtgenoot sterk op de oude heer Went en de “vriend” op mijn buurman Mansveldt, hetgeen ook bijdroeg om de situatie onaannemelijk te maken. Na afloop inviteerde Van Leeuwen en To ons op een glaasje wijn, om de vervelende indruk te laten overwaaien.
Bij het uitgaan ontmoette ik Corrie Westhoff, die vroeg, waarom of ik in zo lang niet eens was aangewipt. Ze had volkomen gelijk, ik ben er in 8 maanden niet geweest. Nu heb ik ze l.l. zaterdag opgezocht. Haar en haar dochter Buttelingh vind ik wel aardig. Rein is vermoeiend met zijn eindeloze verhalen en interrumperen als iemand anders eens wat vertelt. Zij hadden het kind van Buttelingh te logeren, hun kleinkind dus, een jongen van 1 ½. ’t Is gek om Rein opa te horen noemen, want hij is nog een kind met de kinderen.
Zondag ben ik op kinderpartij bij Kareltje Dammerman geweest, die jarig was. Er waren 20 kinderen en er werden allerlei spelletjes en wedstrijden gedaan, een geweldig werk voor de ouders. Maar aangezien vader Dammerman eenvoudig gek is op dir kind, is niets te goed en slooft hij zich uit. De cadeautjes waren zo reusachtig overdreven, een tafel vol als op een sinterklaasavond in een heel groot gezin. En dat als je pas 8 wordt!
Zou u voor Nel Appeldoorn, die 15 sept. Jarig is, uit mijn naam wat bloemen willen bestellen. Van mevrouw Prince hoorde ik dat oma Prince dit voorjaar overleden is. Die is ook mooi oud geworden! Zij was de laatste jaren niet veel meer waard. Corrie van V.V. stuurde een leuke foto van haar kinderen aan het touwtjespringen. Het schijnt, dat haar schoonmoeder zeer aan het verminderen is.
Vandaag is een gehalveerde boekenkist de deur uitgegaan. Hij gaat met Sleen mee aan boord van de Indrapoera die 26 augustus van Priok vertrekt. Sleen wil de kist wel zo lang voor mij bewaren, ik ben benieuwd hoe en wanneer ik de inhoud terug zie! Nu laat ik het er weer eens bij. Veel groeten bij Ans en op Rustoord en aan verdere Haarlemse bekenden en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 21 juli, ofschoon kort was weer zeer welkom; dank er voor! Je bent voornemens om, zodra er een wekelijkse luchtpostdienst begint, mij telkens per luchtpost te schrijven. Dit raad ik je zeer af, ten eerste om de kosten, daar het luchtrecht nog hoog is, en je zuinig moiet zijn met ’t oog op je plan om via Calcutta terug te keren, en verder omdat men voor ’t enkelvoudig tarief van 6+30 cent geen zwaardere brief mag verzenden dan van 5 gram en men bij overschrijding daarvan aan luchtrecht alleen reeds 75 cent moet betalen. Dit zou ons beider budget teveel bezwaren; ik ben met je brieven per landmail al meer dan tevreden.
Ik vind ’t ook jammer, dat Nel Schoo je niet wat meer schrijft – al ben ik de laatste die zulks iemand te mogen verwijten. De enige verontschuldiging, die ik voor haar weet, is dat ze bij mevr. Wildschut in de van Baerlestraat zeer slecht gehuisvest was. Zij is intussen verhuisd, maar thans waarschijnlijk bij haar ouders in Zwitserland; ik hoop dat ze je van daar eens heeft geschreven.
Met de zeepost, die morgen per Chr. Huygens vertrekt, zult ge met enige krantenuitknipsels ontvangen het gevraagde werk van Ir. Taverne “Vulkaanstudie op Java”, waarin ik met genoegen heb zitten snuffelen, wat zegt ge wel van zo’n prompte bediening? Door tussenkomst van de firma Vermout. Je hebt reden om je boekhandelaar te Buitenzorg voor een suffer uit te maken, maar is de gedachte bij jezelf niet opgekomen dat ge het werk waarschijnlijk had kunnen krijgen bij de firma G. Kolff &co te Batavia.
Tante Adele stelt het zeer op prijs, dat ge aan haar verjaardag hebt gedacht en haar bij die gelegenheid een prentkaart hebt gestuurd. Met oom Louis gaat ’t maar droevig; hij is erg hulpbehoevend, moet bij alles als een kind worden geholpen en is daarbij dikwijls absent. ’t Is te hopen, dat aan dit ongeneeslijk lijden spoedig een einde komt. Van de andere familieleden verneem ik weinig of niets, wat ik als een gunstig teken beschouw: men is er op uit of men heeft logés. Ook van de vrienden en vriendinnen weet ik niets bijzonders. Ans zit met de kinderen nog te Wijk a Zee en heeft heden eindelijk weer eens een mooie dag weer. Van het prettig bezoek met moeder Hoog heb ik je reeds geschreven; dat is toch zo’n lieve vrouw met het hart op de rechte plaats; zij heeft een grote vriendin te Batavia, de vrouw van prof. Van der Plaat, naar ik meen, aan de medische hogeschool. Met moeder hebben ze nog enige uitstapjes gemaakt, als naar de haven van IJmuiden, de hoogovens, waar een broer van de kand. Notaris Warmelink hen heeft rondgeleid en Wouter vooral heeft genoten, naar de Assumburg; echter niet naar de kaasmarkt te Alkmaar, daar Coentje die dag minder goed was; deze ondervindt nog weinig baat van het langdurig verblijf aan zee; wel jammer!
Marius heeft in zijn laatste brief ons overladen met foto’s, gedurende zijn vakantie genomen, niet minder dan 16 stuks. Ze zijn meer dan mooi, een lust om te zien. Aardig die ontmoeting met de v/d Sleens op de helling van de Gedeh in het bos.
Hierbij weer enige krantenuitknipsel o.a. van de nieuwe G.G. bij zijn vertrek uit Zutphen op weg naar Parijs en verder via Marseille naar Batavia. Dit afscheid van Zutphen doet me veronderstellen dat hij geen afstammeling is van de Middelburgse de Jonge, zoals ik vroeger meende, maar van de Zierikzeese, en dat ik met zijn vader, die te Zutphen bij de rechterlijke macht heeft gediend, te Leiden heb gestudeerd; deze was ook vrij lang en zeer blond, bijna wit van haar, zodat hij de bijnaam van “schimmel” had. Is deze veronderstelling juist, dan was zijn moeder een freule van Rappard. Het Handelsblad heeft de nieuwe Toean Besar, met een Selamat djalan, meegegeven Psalm 141 vers 3: Zet, Jahwe, een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen. Zou dit ook aan Dr. Dammerman zijn ingeprent? Meer heb ik op ’t ogenblik niet te melden. Ontvang een hartelijke zoen van Vader.
Lieve vader Ik dank u wel voor uw brief van 28 juli, aardig dat u weer met zoveel plezier in Bussum hebt gelogeerd. Wat jammer alleen, dat het in Holland weer zo ongedurig is. Zo nu en dan lees je hier in de krant, dat de mussen van ’t dak vallen door de hitte, dan weer hagelt het de klassieke duiveneieren of passeren stormen langs de kust. Hier merken we dat we de zomer tegemoet gaan, de zon komt eerder op en gaat later naar bed (het is immers een graad of 6 van de equator)
Hierbij de kiekjes van de Middelburgers terug, Jaap ziet er tropisch uit. Van Corrie en van Nel dela Hayze kreeg ik leuke kieken van hun kinderen. Vooral van de V.V. zijn het altoos artistieke foto’s, Wim is een goed fotograaf. Corrie schreef dat haar schoonmoeder erg achteruit gaat.
Die juffr. Vos is niet Nel de Vos (assistent van Redeke), mar een Utrechtse biologe, die, afgestudeerd zijnde, in Holland geen baantje kan vinden en nu haar geluk in Indië is komen proberen. Zo lopen er hier nog 3 dames rond. Thans heeft Hughie Vos een baantje aan een zendingskweekschool in Malang, ook niet bepaald haar richting! Zij heeft lang niet de capaciteiten van Nel de Vos.
Deze week bezocht ik weer eens de film, City Lights van Charley Chaplin. Erg aardig en gelukkig geen talkie. Marius heeft deze film in Batavia gezien en zal er ook wel over geschreven hebben. Ik vind wel, dat Chaplin zichzelf en zijn mopjes teveel herhaalt. Als je ze één keer ziet is het leuk, maar op den duur gaat het nieuwe er wel van af.
Zondag was ik met van Heurn, Handschen en Lieftinck naar de G. Pantjoer, een grappig steil bergje maar het Krawangse toe. We hadden een zeer geslaagde tocht, weer heel ander soort terrein dan de omtrek van Buitenzorg. ’s Avonds aten we bij de Chinees, Hanschen kent geen woord Maleis, maar praat dan Zwitsers Duits tegen de bedienende djongos. En krijgt toch het verlangde gerecht. Knap ! Ik mag van Heurn toch bijzonder graag ondanks zijn lastige karakter. Er zijn mensen, zoals Dammerman, die daarom niet met hem kunnen opschieten, maar er zit in van Heurn heel wat meer durf en energie en levenswijsheid dan in Dammerman. Ik vergelijk ze altijd als een Arabische hengst en een Zeeuws boerenpaard wat hun geestelijke soepelheid en capaciteit betreft. Ook gaat dit voor hun figuur goed op, Dammerman is tonrond en van Heurn is mager en lenig en schiet als een gems de berg op!
De Amerikaase dames zijn weer uit Bali terug. Nu maken we plannen voor Tjibodas. ZE brachten een erg mooi Balisch kleed voor mij mee, nogal bont, maar zo zijn de weefsels daar.
Straks moet ik nog naar een vervelende receptie, bij de vervelende Beuméé’s. Hij is directeur van het algemeen proefstation van de landbouw geworden in plaats van Dr. Den Berger. Daarvoor was het Piet Cramer (neef van Atie Vorstman)
Verder ben ik alvast aan het piekeren over wat ik voor de diverse mensen en kinderen uit Indië mee zal brengen als presentje. De pasar Gambir is nu geopend en daar ga ik eens rondneuzen voor dat doel. Vindt u dat ik voor oudere dames zoals mevr. Sloot, Mevr. G, mevr. Boerlage e.d. ook wat mee moet brengen, omdat ik van haar wat kreeg, toen ik wegging? Het leek me nogal eigenwijs als ik het zou doen, en verder loopt het in de papieren.
Verder geen nieuws meer deze week. Hartelijke groeten, ook bij Ans en voor u veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 27/28 juli was weer zeer welkom en kwam reeds de 20ste in mijn bezit; deze week echter zullen we moeten wachten tot zaterdag 29 aug omdat de Johan de Witt lui is.
Het verslag van de tocht naar het land Bolang wekt weer allerlei herinneringen bij me op. Ik heb die zgn. Baud-landen nog als particulier bezit van Jhr. Baud gekend. Toen deze omstreeks 1881 stierf, liet hij, behalve die ontzaggelijke landerijen, slechts een onechte minderjarige dochter na, die hij tot erfgenaam had gemaakt. Grote teleurstelling bij de echte bloedverwanten, die alles in ’t werk stelden om het testament nietig te doen verklaren. Een heerlijke melkkoe voor het advocatenkantoor Marlaine Pont en Fock! Dit proces, dat ik als lid van de raad van justitie te Batavia meemaakte, werd zo lang slepende gehouden, en kostte hierdoor zoveel geld, dat de voogd der erfgename een schikking trof met de pretendenten op die nalatenschap, waarvan de N.V. landerijen van de Erven Baud het gevolg was. De sommen, waarom het ging, o.a. aan koffie, thee en andere producten, die opgeslagen of zeilend waren, herinner ik me niet juist meer, maar wel is me bijgebleven dat ik ervan duizelde. Later is oom Siccama nog eerst mededirecteur en later commissaris van die maatschappij geweest en heeft hij hieraan een groot deel van zijn fortuin t danken. Op die onechte donker, een lelijk bruin rotje, zijn achtereenvolgens een paar kale Duitse officieren met een adellijke titel afgekomen.
Ook de naam Halewijn komt me bekend voor. In mijn tijd was er een resident van Riouw van die naam en heb ik een marineofficier Halewijn gekend, die een neef was van mr. Fock.
Met leedwezen las ik, dat Lieftinck aan dysenterie lijdt. Dit is een hardnekkige, kwaadaardige, ondermijnende ziekte, waarvoor je je wel wachten moet, evenals voor spruw. Daarom ben ik zo bang voor de gevolgen van het eten in een Chinees restaurant. ’t Is te hopen dat Lieftinck dieet kan houden en zo die kwaal spoedig zal kwijt raken. De tocht naar Bolang heeft hij toch kunnen meemaken.
Van de jonge Jeanne Berkhout zijn de berichten minder gunstig. Het juiste weet ik nog niet; mej. Duinker, collega van Ans, had een brief van mevr. Berkhout gekregen, waarin deze schreef dat Jeanne een toeval of zo iets had gehad, waardoor haar gezicht verwrongen was, waarschijnlijk een beroerte, in elk geval een aandoening van de hersens. Wel droevig, deze vermeerdering van zorg, zulks terwijl Jeanne toen ze onlangs met haar moeder bij me koffie dronk, wel kinderlijk was als gewoonlijk, maar toch nog goed meepraatte over hun plan om naar zeeland en Prinsenhage te gaan. Of dit plan nog is doorgegaan, weet ik niet; ’t is te hopen dat dit ongeval haar niet op reis heeft getroffen.
Marius zond me een kiek van je in je werkkamer. Jammer, dat deze zo weinig scherp is; toch heb ik nu enig idee van de kamer waarin ge dagelijks zit te wreken. Mocht ge echter een betere opname kunnen laten doen, dan houd ik me daarvoor aanbevolen. De foto voor je pas is ook niet fraai, maar toch duidelijk.
Naar aanleiding van je verlangen om vóór de terugreis hierheen nog eens naar Midden-Java te trekken en dan een kijkje te gaan nemen in de Kraton van Djokdja op Solo, heb ik eens aan tante Adele gevraagd of zij soms nog relaties hebben te Solo, waarvan oom resident is geweest. Tante schreef me dat zij daar geen kennissen meer hebben, maar raadde aan om eens bij tante Jans te informeren – oom Theo is ass. Resident van Kraton geweest. Met de aanbevelingen van tante Jans moet men echter wat voorzichtig zijn. Denk er aan, als ge oud-inwoners van Djokdja ontmoet, dat ge laat uitkomen dat je grootvader Bosch ongeveer 870 resident van Djokdja was – met deze kunt ge wel voor de dag komen.
Zo-even was ik bij de fam. Holstijn, van wie de dominee 82 jaar oud werd. Allen waren gezond en hadden genoten van hun vakantie – Go te Geneve. Even te voren was er ook Dr. P v/d Goot, alias luizenpiet, die in okt terugkomt. Dr. v/d Goot is gedurende zijn verlof nog al ziek geweest, zodat hem een opdracht der regering naar Zuid Afrika is ontgaan.
Ans met de kinderen zijn sedert vrijdag weer thuis; het weer werd hoe langer hoe minder, zodat ze niet uit konden gaan, en het hierdoor t druk was in huis met zoveel mensen, vooral voor Coentje. Hierom waren ze blij weer thuis te zijn. Vandaag zijn de lager scholen weer begonnen. Een hartelijke zoen van Vader
Beste vader Ik dank u zeer voor uw brief van 3 augustus en voor het pak drukwerken van diverse pluimage. Hiervan heb ik een groot deel al aan Marius doorgestuurd. Het Verkade-album is met deze laatste zending nu vol, wel bedankt. Als u het nieuwe, dat in het najaar immers moet uitkomen, alvast voor mij wilt aanschaffen en beginnen te vullen, houd ik mij aanbevolen. Maar zendt u het liever niet hierheen, het is nog maar zo kort en hoe minder ik hoef in te pakken, hoe beter. Zo denk ik er ook over mijn fiets hier achter te laten, want het uit elkaar halen, en maken van een kist, en vracht (die ik niet vrij heb als ik via Calcutta ga), en in elkaar zetten in Holland is wellicht meer dan de hele fiets waard is.
Het stuk van Thijsse pleit alweer niet voor zijn kennis van Indië. Hij betoogt, dat de inlanders zoveel planten en dieren kennen en er veel van houden. Nu, iedere bioloog weet, dat ze alle bomen Kajoe Api (=brandhout)of tida taoe noemen, en ontzettend wreed zijn voor paarden, kippen e.d. om maar een paar voorbeelden te noemen. En dan verwijst Thijsse naar de voorstellingen van planten en dieren op de Boroboedoer, maar vergeet dat deze gebouwd is voor een heel ander volk, dat niet de voorouders van de tegenwoordige Javanen heeft geleverd.
Salanganen zijn zwaluwen, die eetbare nestjes maken. Van mensen die dit gerecht gegeten hebben (het is namelijk barduur, anders had ik het bij de Chinees ook wel eens besteld) hoor je altijd dat er niet veel smaak aan is, geleiachtig, glibberig. De Chinezen zijn er dol op, en de grotten in Tjampea zijn dan ook aan een rijke Tjina verpacht.
Wat is dat een droevig ongeluk van mevr. Van Heck, wat zullen die gasten ook onder de indruk zijn. Die dochter van mevr. Cantor heet Stephanie Riese (de moeder is gescheiden). IK ze inderdaad in Sleens troepje ontmoet. Ik reisde wel met haar in de Amsterdamse tram heen en weer. Er is niet veel aan.
De afgelopen week was nogal rommelig, ik at een avond bij de van Steenissen, een keer met de dames Collier en maakte zo hier en daar wat bezoekjes. Gisteren (zondag) heb ik de hele dag in het museum gewerkt om nog wat af te maken vóór Tjibodas.
’s Avonds ben ik met de beide Amerikanen naar de Pasar Gambir geweest. Het was gelukkig een mooie droge maanavond (wel een wonder want het is geweldig nat de laatste tijd) Het was erg vrolijk met de illuminatie en de drukte, die niet al te druk was. De dames vonden het prachtig, amuseerden zich met het hele gedoe en de inlandse nijverheid. Later hoorden we dat Dammerman r ook geweest is en is zak gerold voor 40,- Ook een koopje!
1 september
Nu heb ik de pakziekte, ’t is maar zaak om zo min mogelijk te vergeten, want je hebt in Tjibodas de grootste moeite om iets toegezonden te krijgen. Straks moeten we bovendien nog bij de Dammermannen eten, verbazend ongeschikt, zo op het nippertje.
Ik hoop dat Mientje een gezellige verjaardag heeft gevierd, ik twijfel er niet aan. Zijn ze allemaal weer met plezier naar school, en hoe is het herexamen wiskunde van de heer Wouter
Ik heb het aan de stok met de posterijen. Er is een zak met aangetekende brieven tussen Medan en hier gestolen. Daarbij was een zending aan mij met zeer waardevolle tekeningen en een antiquarisch boekje, vervelend genoeg. Gelukkig moet de afzender (v.d. Meer Mohr) het zaakje opknappen, dat is hem wel toevertrouwd. Met hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 4 aug met aanhangsel heb ik weer in orde ontvangen. Wat betreft dat bijvoegsel kunt ge gerust wezen; na lezing heb ik het dadelijk vernietigd en er zal geen woord van over mijn lippen komen, nog minder op papier; als ik je dit verzeker, dan kent ge mij, hoop ik, genoeg, dat ik me daaraan zal houden. Ook zonder je dringend verzoek, zou ik nooit iets van de inhoud tegenover een ander loslaten. Die heeft mijn zorg over M. helaas niet verminderd: hoe komt hij aan het geld, waardoor hij zich zoveel uitgaven als aan de fotografie kan veroorloven? Ook hierin heeft hij nooit maat weten te houden. Ans en de kinderen verschaffen gelukkig minder zorg: Ans is op dezelfde voorwaarden weer ingehuurd door het Kennemer lyceum en de kinderen, vooral Wouter en Mientje, zien er best uit en gaan weer met plezier naar school, met uitzondering van Wouter, die a.s. maandag herexamen in Wiskunde moet doen; ik hoop dat de uitslag niet gunstig zal wezen, waardoor hij het 2de studiejaar nog eens zou moeten doormaken, maar Ans en Wouter schijnen nog al vertrouwen te hebben. Marius is blijkbaar van hetzelfde gevoelen als ik. Morgen krijgt Chris zijn eerste pianoles, die ook wordt bekostigd door mevr. Boerlage.
Prettig dat de kinderen v/d Meulen je zo aanhangen! Je hebt altijd veel van kinderen gehouden en hierdoor slag ermee om te gaan, waardoor zij een welkome afwisseling kunnen zijn onder je werkzaamheden. Ge hebt me echter nog geen verslag gegeven van het kinderfeest.
Het overlijden van Wille is zeker weer een groot verlies voor tante Jans, die zo gehecht is aan al wat familie is, in de eerste plaats aan het gezin van haar pleegkind Jans. Voor Wille zelf was de dood waarschijnlijk een uitkomst, daar zijn toestand ongeneeslijk scheen; doch, wat zijn de financiële gevolgen voor de kinderen? De kinderen Schipper uit Jans eerste huwelijk zijn, meen ik, nogal goed geplaatst.
Overeenkomstig je instructie heb ik het Sawalandschap bij Tjampea op de aangeduide plaats in het fotoalbum geplakt; dit album is echter nog niet vol: er is nog plaats voor 2 grote smalle foto’s, enige kleinen en op de gehele achterkant van een der grootformaat kieken.
Vanmorgen verzond ik per zeepost weer een pak drukwerk: behalve een nummer van de A’damse Gids, een aflevering van N.I. Oud en Nieuw met een belangrijke beschrijving door Noto Sorroto van Java (zijn bewoners, geschiedenis en cultuur), zeer mooi uitgevoerd – deze aflevering is bestemd om ook doorgezonden te worden naar Marius – en verder een paar zaterdagavond bijvoegsels en uitknipsels van het Handelsblad. Vermaak je ermee! In die zaterdagavond bijvoegsels zult ge misschien missen de rubriek “voor onze amateurfotografen”, die heb ik, voor zover ze het overige niet schonden, er uit geknipt, omdat ik gewoon ben die aan Marius te zenden. Ik aarzel hiermede voort te gaan om, door belangstelling te tonen in zijn liefhebberij, hem niet te stijven in zijn overdreven zucht om daaraan toe te geven, maar gelukkig zijn de raadgevingen bestemd voor Westerse lichteffecten.
Veel bijzonders kan ik weer niet melden: men is wel langzamerhand thuis gekomen, doch ik heb nog weinig vrienden en bekenden ontmoet. Wel heb ik bij de barbier een praatje gemaakt met de heer Kaars Sijpestein, die vol lof is over je geleide door de Plantentuin enz. De fam. King is ook weer thuis en heeft van het verblijf in de Soerense bossen zeer genoten, meer, naar ik geloof, dan Ans met de kinderen te Wijk a Zee, waar het in huis druk was, Coen Scholten moest worden ontzien en het weer minder gunstig was. Vader King heb ik nog niet gezien; hij moet zelfs bolle wangen hebben gekregen. Hoe is ’t mogelijk!
