Brieven 1941

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Zondagavond 6 april 1941
Lieve beste Pico, Het was goed van je om mij zo gauw en zo volledig verslag te doen van de gebeurtenissen van de laatste dagen. Waarom mijn bloemen niet op tijd gekomen zijn, weet ik niet. Het spijt mij heel erg. Zaterdag (29-3) telefoneerde ik er over met Ginno L. Noordstraat. Hij beloofde mij toen plechtig er goed voor te zullen zorgen, had al reeds andere bestellingen voor hetzelfde doel. Zijn die dan allemaal mislukt>

Nu heb je zeker heel wat te regelen. Ik hoop, dat men je daarbij niet te veel hindert, of dwingt tot onaangename besluiten. Waar is je broer, in of buiten Nederland? Is hij de enige erfgenaam behalve jijzelf? Als er soms dingen zijn, die je liever niet in huis houdt, zend ze mij dan naar het museum. Daar is plaats genoeg. Ik bewaar er ook een paar pakken, die ik liever niet in huis heb.

Het zal donderdag geen vrolijke verjaardag voor je zijn. Je bent toch al zo bijzonder niet gesteld op dien dag. Ik zend je ook al geen vrolijk cadeautje: een herinnering aan de eerste oorlogsdagen. Velen hebben met korter of langer notities een dagboek gehouden. Voor degenen die dit niet deden, zijn deze recapitulaties wel interessant. Vooral het allereerste bericht is belangwekkend. Men kan dit op 2 manieren uitleggen. Wij: de leugenachtigheid tot op de laatste dag . Zij: Duitsland wil wel goed, maar alles is de schuld van de Engelsen.

Ik vond in oude mappen met knipsels en tekeningen 12 oude steendrukken (gedrukt bij Roest) van J.F. Schutz van Middelburg. Er komen al stoomboten op voor (meest raderboten). Het museum Z.G. is te herkennen op de afb. van het Gerechtshof. Waar is de begraafplaats in Middelburg? Aan het begin van de Nieuwlandseweg?

Ik heb van mijn neef in Bussum het familiearchief te leen. Nu vermaak ik mij met alle legendarische neven en nichten. Ik denk dat ik het maar eens ga kopiëren, want als er weer een brand komt, zijn we alles kwijt.

Heb ik je al verteld dat ik begin maart weer een Rode Kruisbrief van mijn broer had? Hij is nu weer vrij, en terug in Soerabaja, werkende op een accountantskantoor. Ik hoop, dat het een beetje gaat. Misschien is het besef, dat hij nu op zichzelf aangewezen is en geen (financiële) hulp uit Holland te wachten heeft, nog niet zo kwaad voor hem.

Voor Pieters heb ik een hele kist boeken klaar staan. Zal ik hem al sturen, of is het nog erg rommelig op het eiland. Ook ben ik niet geheel zeker, of zekere lieden niet ook eenmaal kunst of andere geestesschatten gaan opvorderen, nadat de eetbare schatten zijn verdwenen.

De laatste dagen doe ik niets dan drukproeven corrigeren van het stuk over de satellieteilandjes. Ik zal blij zijn, als dat weer achter de rug is. Kan ik niets voor jou doen? Heb je al wat rust genomen, slaap je nu weer beter?

Ik wens je veel goeds voor het komende jaar. Moge het ons minder narigheid en rouw brengen dan hetgeen, dat voorbij ging. Veel liefs en 1000 kussen van T. [/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Maandagavond 21 april 1941
Lieve beste Pico, Fijn was het de week te beginnen met je lange brief. Dank voor het afschrift van je toespraak. De gedachten zijn mooi en de woorden zijn goed gekozen, zodat ook anderen er wat aan hebben. Je vader zelf zou er ook tevreden mee geweest zijn! Als de nacht niet over hem gekomen was, zou hij nog blijven door arbeiden. Maar “de nacht komt, wanneer niemand werken kan”, ook voor jou en mij en we moeten onze bescheiden talenten gebruiken tot het uiterste van hun vermogen.

De foto’s zal ik een veilig plaatsje geven. Ik herkende er een heleboel vertrouwde dingen op: de lamp met de 2 stangen (die mij altijd mysterieus voorkwam) en het portret van je moeder, en de stoel.

Nu zend ik jou ook 2 foto’s, n.l. voor- en achterzijde van een zgn. spreeuwpot, een 16de-eeuws kannetje, opgebaggerd uit de Leidse kade, van ongeglazuurd rood aardewerk (kleur bloempot). Het oor zit er asymmetrisch aan, langs de hals zijn 2 lusjes (van aardewerk) om een stokje door te steken, en aan de ene zijde is een gat (opzettelijk gemaakt, want in de natte klei afgestoken). In dit “nestkastje” hielden onze voorvaderen spreeuwen, zoals blijkt uit een gevelsteen in de zgn. spaarpotsteeg, die ten rechte spreeuwpotsteeg moet heten. Of de Hollanders toen al filantropische neigingen jegens vogels koesterden, wordt in het midden gelaten. Best mogelijk dat zij ze oppeuzelden (vandaar het gat aan de tegen de muur gekeerde zijde).

