De bruiloft

In de vorige blog zagen we dat Pico en Tera elkaar ontmoeten in Nunspeet en trouwplannen maken. Dat is echter minder eenvoudig dan het lijkt.

Ten eerste was er het probleem van de handelingsonbekwaamheid. Volgens het Burgerlijk Wetboek, ingevoerd in 1838, waren vrouwen in juridische zin vanaf het moment dat ze trouwden ‘handelingsonbekwaam’. Dit betekende dat een vrouw zonder toestemming van haar man geen kleding of apparatuur mocht kopen, niet op reis mocht, geen verzekeringen mocht afsluiten of bankrekeningen mocht openen. Een getrouwde vrouw hoorde niet buitenshuis te werken; op de dag van haar huwelijk werd ze ontslagen. Haar rol was die van huisvrouw en moeder, maar ze had geen zeggenschap over de opvoeding van haar kinderen, de ouderlijke macht lag bij de man. Geld opnemen kon ze alleen met een machtiging van haar man. Daar komt dan ook de term “huishoudgeld” vandaan, dat vrouwen in staat stelde om tenminste zelfstandig de dagelijkse boodschappen te doen. De meeste vrouwen moesten dat huishoudgeld verantwoorden aan hun man in een huishoudboekje. Bij Koninklijk Besluit (KB) uit 1924 gold voor alle getrouwde vrouwen onder de leeftijd van vijfenveertig die in overheidsdienst waren dat zij werden ontslagen. Vrouwen ouder dan vijfenveertig die al in dienst waren konden waarschijnlijk niet meer zwanger worden en werden daarom uitgezonderd van de regel, mits zij toestemming van hun echtgenoot en hun baas hadden. De handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen werd in 1956 opgeheven. Ook het arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen werd in 1956 officieel afgeschaft. In de praktijk werden vrouwen echter bij hun huwelijk nog tot in de jaren ’70 ontslagen.

Tera schrijft daarom aan haar baas de Beaufort. Hij moet goedkeuren dat ze “voorlopig” in dienst blijft van het museum, ook al is ze getrouwd. Tera is in 1945 zesenveertig jaar oud en mag, met toestemming, in dienst blijven. Wellicht was dat eveneens een reden voor haar om niet eerder te trouwen. Haar werk is tenslotte altijd erg belangrijk voor haar geweest. De Beaufort wil Tera absoluut niet missen en stemt dadelijk in met het aanblijven van Tera. De gemeentelijke loonadministratie is echter niet echt ingesteld op gehuwde vrouwen : … Ik belde het stadhuis op over mijn aanstelling. Ik behoef slechts kennis te geven dat ik getrouwd ben, en dan maken zij verder alles in orde. Ik kom in schaal II van de loonbelasting, maar – O inconsequentie! – de ongehuwdenaftrek blijft. Ook krijg jij geen weduwnaarspensioen als ik dood ga.

In Amsterdam zet Tera alles in gang. Daarvoor moet ze eerst een geboortebewijs van Pico krijgen en vervolgens met allerlei paperassen naar de Burgerlijke stand: Gisteren kwam eindelijk je geboorteakte uit Eindhoven. Die lui daar zijn ook niet vlug! Daarmede, en mijn G.A. en jouw trouwverklaring en een bewijs van inwoning in Amsterdam van mij, ben ik vandaag naar de Burg. Stand gestapt. Zij hebben al die paperassen in ontvangst genomen en mij een briefje overhandigd, waarmede ik dinsdag a.s. 24 juli kan aantekenen. Dan ben je dus bruidegom zonder dat je ’t merkt. In verband met het afkondigen in Breda raadde men mij aan de trouwdatum eerst drie weken later te stellen. Dat wordt dus op zijn vroegst 15 augustus. Wij trouwen 2de klas, d.i. alleen, maar niet in de duurste categorie. De trouwdatum kunnen wij vaststellen zodra jij weer in Amsterdam bent, mits wij het maar een week tevoren op het stadhuis bekend maken.

Jij moet een vestigingsvergunning voor Amsterdam aanvragen te Alkmaar aan het bureau voor vluchtelingenzorg en evacuatie St. Laurensstraat 3. Daarbij vooral laten uitkomen dat je bij je vrouw komt inwonen, dus geen nieuwe woning nodig hebt

Op 24 juli gaat ze aantekenen bij de burgerlijke stand: Ce n’est que le premier pas qui coute… Zo stilletjes is het over je gekomen als een dief in de nacht en nu ben je bruidegom. Je hebt wel wat gemist: wat een sjappies en rare lichte cavalerie, sommige met figuren van 6 maand of meer. Je moet nu nog invullen, dat je niet tot de kameraden behoort hebt. En vooral, als je hierheen komt je stamkaarten meebrengen.