De toestand van Jeanne Berkhout jr. is niet zo ernstig als hij zich eerst liet aanzien: het is geen hersenaandoening, waaraan ze lijdt, maar een verlamming van de aangezichtsspier, waardoor de mond wat scheef is en ze één oog niet geheel kan sluiten. Genezing is mogelijk, maar het duurt lang. ’t Is een beproeving!
Door zijn stiefzoon heeft Bert de laatste maanden niet veel plezier van zijn huwelijksleven, daar Annie thans nog naar Wolfheze gaat, in de hoop dat boslucht Coentje zal opknappen. De jongen ziet er op ’t ogenblik vrij goed uit, maar hij groeit te hard.
We hebben reeds enige dagen schitterend nazomerweer, wat gisteren met koningin jaardag zeer welkom was. Het bestuur van Rustoord had het voorerf aardig geïllumineerd en een prettige wafelavond georganiseerd.
Anders geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik geloof, dat ik een boel te schrijven heb en dus begin ik maar vast, al gaat de mail ditmaal pas zaterdag de 12de, dankzij het vertrek van de G.G. Wel bedankt voor uw brief van 10 augustus, die mij hierheen nagezonden.Het is heus niet zoveel bijzonders, die tochten over Gedeh en Pangerango. Als u denkt, dat zulke sukkels in de bergsport (mag ik wel zeggen) als Ans Boedijn, Katrien Went en Nannie koolhaas en Co Ramaer ook dezelfde tocht met glans hebben gemaakt, mensen die nooit uiten wandelen en alleen met hun baby’s optrekken, dan begrijpt u wel, dat het een vrij eenvoudige tocht is en sta ik te meer verwonderd, dat Marius er zo weinig tegen opgewassen was.
Leuk dat naar de revue van Roosje Köhler bent geweest. Dergelijke revues hebben het voordeel, dat ze alle malligheden van het ogenblik in taal en toestand, eens er door halen. En dat is toch wel leuk om te zien, in hoe ’n gek kringetje we rondspringen.
Jammer dat tante Koba is gestorven, ik herinner me haar heel goed. Zij was een ontwikkelde en waardige dame, deed ons immers wel een beetje aan tante Kitty B. denken?
Aardig, dat u zo’n prettige dag in Wijk aan ZEE hebt gehad en gezien hebt hoe schoon- en kleinkinderen hun vakantie doorbrengen.
Hierbij een verzoek van Van der Klaauw om f5,- voor het Zuiderzee onderzoek der dierkundige vereniging. Wilt u dat voor mij betalen? Over gedrukte briefkaarten weet ik niets. Ik heb hem geschreven dat u hem het bedrag zal gireren.
Hebt u ook een aankondiging gekregen van de geboorte van Wouter Lodewijk Pilaar op Tjhilentab?
Van Nel Schoo kreeg ik eindelijk eens wat te horen. Zo ook van Nel Appeldoorn, die mij bovendien haar hele voorraad Duitse postzegels (ze was toen juist op reis in Duitsland met Felix Prince) bij vergissing stuurde. Ik zal ze bewaren en haar met Sinterklaas ermee plagen. Heb er hier verder ook geen emplooi voor!
Van Prashad kreeg ik deze week bericht dat het uitstekend was, als ik in maart naar Calcutta kom. Zodra ik nu weer in Buitenzorg ben, ga ik me verder in dat reisplan verdiepen. Die nieuwe pas heb ik eigenlijk per vergissing. Mijn oude was namelijk haast verlopen en moest verlengd worden (als je de termijn van verlenging laat verstrijken, kost het veel meer geld en soesa). Toen bleek, dat mijn exemplaar al een paar keer verlengd was en niet verder mocht verlengd worden. Waarop ik me toen maar meteen een nieuwe heb laten aanmeten.
Zaterdag komt de nieuwe G.G., de stakker, wat een beroerd baantje. Van Mr. Foch gaan hier prachtige anekdotes, o.a. dat hij in het begin van zijn G.G. tijd in de plantentuin wandelde en verdwaalde. Toen ontmoette hij een meneer (Smith van het herbarium) en vroeg: kunt u mij ook vertellen, hoe ik naar huis moet komen? Waarop Smith (die Foch niet kende) : Jawel meneer als u me zegt waar u woont. F: Nou, in het paleis natuurlijk!
Ook dat van Hall (vroeger directeur van het instituut van plantenziektes) aan mr. Foch van allerlei liet zien om de inlandse cultures te verbeteren. Maar er droevig, doch voorzichtig, bijvoegde, dat de inlanders zelf er niet om gaven en geen een advies opvolgen, zodat de pogingen van Plantenziektes, misschien een 50 jaar te vroeg werden opgericht. Waarop Foch: Wat zegt u, 50 jaar? 500 jaar bedoelt u! Dat is betere taal dan van de Graeff met zijn lieve brave Indonesiërs, en zijn gratie aan Soekarno.
Nu nog over Tjibodas. Ik kwam hier vandaag een week geleden, met de misses. We vonden er de BOedijns, en baby en Koolhaas en baby, dus een huisje vol, waardoor het lawaai en de vrolijkheid niet van de lucht waren. Voor de misses niet zo leuk, maar ’t was na 3 dagen voorbij toen bliezen de families de aftocht. Nu zijn we alleen, de uitsluitend Japans sprekende Japanner komt gelukkig voorlopig nog niet. Ikke ga zaterdag al terug, de misses blijven nog langer en moeten dan maar zien samen naar de Gedeh en Pangerango te komen. Ik kno mijn tijd op Tjibodas veel te goed gebruiken en op de top zitten haast geen beesten, daar ga ik alleen maar voor plezier heen.
Het klimaat hier is toch wel fijn, je behoeft ’s middags niet te slapen en wordt zo na 12-1 uur niet zo vies vettig van de warmte. ’s Morgens sjouwen we door het bos, ’s middags op het lab om te werken. Verder heb ik veel tijd om te lezen, zowel van de wetenschap als anders. Zondag waren hier 5 Dekerdingers (?BVBJ), waaronder Schierbeek(bioloog uit Den Haag) Zij doen zo ontzettend veel in korte tijd, hun hersenen moeten wel tureluurs worden.
De menage valt nogal mee. Je moet alles wel eindeloos van te voren bedenken, maar dan kun je toch ook alles vers krijgen: melk, brood, groente, vlees en vruchten. Zodat we haast geen blikjes behoeven open te maken, hetgeen heel goedkoop is en geen beriberi veroorzaakt!
De hele kampong, vooral de kinderen, verzamelen nu kakkerlakken. Zij krijgen 1 cent per stuk, hetgeen een heerlijke bron van inkomsten voor ze is.
Ik geloof dat ik nu maar eens op ga houden. Ik moet nog zorgen dat de misses goed wegkomen naar de berg. Ze krijgen de beste koelie mee, de hortulanus zegt: dan gaat alles automatisch! Met hartelijke groeten en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, wel bedankt voor je uitvoerige brief van 9 aug. Ge zijt daarin wel aan ’t politiseren geweest; hieraan schijnt men in Indië nu en dan eens behoefte te hebben, maar laat je niet al te zeer meeslepen, want dan ontaardt het wel eens in kwaadspreken en gemopper, en ik wil je niet als een Indische mopperaar terugzien, waartoe ge trouwens, gelukkig, weinig aanleg hebt. Toen ik indertijd dong naar de betrekking van lid van het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht en men naar mij informeerde, o.a. bij Dr. v/d Stok, was een der eerste vragen: Is hij een Indische mopperaar; toch ben ik het niet geworden, al durf ik te beweren niet tot het genus mopperaar te behoren.
De beweging voor internationale ontwapening hebt ge niet geheel begrepen: het is niet de bedoeling om ons weerloos te maken tegen oproerige elementen in eigen land, doch om staande legers op te heffen, die, zullen ze waarde hebben, natuurlijk moeten geoefend worden en dan, door het drijven van eerzuchtige vorsten en andere machthebbers, wel eens willen tonen wat ze kunnen, evenals worstelaars en atleten. Bij opheffing of vermindering van leger, zal vanzelf de politie moeten worden versterkt door politiesoldaten en dito vaartuigen. Ook je uitval tegen staatslieden en journalisten kan ik niet geheel onderschrijven: beiden zijn, mits ze voor hun taak berekend zijn – wat van journalisten helaas niet altijd kan worden gezegd- onmisbaar om het volk te leiden, journalisten bovendien om openbaar te maken wat er in het volk omgaat. Voor diplomaten echter als v. Limburg Stirum en de Graeff voel ik ook weinig, omdat zij in de regel hovelingen en weinig geschoold zijn. Over de zaak Mooijen hoor en lees ik hier weinig; de Indische lezing zal wel wat sterk gekleurd wezen. Verleden vrijdag was tante Nel uit Den Haag hier, deze wist ook van die verdenking tegen Mooijen niets af.
Van tante Nel gesproken, ge weet natuurlijk dat Paula een zoon heeft; in de vakantie van Marius zijt ge blijkbaar, zoals het plan was, niet meer bij hen geweest.
Dank ook voor de foto van de plaquette van majoor Ouwens in het museum. Mevr. Michelsen is thans uit de stad, zodat ik haar nog niet heb kunnen inlichten omtrent raden Soedirman; de plaquette van haar vader zal zij waarschijnlijk wel kennen; ik zal haar echter de foto eens laten zien.
Op ’t ogenblik it ge misschien met de Amerikaantjes weer te genieten te Tjibodas; ‘k hoop dat ge ’t weer goed treft in die mooie omgeving en dat heerlijke klimaat; hier hebben we ’t maar nat en kil. De centrale verwarming werkt reeds matig.
Gisteren kwam Wouter thuis met de boodschap dat hij was toegelaten tot het 3de studiejaar; de oplossing van de vraagstukken, die hem waren opgegeven, was van dien aard dat hij werd vrijgesteld van het mondeling examen. Gelukkig zijn Ans en hij dus niet teleurgesteld; ik vraag me echter af, of het goed voor de jongen is. Nel Appeldoorn daarentegen acht zijn hersens er wel geschikt voor; jammer maar, dat Nel dit schooljaar geen les geeft in de derde klas. Nel ziet er blozend uit en had veel genoten in de vakantie, o.a. op een voetreis in Duitsland met Felix Prince.
Ui t een brief aan Ans weet ik, dat ge nog geregeld ook met Corrie van V. Vader correspondeert; hebt ge nog eens werk gemaakt van een tegemoetkoming in de terugreiskosten uit het v V.V. fonds?
Mientje heeft een prettige verjaardag gehad: zij had 6 vriendinnen met Chris en Coen haan haar tafel, waaraan zoveel lawaai werd gemaakt, dat het Chris te machtig werd en hij is weggelopen.
Veel belangrijks is hier niet voorgevallen. Slechts een paar droevige gevallen kan ik nog melden: Ds. Holstijn toch heeft een lichte beroerte gehad met het gevolg dat hij aan de rechterkant verlamd is en de spraak belemmerd was. De spraak is echter teruggekomen en de verlamming komt ook bij. Hij schijnt er gelukkig opgewekt onder te wezen. De toestand blijft echter angstig door de kans op herhaling. Mocht hij niet meer herstellen, dan zou dit voor velen, vooral voor zijn gezin, ook voor mij een groot gemis wezen.
Een ander treffend verlies, vooral voor Haarlem, is het plotseling overlijden van Vincent Loosjes. Hij was wat ongesteld door een lichte hartaandoening, waarom de dokter hem had aangeraden een korte tijd wat rust te nemen, doch binnen deze tijd is hij onverwacht bezweken. Heden zou hij geïnstalleerd worden in de nieuwe gemeenteraad.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet mee te delen. Morgen, donderdag, verwacht ik weer een brief van je per de P.C. Hooft. Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Er is weer eens ruzie op Rustoord, thans tussen de fam. van Konijnenburg en de voorzitter van Dobben, die sedert enige tijd zo bevriend waren, met het gevolg dat de fam. van K. ons met november gaat verlaten. Het gemis zal niet groot wezen. Zij is er ziek van, ook door zenuwen, wat niet zonder bedenking is, daar eerstdaags de zoon, die een half jaar met verlof is geweest en aan wie ze zeer veel hebben gehad, naar Indië moet terugkeren. Ze zijn ook al meer dan 70 jaar oud, ik meen 73.
Beste vader, Ik dank u hartelijk voor uw brief van 18 augustus, die in goed gezelschap (van de nieuwe G.G.) heeft gereisd. Ik heb met veel plezier de uitknipsels gelezen en bezichtigd en me verkneuterd over die mooie tekst, die het handelsblad aan de nieuwe G.G. heeft meegegeven. Om te beginnen is hij aan boord al aan het leuteren geslagen en heeft 2X gepreekt! Stel je voor, een koning van Indië, die zo weinig van zijn nieuwe functie snapt. De aankomst en de speeches kunt u lezen uit bijgaand blad van de Javabode. Vooral heeft me daar de echt menselijke rede van de Graeff getroffen. Hoe raar hij ook gedaan heeft, hij was toch altijd wel eerlijk. Er is ook een stamboom van de nieuwe G.G. dan kunt zijn familierelaties afleiden.
Vandaag was er grote receptie voor ambtenaren en notabele burgers van Buitenzorg (zonder vrouwen). Met nog 3 dames van de secretarie waren we de enige vrouwspersonen tussen een paar honderd mannen. Die boffen niet in hun zwarte pakken! De ene dame wordt astraal konijn genoemd (astraal vanwege de theosofie en konijn wegens haar uiterlijk) en twee ij onbekende, de een al lelijker dan de andere, zodat ik me verbeeld (wat een verbeelding niet?) geen al te gek figuur gemaakt te hebben tussen dit troepje.
De G.G. is van een onmetelijke lengte, men zegt 2.08 meter, mager en tanig, een gezicht van een oud-indischman. Hij had het zich lekker makkelijk gemaakt in een wit uniform, terwijl al de andere knapen stijf stonden van het goud. Het feest (?) had weer plaats in de marmeren zaal en een voor een defileerden de gasten. Eerst de gemeente en landssecretarie, voorgesteld door de resident, die de namen aflas. Toen het departement van Landbouw, afgeroepen door Bernard. Dat begon met alle houtvesters, toen Van Leeuwen, Dammerman, ikke, Maus, van Slooten, Bakhuizen, van de Brink, Lam, Boedijn, Van Steenis. En verder weet ik het niet meer, een onafzienbare stoet waaronder proefstations, militairen en enkele particulieren.
’t Wass gauw afgelopen, we kregen niet eens een hand, zelfs de dames niet. En niets te drinken, een kale boel. Er liep een idioot model boxerhond tussendoor, waarop Dammerman meteen afschoot, zodat het beest onmiddellijk de vlucht nam.
Ik zie met veel belangstelling Taverne Vulkaanstudies tegemoet. De archipeldrukkerij hier te Buitenzorg beweerde, dat het bij Kolff Batavia ook uitverkocht was. Ik had nog bij een boekhandel in Soerabaja kunnen vragen, er zullen nog wel andere goede dan Van Ingen zijn.
Ik kreeg een alleraardigste brief van Mevr. Vanden Broeck, de vroegere hospita, werkelijk met inhoud en zo voorbeeldig gesteld. In het najaar gaat ze waarschijnlijk trouwen.
Prof. Van der Plaats is inderdaad aan de geneeskundige Hogeschool. Het schijnt een man van zeer eenvoudige afkomst te zijn, die eerst natuurkunde en later medicijnen studeerde. Ik ken hem noch zijn vrouw, zij zijn in ieder geval veel jonger dan mevrouw Hoog.
Op Tjibodas kreeg ik een telefoontje dat Bet ter ere van haar verjaardag in Batavia een feest gaf 12de (zaterdag). Ik ben toen een dag eerder naar huis gegaan dan het oorspronkelijke plan was en trok met de Wenten, Boedijns, Koolhazen en Maus des namiddag s in 2 taxi’s naar “stad” . Eerst bij Bet thee gedronken, toen naar een bioscoop, toen naar de Chinees en toen in een andere inrichting lekkere drankjes gaan drinken. Daar was het ook reuze gezellig met een strijkje, veel mensen waaronder zee- en koopvaardij officieren van De Ruijter, Kortenaer en Patria. Hierbij nog een kiekje van de misses op de stoep van de pasanggrahan. En heel hartelijke groeten en veel liefs van uw Tera.
Lieve tera, dank weer voor je gezellige brief van 18 augustus. Ook hier gaat alles best; slechts Wouter voelde zich maandag wat onwel, zodat hij ’s middags niet naar school is gegaan en thans nog thuis zit; Ans schrijft dit toe aan te weinig slaap, wat wel mogelijk is, daar de jongen op zijn slaapkamer te veel afleiding heeft aan boeken enz. wat in de tegenwoordige woning door de weinige ruimte aan bergplaats wel niet anders kan, maar in de vorige woningen ook ’t geval was. Hij gaat gewoonlijk door te lezen en te knutselen op zijn kamer te laat slapen en staat ’s morgens te vroeg op, doch maandag en dinsdag heeft hij de geleden schade ingehaald. Voor hoelang echter? Terwijl er dit schooljaar nog meer van zijn jonge hersens zal worden gevergd.
Nel Appeldoorn meent dat Wouter ’t wel zal kunnen volhouden en was wat ontstemd, toen ik mijn oordeel uitsprak dat zijn hersens op het gymnasium met veel ballast worden belast, o.a. met Grieks, en dat de overige vakken op een gymnasium, zoals de wiskunde, dikwijls minder goed bezet zijn, daar leraren in deze vakken liever verbonden zijn aan een HBS of lyceum, waar deze vakken meer in tel zijn en daarom niet zo stiefmoederlijk van hulpmiddelen worden voorzien. Nel en Ans zijn hartstochtelijke voorstanders van een gymnasiale opleiding voor ieder kind met gezonde hersens. Gisteren was Nel jarig en heb ik haar uit jou naam wat bloemen gezonden en voor mij de traditionele spekkoek. Dit laatste wordt wel wat eentonig, maar zij houdt er zo van en ik wist niets anders tot afwisseling te bedenken. Ik was echter niet in de gelegenheid om haar in persoon te gaan gelukwensen, daar ik noodzakelijk naar Ans moest.
Van de familieleden weet ik ook niets anders dan goeds; slechts de Schoo’s komen a.s. zaterdag reeds uit Zwitserland terug, omdat Marie zich reeds enige tijd niet goed gevoelt en zich daarom eens onder behandeling van DR. Ruebsamen wil stellen. Voorlopig vestigen ze zich te Hilversum. Van Nel Schoo zult ge intussen een brief uit Saanen hebben ontvangen. In antwoord op mijn verjaringsbrief schreef zij, dat ze met het begin van dit nieuwe schooljaar ’t erg druk heeft, daar ze thans 28 uur les heeft te geven en de voorbereiding van de lessen aan de grote meisjes HBS veel tijd kost. Ook met de wederzijdse vrienden gaat het, zover ik weet, goed: de verlamming van Ds. Holstijn begint langzamerhand bij te komen.
De firma Dültz & Co te München heeft haar duiten reeds ontvangen. Met leedwezen vernam ik dat de schoonmoeder van Corrie v. V.V. zo aan ’t verminderen is; haar gemis zou een groot verlies wezen voor de hele familie; van het grote gezin Kleijn van Willigen te Delft was zij (Saar) wel de beste.
De Indrapoera kan de volgende week in Marseille zijn; zodra v/d Sleen en Toos weer thuis zijn, zal ik hen eens opzoeken om te verwelkomen en te vragen of ze voor je kist met boeken onkosten hebben gemaakt.
Verder geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Groeten van Luuk Verwey, die vanmorgen bij me was om over een naaister te spreken.
We hebben sedert enige dagen het prachtigste herfstweer dat men maar kan bedenken
Met de zeepost die heden vertrokken is, is een pakje kranten voor je meegegeven. Uit een der kranten heb ik een stuk geknipt “voor amateurfotografen” en dit rechtstreeks aan Marius gezonden.
Lieve vader, Ik dank u hartelijk voor uw brief van 25 augustus, die 17 september al aankwam, het gaat wel mooi vlug tegenwoordig. Ook het boek van Taverne arriveerde in goede orde, ik ben er heel blij mee en heb er al veel in zitten lezen. En Marius exemplaar kan ik nu terug sturen.
Hierbij weer een paar Carolientjes. Zij ziet er dankzij Tjibodas nog zo best uit, het is verreweg de aantrekkelijkste van de baby’s. Vader Karel is alleen wat in de lappenmand, evenals van Steenis, Pfältzer, To Reijnvaan. Er zijn heel wat zieken, maar deze 4 hebben dysenterie, het lijkt wel of ze eendrachtig naar de kali zijn gewandeld en een slok daaruit hebben genomen.
Lieftinck is er gelukkig weer af, binnen 3 weken was het bezworen.
Wat heeft Piet v.d. Goot gemankeerd? En hoe is het toch met Henny Machielse, die schijnt 6 maanden ziekenverlof te hebben. Heerlijk klimaat toch in Holland. Mensen, die hier jaren in perfecte gezondheid rondlopen, hebben het dadelijk te pakken, ik weet nog een paar dozijn voorbeelden.
De afgelopen week had ik de Engelse dominee te gast. We trokken eerst er op uit naar Tjampea, het eldorado voor slakkenvangers. Hij genoot, al viel het klauteren hem niet mee, zodat hij liep te zuchten (met de Psalmist): ik wenste dat ik hindevoeten had.
Vervolgens gingen we in het museum de zaak bekijken en zijn collectie uit Batavia, die hij meegebracht had, uitpakken. Daarna at hij bij me met Lieftinck en om 3 uur zat hij weer op de trein naar Batavia. Ik kon echt merken, dat ik de laatste tijd (met de misses) veel Engels gesproken had, het ging me veel gemakkelijker af dan voorheen, maar wat is Engels toch mooier dan Amerikaans!
Die zelfde middag kwamen de misses uit Tjibodas afgedaald en dronken eerst bij mij thee. ’s Avonds was er grote verjaarspartij bij de Wenten, ter ere van Katrien. Het was stomvervelend, ze hadden (als agrementje nog wel!) bedacht om een paar films te huren (eindeloos lang) uit de allereerste dagen van de filmkunst. ER was gewoon niets aan, niet eens grappig.
A.s. donderdag ga ik naar Bandung ter congres. Ik hoop er niet al te veel heen te gaan, ’t programma interesseert me niet erg. En ik denk met Tox nog wat tochten te maken. Zondag reis ik dan met de Koolhazen, WEnten en Bouilennen door naar de Papandajan, waar we 3 dagen gaan kamperen. Ik heb hun voorstel om mee te gaan maar aangenomen, want ’t is vermoedelijk de enige gelegenheid om nog eens naar de P. te komen, waarvan ik nog niet genoeg heb gezien. Wel ben ik alles behalve dol op kamperen, maar de pasanggrahan ligt juist aan ’t andere eind van de berg, erg excentrisch en daar ben ik al eens geweest. We gaan nu een heel andere kant uit.