Ik ben blij dat je Roline toch nog wel ontmoet, ondanks haar rare fratsen. In de grond is zij een goed mens en die xenofobie gaat wel weer over.

Veel knipsels e.a. documenten van mei 1940 heb ik niet. De couranten gaf ik door aan Engel (met wie ik het Handelsblad samen lees), maar wat ik zo daar buiten te hooi en te gras verzamelde kun je krijgen. Ik zal alles voor je opzoeken en dat sturen.

Ja, mijn neef is niet slecht af met zijn nieuwe huis. Het oudste meisje, Ada, was vroeger pathologisch verlegen (de moeder is het nog). De jongste, Liesbeth, is een bijdehandje, alles behalve verlegen. Beide kinderen lijken sterk op Marie, Jacob’s zuster, die gestorven is, en dus zullen de trekken wel van hun grootmoeder VBJ-van der Haar afkomstig zijn.

Het zal je interesseren, dat Baas Becking vóór Pasen weer op vrije voeten kwam. De ‘dessous” heb ik nog niet allemaal gehoord.

De vorige week was ik enige malen in Utrecht voor het Natuur- en Geneeskundig congres. Er was veel aardigs bij, en verder heb ik een massa oude kennissen weergezien. Je vriend Engel Hendriks zag er tamelijk goed uit, kan weer normaal werken, maar moet nog dieet houden.

In juni of juli wou ik zo graag weer naar Domburg komen. Als die restricties er nog zijn, kan ik dan niet als “hulp in de huishouding” komen bij jullie? Als je van mijn hulp niet gediend bent, slaap ik wel bij Rika, en dan kun je me ontbieden, zo vaak je wenst. Mijn kookkunsten zijn aanmerkelijk toegenomen sedert ik, wegens bonnengezanik, niet meer van de kok eet, maar zelf kook

Nu houd ik weer eens op want het papiertje is vol.

Kus van T [/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Zondagavond 20 juli 1941
Lieve Beste Pico, Vertel je mij eens gauw hoe je verdere avonturen, besprekingen en ontmoetingen in Middelburg zijn afgelopen, nadat wij vrijdag afscheid namen? Het was reuze fijn je daar nog te treffen, ik was blij, dat ik wat extra vlug had gereden.

De terugreis ging even voorspoedig als de heenreis, alleen gelukkig minder balsemiek, ja haast een beetje te fris. Nu het mooie weer toch op is, vind ik het wel weer goed om aan het werk te gaan. Ik had echt fijne dagen, en een boel prettige uren met jou. Ik kan goed merken, dat ik wat uitgerust Ik begin nu zo langzamerhand de berichten in onze kranten, dat de Engelsen alleen een konijn of een koe gedood hebben, te geloven, en ik wilde wel dat ze gesuikerd waren met hun onverantwoordelijk optreden. In hun eigen radio zeggen ze dan, dat zij de dokken van Amsterdam gebombardeerd hebben, maar wij hier weten nu beter. Die bom op Domburg heette in de Engelse radio: een aanval op de omgeving van vliegvelden in the isle of Walcheren. Luister dus nooit meer naar de Engelse radio! Het zijn me de helden wel.

Thuis vond ik een lange brief van De Beaufort om mij vast op de hoogte te stellen van de narigheid in Artis. Daar zijn namelijk in de nacht van zondag op maandag ruim 300 brandbommen over uitgestrooid, waardoor apenhuis, reptielenhuis, leeuwenverblijven, olifanten en giraffenstallen en zoölogisch laboratorium alle lichte brandschade kregen, maar nijlpaardenhuis, magazijnen en de woningen van 2 bazen (tuinbaas en oppassersbaas) geheel of grotendeels uitbrandden. De aanval schijnt bedoeld te zijn geweest om een munitie- en voorradentrein, welke op het emplacement van het entrepotdok stonden, maar die reeds 24 uur tevoren waren vertrokken. Goddank, want anders was de ramp nog oneindig groter geweest door de munitieontploffing. Ik begin nu zo langzamerhand de berichten in onze kranten, dat de Engelsen alleen een konijn of een koe gedood hebben, te geloven, en ik wilde wel dat ze gesuikerd waren met hun onverantwoordelijk optreden. In hun eigen radio zeggen ze dan, dat zij de dokken van Amsterdam gebombardeerd hebben, maar wij hier weten nu beter. Die bom op Domburg heette in de Engelse radio: een aanval op de omgeving van vliegvelden in the isle of Walcheren. Luister dus nooit meer naar de Engelse radio! Het zijn me de helden wel.

