In de vorige blog keek ik terug op Tera als persoon. In deze blog wat losse eindjes in dit project.
Tera wordt een paar dagen na haar dood gecremeerd in Middelburg. De as wordt waarschijnlijk uitgestrooid, er is geen graf. Ze laat ruim een miljoen gulden na. Haar neven en nicht doneren een deel aan de Universiteit van Amsterdam, waar een Tera van Benthem Jutting fonds wordt ingesteld. Vanuit dat fonds kunnen vrouwelijke promovendi in de biologie een bijdrage ontvangen. Het fonds bestaat nog.
In villa De Wael vestigt zich eerst een fysiotherapiepraktijk, later wordt het een luxe Bed & Breakfast.
In de jaren 60 werd de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam een Rijksuniversiteit met directe financiering vanuit het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Daarmee werd de collectie van het Zoölogisch Museum ook een rijkscollectie. Eerst was er nog aparte financiering voor het museum, maar bij bezuinigingen in de jaren 80, moest het museum betaald worden uit het budget van de faculteit biologie. Dat werd steeds lastiger. Uiteindelijk is er voor gekozen om de collectie van het Zoölogisch Museum samen te voegen met het Natuurhistorisch Museum in Leiden. Na veel onderhandelingen is dat gebeurd in 2010. Bij Naturalis in Leiden kan een deel van de collectie die Tera bij elkaar bracht bestudeerd worden. De gebouwen aan de Plantage Middenlaan waar Tera haar werkzaam leven heeft doorgebracht zijn nu onderdeel van Artis en niet toegankelijk voor het publiek. Het Groote Museum van Artis is onlangs wel heropend.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1948 is Lands’s Plantentuin in Buitenzorg ook onder Indonesisch gezag gekomen. Buitenzorg is Bogor gaan heten en de plantentuin heet de Kebon Raya Bogor (Kebon = tuin, Raya= groot).
Het schrijven over Tera heeft mij zeer veel gebracht. Ten eerste gaf het mij inzicht in een familielid, maar ook inzicht in de biologie en in de wetenschappelijke wereld van voor de oorlog. Het was geweldig om de roddels en de rake persoonsbeschrijvingen te lezen in Tera’s dagboeken. Haar gefoeter in brieven aan haar vader en de wijze raad die vader dan terugstuurt. Ik heb er bij tijd en wijle mee geworsteld om alles wat Tera schrijft ook openbaar te maken. Haar minder subtiele kanten, haar afgeven op de inlandse bevolking van Indië, opmerkingen over haar superieuren. Mijn beslissing om dat wel te doen komt voort uit het feit dat Tera er zelf voor heeft gekozen haar dagboeken en brieven af te geven aan openbare archieven. Als wetenschapster heeft ze geweten dat daarmee de kans op gebruik van brieven of dagboeken voor publicatie aanwezig was, zelfs als ze het internet niet meer bewust heeft meegemaakt.
De eerste blog verscheen op 17 oktober 2021. De afgelopen 16 maanden is er dus wekelijks een blog verschenen, in totaal 72 blogs. Ik heb daarmee 16 maanden intensief met Tera samen geleefd. Daarmee heb ik haar zeer goed leren kennen, denk ik. Wel vraag ik me af of zij dat ook vindt, maar dat is gelukkig een niet te beantwoorden vraag.
Er kwamen reacties uit verwachte en onverwachte hoek. Ik had lezers in Canada, de nazaten van neef Wouter, maar ook in Singapore en Finland en natuurlijk Nederland. Ik kreeg tips over wat nog meer te lezen en te onderzoeken. Ik kreeg “op mijn kop” als ik niet aardig voor Tera was. Dat mag ook. Ik had leuke contacten met mensen van het Zeeuws Genootschap zoals Gerard Heerebout en Marianne Gossije. Tera’s assistent Siebrecht van der Spoel en Pico’s assistent Dick Dumont Tak stonden mij te woord. De leden van de malacologische vereniging lazen mijn blog ook met plezier, zoals Ruud Bank, Antonie van Peursen en Sylvia van Leeuwen. De mensen van het Zeeuws Archief waar zowel het van der Feen archief als het archief van Benthem Jutting zich bevinden waren zeer behulpzaam. Ook het stadsarchief Amsterdam was behulpzaam bij het beschikbaar stellen van het archief van het Zoölogisch museum. Ik wil al die mensen en alle anderen die ik hier niet noem bedanken. Mijn nichtje Anne Veldhuis-Boot wil ik bedanken omdat zij, veel beter dan ik, de technische kant van het hebben van een website met blog begrijpt. Zij heeft de website gebouwd en schoot te hulp als ik af en toe “vastliep”.
Een project als dit is nooit helemaal af. Voorlopig is dit de laatste blog. Wel ben ik inmiddels op het spoor gezet van nieuwe informatie. In 1978 geven Tera en Pico een interview over hun herinneringen aan Max Weber. Die “Weber tapes” heb ik nu onlangs weten te lokaliseren. Ik heb ze nog niet beluisterd, maar het zou zo maar weer een nieuwe blog kunnen opleveren. Gastblogs over Tera’s werk en leven, of daaraan gerelateerde onderwerpen, blijven ook welkom.
De website blijft in de lucht. Het zou fijn zijn als de website op enig moment kan worden overgedragen aan een bestaande organisatie zoals Naturalis, het Zeeuws Genootschap (KZGW), het Zeeuws archief, de Universiteit van Amsterdam of de Nederlandse Malacologische vereniging. Op die manier blijft de informatie op deze website ook in de toekomst beschikbaar. Als iemand daar concrete ideeën over heeft of over mee wil denken hoor ik dat graag. Voor nu wil ik al mijn lezers hartelijk danken.
Ik heb met heel veel plezier de blogs gelezen.
Een ‘aangetrouwd’ stukje familiegeschiedenis.
Neef Wouter was een aangetrouwde oom. Zijn vrouw, Greet Huynink, was de oudste zus van mijn moeder.
Tante Tera was een begrip in de familie. Zij was wetenschapper. Ik had er alleen nooit een beeld bij. Nu wel.
Dank daarvoor!