Het plan is dat we woensdag 30 september weer terug zijn, dan kan ik dus nog trachten met de vliegmail via Medan, de boot in te halen. Maar als er geen bericht komt, moet u niet schrikken, dan is het reisplan veranderd.
De misses gaan aanstaande zaterdag scheep via Ceylon, Europa naar Amerika. Het zal niet zo’n erg gemis zijn, ze zijn wel geschikt en vriendelijk, maar reusachtig geborneerd. Hoe is het ook anders mogelijk als je niets anders kunt lezen dan Engels, en van Franse noch Duitse beschaving of literatuur enig benul hebt.
Wilt u Ans of Mien eens vragen, dat ze voor mij koopt een vlecht van eindjes wol, grijs, beige in diverse nuances om mijn wollen sportkousen te stoppen. Ik heb indertijd eens zo iets gehad, maar daar blijven alleen de incourante kleuren van over. Vast wel bedankt! Met hartelijke groeten, ook in de Jan Steenstraat en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, dank weer voor je brief van 25 augustus met, gelukkig, goede berichten. Helaas moet ik beginnen met je van hier een zeer droevige tijding mee te delen, nl. dat Corrie Prince eergisteren haar man heeft verloren. Ze zijn op reis geweest naar Zwitserland en hebben daar iets gegeten, wat niet goed is gevallen, waarvan Corrie echter spoedig herstelde, doch waarvan haar man de gevolgen bleef ondervinden en waarbij paratyfus kwam en tenslotte longontsteking. Meer bijzonderheden weet ik nog niet. Arme Corrie, zo jong reeds weduwe te zijn en alleen voor de taak te staan om drie kinderen op te voeden! Vooral na zulke gelukkige huwelijksjaren! ’t Is in-tragisch! Gelukkig heeft ze nog haar ouders met Felix en haar schoonouders, van wie echter haar lieve schoonmoeder ook niet lang meer leven zal. Het voorrecht dat zij haar ouders en schoonouders nog bezit, is, zoals ik ook aan Corrie schreef, het enige lichtpunt, dat ik bij haar leed kan vinden. Overigens zal het haar zeker moeilijk vallen om er vrede mee te hebben. Gij waart zo gaarne bij hen en in je laatste brief maakte je nog melding van de leuke foto van hun kinderen aan het touwtjespringen en roemt ge de artistieke uitvoering ervan; ook had v. V.V. nu zo’n mooie vaste positie als ingenieur bij de octrooiraad; ook was hij nog jong, 40 jaar oud. Al dit geluk, al die voorspoed is opeens gebroken. Het zal je zeker ook bijzonder treffen, dat je eerste vriendin in Holland, die je steeds trouw is gebleven, dit leed is overkomen. Toen Nel Appeldoorn het me maandagmiddag kwam meedelen, ben ik ook lang onder de indruk gebleven en telkens nog komt Corrie met haar smart me voor de geest. Zij neemt, zoals ge weet, dan ook een bijzondere plaats bij me in; terwijl ik haar nooit anders dan lachend heb gekend, kan ik me haar haast niet bedroefd voorstellen, en toch bestaat hiervoor alle reden, nu ze verder alleen, zonder haar man, haar levensweg en taak zal moeten volbrengen.
Het spijt me, dat er deze week geen luchtpost van hier vertrekt; de wekelijkse dienst begint eerst morgen over 8 dagen op 1 okt. Anders zou ik je dit treurige bericht, dat je nu waarschijnlijk eerst half oktober bereikt, daarmee hebben gemeld. Zulke berichten komen wel steeds vroeg genoeg, doch nu duurt het wel wat lang, voordat ge het weet, vooral omdat ge er niet onkundig van moogt blijven.
Het bezoek van Nel A. heb ik je reeds gemeld; ze kwam tevens bedanken voor je bloemen en voor de spekkoek; ze had een prettige verjaring gehad, de dat te voren met felicitaties van mensen die dachten dat zij op haar verjaardag wel te A’dam zou zitten, de dag zelf van vrienden en vriendinnen, die wisten dat zij hier was of dit wel veronderstelden, en de dag erna thuis te A’dam. Ik ben haar niet gaan gelukwensen, omdat ik Wouter, die wat ongesteld was, had beloofd bij hem te zullen komen. Nel is zeer tevreden in haar nieuwe omgeving, vooreerst om de meerdere ontwikkeling van die omgeving en ook omdat zij thans meer in het centrum woont.
Wouter is thans uitgeslapen, na vorige week 3 dagen te hebben gerust, en gaat met plezier naar school. Ook overigens gaat ’t bij Ans naar wens. Verleden zondag zijn Ans en Wouter met de Nat. Hist. Vereniging naar de Zuiderzeewerken geweest onder leiding gedeeltelijk van Dr. Steenkuil en gedeeltelijk van een paar ingenieurs. Beiden hebben ze erg genoten; het weer was nogal gunstig.
Maandagavond heb ik de v/d Sleens, die vrijdag waren thuisgekomen, opgezocht om van jullie iets te vernemen. Gelukkig, niets dan goeds. Beiden zien er best uit en zijn verrukt van wat ze hebben gezien. Je kist met boeken is er natuurlijk nog niet; die komt in het laboratorium in de Hoofsteeg te staan; ‘k Heb v/d Sleen aangeboden om, als ze hem in de weg mocht komen te staan, de kist bij mij op Rustoord te laten over te brengen, en hem verzocht mij de kosten op te geven, die hij voor die kist heeft gemaakt of nog zal hebben te maken. Ook de kleine Wiechert en Toosje heb ik even gezien; die zien er ook goed uit, Wiechert misschien wat smal.
Verder ben ik zondag bij Ds. Holstijn geweest. ’t Is zielig om die levenslustige man zo hulpbehoevend te zien. Hij was echter nogal opgewekt, daar zijn geest helder is. Echter kunnen zijn hersens nog niet veel verdragen.; lezen kan hij nog niet goed en voorlezing vermoeit hem gauw. Zijn spraak, een voornaam orgaan bij Ds. H. is nog wat belemmerd; hij spreekt als ’t ware met een dikke of dubbele tong. DE rechterarm is nog geheel lam; het been echter begint wat bij te komen.
Van de familieleden weet ik weinig anders dan goeds. Morgen op moeders geboortedag zal ik waarschijnlijk wel een en ander vernemen, althans van tante Kitty. Van tante Adeles pols weet ik niets naders, daar oom en tante niet kunnen schrijven en de freule, of, zoals de inlanders zeggen, de prulle zich niet verwaardigt om aan de familieleden van haar moeder te schrijven.
Ge vraagt mijnmening of ge voor enige met name genoemde dames, die je bij je vertrek van hier hebben bedacht iets, bij je terugkomst dient mee te brengen. Met je vind ik dit onnodig, omdat het nogal kostbaar zou zijn en omdat ge getoond hebt dankbaar te wezen, en haar niet te zijn vergeten, door haar trouw te schrijven, wat ze allen zeer waarderen. Ga zo voort! Hierbij een bewijs van erkentelijkheid van mej. Boelens.
Wees hiermee tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve Tera, ‘k begin maar wat vroeg met een mailbrief, omdat het plan bestaat dat ik woensdag, de mailsluitdag, ga doorbrengen te Hilversum bij tante Marie om dan tevens de Schoo’s op te zoeken, die daar voor een maand zijn neergestreken. Woensdag gaat mevr. van Elden naar Soesterberg naar haar kinderen Rolandus Hagendoorn en heb ik dus geleide, wat me welkom is, omdat ik wel eens pleinvrees heb. Eerst zou tante Marie nog eens hier komen logeren bij Ans, doch hiervan is niets gekomen omdat tante een zware kou had gevat; nu ga ik haar weer eens opzoeken, opdat we elkaar vóór de winter nog eens zien en spreken, terwijl het weer dit thans nog toestaat.
Je brief van 31 aug/1 sept, die ik al op 23 sept ontving, was als altijd weer zeer welkom. Ge zijt intussen weer naar Tjibodas geweest en hebt, naar ik hoop, nog het congres te Bandung meegemaakt en daar genoten van de gastvrijheid van de fam. Toxopeus. Als mevr. Foeke weer eens hier komt, dan kan ik haar weer genoegen doen met daarvan te vertellen.
Hier is weinig bijzonders voorgevallen: we zijn allen gezond. De laatste berichten over oom Chris echter zijn minder goed: zijn kortademigheid en maagaandoening zijn weer hevig, zodat hij in lange tijd zijn kamer niet heeft kunnen verlaten en hiertoe ook geen opgewektheid voelt, wat wel jammer is, daar we over ’t algemeen mooi herfstweer hebben. Van de andere bekende zieken is de toestand van Ds. Holstijn langzamerhand vooruitgegaan; spoedig hoop ik hem weer eens te mogen bezoeken; verder schijnt ook de gebroken pol van tante Adele goed aan ’t herstellen te wezen en is Do nog al tevreden over haar voet, die zij de morgen na haar terugkomst uit Parijs verstuikte, waardoor zij enige tijd zich niet kon of mocht bewegen; thans mag ze wel fietsen, maar nog niet wandelen.
Van tante Kitty kreeg ik op moeders geboortedag als gewoonlijk een deelnemende brief, die van tante Dolfien miste ik en van tante Adele was het deze keer niet te verwachten.
Door het grote leed, dat Corrie met haar kinderen heeft getroffen, is zij zeker, evenals bij mij, weinig uit je gedachten.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te schrijven en door het plan voor woensdag is mijn tijd beperkt. Wees daarom hiermee tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
Met de volgende zeepost zult ge weer enige couranten ontvangen.
Lieve vader De week Bandung-Papandajan is zonder ongelukken afgelopen en gisteravond kwam ik weer thuis. Nu schrijf ik met de “inhaalmail” en moet allereerst bedanken voor uw brief van 1 september, die ik bij thuiskomst vond. Gelukkig dat het met u en de familie Ans goed gaat, ik ben benieuwd naar de uitslag van Wouters herexamen. Dat kan ik vanmiddag horen, uit de mail die vandaag aankomt.
Ik ging donderdag 24 september naar Bandung, woonde ’s middags enige vergaderingen bij en was ‘s avonds met de Toxen en Maus in de soos, waar alle congresgangers praatjes hielden of dansten. Het was er heel genoeglijk, ik vond er troepen oude bekenden en het werd heel laat. De volgende morgen moest de arme Maus naar huis, want Dammerman was bang, dat de dooie beesten weg zouden lopen, als we alle drie van honk waren. (Dan is Beaufort toch vrij wat geschikter, die zou zo iets nooit gecommandeerd hebben.). Verder was er die dag een excursie naar de G. Pawon, een kalkgebergte, waar ik bendes slakken ving.
’s Avonds gingen we naar een toneelvoorstelling: Dr Knock of de triomf der wetenschap, door een dilettantengezelschap, nogal aardig gespeeld. Zaterdagmorgen waren er weer sectievergaderingen, daarna wilde ik Drescher bezoeken, die mij echter niet hebben kon. ’s Middags kwam Oostingh (vroeger in Wageningen, thans aan de fossielenafdeling van Mijnbouw) me afhalen om de collecties in het museum van Mijnbouw (meest mollusken) te zien. En tot slot was er diner, ook wel grappig. U ziet dat ik meest de aangename zijde van het congres heb meegemaakt. Bandung is wel een zeer geschikte plaats er voor: mooie vergaderlokalen in de Technische Hogeschool en allerlei aardige tochtjes en een goed klimaat (mij te koud!)
Zondagmorgen om half 10 vertrokken we in 2 auto’s naar de theeonderneming Negla bij Pangalengan, waarvan uit de wandeling van de Papandajan begon. We waren: Went+ vrouw, Koolhaas+ vrouw, Bouilenne+ vrouw en ikke, alsmede een mantri -kok-duvelstoejager en 10 koelies. De eerste nacht kampeerden we op de Tegal Pandjang, een van de vele grasvlaktes (vroeger kraterbodems) van de Papandajan. Op bijgaand schetsje kunt u de situatie zien. De werkzame krater heeft natuurlijk geen vegetatie, de tegallans zijn met gras begroeid, daartussen is bos. De tweede nacht verhuisden we naar T. Broenboeng en maakten van daaruit tochten. Zo ging ik met Koolhaas en Nannie naar de top van de Papandajan (2600m). van waar we een mooi uitzicht hadden. ’s Avonds deden we spelletjes of vertelden we moppen, wat een hele toer was in het Frans. Gelukkig verstaan de Bouillenne’s een beetje Hollands en Maleis Het was soms een afschuwelijke talenhutspot. Wat zegt u van: Ou est le mangkok (kopje) de Madame? Le koelie l’a angkatté (angkat=wegnemen) Ou avez vous beli (gekocht) cet ajam? D’un toekang (koopman) qui pigi (gaan) de Garoet. En meer van dat moois. Met de misses op Tjibodas zat ik ook vaak in de knoop, maar daar was het eind dat ik tegen de mandoer Engels en tegen de misses Maleis ging praten, zonder succes!
De temperatuur viel gelukkig erg mee, ik had een heleboel dekens en een kruik, maar de laatste behoefte geen dienst te doen en van de dekens heb ik er nog een aan Koolhaas afgestaan.
Gisteren zijn we via Tjisoeroepan naar huis gegaan, zodoende trokken we dus de hele berg over. Met Bet was ik er vroeger ook al eens geweest, maar toen hadden we overnacht in de Pandok van de vulkanologische dienst.
De kok heeft zich erg geweerd, een zeer bruikbare jongen, die ook nog als tolk fungeerde tegen de koelies, waarvan er haast geen een Maleis kende, alleen Soendanees.
Dammerman was vandaag heel belangstellend en vroeg naar de tocht (wat hij anders nooit doet, dan zegt hij alleen maar: o bent u weer thuis.) Ik heb hem nu eindelijk ook afgeleerd om juffrouw van Benthem te zeggen. Als hij een goede bui heeft zegt hij nu Tera en anders juffrouw Jutting.
’t Is toch een rare sijs, hij heeft weer zulke dronkemanspret gemaakt op het congres, gelukkig heb ik er niet veel van gemerkt of verstaan. Ik was ook echt kwaad, dat hij Maus naar huis had laten trekken.
Ik zag in Bandung de winkel van Wille, een mooie grote toko voor herenmode artikels: hoeden, schoenen, boorden e.d.. Ik ben er niet in geweest, want het was altoos laat in de avond dat ik er langs kwam. Van een bezoek aan Maswati is nu ook niets meer gekomen door de Papandajan tocht. De volgende week gaat een gezelschap uit Soerabaja (nat. hist. ver) naar Bawean. Marius stuurde mij een circulaire, maar ik heb er toch van afgezien, aangezien het mij f120,-zou kosten voor 1 dag op Bawean stil te kunnen zijn, de rest verdoe je aan reizen per spoor en boot. Bovendien is het te kort op dit laatste verlof, ik kan niet aan het uitgaan blijven, er is nog veel te doen in de 5 maanden die mij resten. ’t Is anders wel aanstekelijk al dat uitgaan, we zitten nu weer plannen voor de kerst te maken! Jammer dat de Boedijns altijd zo short-of-money zijn, wat ze er mee doen is me een raadsel, hij heeft thans een behoorlijk inkomen, maar ik vrees dat ze een grote achterstand hadden. Hun kind hadden ze b.v. ook op afbetaling, d.w.z. de kosten voor bevalling en ziekenhuis werd in termijn betaald. Dat schijnt hier veel te gebeuren. Op ’t eerste gezicht lijkt het nogal zonderling.
Nu laat ik het hier weer eens bij, ’t is een heel verhaal geworden. Hartelijke groeten aan alle bekenden en veel liefs van Tera
Beste vader Ik dank u zeer voor uw brief van 9 september en voor het pak tijdschriften en couranten, dat veilig arriveerde. Het grootste deel is al verder naar Marius. De aflevering van Ned Indië Oud en Nieuw is heel aardig, maar Noto Soeroto slaat wel een beetje door. Dat is wel begrijpelijk, maar niet rechtvaardig.
Prettig, dat Wouter toch door zijn herexamen is. Al zou het doubleren van een klas geen kwaad kunnen, wat betreft zijn leeftijd, het zou hem toch een erge teleurstelling zijn. Bovendien heeft hij een aardige klas, als ik mij goed herinner, en dat is ook veel waard.
Go schreef me ook over de attaque van haar vader. Dat ziet er maar droevig uit, en daarbij de angst voor herhaling.
Ingesloten foto kreeg ik juist vandaag van Bet. Het stelt de deelnemers voor aan de excursie naar de G. Pawan bij Bandung. De namen schreef ik er achterop. Van Papandajan foto’s heb ik nog niets gemerkt.
De afgelopen week was nogal rustig, het was een hele toer weer op gang te komen na 8 dagen feest vieren en excursies, genoeg om er 14 mee te vullen. Zaterdag was er grote rijsttafel bij de Dammermannen ter ere van onze 2de preparateur Hogerwerf. Behalve deze jonge man waren er ook Lieftinck en ikke alsmede Franck+vrouw+zoontje (1ste preparateur). Hogerwerf is een echte volksjongen met een prettig Noord-Hollands dialect. Zat fijn breeduit met zijn ellebogen op tafel, en zei aan ’t eind tegen mevr. D.: d’r was nou niks bij, dat ik niet lustte! ’t Was of je weer midden in Amsterdam zat.
Intussen is het zeer de vraag of Dammerman hem houden kan, want de financiën zijn zo krap, de Javaanse bank schijnt geen zin te hebben meer krediet te verlenen aan de regering, en ’t is iedere maand de vraag of we de volgende nog uitbetaald zullen worden.
Iedere dag komen er oekazes om geen dienstreizen te maken, zo min mogelijk geld uit te geven en al het personeel weg te bezuinigen, dat gemist kan worden. Dammerman ziet nu eindelijk ook in, dat hij nooit van zijn leven een vervanger krijgt, als ik weg ben. En betreurt het Daarom! Zeer, dat ik verdwijn, aardig hé?
Gelukkig is hij weer wat opgeleefd en niet zo ijskoud en onverschillig als een paar maanden geleden. Dank zij Bandung!
Lieftinck heeft Hardon te logeren, die nu ’s middags ook bij mij eet. Hij is chemicus, pas uitgekomen. Zijn vrouw komt pas over een maand en nu heeft hij nog geen zin in z’n eentje in z’n nieuwe huis te gaan zitten. ’t Is voor Maus wel gezellig, maar ook een beetje bezwarend, want al die vriendjes vergeten dat hij zo’n klein gadjie heeft.
Vanavond en morgen is de Franse minister Reynand in het paleis te gast. Ik hoorde vanochtend de militaire muziek trouw de marseillaise repeteren!
Ik liet heden de 3de termijn van mijn belasting betalen. Nu nog f75,- in december en dan is het klaar. Mijn spaarbankboekje staat nu op 3150,-. Ziet er niet gek uit, wel? Maar nu komt Sinterklaas nog!
Ada ten Broecke schreef dat ze mij hebben laten meedoen aan een cadeau voor Steenhuizen, die 40 jaar aan Artis verbonden was. IK ben blij dat ze aan mij gedacht heeft, mijn aandeel zal ze wel eens bij u komen halen. ’t Is nogal bescheiden, ik geloof nog geen f2,-. Wilt u het voor mij betalen.
Met hartelijke groeten, ook bij Ans en andere bekenden en veel liefs van Tera
Lieve Tera, terwijl het hier op Rustoord vrij onrustig is dooreen bazaar, die zo even door Ds. Drijver op goede toon is geopend ten behoeve van uitbreiding van de centrale verwarming van de Lutherse kerk, begin ik op mijn rustige kamer maar mijn wekelijkse relaas te doen. Onze conversatiezaal ziet er gezellig uit, echter wat vol van koopwaar en van mensen. Morgen hoop ik, dat Ans en de kinderen er kunnen komen, doch Chrisje is wat ongesteld zodat ik vrees dat Ans zal moeten thuis blijven. De wegneming van Chris amandelen heeft blijkbaar niet afdoende geholpen; hij blijft nog vatbaar.Dank weer voor je brief van 9 sept uit tjibodas. Je hebt daar blijkbaar weer erg genoten, dankzij de vele kakkerlakken brrr. Aan het verzoek van Dr. Klaauw heb ik dadelijk voldaan. Ik zou hem die f5,- voor het Zuiderzeeonderzoek wel eer, evenals de cont. Voor de dierk. Ver. En het tijdschrift, uit eigen beweging hebben gezonden, doch het vorige jaar werd over elk bedrag afzonderlijk beschikt, over de f5,- uit Woudenberg, zodat ik niet recht wist, hoed dit jaar te moeten handelen. Thans zijn alle contributies over 1931 aan lidmaatschappen enz betaald.
Van de geboorte van Wouter Lodewijk Pilaar heb ik geen kennisgeving ontvangen; ik ben er ook niet op gesteld, daar de naam Pilaar me steeds wat onaangenaam in de oren klinkt door de last, die ik dikwijls van Wouter Leunis heb gehad.
Wat betreft die voorraad Duitse postzegels, die Nel Appeldoorn je bij vergissing heeft gestuurd en waarvoor je geen emplooi hebt, ik geloof wel, dat Marius die zal willen hebben, tenzij ge natuurlijk vermoedt dat Nel ze gaarne zal terugontvangen.
Het drukwerk dat ik je heden per zeepost heb gezonden, is gefrankeerd met postzegels ten voordele van de herstelling der beroemde, door Crabeth, geschilderde ramen in de kerk te Gouda; aan Marius zal ik er ook een paar zenden, zodat ge die aan jou adres een bestemming kunt geven zoals ge verkiest. Mocht ge er echter bestemming voor weten, dan zullen ze aan Marius ook wel welkom wezen.
Van Prof. Prashad hebt ge alzo een gunstig antwoord gekregen. Hoe gaarne ik je dit ook gun en ik met die omweg op de terugreis voor je ingenomen was, nu begin ik er toch bezwaar tegen te gevoelen. Door de krant zult ge weten dat er overal gisting bestaat en op economisch en op politiek gebied. In br. Indië nog slechts op politiek gebied, en wel binnen de grenzen, doch het is de vraag of door de economische nood van Engeland deze beweging zich niet met gewelddaden tegen Engeland zal keren. De noodtoestand van Engeland, die misschien ook wel op Br. Indië zal inwerken, zou voor de ontevredenen aldaar wel eens een welkome aanleiding kunnen zijn om vijandig tegen Engeland op te treden, waardoor men, in BR. Indië vertoevende, misschien moeilijk dat land weer zou kunnen verlaten. De Indische oceaan zou dan wellicht voor schepen onder Engelse vlag onveilig worden, evenals thans de Stille Oceaan aan de kust reeds minder veilig is door de vijandelijkheden van Japan tegenover China. En ge weet, hoe vooral in het verre oosten dergelijke strubbelingen aanstekelijk zijn, gevoed als ze worden door Sovjet Rusland. Daarom raad ik je ten sterkste aan om, voordat ge besluit om de terugreis over Calcutta te maken, eerst eens het advies in te winnen van onze consul-generaal aldaar, waarvoor genoemd wordt de Karakoeromreiziger Visser, dus iemand, die van de toestanden in het verre oosten wel op de hoogte kan wezen.
