Brieven 1948

20 januari 1948

Lieve Beste Pico,

Veel dank voor je briefkaart. Ik ben natuurlijk erg benieuwd wat van G. allemaal te vertellen had. Gelukkig dat je altijd zo geduldig bent.

Ben je vanmiddag met je beste galaspullen op de receptie geweest. Jammer dat ik je daar niet kan zien paraderen. Was de nieuwe commissaris er ook? Dan kan je die meteen vast de hand schudden ter verwelkoming.

Zul je je niet te veel afsjouwen met de boeken. Anders krijg je ook het spit, wat op het ogenblik iedereen schijnt te hebben. Een ritje per jeep is daar ook uitstekend voor. Kun je de schilderijen daar ook in vervoeren? Of is dan bij aankomst alleen de lijst over?

Uit Domburg heb ik nog twee gebloemde dekschalen tegoed (muurkast in kamer naast Marina) alsmede 1 licht karpetje en 2 kleine kleedjes. Zeker geen kans om die mee te geven?

Hier niets bijzonders voor jou. Ik bleef lekker thuis oeroezen. De Beaufort belde op, dat het insulindefonds de aangevraagde f100,- voor tekeningen toegestaan heeft. Als ik ze niet opmaak aan wat de Smit nog voor de Operculaten van Java moet schilderen, dan laat ik hem ook vast voor het volgende stuk tekenen.

De amaryllis is open en de krokussen schieten als paddenstoelen uit de pot. De mimosa ruikt nog heerlijk, al is het pluizige er af. Wanner ga je naar Domburg?

Veel liefs en 1000 kussen van T.

12 april 1948

Lieve Beste Pico

Lebrel (?VBJ) zijn brief ging zo gemakkelijk open, dat ik er wat in kon smokkelen op kosten van zijn dubbeltje.

Ik was vanmorgen bij Tjon Appian ( bibliotheek geologisch instituut), die mij vol trots de 2 olifantsdelen van Osborn vertoonde. Nu heb je ze dus vlak in de buurt. Word je nu stamgast bij hem?

Zo-even belde Dicky uit Baarn op, dat zij 27 april voor 14 dagen naar Jaap en Ada wil gaan. In die tijd biedt zij haar huis in Baarn aan Wouter en Greet aan, compleet met werkster 1 x per week. Het is erg hartelijk bedacht, maar ik weet niet of Greet zich voor 14 dagen al die oppakkerij wil getroosten. Enfin, morgen vroeg ga ik het er even bespreken. Ik hoop, dat mijn velo het uithoudt, ben er nog niet zo machtig enthousiast over. In ieder geval ben ik er in geslaagd met 3 flessen Bordeaux en 1 fles rode port achterop veilig thuis te komen!

Ook was ik onder koffietijd even bij juffrouw Kemper om naar haar been te vragen. Ziet er nog niet mooi uit.

Er was een lange brief van Butôt, van Odhner (Stockholm) en van Tauber (niet Richard) uit Wenen. Met deze jongeling, die goede paleo-biologische stukken over mollusken publiceerde, heb ik in de oorlog enkele malen gecorrespondeerd. Nu wil hij graag weg uit Oostenrijk en vraagt of er bij de BPM vooruitzichten zouden zijn.

Nu ga ik de Gloria’s ter meerdere glorie van Beaufort beëindigen. Kunnen jij en (of) Nel A. niet een mooi Latijns motto bedenken, waarin deze gedachte tot uitdrukking komt? Gloria Maris ad Gloriam Beauforti, of zo iets.

Met heel veel lieve kusjes en veel liefde voor mijn liefste van T.