Boven in het nijlpaardenhuis zat een grote skelettencollectie van ons. Wij hebben nog geen recht overzicht, wat er behouden is, en wat door bluswater, kapotte dakpannen en ijspegels van gesmolten lood zo vernield is, dat het weggegooid moet worden. Ik ben zaterdag natuurlijk dadelijk alles op gaan neuzen. Vies was het in hoge mate, vooral na de regen van de nacht tevoren.

Verbeeld je, dat mijn dierbare schelpen er zo aan toe waren. Dat zou een nieuw 5-jarenplan gegeven hebben.

Anders waren er geen avonturen. Wel veel post en drukwerken en ook een lange brief van Haas, die mij 4 grote vellen, dicht getypt zond met titels van mollusken publicaties, die ik nu niet zien krijg. Wat een prachthulp niet? Een paar stukken, die mij bijzonder interesseren, zal ik langs omwegen zien te krijgen. Wat een wonder dat de censuur dit doorlaat.

Van de Levende natuur mis ik deel I t/m IV.Verder heb ik VIII, X en 15 t/m 17 in afwijkende banden of ongebonden. Het liefst had ik dus van jan 1,2,3,4,8, 10, 15,16, 17, maar als je dat te omslachtig vindt, dan is i t/m 4 ook wel genoeg. Indien jij me die 9 jaargangen zendt, zal ik je8,10,15,16 en 17 van mij terugsturen. Dan kun je aan Pieters geven, wat of hij gebruiken kan (ik heb nog geen opgave van hemwat of hij al heeft)

Dag liefste, ik laat het hier weer eens bij. Omhelsd met veel klapzoenen T.[/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Nunspeet 11 augustus 1941
Liefste Pico, Ik heb vannacht nog over allerlei liggen piekeren en nu schrijf ik het maar, want misschien heb je er nog iets aan. Zou jij niet al je kleren meenemen: boven- en onder-, zomer- en winter-, oude en nieuwe (ook alle jassen en schoenen, want misschien mag je bis Kriegsende niet meer naar D. terugkeren, en : beter mee verlegen dan om verlegen. Voor je moeder lijkt het mij niet nodig, om bv. Al haar japonnen en schoenen, die ze vermoedelijk toch niet meer draagt, mee te nemen. Wel ondergoed en nachtgoed natuurlijk. En zou je ook niet alle huishoudlinnen meenemen, want als je dat achterlaat, vrees ik, dat het spoedig weg is. Evenzo met dekens. Het is wel een enorm gesleep, maar ’t is ook een kostbaar bezit. Doe er goed naftaline tussen, dan kunnen zij ingepakt blijven staan. En wat doe je met serviesgoed, vooral het mooie porselein? En met keukeninventaris? Allemaal zo reusachtig veel om mee te slepen, maar ook zonde en jammer om achter te laten. Stuur mij anders maar wat emaillen pannen van 2 a 3 l. Ik heb er niet zo veel en als jij bij me komt moet ik toch voldoende kunnen koken. Ook een flinke ketel (email of aluminium) van die inhoud kan ik mooi voor je bewaren.

Kun je niet van de Ortscommandant of een gewestelijke commandant een vergunning krijgen om regelmatig thuis de boel te komen nazien en bv. Uit de tuin te oogsten, wat je nodig hebt. Bedenk, dat de groentevoorziening in de stad nog verre van ideaal is, en vermoedelijk eer minder dan beter wordt. En het is toch ook zonde, om alles te abandonneren en niet te mogen profiteren van wat je zo moeizaam gepoot hebt.

Speciaal geldt dit voor bonen en aardappelen. Voor die soldaten komt toch altijd genoeg van hun intendance en voor jou is je moestuinopbrengst van groot belang. Je hebt immers niet eens aardappelkaarten? Neem ook vooral je hamstervoorraden mee. Ik weet helemaal niet wat je alzo hebt: zeep, jam, meel, spek etc., maar laat in geen geval iets achter, want dat ben je zeker kwijt.

Als je de tuin niet kunt houden, pak dan alle uitjes in een postpakket en stuur mij die toe. Die kun je in de stad helemaal niet krijgen en zij zijn gemakkelijk te sturen en te bewaren.

Wat zul je toch een enorm werk hebben deze dagen. En wat een karavaan om mee te reizen. Dan nog de zaken: notaris, en bank en gas en waterleiding en belasting. Zou je daarvoor regelmatig in en uit mogen reizen?

Het is een ongezellige zakenbrief. Maar nu zend ik hem toch maar weg. Veel kussen van T.[/su_expand]