Veel meer heb ik niet te vertellen; bovendien heb ik ook niet veel tijd meer, daar de bazaar me wel enig oponthoud geeft; zo kreeg ik vanmiddag een vriendelijk welkom bezoek van mevr. SchieferDecker, die op de bazaar enige inkopen had gedaan. Bij hen gaat alles naar wens. Een andere verrassing in de afgelopen week was de ontmoeting in de tuin met mevr. Berkhout, die op een verjaringsbezoek was geweest bij mevr. Reina Muller; zij was nog al tevreden over de toestand van jonge Jeanne.
Vanmorgen was ik weer even bij Ds. Holstijn, die ook langzaam vooruitgaat; met enige steun kan hij zich al wat bewegen door de kamer. Overigens is ook daar alles wel.
Ook te Hilversum en te Bussum vond ik de vorige week allen in orde; tante Marie heb ik niet gezien, daar ze me meldde niet te kunnen ontvangen vanwege schoonmaak. Marie Schoo viel me mee; de dokter had dan ook in geen enkel orgaan enige afwijking gevonden; zij is echter te dik en moet dit tegengaan; zij is wat blij weer eens in Holland te zijn; ze logeren in hetzelfde pension, waarin de fam. Erzay heeft gewoond; de heer Erzay heb ik nog even ontmoet; zijn vrouw kreeg even voor Pasen beroertetjes en is ongeveer 14 dagen daarna daaraan overleden. Nu tante Marie me niet kon wachten, ben ik te Bussum gaan koffiedrinken, waar ik als altijd welkom was.
Van de andere familieleden geen bericht, dus naar ik hoop, geen tijding, goede tijding! Slechts is ’t bij de Proosen volgens een brief van Suze deze zomer een waar hospitaal geweest, niet zo zeer door oom en tante als wel door de kinderen en kleinkinderen, die allen op hun beurt ziek zijn geweest en te Middelburg kwamen om weer krachten te vergaren. Frits echter, die intussen directeur van de kabelfabriek is geworden, heeft een zijner kinderen, een meisje, verloren.
Nu eindig ik, ontvang een hartelijke zoen van Vader
Nu St Niklaas nadert, moet ge me eens schrijven of ge een bepaald verlangen hebt naar een boekwerk of iets anders; zo niet, dan zend ik je een postwisseltje om daarvan iets naar je zin te kopen.
Lieve vader Ik dank u zeer voor uw brief van 16 september. Ik zag deze dagen in de Courant het overlijden van oom Siccama. ’t Is voor tante Adele wel een heel gemis, maar hij had toch niet veel meer aan zijn leven. Hoe is het met Marie Schoo, wat scheelt haar?
Op 1 november is Jo van Gelsdorp jarig, ik vergat u bijtijds te vragen om haar wat bloemen uit mijn naam te sturen, hebt u het soms nog gedaan? Overigens hoor ik nooit meer iets van haar, ze vindt Indië zeker ook te ver om te schrijven, gelijk de ietwat kortzichtige term luidt.
Hier is een tragisch sterfgeval geweest van de week, n.l. de heer Ahn, adviseur van diverse cultuurondernemingen heeft zich een kogel door z’n hoofd gejaagd. Hij scheen geen gat meer te zien in de ellendige financiële toestanden in de cultures. Voor zijn gezin is het afschuwelijk. IK heb hem (en zijn verschrikkelijk zwarte indo-vrouw) eenmaal bij de fam. Dammerman ontmoet en vond ze verre van sympathiek, maar hij had in Buitenzorg een geweldige naam en invloed, vermoedelijk ook door zijn geld.
Iedere dag komen er oekazes over verdere bezuinigingen, en ik vrees dat er eerlang ook ambtenaren personeel ontslagen zal worden. Dan is de plantentuin altijd als eerste aan de beurt als zijnde “totaal overbodig”. En ze zijn op de secretarie te dom om te snappen hoe dom dat is!
Maar wat zegt u van een dienstreis te maken door het Hoofd van Boswezen met vier opperhoutvesters naar Bali (waar haast geen bos is) zogenaamd om de houtstand te bestuderen, maar, gelijk uit een particulier briefje is uitgelekt, inderdaad omdat er deze maand op Bali een heel bijzondere lijkverbranding is? Je gaat dan toch ook twijfelen aan het sociale geweten van die kerels, geen wonder dat wij dan wel eens een beetje brommen, of er mismoedig onder worden.
Een prachtige beurt van de G.G. is het antwoord aan de onderwijzers, die zo’n grove kritiek op de regering hebben gepubliceerd. U moet het bijgaande uitknipsel maar eens lezen. Er is geen speld tussen te krijgen in de terechtwijzing van de regering
Zondag ben ik met Karel en Maus naar Tjisaroea geweest naar de beroemde mooie beek. We troffen een prachtige dag, maar de fraaie gedierten hadden blijkbaar ook vakantie en schitterden dioor afwezigheid.
Hardon is weer bij Van Steenis ingekwartierd, en eet dus niet meer met ons. Zijn vrouw komt pas half december, ik ben benieuwd of hij nu zo lang bij de Van Steenissen blijft parasiteren, want die hebben nu ook niet zo’n hoog traktement en bovendien sukkelt Kees al weken met zware dysenterie. Wonderlijke mentaliteit hebben sommige mensen.
Zondagavond hebben we met zijn vijven, Ans en Karel, Hardon, Maus en ik bij de Chinees gegeten, reuze gezellig was het!
Gisteren kreeg ik mijn reisdeclaratie van Tjibodas uitbetaald, die ruim 40 gulden zijn dus veilig binnen, je weet tegenwoordig nooit of er nog verdere betalingen volgen. Ik zit er okk een beetje over te piekeren of ik dat omritje via Calcutta wel zal ondernemen, om zo veel mogelijk over te kunnen sparen. Het extra verlof tot 1 mei heb ik in ieder geval maar aangevraagd aan B&W. Als ik dan eerder terugkom, valt het voor hen ook een beetje mee. Enfin ik moet toch eerst wachten tot in antwoord uit Amsterdam heb, en dan kan ik omstreeks Nieuwjaar nog wel beslissen, misschien is de toestand dan wat beter te overzien. Plaats aan boord, op welke boot ook, is tegenwoordig gemakkelijk te krijgen!
Nu dag, ik maak er weer eens een eind aan, Met veel hartelijke groeten en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, je brief van 14 sept met de vermakelijke beschrijving van de grote receptie ten paleize en de fuif van Betje ter ere van haar verjaardag was weer zeer welkom; zo ook de kiek van de Am. Misses, die, al zijn ze waarschijnlijk van Franse afkomst, niet uitmunten door schoonheid, voor zover ik kan zien.
De nieuwe G.G. doet wel veel om van zich te doen spreken: vooreerst door zijn lengte, die de inheemse bevolking wel zeer moet opvallen, maar waaraan hij geen schuld heeft, doch wel door zijn gepraat – zou hij aan boord werkelijk 2 X hebben gepreekt? Dan toch, naar ik hoop, een preek van een begaafd predikant voorgelezen – door dadelijk te beginnen met de livrei te vernieuwen en te veranderen, in strijd met de aansporing tot bezuinigingen; zou hierin misschien het blauwe bloed hebben gesproken of was mogelijk de livrei onder de vorige G.G. die geen vrouw of dochters bij zich had, zo verwaarloosd dat ze wel vernieuwd mocht worden? Of was de rode kleur uit den boze? Dank ook voor het toezenden van de Javabode met de stamboom der fa. de Jonge; de speech van de Graeff is werkelijk zeer sympathiek en heeft dan ook over ’t algemeen een goede indruk gemaakt; slechts zegt men, dunkt meniet van zich zelf, dat men heeft gewerkt zolang het dag was; van deze tak der de Jonges heb ik nooit iemand gekend of gezien; gelukkig dat het paleis nu weer eens door een gezin wordt bewoond: de oudste zoon is blijkbaar in Holland gebleven, hetgeen voor de tweede zoon, die bijna 25 jaar oud is, ook wenselijk was geweest, tenzij hij in Indië buiten het paleis werk heeft of kan krijgen. Anders heeft hij kans in dezelfde moeilijke verhouding te komen staan als de zoon van de G.G. Jacob, die als particulier secretaris van zijn vader meekwam en hierdoor werd verdacht als spion te fungeren; een bekwaam ingenieur zijnde en later een goed burgemeester van Rotterdam kreeg hij gen laatste genoeg van dat minne baantje en keerde hij nog vóór zijn vader naar Holland terug. De beide freules zijn wel op een aardige leeftijd 23 en 19 jaar en kunnen wat vrolijkheid aanbreng; ik hoop voor je, dat ge haar eens in de Plantentuin zult ontmoeten en bij een officieel bezoek daaraan eens zult mogen rondleiden. Mevr. de J. heeft volgens de plaatjes blijkbaar een Z. Bevelands boerinnetje als dienstbode meegebracht – wat zal die het warm hebben in haar nauwsluitende kledij! – en bij een ander plaatje heb ik schik gehad in de houding van twee leden der commissie van ontvangst te Priok, waarschijnlijk de directeur der haven en de havenmeester, die de hoge hoed en het stijve boord blijkbaar hinderden.
Ik kan niet meer nagaan, hoeveel bestuurswisselingen ik heb bijgewoond; hoewel lang geleden, kwamen die door je brief en de krant me weer duidelijk en op prettige manier voor de geest. Ge hebt ook volgens mij vermoedelijk een goed figuur gemaakt door de laatste te zijn van de dames, die werden voorgesteld. Dat de G.G. hierbij geen handjes heeft gegeven, vind ik in hem te prijzen; daarentegen niet dat hij bij de voorstelling door de Graeff van de adjudant in bij. Dienst, een jongeman van een der vorstenlanden, zijn steek heeft opgehouden, die bovendien hem leek te nauw te wezen, terwijl de Graeff, hoewel ook in kostuum, behoorlijk blootshoofds was.
Het ongedwongen feest van Betje vormde wel een merkwaardige tegenstelling met de gedwongen fraaiigheid van deze officiële receptie, die ik ’t aardig voor je vind dat ge ook eens hebt meegemaakt, al was ze klein vergeleken bij die te Batavia. Is het in Indië ook bekend dat de Jonge na het afsteken van zijn speech aan de Graeff zou hebben gevraagd: Is ’t nu uit? Zoals eens persman zou hebben gehoord. Het is begrijpelijk, na zo lang in dat warme pak te hebben gesloten en te hebben gestaan.
Sedert mijn vorige brief is, zoals de I. couranten je zeker reeds zullen hebben gemeld, oom Siccama overleden. Op zondag 4 oktober is hij bewusteloos geworden en zo donderdag zacht ingeslapen. Gisteren is hij begraven, waarbij ik, ofschoon ik een uitnodiging had gekregen, echter niet tegenwoordig ben geweest, eerstens omdat een begrafenis me te zeer aandoet, maar ook, omdat ik liever de kinderen niet ontmoet, vooral Harry niet, die de familieleden zijner moeder volkomen negeert en zich misschien ook wel voor zijn moeder schaamt, zodat ik niet zeker van mijn houding tegenover hem zou zijn en dit in een sterfhuis wilde vermijden. 1voor oom is het een uitkomst dat er aan zijn hulpbehoevendheid een einde is gekomen; voor tante echter is het verlies zeer groot, daar tante niet op zichzelf kan staan en nee, ‘k zou haast zeggen, is overgeleverd aan zulke twee kinderen, van wie, naar ik vrees, ze allerminst de liefde zal ondervinden, waaraan tante zo’n behoefte heeft. Als ik enige zekerheid heb, dat Harry weer uit het sterfhuis verdwenen is, zal ik tante eens gaan opzoeken. Van de andere familieleden weet ik niets bijzonders, evenmin van vrienden en vriendinnen. Heeft Marius je geschreven, dat hij op een excursie der nat. Hist ver. Te Toeloengajang Caro van Ittersum, thans mevr. Willink, heeft ontmoet, die zeer belangstellend naar je vroeg en hoopt je vóór je vertrek uit Indië eens te zien en te spreken.
‘k Hoop, dat ge nog het natuurwetenschappelijk congres te Bandung hebt bijgewoond – het Handelsblad gaf er een kort relaas van – en prettig bij de fam. Tox hebt gelogeerd. Weet ge dat de keizer van Japan zo’n liefhebber is van biologie en ’t daarin tot grote hoogte heeft gebracht. Hij schijnt geen groter genoegen te kennen dan zeldzame exemplaren van fauna en flora te verzamelen. Dikwijls gaat hij in eigen persoon schelpen zoeken in zijn vakantieoord aan de zeekust bij Hayama.
De bazaar hier op Rustoord is naar wens afgelopen. Woensdag is Ans met Wouter en Mientje nog gekomen om de som, die ik ervoor had bestemd, te besteden, waarvan zij, vooral de kinderen, zich uitstekend hebben gekweten. Chris was nog wat ongesteld, doch sedert gisteren gaat hij weer een halve dag naar school, wat hem goed bekomt.
Meer krijgt ge niet deze keer, slechts nog een hartelijke zoen van Vader
Onder de namen der autoriteiten, die de nieuwe G.G. aan het station op het Koningsplein hebben ontvangen, zag ik ook die van René Verheyen, thans Procureur Generaal bij het hooggerechtshof. Als ge deze toch eens mocht kunnen ontmoeten, dan moet ge dit niet nalaten. Je weet dat we nogal bevriend waren met zijn ouders, waarom ik hem, die, door omstandigheden, in Holland moeilijk carrière zou hebben kunnen maken, de weg heb gewezen hoe dit in Indië te doen, waarmee ik wel eer heb ingelegd. Hierom kunt ge er zeker van wezen, dat ge een aangename, dankbare ontmoeting zult hebben. Doe hem mijn groeten maar eens en zeg dan dat ik me verheug in zijn voorspoed.
Hedenmorgen ontving ik van de heer Erzay, die ik onlangs te Hilversum sprak, een foto van zijn overleden vrouw met har dochter mevr. Verhaken. De foto is helaas weinig scherp, zodat he enige moeite kost haar te herkennen; toch ben ik er blij mee!
Lieve vader Ik dank u wel voor uw brief van 23 sept. Het was maar slecht niets , die berichten over Wim van V.V. Arme Corrie, daar zit ze nu. Van haar moeder kreeg ik een lange brief met bijzonderheden, omdat “Corrie niet wilde dat jij alleen maar zo’n kale rouwkaart kreeg”. De lieve ziel heeft daar dus heus nog om gedacht! Ook Felix en Nel Appeldoorn schreven mij. Ik ben blij, dat de mensen zo goed begrijpen oe zeer ik er van vervuld ben. En zelfs kreeg ik van Corrie zelf een vliegbrief van 7 oktober, min of meer, “geslagen”. Er is werkelijk geen woord goeds in te zeggen. Wim was niet gemakkelijk, maar wist dat best van zichzelf. Ik mocht hem wel, ook al omdat hij de vriendinnen van zijn vrouw niet geheel als “lucht” beschouwde.( Dit is dus pure ijdelheid van mij, maar geldt ook voor de andere vriendinnen.) En hij had ontegenzeggelijk veel capaciteiten. Ik wou dat ik iets voor Corrie kon doen.
Tante Jeanne schreef mij, dat tante Adele haar pols gebroken heeft. Dat moet dus kort vóór oom’s dood geweest zijn. Daar is het dus ook misère.
Van Ans kreeg ik een lange en gezellige brief, gelukkig dat daar alles goed gaat. Chris schreef een kostelijk verhaal, ademloos, dat wil zeggen zonder lettergrepen!
Zaterdag was ik bi Rein en Corrie Westhoff. Die gaan hier binnenkort weg. Rein is administrateur op een onderneming bij Tjandjoer geworden. Deze onderneming is van een Frans Belgische maatschappij, maar wordt beheerd door de factorij. Rein blijft bij deze laatste in dienst en houdt zijn baantje dus, ook al mocht de onderneming wegens bezuinigingen gesloten worden. Hij is dus vrij safe en vindt het dol om weer buiten te zitten. Corrie is een lief mens en zal zich wel schikken. Sonja Buttelingh (jongste dochter van Corrie) gaat mee, de jongens August en Rein gaan bij Dolf in Batavia in huis.
Ik schreef u een tijd geleden over Bolang en de heer Halewijn. Ook dat land is gesloten en Halewijn ontslagen wegens malaise. ’t Is echt zielig voor hem. Hij heeft er alleen de 4 laatste (slechte) jaren gehad en krijgt nu f200,- (per maand) pensioen. En dat, als je zo’n staat hebt gevoerd en zo’n koninkje bent geweest.
Zaterdag en zondag was Bet bij de Dammermannen gelogeerd. Ans en Karel gingen er ter hare ere zaterdagavond eten, de Lammen, Maus en ik gingen er zondag rijsttafelen, na eerst een excursie over Tjikopo te hebben gemaakt. Verder is er niet veel bijzonders. Hartelijk dank voor de couranten die vlijtig de ronde doen.
Met de laatste vliegmail schreef ik aan B&W om mijn verlof tot 1 mei te mogen verlengen. En ook aan Wouter Hendriks om hieraan zijn goedkeuring te willen hechten. De brief voor B&W zond ik aan de Beaufort, die kan hem dan met zijn advies doorsturen naar het stadhuis.
Kees heeft spruw, de stakkerd. Moet nu 14 dagen lang, 12 glazen melk per dag drinken en plat te bed liggen en krijgt daarna een vruchten en melk dieet. Hij is in behandeling bij zijn neef Van Steenis, militair dokter en ingewandenspecialist in Batavia. Het zou me niets verwonderen als Karel ook zo iets had.
Ans en Carolien zijn best, het meiske is een schat. Ze heeft van haar grootmoeder uit Den Haag een stel snoezige jurkjes gekregen en ziet er nu werkelijk als een prinsesje uit. En begint al zo goed te praten.
Er komen steeds nieuwe bezuinigingsoekazes, er wordt ook al van personeelsontslag bij de plantentuin gefluisterd. Ik vrees, dat er dan in het Herbarium een schot wordt gelost. Gelukkig, dat ik vanzelf verdwijn, dan zit Lieftinck tenminste veilig.
Dag vader, ik laat het hier weer eens bij. Groetjes voor Ans en voor de Haarlemse bekenden en veel liefs van Tera
Lieve Tera, dank voor je brief van 21 sept, die ik verleden vrijdag 16 okt ontving, met de foto’s van Carolientje als hoofdpersoon met haar ouders; vooral de foto met haar moeder is inderdaad schattig. Morgen verwacht ik met de Huygens weer bericht van jullie, heerlijk!
Van Piet van der Goot weet ik niet meer dan ik gemeld heb – intussen zult ge zelf hem hebben ontmoet – en van Henny Machielse weet ik nog minder, daar deze ’t niet de moeite waard heeft gevonden om me eens op te zoeken. Zo’n ziekteverlof, als zij schijnt te hebben gekregen, moet men niet altijd ernstig opvatten; de commissie is in de regel nogal meegaand, als zij bemerkt dat men gaarne nog wat in Holland wenst te blijven. Laat je daarom niet meeslepen door af te geven op het Holl. Klimaat; tegenover de paar dozijnen gevallen van mensen, die in Indië altijd gezond zijn geweest, maar ’t in Holland dadelijk te pakken hebben, veelal door eigen schuld, daar, vooral de dames, zich in de beginne niet voldoende tegen het Holl. Klimaat kleden, weet ik dozijnen voorbeelden van mensen, wier gezondheid hier weinig te wensen liet, doch in Indië, vaak ook door eigen schuld, ernstig ziek zijn geworden.
Haarlem is thans dol door de lichtweek, zoals A’dam die een paar jaar geleden ook heeft gehad; wel is dit feest weinig in overeenstemming met de heersende malaise, doch, toen deze begon, waren de toebereidselen reeds zover gevorderd, dat men heeft gemeend het te moeten laten doorgaan. Zaterdagavond heb ik ’t gewaagd om onder geleide van mej. Dupuy eens te gaan kijken en hebben we vooral de verlichte openbare gebouwen bewonderd, als het stadhuis, de vleeshal, de kerktorens, de Amsterdamse poort, de Waag, de schouwburg, Teylers museum, het paviljoenenz. De straatverlichting, ofschoon daarvan veel werk was gemaakt, door lantaarns van triplex hout in de vorm van tulpen en narcissen langs de trottoirs te plaatsen en te verlichten, valt echter wat tegen door de helle verlichting van de winkeluitstallingen. Er is natuurlijk ook een lunapark aan verbonden, in het Schoterkwartier, dat grote aftrek vindt, maar dat ik maar zal laten voor wat het is; wel is Mientje er zaterdagmiddag geweest de fam. King en heeft ze daar veel pret gehad. Van een en ander zult ge per zeepost een gedrukte beschrijving met plaatjes ontvangen, die ge wel aan Marius wilt doorzenden, daar hij er ook wel belang in zal stellen.
Anders valt er hier weinig bijzonders voor; Woensdag hadden we op Rustoord een mooie voordracht door Henri Dekking over Cyrano de Bergerac, van de afscheidsrede van Socrates door Plato en van een avondje bij juffrouw Pieterse door Multatuli; zondag ging ik naar de receptie van mej. Pennink, die 80 jaar oud werd; ook de oud-notaris Beets, die donderdag 80 jaar oud is geworden, bezocht ik, maar verder had ik geen ongewone ontmoetingen. Morgen echter krijg ik een bezoek van Esther Lagerwey, de aangenomen dochter van mr. Lagerwey, over wie ge me wel eens hebt horen spreken, zij komt me wat vertellen van de laatste dagen van haar pleegvader, die ze zo voorbeeldig heeft opgepast. Van de familieleden weet ik niets anders dan goeds; evenals van de vrienden en bekenden; Ds. Holstijn maakt al met de hulp van de pleegzuster wandelingen door het huis en heeft ook reeds in zijn voortuin wat op en neer in het zonnetje gelopen. We hebben weer een reeks van mooie dagen gehad; thans echter is het weer omgeslagen, wat wel jammer is voor de feestweek. Zodra het weer gunstig weer is, zal ik tante Adele eens gaan opzoeken, hiertoe moet echter Pico, die waarschijnlijk nog te Bussum logeert, weer thuis zijn, daar ze me heeft aangeboden me in Den Haag te willen begeleiden.
Nog iets: de afgelopen week kreeg ik bezoek van Toos v/d Sleen met de kleine Toos; ze kwam me een foto brengen van jullie beiden, waarop je geglimlacht hebt en Toos niet voordelig uitkomt. Toos zag er nu slecht uit, vermoedelijk door de spanning over haar vader, die een beroerte heeft gehad.