De kameraden zijn in dit verband de NSB, ze moeten beiden aangeven geen lid geweest te zijn van deze club. De notaris wordt gebeld voor de huwelijkse voorwaarden.: Als je nog tijd hebt in Breda, zou je misschien kunnen controleren, of de afkondiging inderdaad op zaterdag 28 juli is geschied. En meteen vragen, wanneer zij het antwoord naar Amsterdam sturen. Daarvan kunnen wij dan de keuze van de trouwdatum laten afhangen.

Ik heb Portielje (drukkerij) opgebeld of zij eventueel huwelijksannonces kunnen drukken. Dat zal nog wel gaan, mits in niet te groot quantum. Ik noemde 500 stuks, maar dat vonden zij rijkelijk veel. Kan verder ook wel wachten tot je komt. Model ter overdenking sluit ik hierbij in.

Van de notaris heb ik nog geen bericht; ik heb hem gevraagd op te geven welke stukken hij mijnerzijds nodig had voor de huwelijkse voorwaarden. Als ’t mij nu te lang duurt, bel ik hem op, want je kunt naar Haarlem weer interlokaal telefoneren. Ook de tram en treinverbinding is veel verbeterd., hetgeen van belang is voor ons bezoek aan Heemstede en Haarlem.

Er worden getuigen gezocht; Hendrik Engel en Piet Meertens, die een kleur krijgt als Tera het hem vraagt. Er wordt een doopsgezinde dominee gezocht: Verder belde mevr. Meerdink mij op, dat de kerkenraad heeft goed gevonden dat zij ons huwelijk inzegent en dat zij het met plezier wil doen. Zodra wij de datum weten, moeten wij dat verder met de kosterij regelen. Zij zal het prettig vinden, dat wij samen eens, bij haar thuis, op bezoek komen, om kennis te maken, zodra jij weer in Amsterdam bent. Toen dit telefoontje kwam, was Piet bij mij (had hier gegeten). En toen hij hoorde, waarover het ging zei hij spontaan: o maar die mevr. M is uitstekend, ik hoorde haar eens te Baarn, wat heb je dat goed gekozen. Ik hoop nu maar dat de hele vertoning goed slaagt en dat jij er ook mee ingenomen bent. Ter ere van die kerkvoorstelling is het misschien toch beter om een hoge hoed mee te brengen? Laat ik aan je over. Strikt nodig is het niet.

De twee huishoudens moeten in elkaar geschoven worden en er wordt plaats in de kasten gemaakt voor Pico’s spullen. Tera maakt zich druk over de uitzet: Ik bezit 12 grote lepels, 12 grote vorken, 12 dessertlepels en 12 dessertvorken. Natuurlijk is het prettig om meer te hebben, maar in ’t minst noodzakelijk. Dus als je een stel van jou wilt verkopen, kun je dat zonder bezwaar doen. Of het verstandig is met het oog op geldbelegging moet ik nog informeren. Ik bezit slechts weinig bijzondere lepels en vorken, heb wel soeplepel, aspergetang, 3 sauslepels, aardbeienschep, suikerstrooier, eierlepel, rijstlepel, visschep en een paar kleine lepels voor jam, bruine suiker, stroop. Dus geen vleesvorkjes, groentelepel(s) en meer van dat aparte goedje, ook geen viscouverts.

Tera scharrelt ingrediënten bij elkaar voor een bruiloftsdejeuner. Nicht Kitty ruilt een lap stof voor twee flessen wijn en schoonzuster Ans is behulpzaam bij het vinden van sigaretten. Wat opvalt bij de hele organisatie, is dat Tera alles regelt en Pico het welwillend over zich heen laat komen.

Op 20 juli schrijft ze aan Pico:

Schreef ik je al, dat de professoren, hoofdassistenten en conservatoren van onze universiteit, van Leiden en van Utrecht een heleboel levensmiddelen kregen van de gezamenlijke Belgische universiteiten? Sardines, lucifers, zout, erwten, bonen, macaroni en reuzel. Vooral de sardientjes en de macaroni zijn erg welkom. De eerste kunnen mooi dienst doen bij ons trouwdejeuner.!

Het paar trouwt op 24 augustus 1945 in Amsterdam, in de doopsgezinde kerk. (zie foto hiernaast)  De kerkelijke plechtigheid wordt besloten met het gezamenlijk zingen van een couplet van het Wilhelmus: “Mijn schild ende betrouwen”, als dank voor de bevrijding drie maanden eerder.

In de volgende blog vieren we de wittebroodsweken.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.