Verder geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u zeer voor uw brief van 28 september en zie daaruit met vreugde, dat u het goed maakt en weer aan de zwier bent geweest. Als u zulke tochten maar heel voorzichtig diet om op pad geen kou te vatten, er staat nog een hele beroerde winter voor de deur. Was tante Marie weer wat minder verkouden? Van Atie Vorstman kreeg ik deze mail een heel genoeglijke brief, zij was toen zij hem schreef van plan spoedig daarop naar u toe te gaan. Dat zal nu intussen wel gebeurd zijn.
Deze week was vol afwisseling. Eén avond ging ik naar een voorstelling over telepathie. Hoe langer hoe gekker, zult u wel denken. Ik had er ook niet veel vertrouwen in, maar het was verbazend aardig. De mevrouw ging de zaal uit en iemand van de aanwezigen moest een ander persoon aanwijzen. Dan kwam de mevrouw-medium weer terug en moest de aangewezene opzoeken, terwijl de aanwijzer achter haar liep (zonder aanraken0 en alleen maar dacht: vooruit, of links, of rechts. Zo slaagde ze er in allerlei te vinden, verstopte voorwerpen; een dichtgevouwen briefje, waarin een naam (haar onbekend) geschreven was bracht ze aan de eigenaar van de naam. Werkelijk ongelooflijk. ’t Was kennelijk een zeer nerveus mens, die buitengewoon gevoelig is voor gedachteoverbrenging. Van Leeuwen en To waren er ook, met hun gingen Maus en ik na afloop nog wat napraten en wat lekkers drinken. Vrijdag aten we bij van Leeuwen ter ere van Hogerwerf, onze 2de preparateur en hardloopkampioen.
Woensdag en zaterdag had ik onverzorgde mannen te eten. Eerst Koolhaas, wiens vrouw en dochter naar Tjipetir waren, later Karel omdat Ans in Batavia was. Karel heeft gelukkig geen dysenterie of spruw maar een darminfectie, die nu achter de rug is.
Dammerman was de hele afgelopen week ook weer ziek, omdat hij l.l. zondag na die tocht naar Tjikopo in een open auto heeft gereden, terwijl hij warm gelopen was. ’t Is toch wel een erg vatbare man.
Zo kon hij ook niet naar de receptie in het paleis, die dezer dagen gehouden is. Hij had ons natuurlijk weer niets er van verteld, je moest je namelijk 10 dagen te voren opgeven, en zo wisten Maus en ik het pas één dag vóór de receptie en konden toen er niet meer heen. ’t Was de bedoeling om met mevrouw en de verdere familieleden kennis te maken, nu wel niet zo’n erg gemis, maar hij had het toch best kunnen zeggen.
Zondag zijn Karel en Maus en ik met Van Leeuwen naar Tjisaroea geweest. Het zag er eerst bedenkelijk uit met het weer (de natte tijd is al weer erg merkbaar), maar gelukkig klaarde het hoe langer hoe meer op en we hadden tenslotte een prachtige dag. Dank zij de nattigheid was het goed slakkenweer en ook voor de patjets (bloedzuigers), die langs de weg op prooi zaten te loeren en telkens van je benen gehaald moesten worden. Ik heb er nu 25 in het museum, levend, ’t zijn tenslotte buitengewoon mooie beestjes, maar hun slechte gewoonten maken hen lastig in het bos! De beek was door de regens verbazend hoog en stroomde hard. Een heel verschil bij 14 dagen geleden.
In januari wordt ons 10 % op ons traktement gekort. ’t Is een wonder dat het niet nog veel eerder gebeurd, er was eerst al sprake van per 1 november. Van Leeuwen schaft zijn chauffeur en zijn auto af, dat is ook een lelijk teken. Hij zit door dat dubbele huishouden op heel zware lasten.
Nu dag, ik rol haast van het blaadje af. Heel veel hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve Tera, je brief van 1 okt bereikte me via Medan behoorlijk op woensdag 21 okt en was als altijd weer zeer welkom. Ik had toen juist op bezoek de 27 jarige Esther Lagerwey, een echt Soendanees persoontje, die met haar moeder, die weduwe was, te Bandung de huishouding deed van mijn vriend Mr. Lagerwey, oud-Raad van Indië. Deze liet dit meisje een Eur. Opleiding geven, zodat zij het zelfs bracht tot commies op het departement van justitie, en nam haar als docht aan, toen haar moeder hertrouwde met de tegenwoordige regent van Prabolingo, de enige christen onder de regenten op Java. Mr. Lagerwey liet haar ok zijn familienaam aannemen, welke weldaden zij beloonde door hem voorbeeldig tot zijn dood op te passen. Na dit overlijden heeft Dr. Bessem, leraar in de Latijnse taal te Bandung,zich haar lot aangetrokken en is zij met dit kinderloze echtpaar naar Holland gekomen en te Utrecht neegestreken, met het plan om hier te blijven. Verleden woensdag dan kwam ze, met DR. Bessem, mij en mej. Bouwmeester, die een nicht was van mr. Lagerwey, een bezoek brengen. ’t Was een alleraardigst bezoek, waarbij ik heb genoten van haar aangeboren beschaving. Jammer dat zij uiterlijk zo weinig toont, zodat ik vrees, dat ze hier wel eens zal worden aangezien voor een baboe en daardoor zich niet in de Holl. Maatschappij zal blijven thuis voelen, terwijl ze in de Ind. Maatschappij ook niet meer op haar plaats is. Zulke persoontjes zijn toch wel te beklagen. Dr. Bessem herinnerde zich Atie Vorstman nog zeer goed en prees haar zeer en wist te vertellen dat te Bandung nog leeft Mr. J.F. Krämer, mijn eerste chef in Indië, toenmaals president van de landraad van Rembang en te Blora, een zeer waardige indo en magistraat.
Dank ook voor de 3 Carolientjes; ze zijn schattig; ik begrijp dat ge je tot dit kind aangetrokken voelt. Ook het verslag van het congres te Bandung en van wat daaraan rechtstreeks en niet rechtstreeks verbonden was, heb ik met belangstelling gelezen. Dat toneelstuk “Dr. Knock of de triomf der Wetenschap” is hier ook eens opgevoerd door Jan Musch; was je toen daar niet bij? De Papandajan zult ge nu langzamerhand wel kennen. Je hebt de tijd daar wel goed besteed, doch ’t is jammer dat je daardoor niet in de gelegenheid bent geweest om eens naar Maswati te gaan en de tantes Tji en Helene v. Blommenstein te bezoeken. GE zult nu niet licht meer te Bandung terugkomen; mocht dit ’t geval wezen, dan kan ik je ook een bezoek aan MR. Krämer aanbevelen, die je zeker ook aardig zal ontvangen; deze weet vermoedelijk niet dat ge in Indië zijt, de tantes en Dé Brix echter wel.
Hier is niets bijzonders voorgevallen; we zijn gezond, behalve Mientje en Chrisje, die nogal hoesten, vooral Chris, waarom Hans hem maar thuis houdt. Aan het weer ligt het niet, daar we thans prachtig herfstweer hebben. De lichtweek heeft ’t wel bijzonder getroffen; gelukkig is ze nu afgelopen, want er werd waarschijnlijk nog al wat geld stuk geslagen, wat in deze crisis weinig past. Van de familieleden buiten Haarlem weet ik ook weinig anders dan goeds en de vrienden en vriendinnen in Haarlem gaat ’t ook goed. Verleden zondag was Truus King jarig en heb ik haar ook uit jou naam wat bloemen gezonden. Ds. Holstijn rijdt elke dag in een rolwagentje buiten en is zelfs op een avond naar de verlichting wezen kijken; de rechterkant trekt ook wat bij, doch langzaam; thans echter verkeren ze in spanning omdat het oudste kindje van Toon, een meisje van 5 jaar, aan niersteen lijdt, waarom dit arme schepseltje, dat al zoveel heeft geleden, zal moeten worden geopereerd.
Hedenmorgen verzond ik je per zeepost een pak drukwerk w.o. beschrijving van de lichtweek en van de herdenking van het 25 jarig bestaan van “natuurmonumenten: ook zult ge er mee ontvangen een postpakket van St. Niklaas met allerlei versnaperingen, die je, hoop ik, welkom zullen zijn, ook omdat ge gaarne bezoek hebt van kinderen en ook van volwassenen. Mocht ge menen dat Marius ook wel in enkele van die drukwerken belang zal stelllen, wil hem die dan toezenden; Marius zal ook een trommeltje met allerlei ontvangen.
Eindelijk kan ik je iets meedelen omtrent Henny Machielse. Mijn tegenwoordige verstelnaaister is een zuster van haar vader. Zij lijdt aan de Basedowse ziekte en is geopereerd door prof Lanz, die haar wel geschikt heeft verklaard om naar Indië terug te gaan, mits zij in een koel klimaat wordt geplaatst. In deze voorwaarde kan de Comm. Natuurlijk niet treden, vandaar de 6 maanden verlenging van verlof.
Hiermee moet ge weer tevreden zijn. Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Ik dank u hartelijk voor uw brief van 6 oktober en voor het Handelsblad-zondagsnummer. U moet zich niet ongerust maken over het al of niet betalen van mijn contributies, de mensen zullen er heus wel om vragen en voorlopig royeren ze mij nog niet als lid! Ada ten B. zal u misschien wel enige pegulanten komen afzetten als contributie voor de Hydrobiologische club. Dit is zuur geld, ik heb altoos een beetje het land aan dat clubje van Redeke gehad (al ben ik er zelf secretaresse voor geweest!)
U behoeft niet bang te zijn dat ik mij in Brits Indië in een wespennest zal steken, en ik zal terdege uitkijken en informeren, vóór ik een definitieve beslissing neem. Plaats op een boot krijg ik in m’n eentje altijd wel, ik kan dus zo lang mogelijk wachten en mijn knopen tellen.
Ik heb de afgelopen week eindelijk Sinterklaas in orde gemaakt. Met uw presentje ben ik het minst fortuinlijk geweest. Ik had u weer een fotoalbum willen sturen, maar dit is nog niet vol, daar de Papandajan kieken lang op zich laten wachten. Een andere verrassing is ook door allerlei omstandigheden mis gelopen. Die krijgt u nu wel met kerstmis of zo. Verder zend ik alles in 2 pakjes aan uw adres, hierbij de inventaris. In het ene pak zit de muts voor Ans (aangegeven voor 2,-) in het andere de rest, tezamen aangegeven voor 4,60 en verzonden als “speelgoed”. Zou u de pakjes bij Ada en Nel A. willen bezorgen, of misschien wil Wouter het eens doen. Het pakje voor Anneke P. moet verder naar Amsterdam. IK ben een uilskuiken, om het eigenlijk niet regelrecht te sturen, maar ’t zit er nu al in.
U vraagt me, wat ik zelf zou verlangen voor St. Nicolaas. Eigenlijk weet ik het niet, want ik heb al zo veel en hoe minder ik hier aan bezittingen heb, hoe beter. Ik zal nog heel wat te verstouwen krijgen! Maar als u mij het postwisseltje wilt sturen, waarover u schreef, zou ik wel graag nog een soort palembangse slendang kopen, van een heel eigenaardig soort weefsel in batik. Ik zag ze op de pasar gambir, maar vond ze toen te duur. Misschien dat er kerels langs de deur mee komen en in deze baisse-tijd zijn de prijzen heel wat dragelijker.
Ik heb u nog nooit verteld, wat ik verder kocht van de f10,- die ik in het voorjaar van u kreeg. Behalve het broche van Djokdja filigrein goud kocht ik er 2 boekjes over de boroboedoer voor, beide van Nico Krom, een uit de volksuniversiteit bibliotheek (het oude Java en zijn kunst) en een uit een geïllustreerde serie: De weg der mensheid. Ze zijn erg goed, ook prettig om te lezen, hij schrijft uitstekend.
Vandaag kreeg ik de f20,50 gerestitueerd van het verspoorloosde aangetekende stuk uit Medan. En ik heb (ondanks de sinterklaascadeautjes) de afgelopen maand zó ontzettend veel geld overgehouden, dat ik nu het dubbele van anders naar de spaarbank breng.
Eergisteren (zondag) was ik met Karel, Maus en Handschen naar Megamendoeng, een theeonderneming bij de Poentjak. Het zag er ’s morgens eerst weer zo dreigend uit, maar het werd toch hoe langer hoe mooier, zodat we tenslotte een prachtige dag hadden. Ik had er een invitatie met de fam. Dammerman, Bouilenne en vrouw, Went en vrouw, en Lam en vrouw voor afgezegd en was achteraf dubbel blij, want bij de Dammermannen was het ziekenhuis, en Bouilenne was liever gaan pakken op het lab, omdat ze volgende week verdwijnen. Nu en om met de Wenten (waar Katrien altijd aan het woord is en het altijd hjet allerbeste weet) en met de Lammen (waarvan hij altijd voor gek speelt) uit te zijn, is al heel weinig aantrekkelijk.
’s Avonds aten we bij Ans en Karel, Handschen moest ajam kadok proeven. Dat is kip met gehakt en daar binnenin weer een hard ei. Erg lekker!
Bij mijn buren laten no 5 zich wachten. Het meisje, Doke is tegenwoordig veel bij mij over de vloer, want ze maakt een handwerk voor haar moeders verjaardag, waarbij ik haar help en dat met veel geheimzinnigheid bij mij wordt opgeborgen. Het is een erg lief kind, zoals ze trouwens alle 4 erg aardig zijn. Rein Westhoff en familie kwamen deze week groeten. Hij verzocht mij u eens zijn complimenten over te brengen, ’t is een originele man, maar ongemakkelijk, geloof ik.
Hebt u het nieuwe Verkade album Cactussen al gezien? Ada schreef dat het erg mooi moet zijn. Als u vast wat voor mij er in wil sparen, zou ik erg dankbaar zijn.
Ik kreeg ook een lange en vermakelijke brief van Wil Dozy over haar ervaringen in het ziekenhuis. Heeft u nog iets van of over Corrie vernomen? En hoe is met tante Adele ?
Hierbij nog een biologisch wonder op een kiek. Handschen fotografeerde enige maanden geleden op de G. Pantjar een paddenstoel van zeer eigenaardige gedaante: behalve een hoed en een steel draagt deze zwam een wit manteltje, net een klamboe! In de wandeling heten ze hier “de gesluierde dame” of de “dame met het nethemd”. Op dezelfde plaat (hij vergat zijn negatief te verwisselen) fotografeerde hij toen het gezelschap: van Heurn, ikke en Maus. Met als resultaat, dat ik nu onder het nethemd zit. U moet die kiek goed bewaren! Verder nieuws heb ik niet. Ik hoop dat de pakjes op tijd aankomen en dat u een genoeglijke Sinterklaas vieren zult.
Met hartelijke groeten, ook bij Ans, en veel liefs van uw Tera
Lieve Tera, dank weer voor je gezellige brief van 6 okt met het aardige kiekje van de Goenoeng Pawan. Nu heb ik ook mevrouw Tox eens te zien gekregen, al is ’t dan in effigie, die er niet naar uitziet als of ze reeds 3 kinderen heeft. Mej. Luderus, een vriendin van haar moeder, was ook blijkbaar eens te zien. Morgen krijg ik misschien wel een of meer foto’s van de Papandajan tocht; dan toch kunnen we weer een mail verwachten, naar ik meen met de Joh. V. Oldenbarnevelt.
Het bedrag van f3150,- op je spaarbankboekje is zeker bewonderingswaard en zeer toe te juichen, daar het je zeer te pas zal komen. Bij mij vermindert het spaarbankboekje althans onrustbarend door het opschorten of passeren van renten van allerlei effecten. De toestand in enkele kringen, die van zulke renten moeten leven, wordt angstig: zo gaat Betsy Woutersen met Elsa en Wouter samenwonen – zij liever dan ik – en heeft Brandien nu ook reden tot tobben, zodat ze er geen dienstbode meer op na houdt en een gedeelte van haar huis te huur heeft gezet.
Aan Ada ten Broecke heb ik je aandeel in het geschenk aan Steenhuizen nog niet kunnen afdragen; je vriendinnen negeren me schandelijk; nu heb ik mijn verstelnaaister, mej. Machielse, een tante van Henny, om Henny eens aan te sporen bij me te komen vertellen. Wel heb ik gisteren uit ons beider naam bloemen gezonden aan Jo van Gelsdorp. Wel had ge me dit deze keer niet, als gewoonlijk, opgedragen; toch heb ik ’t maar gedaan, omdat ik begreep dat het je bedoeling zou zijn geweest.
Heden heb ik per zeepost aan je gezonden een van Alfred Dutz ontvangen boekwerk “Handbuch der systematische Weichtierkunde” door Thiele, dat ik ook maar voor je heb betaald en hoop dat behoorlijk door je zal worden ontvangen.
Heb ik te klagen over jou vriendinnen, met uitzondering van Naus Kikkert, die me verleden zondag op straat staande hield om naar je te vragen en me verzocht je hartelijk voor haar te groeten – Naus ziet er best uit en was zeer tevreden over haar kinderen – mijn vriendinnen passen beter op. Zo kreeg ik gisteren een prettig bezoek van mevr. van Geer, die hier gelogeerd is bij haar beide zusters, waarschijnlijk omdat het gisteren de geboortedag was van haar dochter mevr. Scheltema. Ook mevr. van Geer was tevreden en had bij een bezoek aan Scheltema te Groningen een gunstige indruk van dat gezin gekregen; de jonge Sijke, de HBS voor meisjes heeft afgelopen, is niet meer thuis, maar voorlopig op een Duitse huishoudschool, in afwachting dat ze de leeftijd zal bereikt hebben, waarop ze kan worden toegelaten op de school voor Maatschappelijk werk te A’dam; Wim is nog een ijverig student te Leiden.
Meer heb ik op ’t ogenblik niet te vertellen; we zijn allen gezond: de verkoudheid van Ans en de kinderen is zo goed als geweken en allen zijn ijverig en met plezier aan het werk.
Donderdag ga ik, wind en weer dienende, naar Den Haag om onder geleide van Pico enige bezoeken af te leggen o.a. bij tante Adele, de fam. van Oosten, vrienden van Marius, die Ans en mij heeft opgezocht, Paul Bosch en zijn moeder enz. enz. De heer MIddelaer heeft nog niets van zich laten horen.
Leef verder gelukkig en ontvang een hartelijke zoen van Vader
We hebben tot heden ongekend mooi najaarsweer
Het Handelsblad van hedenavond bevat het blijde bericht dat Herman Morrees is geslaagd voor elektrotechnisch ingenieur – maar wat nu? Ook Guus Morrees is geslaagd voor zijn tweede stuurmanexamen en is tijdelijk geplaatst bij de administratie der Mij Nederland. Mien is wel gelukkig met haar kinderen en verdient dit.
Lieve vader Ik dank u zeer voor uw lange brief van 13 oktober. Inderdaad doet de nieuwe grote heer op het paleis veel van zich spreken, mar zijn daden worden in het algemeen zeer geprezen, daar ze aan vele zonderlinge toestanden een einde maken, alles onder de vlag “bezuiniging”. Het is jammer, dat zijn sterke hand zich ook niet naar de cultures kan uitstrekken, want daarin is het nog steeds erg zorgelijk. De zoon, die hier is, schijnt een beneden het middelmatige verstand te hebben en is nu op het kantoor van de Java-China-Japanlijn geplaatst. De dochters amuseren zich met paardrijden en pa en moe wandelen veel door de tuin, wat een span zonderlinge hondachtige gedierten. Er gaan natuurlijk allerlei prachtige verhalen over hem, o.a. dat hij ’s morgens tegen achten op het kantoor van de algemene secretarie kwam l en geen mens aantrof (de kantoren beginnen om 7 uur!) en één keer in Batavia om 11 uur op onderwijs een inval deed en de directeur languit met zijn benen op tafel vond snurken!
Zou u op 13 december aan Ada ter B. uit mijn naam wat bloemen willen sturen voor haar verjaardag. ’t Is leuk voor haar dat die dag op een zondag valt. Hebt u ook een aankondiging van het trouwen van Adri v.d. Mijll Dekker gekregen? Ik wist niet, of ik hem een presentje moest sturen, als u wilt, kan het alijd nog gebeuren.
Aan de neven in Bussum en Middelburg schreef ik niet bij de gelegenheid van de verjaardag hunner kinderen. Ik vind dat ze mij wel eens wat beter kunnen bedenken met correspondentie, ik schrijf me altoos een aap, maar hoor nooit wat terug.
Van Nel Schoo kreeg ik een lang epistel waarvan een groot deel onze toekomstige woning betrof. Zij schijnt nu erg naar haar zin te zijn gehuisvest en stelde mij voor dat ik voorlopig ook bij die familie mijn intrek zou nemen. Dat lijkt me in het geheel niets om diverse redenen:
- Is er alleen één zit-slaapkamer op de weet-ik-niet-hoeveelste verdieping, dakzicht, waaraan ik met al mijn werk niet genoeg ruimte zou hebben. Nel hoeft ’s avonds nooit te werken, maar ikke wel.
- Is de prijs exorbitant hoog. Nel roemde de verzorging zeer, maar ik vind dat dan wel duur gekocht
- Zitten ze zo ver mogelijk van de stad, wat betekent wind en zand en veel onkosten van vervoer
- Was er nog iets, dat ik al weer vergeten ben.
Ik zal haar schrijven dat ik er niet over denk, maar eerst in Haarlem me wil vestigen en van daaruit kijken. Ook heb ik nu genoeg gezworven en wil me langzamerhand wel eens definitief vestigen zonder de gedachte over een jaar weer te moeten gaan opbreken. Ook weet in niet of het wel zó dol zal zijn met haar samen te wonen, ze is zo verschrikkelijk oppervlakkig en helemaal niet zuinig. Enfin, dit onder ons. Vermakelijk zou het wel zijn. Kon Nel Appeldoorn maar weer met mij een huishoudentje opzetten.
Deze week hier was tamelijk kalm. Van Ada kreeg ik noodkreten over gebrek aan hoofdartikelen voor het vakblad, waarop ik onverwijld zelf een stuk schreef en verschillende andere mensen opwarmde. Dit bezorgde me haast ruzie met Kees (die correspondent voor Indische zaken is) en die meende, dat ik in zijn rechten trad. Overigens vergeet dat mannetje, dat hij pas 4 maanden deze functie bekleedt en ik ongeveer 4 jaar secretaresse was (en eigenlijk nog, op non-actief).
Zondag maakten Bet, Karel, Maus en ik met Van Leeuwen een tocht naar een bamboebos met sawa’s en kalietjes. Bet kreeg natuurlijk weer alle ongelukken, die een mens kunnen overkomen, zakte door sawadijkjes en rolde van de 1 bamboedikke bruggetjes in de kali. Pechvogel! Zag helemaal bemodderd en geschramd, terwijl de anderen er als salongasten bijliepen.
Verder geen nieuws, Aan Mevrouw Holstijn schreef ik een lang verhaal met haar verjaardag ook aan Weber. Prettige Sinterklaas en heel veel groetjes van Tera
Lieve Tera, je brief van 13 okt werd op woensdag 4 nov weer met vreugde ontvangen. Zoal ge terecht veronderstelde heb ik op Allerheiligen of liever Allerzielen, daar 1 nov op zondag viel en Jo van Gelsdorp toen wel te Nijmegen zal zijn geweest, haar uit ons beider naam wat rozen laten bezorgen, waarvoor ik een vriendelijk briefje terug ontving, waarin zij beloofde spoedig aan je te zullen schrijven.
Wat ge schrijft over de gevolgen van de economische toestand van ons Indië, eigenlijk over de hele wereld, is werkelijk ontzettend: de zelfmoord van de heer Ahn, de bezuinigingswoede enz. en daartegenover sommiger zucht om toch van het gouvernement te halen wat er te halen is; maar laat je niet meeslepen om daarover te mopperen of er moedeloos onder te worden, daar ik je niet als een Indische mopperaarster wil terugzien. Hiervoor hebt ge echter teveel gezond verstand, zoals blijkt uit de gedachte, die evenals bij mij ook bij jou is opgekomen of ge in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, waarvan het einde niet te voorzien is, de terugreis hierheen wel over Calcutta zou maken. In weerwil van de krachtige maatregelen van de nieuwe G.G. en de sombere stemming om je heen, weet ge, gelukkig, nog gebruik te maken van hetgeen er te genieten valt, waarover ik me zeer verheug. Ook Marius blijft opgewekt schrijven; zijn laatste brief is vol van de prettige interessante tocht naar Bawean, waartegen ge echter terecht bezwaar had omdat ge pas verlof had gehad en, wegens de grote kosten van Buitenzorg of Batavia uit.
Van hier is wel als het voornaamste te melden, dat ik verleden donderdag, dankzij het prachtige weer en het uitstekende geleide van Pico, een welbestede dag had in Den Haag, waar ik allen, die ik weer eens wenste te zien, heb ontmoet. Eerst mevr. Berkhout met jonge Jeanne, wier scheve mond goed is bijgetrokken, zodat er slechts weinig meer van te zien valt, tenzij ze zich druk maakt. Dan Fie Damme, wier man tot mijn spijt weer op zee was, maar die zeer tevreden is en er fleurig uitziet; daarna met Pico op haar kamer samen een lekker koffiemaal gebruikt; verder Paul Bosch, die niet veel vooruitgegaan is, de fam. van Oosten, vrienden van Marius uit Malang, en eindelijk tante Adele. Tante was vanzelf in de beginne zeer bedroefd onder het oprakelen van het langdurig lijden van oom Louis – ze is dankbaar voor je brief naar aanleiding daarvan – doch verder heb ik nogal gezellig met haar zitten praten, totdat op het laatst Marie erbij kwam, die het hoogste woord had en daarbij veel dwaasheden, om niet te zeggen domheden, verkondigde; tenslotte nam Marie niet de moeite om zelf mij uit te laten, doch droeg dit, zeer voornaam, de dienstbode op. Toen ik ’s avonds een en ander vertelde aan mevr. Sloot en Mej. G. was men een en al verbaasd, dat ik niet moe was, waaruit blijkt, dat mijn gezondheid weinig te wensen overlaat. Toch ben ik onder doktershanden, nl. van de oogarts Dr. Garrer, die gisteren een verhevenheidje op mijn rechteroog, het minst slechte, alias een strontje, heeft opengeprikt. Hoe ik hieraan ben gekomen, weet ik niet; men plaagt me, dat ik vrijdagavond bij de vermakelijke opvoering van “de schipbreuk” het episch gedicht van “de Schoolmeester” waarvan Dr. Johan Wagenaar een humoristisch parodistisch cantate heeft gemaakt, teveel heb gelachen om de scheepskapitein, die schipbreuk leed en van wie te boek staat dat hij op zijn rechteroog een strontje had. Werkelijk had ik de volgende dag pijn aan mijn rechteroog, wat zondag hinderlijk werd, zodat ik maandag DR. Garrers hulp inriep, die even een wat pijnlijke operatie deed, ten gevolge waarvan ik na een paar vervelende dagen thans weer vrijwel het gebruik van mijn ogen heb, slechts ze nog wat moet ontzien, omdat ze gauw moe worden. Ook bij Ans gaat alles goed en van de andere bekenden weet ik niets minder goed. Daarom eindig ik met een hartelijke zoen van Vader
De heer Kaars Sijpestein heeft blijkbaar zulke aangename herinnering aan de ontmoeting te Buitenzorg dat hij bij elk gelijktijdig bezoek aan de barbier naar je vraagt. Morgenavond komt Atie Vorstman een praatje maken en donderdag komt Pico, die hier voor zaken moet wezen, het koffiemaal bij me gebruiken.
Lieve Tera, je brief van 20 okt kwam reeds woensdag 11 nov in ons bezit- deze week echter komt de mail eerst vrijdagmiddag. Zo besprak ik heden middag met Dolf v/d Mijll, die op zijn doortocht van Nunspeet per auto naar Den Haag om daar een paar commissievergaderingen bij te wonen, me even kwam opzoeken. Dolf is al even verlangend naar een brief van zijn dochter als ik; hij bracht goede berichten mee over Els, tante Kitty en Do, ook over jonge Kitty, die waarschijnlijk de kerstdagen te Nunspeet komt doorbrengen; verder dat Els, zoals vanzelf spreekt, niet uitgepraat is over haar zoon, dat Adri vorige week getrouwd is en dat mevr. Levert al weer enige tijd thuis is te Heemstede. Eindelijk verzocht Dolf me nog om je hartelijk voor hem te groeten.
Je brief was geschreven onder de indruk van het droevig lot van Corrie, natuurlijk! Ik kan me ook niet indenken, dat die lieve vrolijke Corrie thans zo in rouw verkeert. Zo gaarne zou ik weer eens iets omtrent haar vernemen, maar ik weet niet hoe, op een middag zal ik eens trachten, Nel Appeldoorn thuis te vinden.
Hier was de vorige week ook vrij onbelangrijk. Het door Atie V. aangekondigde bezoek was zeer welkom en zeer aangenaam: ik leed toen nog een beetje aan het strontje op mijn ogg, waardoor ik daarvan niet het volle gebruik had – dit heeft zich intussen geheel hersteld – en Atie heeft me die avond wel een paar uur bezig gehouden. Verder kwam Pico de volgende dag bij me koffiedrinken, wat niet minder welkom was. Overigens het gewone bridgepartijtje op donderdagavond en het Boston Whist dito op zondagavond.
Anders geen nieuws, zodat ge deze keer met weinig moet tevreden zijn. Ook bij Ans is alles gezond, dankzij het mooie najaarsweer. Een aardige opmerking van Chris kan ik je nog meedelen. Toen hij verleden vrijdag na de pianoles met Ans bij me was en we de laatste brieven van je en Marius nog eens bespraken, kwam hij met de opmerking voor de dag, dat er in Indië zeker niet veel water was, waarop hij, nadat we hem hadden gezegd dat er juist veel water was, zich daarover verwonderde, menende dat het water in Indië door de warmte grotendeels verdampte, een combinatiegeest, die we wel vermoedde, maar van hem nog niet hadden verwacht.
Heden verzend ik weer een paar couranten per zeepost. Tenslotte een hartelijke zoen van Vader
Lieve vader Wel bedankt voor uw brief van 20 oktober, met de beschrijving van de lichtweek. Hier in West Java is de dood van Edison herdacht geworden, door midden op de avond het licht 1 minuut lang uit te draaien, heel vervelend voor de gebruikers en een enorme besparing voor het elektriciteitsbedrijf, waarmee ze erg gehoond zijn.
Wel jammer dat de oude heer Daans zo’n beroerte heeft gehad, een hele zorg voor Toos en haar moeder.
Hierbij 2 kiekjes, eén van de excursie naar Tjiladong. Van Leeuwen staat te peilen hoe diep de kali is, Bet kijkt angstig toe, omdat ze over die palmstam moet. Tenslotte is alleen Lieftinck er behoorlijk over gekomen, ik was er allang (zulke een-boom-bruggetjes schrikken mij niet af) en zat de lui te kieken.
Verder heb ik bedankt voor dat allervervelendste clubje van wijze wijven, de vereniging van vrouwen met Academische opleiding op z’n zondags. De zuinige tijd was een welkom excuus om me er af te maken, ik ben nog nooit zo opgelucht geweest. Als ze dus nog met een kwitantie mochten komen (hun administratie is doorlopend in de war) dan kunt u ze het gat van de deur wijzen.
Wilt u Ans vast bedanken voor haar brief met wol vlecht en vertellen, dat ik al bezoek heb gehad van Annie Stroman en man, twee dagen nadat ik Ans brief had ontvangen. Ik schrijf Ans spoedig zelf.
Woensdag is bij mijn buren no 5 geboren. Een dochter, zeer welkom na de drie zoontjes. Binnen 2 uur was het kind op de wereld, dat is nog eens opschieten! ’t Gaat allemaal best, ’t is een leuk poppetje.
Zondag hebben de 4 grote kinderen hun schoen bij mij gezet. Of Doke nog aan sint Nicolaas gelooft, weet ik niet, Jan twijfelt, maar de twee kleine jongens waren er helemaal in en kwamen vragen of het paard ook wel brood zou lusten, want ze hadden geen wortel in huis om in de schoenen te stoppen. En tenslotte de uitbundige pret om de kleine prulletjes, ze zijn niet verwend!
Zaterdagavond ben ik met Lieftinck uit boodschappen doen geweest in Batavia, deze tijd is vol geheimzinnigheid. Vervolgens zijn we lekker gaan eten bij onze vriend Thay Thong, en tot slot naar een kostelijk ouderwets circus met veel fanfare, klatergoud en dat particuliere luchtje.
Gaat u de kerstdagen uit? Is er bij Ans groot feest? Als Maus en ik niet met de Toxen op pad gaan, maken we een plan met de Boedijns en Bet. Maar ik zou ’t leuker vinden met de Toxen want die zien we zo weinig en in de combinatie Boedijn draait Maus altijd voor alle regelingswerkjes op, daar Karel noch Ans een vinger uitsteken.
Sinterklaasavond zin we gevijven bij Ans en Karel. Leuk dat Carolientje er nu al wat meer van begrijpt. Ze is verbazend leuk de laatste tijd, alleen precies als haar vader, altoos nee zeggen. Voor Ans niet gemakkelijk!
Nu weet ik niets meer, en maak dus gauw een eindje aan dit gekrabbel. Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
Lieve vader Ik dank u hartelijk voor uw brief van 27oktober, waarin u o.a. schrijft van de aangenomen dochter van de heer Lagerwey. Ik ben wel benieuwd of het meisje op den duur zal kunnen acclimatiseren in Holland, want ik ben het volkomen met u eens =, dat zulke mensen eigenlijk te beklagen zijn, daar zij noch in Java noch in Holland tot de maatschappij behoren. Mogelijk heeft zij het in Holland nog beter, aangezien alles wat uit Indië komt daar met een soort mystieke veneratie wordt omgeven.
Hier zijn niet veel wonderen gebeurd de laatste week. De1 Pfältzers hebben voorgoed Buitenzorg verlaten en zich in Malang gevestigd. Op de laatste avond vóór hun vertrek ging ik ze nog groeten, terwijl ze bij aNs en Karel logeerden. Daar was het precies een gekkenhuis, de kinderen (Carolien en Hilletje) holden rond en gierden van pret, ondertussen aldoor bezoek voor de Pf. Die zelf uit moesten om nog een afscheidsbezoek te brengen. Verder kwamen de Wenten er nog eten, en waren ijselijk vroeg, zodat Ans, die tegelijk gastvrouw moest zijn, 2 kinderen voederen en in bed stoppen en zichzelf verkleden, tenslotte dol werd en helemaal niet meer opschoot!
Zondag hebben Lieftinck en ik (we konden niemand van de gewone klanten meekrijgen) een prachtige tocht gemaakt naar Warangtoa. Het was een stralend mooie morgen na een natte nacht, zodat het weer echt “slakjesdag” was. We troffen er de van Heurns, met 4 eigen en enige logé-kinderen, een vermakelijke troep vagebonden!
Een der afgelopen dagen bezocht ik de familie Dammerman ook weer eens. Hij sukkel met een soort gewrichtsreumatiek, die erg pijnlijk is. Klaagt verder dat hij te dik wordt en er benauwd van is! Geen wonder, als je ook nooit een aasje beweging hebt en van een stoel in een auto kruipt, en vet gemest wordt door je vrouw, alsof je een kerstgans moet worden! ’t Is om een beroerte van te krijgen. Maar om hem ’s zondags er eens uit te lokken heeft weinig succes. Meestal zijn er al 1000 andere plannen, waaronder vele uitgebreide rijsttafels! En als hij eens mee uit gaat, wordt het zo’n kalm tochtje en gaan er zoveel trommels met sandwiches en Moskovisch gebak mee (Mevr. D. heeft haar carrière als marketentster gemist!) dat er meer aan de in- dan de uitwendige mens wordt gewerkt. Dit etenspraatje brengt mij erop te verklaren, dat ik het trommeltje met heerlijkheden vol belangstelling tegemoet zie!
Piet van der Goot is weer terug, ik heb hem alleen nog maar uit de verte in een deleman zien rijden en nog niet gesproken.
Eindelijk kreeg ik eens wat van de Beaufort te horen. ’t Begon wel wat bar te worden, ik had hem al wel 5 brieven geschreven en Dammerman en Lieftinck ook nog een paar en al in maanden kwam er geen lettertje, alleen maar een onnozel briefkaartje als hij wat nodig had van hier. Van B&W heb ik verlenging van verlof tot 30 april, heel vriendelijk. Het officiële paperas moet nog komen, dit was een vliegbrief. Aan Prashad heb ik al eerder geschreven, dat ik de definitieve beslissing tot in het nieuwe jaar wilde aanhouden.
Van Nella de Beaufort (thans van Boetzelaer-de B) kreeg ik ook een lange brief, om o.a. te vertellen, dat er een baby op komst is. Kunt u onze Beaufort als grootvader voorstellen?
Mijn buurvrouw van der Meulen is weer zo goed als geheel de oude. De kinderen zijn levenslustiger dan ooit, van de week heb ik gebromd, dat ze al om half 4 spektakelen in plaats van zich koest te houden tot half 5.
Verder heb ik in 14 dagen 3 jurken genaaid en me een aap gewerkt in het museum. Zo hard, dat ik vanochtend zat te trillen van opwinding en mijn pen niet vlug genoeg wou, om alle uitingen van de hersenkronkels op te schrijven.
Ik ben ook weer bij de tandensmid, thans een dame, die zich pas in Bogor heeft gevestigd. Lijkt me geschikt, in ieder geval goedkoper dan heen en weer naar Batavia te reizen en ’t kost ook minder tijd. ’t Is niet ernstig deze keer, er viel zomaar een stuk van een wand om.
Mijn buurman van der Meulen, die sedert 1 aug. Bij het bezoldigingskantoor was geplaatst, moet daar per 1 dec. Weer weg, omdat het hele kantoor wordt opgedoekt en onder financiën komt te staan bij wijze van bezuiniging. Hij gaat niet mee over naar financiën, want dan zou hij in Batavia moeten wonen. Maar gelukkig was zijn vorige baantje bij de provincie nog niet bezet en nu stapt hij weer daarin terug. Wel zal hij nu weer heen en weer moeten gaan reizen naar de stad.
Wat er met mijn financiën is gebeurd, weet ik niet, maar ik geloof dat ik geld toe krijg. Ik heb deze maand al meer dan 400 gulden op de spaarbank gebracht en ik houd nog massa’s over Begrijpt u dat?
Veel groetjes van Tera
Lieve Tera, je brief van 27 okt, die eerst 20 nov werd besteld, was weer zeer welkom – die van 4 nov wordt morgen verwacht. Hoe jammer, dat die gelegenheid om met de fam. de Jonge kennis te maken, door het verzuim van je baas, ongebruikt is voorbijgegaan. Ze zal zich, naar ik hoop, nog wel eens voordoen en maak er dan vooral gebruik van, want zo’n receptie zult ge misschien in je leven nooit meer bijwonen, nu ge nog maar korte tijd in Indië blijft, en ’t is de moeite waard ze eens te hebben meegemaakt, al zult ge ze niet missen. Vraag daarom aan To reynvaan of aan prof. Van Leeuwen of aan een ander, die socialer is aangelegd dan je baas, om je tijdig mee te delen, wanneer er weer zo’n receptie ten paleize zal plaats hebben. Anders moet ge je vriend, de Eng, dominee, maar in de arm nemen om je verontschuldiging bij de fam. de Jonge over te brengen en je aan te bevelen voor een volgende gelegenheid. Als ge zo ’s morgens de G.G. in de tuin tegenkomt, herkent hij je dan door te groeten, of groet gij hem ’t eerst, wat voor een dame tegenover de hoogste autoriteit geoorloofd is. Ik begrijp dat zijn lange magere figuur een malle indruk maakt, ook door zijn kledij, waarom het ook jammer is dat een outsider, die het land en de inheemse bevolking niet kent, die hoge post bekleedt. Dan was de vorige G.G. in dit opzicht een waardiger figuur.
Voor andere opmerkingen geeft je brief geen aanleiding; ge weet nog altijd het nuttige met het aangename te verenigen. Hier is sedert mijn laatste schrijven niets bijzonders voorgevallen. We zijn allen gezond, behalve bij Ans, waar Chris zijn verkoudheid maar niet kwijt kan raken; thans hoest hij nogal. Van de overige familieleden weet ik weinig, evenals van onze vrienden en vriendinnen. De toestand van oom Chris gaat op en neer: hij heeft nu en dan last van dikke handen en voeten, wat echter weer verdwijnt door een zeer streng dieet. Bij DS. Holstijn daarentegen gaat het wel vooruit, al is een geheel herstel uitgesloten. Hij rijdt trouw in zijn wagentje en heeft al eens een godsdienstoefening in de Doopsgezinde kerk bijgewoond en een bezoek gebracht in het rusthuis “Spaarne en Hout”; dan wordt hij over het hele lichaam gemasseerd met het gevolg dat hij aan zijn rechterkant reeds enige beweging kan krijgen, zodat hij in huis al wat schuifelend zonder steun kan lopen, echter met iemand in zijn onmiddellijke nabijheid. Verder begint hij meer belangstelling ( een bewijs voor deze belangstelling is zeker, dat hij de proefpreek wilde horen van een der kandidaten naar de vacature van Ds.Binnerts, die tegen 1 mei, emeritaat heeft aangevraagd) te krijgen in hetgeen er in de wereld gebeurt, maar lezen kan hij nog niet lang volhouden, en kan hij met de schrijfmachine reeds wat typen met de linkerhand. De zorgen omtrent het dochtertje van Toon en de kleindochter te Baarn zijn, gelukkig, veel minder. Een en ander maakt, dat er opgewektheid bestaat om mevrouw Holstijns verjaardag te vieren, op welke dag kinderen en kleinkinderen zoveel mogelijk naar Haarlem zullen komen.
Verder geen nieuws! Ontvang een hartelijke zoen van Vader
Hebt ge wel eens de naam horen noemen van Mr. Eekhout, die te Batavia werkzaam is aan het departement van volksgezondheid; diens moeder woont ook sedert enige tijd op Rustoord.
Mevr. Kerbert hield me staande om belangstellend naar je te vragen, verzocht me je hartelijk voor haar te groeten en beloofde spoedig eens te zullen schrijven.
Lieve vader Hartelijk dank voor uw brief van 3 november en voor het pak met drukwerken, wat mij zeer interesseerde en veel vermaakte.
Hierbij een kiekje van de 3 jongens Van der Meulen, uitgesneden uit een film, die helaas grotelijks mislukte, doordat mijn cameraatje niet goed gesloten was. Ze zijn tegenwoordig ’s middags voorbeeldig stil, sedert ik er laatst eens wat van heb gezegd! Vandaag is Wikkie jarig, wordt dan 6.
Foto’s van de Papandajantocht zult u helaas niet ontvangen, daar de Bouillenne’s zo onhebbelijk zijn geweest, om me geen afdrukken te geven. Dat doet toch iedereen aan zijn tochtgenoten! Frits Went heeft alleen kleurenfoto’s gemaakt, die niet voor afdrukken vatbaar zijn, en Koolhaas kiekjes zijn alle mislukt, doordat de sluiter van zijn toestel niet werkte.
Tegelijk met uw brief kreeg ik ook een lang epistel van Brandien, met inderdaad veel klaagliederen. Het zijn dan ook treurige toestanden met haar en haar broers en zusters financiën.
Ik zie met belangstelling het deel van Thiele, Handbuch systematische Weichtierkunde tegemoet. Dat is een belangrijk werk en schiet niet erg hard op.
Hoe is het met de bezoeken in Den Haag afgelopen? Hoe beviel u de familievan Oosten? IK heb alleen Rien ontmoet, maar vond het een slappe slungelachtige jongen, en hoe ging het met tante Adele?
Ik bezocht gisteren eindelijk tante Jans weer eens. Vond haar redelijk goed, een beetje stijf en reumatisch. Maar ze tobt erg over haar duitjes, daar Kalimati nu geen cent geeft , en deze vroeger rijk vloeiende kali nu vrijwel droog is. Tante Kitty zal het ook wel ondervinden. Volgens Bob Ledeboer (oogarts, kennis van Marius) leent ze links en rechts geld, want haar familie wil of kan niet bijspringen. Bij de familie van oom zal ze wel bot vangen, daar heeft ze het wel een beetje naar gemaakt.
Ik was gisteren bij Bob Ledeboer voor mijn ogen. Mijn bril was n.l. kapot, en vóór ik deze wilde laten maken, wou ik eens horen of ik nog steeds dezelfde glazen (die ik al 13 jaar had) moest gebruiken. Hij vond dat de over verziendheid iets is bijgetrokken, zodat ik nu zwakkere glazen heb. Bovendien zijn de ogen ongelijk en bij mijn oude bril waren beide glazen hetzelfde, zodat ik me nu verbeeld er beter aan toe te zijn! Niks als idee zou onze werkster in Amsterdam zeggen!
Ook wordt er weer aan mijn tanden gemierd, thans door een lieftallige dame, die zich pas in Buitenzorg is komen vestigen en mij best bevalt. Ik behoef nu niet heen en weer naar Batavia te gaan, wat mij veel tijd en veel geld bespaart.
Wonderen zijn er deze week niet gebeurd. Ik heb veel gewerkt, thans ook aan de a.s. Sinterklaas.
Als ik eind april terug ben wou ik eerst enige weken in Haarlem komen, zelfs zou ik dit verblijf tot augustus of september willen zien te rekken, om dan eerst weer naar een tehuis in Amsterdam te trekken. Wilt u eens piekeren waar ik dan zo lang geschikte kamers kan vinden, gemeubeld natuurlijk, maar met pension hoeft niet. Ik heb al gedacht aan Brandien en ook aan mevr. Vorstman (daar heeft Atie me n.l. op gebracht) Beide huizen zijn dicht in uw buurt en beide zijn in een rustige en beschaafde omgeving. Waar Nel Appeldoorn thans woont is vermoedelijk geen plaats meer. Op de Leidse Vaart betaalde ik 90,- per maand (inclusief voeding, water, licht en gas) nu zou ik eventueel tot 100 kunnen gaan (liefst minder!) en zonder pension tot 60,- a 70,-. Wat denkt u hiervan? Beslis nog maar niet te gauw. Nel dela H. heeft wel gezegd dat ik bij haar logeren kon maar dat lijkt me voor haar erg druk en bovendien is ’t zo’n soesa, zo ver weg.
Ik bedenk me daar dat het ongeveer kerstmis is, als u deze brief ontvangt. En ik kom u nog tot slot prettige kerstdagen wensen. Ik hoop dat u bij Ans en op Rustoord een aardig feest zult vieren. Eet maar niet te eel en te lekker! Hartelijke groeten en veel liefs van Tera
1 december (briefkaart)
B.V.
Ik moet u nog even de goede aankomst melden van het pak lekkers. DE brief aan u was al dicht en weg toen het postpakket kwam. Ik heb het nog niet opengemaakt, moest toen juist naar de tandenvriendin terwijl het goot en ik vreesde dat ik met de hele zaak nat zou thuiskomen.
Die mevr. Coenen (tandarts) is een stiefzuster van Neele Wibaut. Neele’s moeder is later hertrouwd met Coenen en kreeg toen nog 2 dochters n.l. deze Mia, die in Indië getrouwd is geweest en weer gescheiden en Noeke die met jonkheer Tuijll Schuitemaker getrouwd is.
Vanmiddag van 6- half 9 was ik met twee kinderen v.d. Meulen naar een padvinderijvoorstelling. Ze hebben dolle pret gehad. Voor Wikke’s verjaardag had ik een zeepbellen blaas doos die erg in de smaak viel. Het zijn toch zulke leuke kinderen. .
Ik kreeg zojuist een erg gezellige vliegbrief van juffrouw van Geldorp
Dag! Veel groetjes van T.
Een prettige Kerstmis! Lieve Tera, we schrijven, gelukkig, al december, zodat ik, als me wordt gevraagd wanneer ge terugkomt, nu kan antwoorden over 4 of 5 maanden. Intussen zullen we maar trouw schriftelijk van gedachten blijven wisselen. Je brief van 3 nov kwam de 27ste in mijn bezit en de volgende kan ik morgenmiddag ontvangen; de twee postpakketjes hebben me nog niet bereikt, doch hoop ik toch over een paar dagen te krijgen om behoorlijk aan je opdracht tegen ’t St. Niklaasfeest te kunnen voldoen. Bij voorbaat bedank ik je hierbij zeer voor de mij toegedachte glazen bakjes. Overeenkomstig je wens heb ik maar een postwissel gezonden om daarvan bij gelegenheid van de a.s. kerstmis en het nieuwe jaar aan een verlangen van je te kunnen voldoen. De snoeperijen die ik je voor St. N. zond, zult ge wel hebben ontvangen en zijn, naar ik hoop, naar je smaak en die van vrienden en vriendinnen, groot en klein geweest. Ik verlang te vernemen of alles goed is overgekomen.
Met het biologische wonder van een kiek van je onder een nethemd hebben we ons zeer vermaakt. Als het opzettelijk was gedaan, zou het niet beter kunnen zijn uitgevallen.
Gisteren zijn Marie en Hendrik Schoo komen afscheid nemen, voordat ze de 7de weer naar Saanen trekken met 5 kinderen en een meisje Numan van Son voor de huishouding. Ze gaan blijkbaar weer vol moed, ofschoon het samenwonen met Jan’s vrouw op den duur toch niet schijnt te bevallen. Voor Marie acht ik ’t wenselijk, dat ze ons klimaat weer maar spoedig verlaten, al hebben we nog mild winterweer, daar Marie een lelijke hoest had, die op bronchitis wees. Nel Schoo heeft ’t druk, maar is gezond en is tevreden over haar wonen bij mevr. Braam Havikgeest.
Na het vertrek van de Schoo’s kwam onverwacht Corrie v V. Vader me opzoeken. ’t Was aandoenlijk om haar te zien, in zware rouw, maar ze houdt zich flink en ’t was aangenaam om met haar over haar man en kinderen te praten. Ze blijft in Den Haag wonen. Ze was hier om enige bezoeken te brengen, o.a. ook bij Nel Appeldoorn, bij wie ik haar heb gebracht. ‘k Ben blij haar te hebben gezien, vooral ook omdat ze haar droevig lot zo dapper draagt, zoals van haar te verwachten was.
Een andere vriendin, een bijna 80-jarige echter, is ook iets droevigs overkomen, nl. mevr. Müllermeister, die een week geleden een beroertetje heeft gehad, waardoor het gehoor en vooral het gezicht, twee zwakke punten bij haar, heeft geleden. Ze schijnt hierover nogal gedrukt te zijn, wat zich uit in huilbuien, wat niet te verwonderen is bij iemand, die zo energiek en levenslustig was. Ze heeft, gelukkig, goede hulp aan een vriendin op dezelfde flat en moet volstrekte rust houden, wat haar met haar levendige geest wel moeilijk moet vallen, zoals blijkt dat ze, voordat haar volslagen rust was opgelegd, toch nog een brief heeft geschreven en piano heeft gespeeld.
Met de niet minder energieke Ds. Holstijn blijft het goed gaan. Donderdag wordt zijn vrouw 70 jaar en zal hiervan, op zijn verzoek, een feestdag worden gemaakt, waarvoor, zoveel mogelijk, alle kinderen en kleinkinderen overkomen en waaraan hij gedeeltelijk zal deelnemen. Uit ons beider naam zal ik voor bloemen zorgen.
Anders geen nieuws! We zijn allen gezond: slechts Chris hoest nog en tante Mien kan ook haar verkoudheid maar niet kwijt raken, zodat ze dikwijls haar kamer houdt. De kinderen verheugen zich natuurlijk op het St. Niklaasfeest, al zal dit door de tijdsomstandigheden, niet zo overdadig gevierd worden als vorige jaren – voor de kinderen wel goed om te leren dat met minder kan orden volstaan. Het feest zal plaats hebben bij Annie en Bert, wat mij betreft minder aangenaam, omdat ik nog niet gewend ben aan de lievigheidjes van die twee tegenover elkaar. Een hartelijke zoen van Vader
Je contributies zijn thans allen betaald; ‘k heb er wat achter gezeten, omdat ik, evenals voor mezelf, voor jou vóór het einde van het jaar een schone lei wens te hebben, teneinde het je na je terugkomst gemakkelijk te maken. Weet ge dat Non Scheffer een Duits boek over dieren heeft vertaald?
Het cactussenalbum van Verkade heb ik ook voor je aangeschaft, maar nog geen plaatjes ingeplakt, omdat V. verzoekt 30 plaatjes tegelijk aan te vragen en ik nog niet zoveel bons heb.
Ajam Kodok is een gerecht dat moeder ook zo heerlijk kon klaarmaken. Wil Rein W. c.s. ook voor mij hartelijk groeten en zeggen dat ik me verheug in hun voorspoed en me herinner hoe ondeugend hij kon zijn, de ondeugendste van de drie broers.
Westerhoutpark 34 Dinsdag 8 december ‘31
Lieve Tera, we zijn ook hier natuurlijk zeer onder de indruk van het ongeluk met “de Ooievaar”. Het ging de wekelijkse luchtdienst zo voorspoedig, haast te voorspoedig, zodat deze ramp dubbel treft. ’t Schijnt wel dat elke grote onderneming in den beginne zo’n groot ongeluk moet overkomen: de Mij Nederland verloor haar eerste passagierschip “de Willem III” in het Eng. Kanaal door brand, waarbij echter, voor zover ik me herinner, geen mensenlevens waren te betreuren. Afgaande op het verslag, komt het mij voor, dat de piloot Wiersma wel wat roekeloos heeft gehandeld: toen de Ooievaar de grond niet wilde verlaten, heeft hij, als koppige Fries, doorgezet en waarschijnlijk zijn machine willen dwingen, in plaats van de oorzaak ervan te onderzoeken. Gelukkig kwam het bericht hier eerst op zondag, zodat het de St. Nicolaaspret niet heeft gestoord. Het was zaterdagavond nogal gezellig bij Annie: men had zich vrijwel aan het consigne gehouden om de groten niet te bedenken, slechts de kinderen, die nog meer hebben gekregen dan goed voor hen is, maar, gelukkig, ondanks de overdaad of misschien door de overdaad, niet als vorige jaren ontevreden waren. Je postpakketten werden zaterdagmorgen bezorgd, dus, al was ’t op het nippertje, nog op tijd; de verrassingen waren bij Ans en de kinderen een groot succes, waarvan ge wel zult horen; vooral de duikelaar voor Chris en het ameublementje voor Mientje vielen evenals de theemuts voor Ans zeer in de smaak, de duikelaar diende tevens tot ons aller vermaak. Alles is, dankzij de zorgvuldige verpakking, best overgekomen; de pakjes voor Nel, Ada en Annetje P. hebben haar nog op dezelfde dag bereikt.
Nu ben ik in spanning wat mij van St Nicolaas, het kerstkindje of de heilige Sylvester uit Buitenzorg nog wacht. Voorlopig ben ik tevreden met een mooie scheurkalender “Neerlandia”, een eigengemaakte theepotaanpakker, en dito servettenzakje met geborduurde initialen en wat snoeperij, die ik heb gekregen. Wouter en vooral Mientje hebben hun best gedaan met versjes te maken; Mientje had van Ans wat geld gekregen om daarvan zelf cadeautjes voor vriendinnen te kopen: toen zij hiermee zo goed als klaar was, had ze nog 19 cent over, maar wilde ze nog een vriendinnetje met een kleinigheid verrassen, doch kon niets naar haar zin vinden voor 19 cent, wel van 20 cent; toen echter de winkeljuffrouw haar verlegenheid bemerkte, heeft zij Mientje het gewenste maar voor 19 cent gelaten; je begrijpt Mientjes blijdschap en hoe ze met haar aardig snuitje dit grappig thuis vertelde.
We waren met ons elven bij Annie, o.w. Mevr. Kerbert, die zo’n avond prettig meedoet, en Riekje, de meid, die met reden zowat als huisgenoot wordt beschouwd; Coen was die dag nog al wel. Het weer was overdag gunstig, maar ’s avonds begon het te regenen, zodat ik me, ook om alle pakjes over te brengen, me maar de weelde van een taxi heb veroorloofd, met het gevolg dat ik na afloop, bij wijze van St. Nicolaas, nog een paar pakjes heb rondgebracht, wat Wouter door de regen niet had kunnen doen. Alles samen dus een welbestede aangename dag! ‘k Hoop dat gij even tevreden zijt over je St. Nicolaasavond en dat ge er het volgend jaar weer hier bij kunt wezen.
Hierbij een advertentie uit Haarlems Dagblad van Henny Machielses verloving met de heer de Vries, haar gewezen chef op de school te Poerwakarta, thans van verlof op de terugreis naar Indië. Dit is een beter bericht dan ik je laatst over Henny kom schrijven. Toch is Henny nog niet geheel van de Basedow hersteld, maar ze hoopt in april goedgekeurd te worden en dan haar man of a.s. man te volgen. Dit herstel is misschien wel wat vertraagd geworden door de bezwaren, die haar ouders maakten tegen het huwelijk met deze man, omdat hij een gescheiden man is en uit zijn eerste huwelijk een kind heeft, dat echter aan de moeder is toegewezen. Ten laatste zijn evenwel haar ouders over dit bezwaar heengestapt, omdat er overigens niets op de man te zeggen valt, hij volgens Henny’s tante, mijn naaister, een zeer goede indruk maakt, nog jong is, iets jonger dan Henny, zij elkander reeds lang kennen, hij als hoofd der school te P. en zij als hulp, zodat het een goed huwelijk kan worden. Laten we dit hopen!
Van je andere vriendinnen heb ik intussen slechts ontmoet Ati Vorstman, die het druk heeft met de voorbereiding van Prof Ihles huldiging bij gelegenheid van zijn 25 jarig doctorsjubileum of iets dergelijks en Bep Kikkert, die beiden verzochten je voor haar te groeten. Verder ben ik natuurlijk geweest op de receptie van de 70 jarige mevr. Holstijn, die zeer blij was met je brief. ’t Was een genot om haar te zien glunderen, dat ze die dag mocht beleven, terwijl haar man door zijn levenslust en zijn energie, en door de goede verzorging, zover gevorderd is, dat hij zich wat kan bezighouden en weer wat in huis, zelfs in de maatschappij kan bewegen – zondag is hij weer eens kerkwaarts geweest – op de receptie was hij niet aanwezig, maar wel heeft hij mede aangezeten aan het feestmaal met hun tienen en is hem dit goed bekomen. Met de andere vriendin, slachtoffer van een beroerte, mevr. Müllermeister, gaat ’t niet zo voorspoedig; die schijnt van haar levenslust en energie wel wat ingeboet te hebben, al is ze niet verlamd; doch haar gehoor en vooral haar gezicht hebben nogal geleden.
Nu nog je brief eens voor de zoveelste keer overgelezen: Van de Crabethpostzegels had ik slechts een kleine voorraad ingeslagen, omdat ze nogal duur waren en binnenkort de kinderpostzegels weer aan de beurt komen. Van elke der twee warden der Crabethzegels heb ik je er echter, evenals aan Marius, een of meer gezonden; mocht ik er nog een machtig worden, dan zal ik aan jed enken. Aan de verjaardag van Ada ten Broecke op a.s. zondag zal ik ook denken.
Van het huwelijk van Adri van de Mijll heb ik door tussenkomst van zijn vader ook een kennisgeving ontvangen. Ik zal hem eens een gelukwens zenden, maar acht een presentje niet nodig.
Voor je bezwaren tegen het voorlopig of voorgoed samenwonen met Nel Schoo bij Mevr. van Braam voel ik wel iets:
- Om de zit-slaapkamer; zorg vooral voor een goede warme slaapkamer.
- Om de afstand van de stad. Mevr. Le Coultre, die ge te Enkhuizen eens hebt opgezocht, roemde zo de buurt, waar haar dochter woont, ik meen de Hobbemastraat
- Om de risico dat het gezelschap van Nel je wel eens zou gaan vervelen, hoe vermakelijk het ook kan wezen.
Brandien heeft reeds aangeboden om je na je terugkomst tijdelijk te huisvesten in afwachting dat ge te A’dam een dak zou hebben gevonden.
Als ge deze ontvangt, zal het nieuwjaar reeds zijn ingetreden; ‘k behoef je zeker niet te zeggen, dat ik je een gelukkig jaar toewens. Al zult ge van het jaar 1932 slechts een klein gedeelte nog in Indië doorbrengen, toch zult ge door de fiscus nog worden lastig gevallen met aangifte voor de inkomstenbelasting en, als ik ’t wel heb, thans ook voor de vermogensbelasting. Hieraan kunt ge niet ontkomen. Echter kunt ge van de aanslag de maanden, die ge niet meer in Indië verblijft, terugkrijgen; maak dus op het aangiftebiljet melding dat ge Indië gaat verlaten, zo mogelijk wanneer; misschien kan, de inspecteur je aanslaan voor de maanden, die ge er nog zijt; hier in Holland kan de inspecteur dit niet, daar hij over een geheel jaar moet aanslaan. Zowel voor de inkomsten- als voor de vermogensbelasting ontvangt ge hierbij de gegevens. ‘k Hoop dat ge weer prettige kerstdagen hebt gehad. Een hart. Zoen van V.
Lieve vader Allereerst hartelijk bedankt voor uw heerlijke zending . Wat een massa kwam er uit dat blik en hoe gevarieerd was de inhoud. Prachtig bedacht en keurig verpakt. U mag Kuipers wel een complimentje maken. Toen ik het blik liet openmaken met een steekvlam om het soldeer los te maken, kwamen de banketstaven er warm uit! Als uit de oven! Eerst hebben we er in het museum van gesmuld en toen heb ik alles mee naar huis genomen waar mijn buurvrouw en de kinderschaar medewerken om er een slag in te slaan. Ook op de sinterklaasviering bij de Boedijns heb ik allerlei meegenomen, waar het veel aftrek vond.
Dat was een gezellige avond met Karel, Ans, Bet, Maus en ikke. Er was afgesproken dat we alleen maar malaise cadeautjes mochten geven, maar tenslotte was het zoveel, dat je werkelijk niet wist hoe het dan in een rijke tijd zou wezen.
Van Ans en Karel kreeg ik een beeldig sirih doosje (voor mijn pruim!) en een chocolade T., van Maus een ets met 2 vlerkprauwen, een boek (de reis van Bontekoe) en een mooi kleed van Kroë maaksel, van Bet een Chinees bord en een reisnecessaire, van de Dammermannen een mooie vaas en eau de cologne en van nog onbekend een fotoalbum van enorme afmetingen.
Bet en Maus en ik hadden zich uitgesloofd in verzen. Ook voor Dammeman had ik een mooi vers bij 5 chocoladebeesten: tijger, eend, schildpad, kikker en vis, die allemaal quasi wetenschappelijke namen hadden gekregen. De vis heette met zijn soortnaam caroli-taciturni (Karel de Zwijger). Dit mopje heeft hij prachtig gevonden!
Gisteren 8 dec. Was het Mohammed hemelvaart en hadden we dus vrij. Toen hebben Maus en ik de stoute schoenen aangetrokken en zijn naar Bandung gevlogen. ’t Was al een oud plan, maar ’t mislukte tot nog toe telkens, ook al omdat de KNILM niet op zondag vliegt. We wilden de Toxen opzoeken om het plan voor de kersdagen te bespreken. Tox had helaas school, maar we hebben toch zaken kunnen doen en gaan nu van 23/28 december met hen op tocht. De kinderen worden uitbesteed en wij trekken naar een onderneming aan de zuidkant van de Patoeha, een reusachtig mooi terrein, volgens Tox, die er al een keer geweest is. Ook waren we even bij Drescher en vrouw.
De vliegerij zelf was geweldig mooi, ik vond het fijn na 10 jaar weer eens in zo’n machine te zitten. Eerst zagen we in Tjibilitan er een naar Singapore vertrekken, toen een naar Soerabaja, en toen gingen we zelf, met 5 passagiers in een ruimte voor 8. Eerst over de vlakte, helemaal in vakjes van Sawa’s verdeeld en later over de bergen ongeveer de spoorlijn Batavia Poerwakarta Bandung volgend. Er is daar een stuk kalkgebergte, dat met zonderlinge steile toppen omhoog piekt. Verder zagen we leuke kalkbranderijen, de papierfabriek van Pandalarang en een paar theeondernemingen uit de lucht en op zij de Gedeh en de Boerangrang en Tangkoeban Prahoe. De vlakte van Bandung zat vol kleine pluiswolkjes, zoiets als de eerste verspreide sneeuwvlokjes op een straat. Caro T. haalde ons met 2 kinderen af in Andir, de kinderen vonden zo’n reuze libel natuurlijk verbluffend mooi. ’s Middags gingen we om half 3 weer met de trein terug.
Overmorgen trekken we naar de Pantjar, Van Leeuwen, Maus, Karel en ik. De volgende brief zal dus ook wel met de inhaal mail gaan.
Uit uw brief van 10 nov. Hoorde ik, dat de expeditie naar Den Haag zonder ongelukken, integendeel met veel succes is verlopen. Is uw oog weer gauw hersteld? Die “schripbreuk” heb ik indertijd met Mies gezien in Haarlem. Zij had er toen zoveel plezier in omdat ze er zelf ook in had meegezongen.
Hebt u nog bloemen kunnen sturen naar Ada? Mijn brief aan haar is met die noodlottige schipbreuk in Bangkok misschien wel “in de soep” gevlogen. Tox schreef mij: ’t is best als je dinsdag komt, blijf maar niet met die “kist” in de lucht hangen, zoals onze profeet zaliger. Er was meer kans dat we met de kist uit de lucht zouden rollen. Maar die KNILM machines zien er zo onmogelijk vertrouwd uit!
’t Is een mooie belevenis meer, en als zodanig heb ik het dan ook opgevat, want voor regelmatig gebruik is het nog wat prijzig.
Dag Dag Hartelijke groeten van Tera
Lieve Tera, dank weer voor je brief van 17 nov met de twee foto’s, die aan de in0 of uitgang van je laboratorium was wel ’t meest welkom, omdat je daarop zo goed gelijkt.
De beschrijving van het sinterklaasfeest hier hebt ge al ontvangen. Hoe we het kerstfeest zullen vieren, weet ik nog niet: in elk geval blijf ik te Haarlem; er zijn dan 3 rustdagen en de daaropvolgende week weer drie, daar de zaterdag tussen oud- en nieuwjaar ook wel als rustdag zal worden beschouwd; wel wat te veel van ’t goede! Een der kerstdagen zal er bij Ans wel feest zijn en een andere hoop iik bij mevr. Sloot te eten te worden gevraagd, zoals wel meer is gebeurd. Verder zal het hier waarschijnlijk vrij stil wezen, daar de tijdsomstandigheden no al drukken.
Ge schijnt ook aan ’t bezuinigen te gaan; je eerste daad in deze richting kan ik nu niet zo toejuichen, nl. het bedanken voor het lidmaatschap van de vereniging van vrouwen met een A.O. Deze vereniging heeft m.i. wel reden van bestaan en verdient daarom steun, ook omdat ze een steun kan wezen voor haar leden. Ze is immers de vereniging, die enige jaren geleden, een congres te A’dam heeft georganiseerd, waarop nog al Buitenlandse gasten zijn verschenen en waarop Prof. Hans Westerdijk zich zo heeft geweerd met haar geest en talenten. Dit zal een vereniging van mannen niet licht nadoen.
Deze bezuiniging doet me er aan denken dat ik in mijn laatste brief bij de opgaven voor de aangifte voor de inkomsten- en vermogensbelasting heb vergeten te vermelden dat ge ook een spaarbankboekje en een rekening courant hebt bij de gem girodienst te A’dam. Op laatstgenoemde rekening zult ge op 31 dec a.s. vermoedelijk hebben een saldo van f181,55 en op je spaarbankboekje een dito van f620,60.
Ook had ik me voorgenomen je te vragen, hoe ge, indien een samenwonen met Nel Schoo niet mocht doorgaan; denkt over een samenwonen met Ati Vorstman. Hiertegen zou ik het bezwaar hebben, dat dan je conversatie allicht te eenzijdig zou zijn, nl. bijna uitsluitend over jullie wetenschap.
Hier is intussen niets belangrijks voorgevallen. Deze dagen zijn maar droevige herinneringsdagen: gisteren was ’t moeders sterfdag, waaraan als gewoonlijk tante Kitty ook heeft gedacht. Verder schreef tante niets bijzonders; daar waren ook allen wel. Een goed bericht kreeg ik van Nel Houtzager; deze was, zoals ge weet, bij een rijke oude dame voor gezelschap in de huishouding; deze damenu is na een langdurig ziekbed overleden, doch dit brengt geen verandering in Nel’s positie, daar zij bij de ongetrouwde dochter kan blijven, die waarschijnlijk te Nunspeet gaat wonen in of bij het huis voor zwakke kinderen, die buitenlucht en goede verzorging nodig hebben, dat ze daar laat bouwen. Nel is hiermee de wereld te rijk. Zal zij nu blijken de enige bruikbare Houtzager te wezen, terwijl men dit van haar ook niet had verwacht?
Een ander goed bericht is nog, schrik niet!, dat Truus King in mei een kleine verwacht, na een pauze van bijna 8 jaar. Zij draagt ’t met ere en hoopt nu op een jongen.
Overigens geen nieuws! We zijn allen gezond op wat verkoudheid na van Wouter en Chris. Een hartelijke zoen van Vader
De kinderpostzegel stelt voor een blind meisje, dat brailleschrift leest.
Beste vader Wel bedankt voor uw brief van 17 november die ik nog juist ontving voor de tocht naar de Pantjar. Deze reis is zonder ongelukken afgelopen en was heel aardig. We vertrokken vrijdagmorgen met z’n vieren+ mantri+ kebon + een onmenselijke hoop barang in een autobus naar de kp. Babakan Mading. Daar werden 10 koelies geëngageerd en de koninklijke stoet zette zich in beweging. We gingen dezelfde weg als Maus en ik reeds in augustus met Händschen en van Heurn hadden gemaakt en kampeerden op het zadel tussen de Pantjar en een kleine zijtop met een prachtig uitzicht naar het bergland van Krawang daarachter.
Het kampeerterrein had veel weg van een Zwitsers weitje, een glooiend grasland met verspreide struikengroepjes. Er stonden al spoedig vier tenten overeind en daarop stroomde meteen een fikse bui, zodat we er allerijl alle goederen moesten onderbrengen. Dicht bij was een kampong Tjimandala waar stenen vijzels gemaakt worden. U herinnert zich misschien die dingen wel. Ze zijn van een groenachtige harde steen en dienen om allerlei sambalans in fijn te wrijven. Ik ben eens gaan kijken naar die industrie en kocht zo’n ding voor 20 cent!
Zaterdag, zondag en maandag maakten we tochten vanuit het kampement, wel mooi, maar er was weinig te vangen. Van Leeuwen is een echte buitenman en wijst je op allerlei. Hij kan nog goed lopen, het is een hele prestatie voor iemand van over de 50. Alleen zijn eindeloze verhalen, vooral over mooie meisjes, zijn op den duur verschrikkelijk. Wel heb ik me erg vermaakt met al de anekdotes over diverse G.G.’s.
De mantri kookte rijst en waste om en deed allerlei huisjongenwerkjes. Van Leeuwen vindt anders zelf kokerellen ook heel plezant. Vooral ’s middags als het toch regende was dat een mooie bezigheid. Zijn tent stond enige tientallen meters opzij, omdat hij snurkt, dat de grond ervan dreunt. We mogen deze reis ook nog als dienstreis maken, al zullen dergelijke tochten wel hoe langer hoe schaarser worden.
Hierbij stuur ik u eens een paar Verkade plaatjes. Wat zijn ze verbazend mooi. En een kiekje , dat ugeloof iknog niet hebt. Mocht dit wel zo zijn, geef het dan maar weg.
De foto’s die van L. op de Pantjar heeft genomen zijn heel aardig geworden. Ik zag de negatieven alleen nog maar. Van de mijne weet ik nog niets ,die zijn pas onderhanden.
Het was, na die 5 dagen wildernis, in Buitenzorg zo druk! En na aan het kleine bestek van een tent gewend te zijn, vond ik mijn huisje zo groot!
Ander nieuws is er niet. We zijn nu weer druk aan de gang, om de volgende week er weer uit te knijpen met de kerstdagen. ’t Is te hopen dat de gecombineerde tocht met de Toxopeusen doorgaat, ik heb geen trek om al die feestdagen in Buitenzorg rond te hangen.
Als u deze brief ontvangt is het al weer 1932. En ik moet u daarom nog vele goede wensen sturen. In de eerste plaats wel dat we elkaar over enige weken weer terugzien, dat zal een grote vreugde zijn.
Hoe groot zijn de kleinkinderen wel geworden. Chris is zeker het meest veranderd en van baby tot schooljongen gepromoveerd.
Nu laat ik het hier weer eens bij, groet alle bekenden en ontvang veel liefs van Tera
Lieve Tera, ’t is weer maildag, waarom ik me weer me plezier neerzet om je welkome brief van 24 nov te beantwoorden.
Dit zal mijn voorlaatste brief in dit jaar aan je wezen; gisteren begon officieel de winter met een zonnige dag en een temperatuur om het vriespunt, heden was het minder mooi; druilig en ietwat grimmig. De toebereidselen voor het kerstfeest stemmen echter tot enige vrolijkheid; ‘k hoop dat gij weer aangename kerstdagen zult hebben en dat ook de oudejaarsavond een gezellige avond voor je zal zijn. Dan komt het nieuwe jaar en begin ik de dagen vóór je terugkomst af te tellen; zullen ’t er meer of minder dan honderd zijn? Van de kerstdagen ga ik de eerste bij Ans het koffiemaal gebruiken en de tweede bij haar het middagmaal, waaraan ook de drie meisjes King van de partij zullen wezen – King en Truus gaan ergens anders eten, ’t is me ontgaan waar – en waarna de kerstboom zal worden ontstoken, als van ouds. Het kan een prettige avond worden, ofschoon het me spijt dat ik hierdoor het middagmaal bij mevr. Sloot misloop, dat zij ook op de 2de dag aan de bridgeclub zal geven; een verschikking was helaas niet meer mogelijk.
Morgenmiddag verwacht ik weer een brief van je, maar deze zal nog wel geen kerstplannen van je bevatten; misschien wel hoe ge ’t St. Niklaasfeest zult vieren. Zeer verlang ik te vernemen hoe het blik met banket, brokken, borstplaat, marsepein en chocoladeletter is aangekomen, of de inhoud nog smakelijk was en of ge niet teveel invoerrechten hebt moeten betalen.
Heden verzen ik per zeepost weer een partijtje drukwerk, waarop een paar kinderpostzegels, die voorstellen een doofstom jongetje dat spraakles krijgt.
Hier gaat alles naar wens; Wouters kersrapport was echter nog niet gunstig. Toch geniet hij, evenals Ans van de vakantie; vandaag waren ze aan het optuigen van de kerstboom van de Prot. Bond; die morgenavond zal worden aangestoken; dan is ook voor Mientje en Chris de kerstvakantie begonnen, waarop zij zich natuurlijk zeer verheugen.
Ook uit Middelburg, Hilversum, Bussum en Nunspeet zijn de berichten goed. Mary Rodenburg is verloofd met een Utrechtse Medisch student, Schuckink Kool, wiens vader, ook medicus, ik vermoedelijk te Batavia wel ls officier van gezondheid bij oom Westhoff heb ontmoet; de student heeft nog minstens 3 jaar nodig voordat hij arts is. Mary is ook nog jong genoeg.
Van de vrienden en kennissen weet ik, dat Ds. Holstijn met de linkerhand weer een partijtje domino of kaart speelt, dat mevr. Müllermeister weer wat piano speelt en ook een enkele brief schrijft. Daarentegen gaat het mr. Van der Plaats minder goed, zodat hij zich uit allerlei baantjes, die hij bekleedt, terugtrekt, en heeft een maag- en ingewandenaandoening tante Marie Scholten nogal verzwakt; zij is dan ook zo onvoorzichtig geweest om, terwijl ze aanhoudend haar kamer houdt, eens op zolder in een koffer te gaan rommelen, en heeft daarbij waarschijnlijk kou gevat, waardoor ze vatbaar werd voor een infectie, die hier meer oudjes heeft aangetast. Sedert gisteren zit zij een gedeelte van de dag op, omdat de dokter haar niet langer in bed durfde houden, wat haar blijkbaar geen kwaad doet, daar ze er vandaag iets beter uitziet; haar stem vooral is zwak.
Wees hiermee tevreden en ontvang een hartelijke zoen van Vader
De kinderpostzegel van 5 cent moet waarschijnlijk een zwakzinnige jongen voorstellen.
Lieve vader Wel bedankt voor uw brief van 24 november. De pantjar reis is al weer achter de rug en de rommel aan kant, hierbij een kiekje van de drie brave satellieten van de grote baas, in Rangkok bivak. De andere foto’s zijn ook heel aardig geworden, en komen spoedig netjes en wel in het album geplakt. Ik wou nog even de kersttocht afwachten om u de hele collectie te sturen. Na veel heen en weer besprekingen met de Toxen staat het nu vast, dat zij straks hier komen, omdat Tox vanavond een vergadering van insecten knaapjes bij wil wonen. Hij logeert bij Maus en zijn vrouw bij mij. Voor dat doel heb ik een veldbed geleend van het museum. Vervolgens gaan we in alle vroegte morgenochtend met hun mobiel gevieren op stap naar een pasanggrahan bij Tjibeber (tussen Soekaboeni en Buitenzorg) ’t moet er heel mooi zijn, het oerbos zo voor de deur. Daar zullen we vermoedeloos tot zondag 27 december blijven. Ik ben blij dat ik daarmee ook de verjaardag van mevrouw van der Meulen op 25 december ontloop; want dan zal huis en hof wel op stelten staan. Het handwerk dat Doke bij mij heeft zitten knutselen voor haar moeder is gelukkig vanmiddag klaar gekomen, en is heel aardig geworden. ’t Is toch zo’n leuk kind, ze heeft veel gevoel voor humor en is dol op raadsels. Verder nooit lastig of vrijpostig, wat een verschil met montesorrikinderen.
Van Leeuwen heeft in het kamp een aaneenschakeling van verhalen zitten houden, sommige op het kantje af. Maus zegt dat, als ik er niet bij geweest was, Van L. zeker 24 uur per dag vuile moppen had zitten tappen! Maar ik heb me erg geamuseerd met de verhalen over diverse G.G’s
Van een Mr. Eekhout heb ik nooit gehoord, zal hem waarschijnlijk ook wel niet te zien krijgen. Volksgezondheid is een goed dienstje wat de duitjes betreft, maar er schijnt veel bezuinigd te worden.
Ik heb met grote ogen het uitknipsel zitten lezen, waaruit blijkt dat B&W het panoramaterrein weer aan Beaufort willen ontfutselen. Dat zou een reuze koopje zijn. Overigens was dat ingezonden stuk uitstekend gesteld. Wie is die inzender D. Misschien D Delprat? Maar dan had hij het liever geheel moeten ondertekenen, dat zou wel meer effect hebben.
Veel wonderen zijn er niet geweest in de laatste week, ik heb nogal hard gewerkt en veel genaaid.
Karel heeft nu echt amoebendysenterie, waarschijnlijk al lang sluimerend, maar na de Pandjar tocht eindelijk geducht uitgebroken. Carolien praat over meubel dysenterie, waarop Karel dan maar een cirkelzaagje wilde inslikken om de meubelen stuk te zagen.
Verder ga ik u ook weer eens begiftigen met een rekening. Wilt u deze door de gemeentegiro laten betalen? Ik zal aan Le Chevalier schrijven dat hij zijn pegulanten uit Amsterdam krijgt.
Ik heb hier laten drukken adresveranderingen in Hollands, Duits en Engels om aan de diverse slakkenvriendjes te sturen, als ook aan allerlei familieleden en verenigingen. Als ze klaar zijn ontvangt u natuurlijk ook zo’n gewichtig document!
Van Do kreeg ik een allervriendelijkste brief, zo maar eens, om veel h. en z. te wensen voor het nieuwe jaar. Zij is altoos buitengewoon aardig voor mij en schrijft heel prettig.
Verder weet ik niets meer, hartelijke groeten voor alle bekenden en veel liefs van Tera
Lieve Tera, dit is mijn laatste brief in dit jaar, die ge echter eerst op het laatst van januari 1932 zult ontvangen. Dan zult ge waarschijnlijk reeds een beslissing hebben genomen of ge nog naar Calcutta gaat. Volgens de courantenberichten ziet men te Londen de toekomst van Br. Indië maar donker in, zoals uit bijgaand uitknipsel blijkt, zodat ik hoop dat ge het vóór en tegen goed hebt afgewogen en ik natuurlijk erg verlang te vernemen, welk besluuit ge hebt genomen.
Je welkome brief van 1 dec. Met de aardige foto van je drie buurmannetjes en een supplement met het bericht van de goede aankomst van het postpakket kwam al op woensdag 23 dec in mijn handen. Thans kan ik eerst vrijdag 1 januari, daar de Coen tegenwoordig tot de luie boten behoort, vernemen of ook de inhoud van het postpakket goed is overgekomen; ik hoop zo, daar die je zo dikwijls een aangename afleiding geven en ge dan zeker je vriendjes er ook van hebt laten genieten. Dan zal ik tevens een beschrijving ontvangen hoe gij het sinterklaasfeest hebt gevierd. Intussen hebben we ook weer kerstmis gehad. Deze kerstdagen heb ik, zoals ik reeds meldde, nog grotendeels bij Ans doorgebracht, waar ze uitstekend zijn geslaagd, vooral op de 2de kerstdag, toen aan het feestmaal ook de Kingetjes aanzaten, de tafel aardig was versierd en daarna de kerstboom werd ontstoken. Voor de kerstboom had Ans met de kinderen een programma samengesteld, wat door Wouter op schrift was gebracht en waarvan de hoofdschotel was een kerstverhaal door Ans, dat vooral bij de kinderen zeer pakte, en verder 7 kerstliedjes onder goede pianobegeleiding van Mientje. Het slot was natuurlijk het uitdoven en plunderen van de kerstboom, waaraan voor mij hing je uitstekende portret in lijstje, waarmee ik zeer in mijn schik ben en waarvoor ik je zeer bedank; het staat op mijn schrijfbureau naast dat van moeder en telkens treft me je gelijkenis op moeder: hetzelfde scheve neusje van de Blommesteins en dezelfde mond. Thans zijn Ans en de kinderen verspreid: Ans is gisteren met Wouter naar Nijmegen getrokken: Mientje naar Alkmaar bij Niek vd Wal en Chris met Mien bij Annie en Bert. Ze treffen ’t niet met het weer, daar we sinds gisteren buiig winterweer hebben. Komt er niets tussen – Wouter en Chris hoesten wat – dan komen ze eerst zaterdag weer thuis. Ik ben dus alleen, wat me welkom is, daar die drie zondagen me wel wat druk waren en er bij de overgang van het ene jaar naar het andere altijd nogal wat te doen valt, vooral op administratief gebied, en dit me niet meer zo gemakkelijk afgaat als vroeger.
Je bent wel aan het dokteren, gelukkig slechts aan ogen en mond. Die fam. Coenen heeft, geloof ik, nog te Heemstede gewoond en was de fam. Ir. Tuijll Schuitemaker niet een kennis van mevr. Peters; ik meen haar wel eens over die familie te hebben horen spreken. Verleden zondag was ik even bij mevr. Boerlage; zij is gezond, maar was nogal doof; gelukkig was Louise Boerlage thuis, de dochter van de vroegere onderdirecteur van ’s lands Plantentuin, die als herbarius bij voorkeur te Tjibodas woonde, waarvan Louise nog graag vertelt; van haar hoorde ik dat Non Scheffer niet een Duits, maar een Engels populair werk over dieren heeft vertaald, van een zekere William Reeker, als ik me niet vergis, een Amerikaan, die een goede naam schijnt te hebben. Ze liet ’t me zien, daar zij ’t had aangeschaft voor haar parkbibliotheek te A’dam, waar het zeer in de smaak valt.
Je wens om na je terugkomst eerst enige weken of zelfs maanden te Haarlem te blijven wonen, zal vermoedelijk te A’dam niet in goede aarde vallen, daar men vertrouwt dat ge je nu te A’dam zal vestigen. Hoe rationeel ik dit ook vind, zo zou ik het natuurlijk zeer prettig vinden, je weer in mijn onmiddellijke nabijheid te weten. Ideaal zou wezen, als ge die tijd weer met Nel Appeldoorn onder één dak kon wonen, doch bij mevr. Wiersma zal waarschijnlijk niet voldoende plaats zijn, daar zij ook nog een volwassen zoon thuis heeft. Van de andere door je opgegeven adressen zou mij het huis van mevr. Vorstman ’t beste lijken, beter dan dat van Brandien, die er geen dienstbode meer, slechts een werkvrouw op na houdt, die je om de gezelligheid misschien nog al eens van je werk zou ophouden, omdat ze weinig idee heeft dat een studerend mens rust toekomt. En wier klachten met die van Wouter, Elze en Betsy over belastingen, in ’t algemeen over hun financiën, je licht zullen gaan vervelen enz. enz. Terecht verwerpt ge het voorstel van Nel Delah., die woont te verweg, waarom het je teveel tijd zou kosten. Van mevr. Boerlage hoorde ik dat Nel nog al zieke dagen heeft gehad met de kinderen, vooral met de jongste, maar thans door r. Frank is gerust gesteld.
Tenslotte nog een paar nieuwtjes: eerstens de verloving van Cootje Nieboer met ? waarvan zij slechts per advertentie heeft kennisgegeven, zodat ik de naam van die vriend ben vergeten, alsook bijna dre verloving, totdat ik zondag haar huis voorbijging; nu is ’t echter wel wat laat om er nog notitie van te nemen. En dan is Bep Kikkert verloofd met een Parijzenaar, genaamd Leo Reigner, van wie ik niet meer weet, doch wel wat te weten zal kunnen komen, omdat ik haar eens een bezoek zal brengen. Kort geleden ontmoette ik haar nog aan het postkantoor en zag zij er welvarend uit ( (Ook kreeg ik nog onverwacht bezoek van Nanna Snijders -Bijbau, die wist te vertellen dat de vriend van Bep Kikkert kunstschilder is)
Heb ik je al eens gemeld dat ik de glazen bakjes, die Sinterklaas voor mij te Bogor bracht, trouw gebruik, en dat ze algemeen worden bewonderd.
Verder kan ik je nog meedelen, dat de kopjes Morielje, waarin ge op die foto bij ongeluk zijt gehuld geraakt, voorkomt in Verkade’s album onder nr. 58 en ook te Bloemendaal wordt gevonden, maar niet zo groot en bruin van kleur. Wist ge dat een paddenstoel, evenals een hoefijzer, geluk aanbrengt? In het cactussenalbum heb ik al 60 plaatjes ingeplakt.
Zo even verliet de naaister me, nadat ze me foto’s van Henny Machielse had laten zien uit Zwitserland, waar ze, gezond, veel aan sport doet.
Eindelijk Selamat Toean Baroe en een hartelijke zoen van Vader
Beste vader, Wel bedankt voor uw brief van 1 december, die ik gisteren bij thuiskomst uit de Djampango, in de bus vond. Alsmede de postwissel, waarvoor ook veel dank. Ik heb ondertussen al zo’n plangis-slendang gekocht, een hele mooie, die juist 10,- kostte.
Ik vond het erg prettig om wat van Corrie te horen: aardig, dat zij u heeft opgezocht. Deze dagen van kerstmis en nieuwjaar zullen wel alles behalve prettig voor haar zijn. Verleden jaar waren de kinderen alle drie zo ziek van kinkhoest. Ik denk, dat de familie in Nijmegen zich wel over haar heeft ontfermd in de kerstvakantie.
Hierbij weer een rekening van Dultz, wel een beetje veel voor één boek, maat ’t is een dikke en zeer waardevolle overdruk, waar ik al lang op loerde. Ik had het tijdschrift al vaak in handen, maar die ene jaargang moet je met 2 koelies laten sjouwen.
Op deze brief plakte ik de 2 laatste witte kruis postzegels, nu hebt u de hele serie bij elkander. Zij zijn werkelijk wel mooi, na de monsters, die de laatste jaren hier en in Holland in omloop zijn.
Van Marius kreeg ik een vergroting van een zijner kieken, zeer fraai! Alleen niet voor kleinbehuisden!
De tocht met de Toxen is goed geslaagd. Eerst kwamen zij dinsdag naar Buitenzorg, waar Caro bij mij en Tox bij Lieftinck logeerde, maar toch ook het meest bij mij over de vloer was. Het leek een volmaakte overrompeling (vooral als Caro met haar schelle stem – die soms naar het visvrouwachtige doorslaat – huis en hof en bedienden in beslag neemt). Vervolgens trokken we via Soekaboeni naar Tjibeber en van hier naar het Z. de Djampango in tot Soekanegara waar we in de pasangrahan (800 m hoog) onze intrek namen.
Vroeger was de Djampango een uitgestrekt bosterrein, haast onbewoond en slecht toegankelijk. Nu is het een en al onderneming, vooral thee, o.a. ligt daar Pasir Nangka, een zeer bekende ond. Verder heeft de bevolking veel bos gekapt voor brandstof, zodat er nu eindeloze wildernissen van alang alang en struiken zijn, waar weinig mooie beesten te vinden zijn. De wegen zijn ook keurig onderhouden autoboulevards geworden. Wel troffen we er 2x de weg versperd door een aardverschuiving, maar dat zijn de onvermijdelijke gevolgen van de regentijd. We hebben er relatief weinig regen gehad, zo tenminste dat we tot 12 a 1 uur uit konden zonder doorweekt te worden; wel eens een klein buitje, maar daarna toch weer zon. ’s Middags was het altoos huilen bij pijpenstelen. In Buitenzorg was het in die dagen schijnbaar steeds regenweer, zodat dit jaar de kerstdagen wel nat waren. We hebben alle drie Tox, Maus en ik nog vrij mooie dingen verzameld. De Djampango zijn ten dele kalkbergen, zodat de slakjes nogal talrijk waren.
Van Leeuwen was vanmorgen hier met de meest sombere toekomstbeelden over de plantentuin. Er worden verscheidene mensen ontslagen, al is het nog onbekend wie als slachtoffers zullen vallen (ik ben zelfs een beetje bang voor Lieftinck ook; dat is de schuld van Dammerman die hem nog altoos niet vast liet benoemen. Nu heeft L. als zijn 3jarig contract om is, niemendal, ook geen wachtgeld. Vertel dit in vredesnaam nog niet verder, je weet nooit, hoe het zijn familieleden eens ter ore mocht komen)
Volgende week ga ik werk maken van een prauw om naar Holland te stomen. Ik schrijf u wel een vliegbrief, als ik vaste plannen heb afgesproken. Hierbij mijn adresveranderingskaarten. Is dat niet netjes? En goedkoop 300 ex +enveloppen voor f4,50! Nu dag, mijn velletje is weer vol. Hartelijke groeten, ook aan de bekenden mensen en veel liefs van Tera.