Wie was Tera van Benthem Jutting?

In de vorige blog lazen we over Tera’s betekenis voor de wetenschap. In deze blog ga ik meer in op Tera als persoon.

Op haar crematie spreekt Henny Coomans (1929-2010), haar opvolger bij het museum. Hij spreekt van de decoraties, legpenningen en erelidmaatschappen die haar ten deel vielen en zegt: Nu de ziel het lichaam verlaten heeft, is het net of al die eerbewijzen niet meer van belang zijn en zien we tussen al die decoraties de persoon staan, de mens Tera van Benthem Jutting. Zij was een vrouw met een grote uitstraling, rijk van geest en toch vol eenvoud, hoogst intelligent maar zonder na-ijver, vrijgevig maar zonder verspilling, ethisch op een hoog peil, met een grote werklust en toch rust uitstralend.  

Natuurlijk zijn de woorden op een crematie uitgesproken niet maatgevend als karakterbeschrijving. Over de doden niets dan goeds.

De kinderen Labruyere noemen haar een lieve vrouw, die op hun verjaardagen kwam en sinterklaascadeautjes meenam, een soort surrogaat oma. Haar assistent Siebrecht van der Spoel herinnert zich ook haar aardigheid en behulpzaamheid. Ze ging er ook niet met zijn resultaten vandoor, maar stimuleerde hem om zelf te publiceren. Maar lief was ze zeker niet, vond van der Spoel, hoewel klein van stuk stond ze haar mannetje. Verschillende mensen noemen haar gereserveerd. Ze toonde zelden haar emoties. Zelfs bij de crematie van Pico heeft ze geen traan gelaten volgens Dick Dumon Tak. Als Pico op literaire avonden grappige anekdotes vertelde konden de tranen hem over de wangen lopen van het lachen, zij keek dan hooguit wat geamuseerd. Ze kwam zelden uit de plooi maar kon soms onverwacht geestig uit de hoek komen en plotseling een kwinkslag maken, zo zei ze ooit over de Zeeuwen: ze kunnen hier beter varen en bidden, dan schilderen en dichten.

In haar buitenlandse correspondentie valt op dat ze niet alleen over het wetenschappelijke onderwerp van de brief schrijft, maar altijd ook naar de persoon vraagt. How are you and how is your wife. Na haar huwelijk nodigt ze buitenlandse gasten zo veel mogelijk uit om op De Wael te komen logeren, altijd gastvrij. Haar kookkunst wordt geroemd. Dick Dumon Tak herinnert zich dat het eten altijd goed was bereid, maar wel eentonig. Met Kerstmis kreeg hij altijd precies hetzelfde menu voorgeschoteld.

Er zijn twee manieren om rijk te worden. De ene is veel geld verdienen, de andere is weinig uitgeven. Dat laatste is zeker op Tera van toepassing. Tera en Pico hebben een gezonde startpositie in het leven, ze komen uit rijke gezinnen. Pico is zeker rijker dan Tera, maar ook zij is “well to do”. Hard werken wordt niet gedaan uit financiële noodzaak, maar uit een intellectuele gedrevenheid en morele overtuiging. Hoewel ze vanuit Indië regelmatig aan haar vader schrijft over haar financiële situatie en later in de oorlog wel eens klaagt over de prijs van bijvoorbeeld groente is geld niet een grote drijfveer. Ze is wel gastvrij, maar daarnaast ook zuinig, papier wordt dubbel gebruikt, er wordt niet gestookt als het niet strikt noodzakelijk is, wollen kousen worden uitgehaald en hergebruikt. Dat hoort bij de tijd, waar verspilling nog gezien wordt als zonde.

Matigheid als deugd moet niet verward worden met gierigheid als ondeugd. Vrijgevig is ze zeker en ze zal altijd zorgen voor een bloemetje of ander cadeautje voor vriendinnen of familieleden bij verjaardagen of andere hoogtijdagen.

Ze zorgt voor zieke vriendinnen en is begaan met haar neven en nichtje. Maar er zitten grenzen aan haar geduld: Na Wouter zit nu Mientje met studiemoeilijkheden. Zij kan aldoor niet aan het werk komen, (..). Mien verwacht nu veel heil van een consult van een psychiater, die haar m.i. wel een beetje afscheept. Het is ook een veel te onbenullig geval voor een psychiater; Mien moet op eigen kracht deze depressie te boven komen. En je zou zeggen, dat iemand die theologie studeert daarvoor toch de nodige steun in zich zelve kon vinden. Ik heb haar nu een paar weken hier geïnviteerd; we moeten maar eens praten. Gek, dat die beide kinderen eerst zo laat dergelijke wankelmoedige buien krijgen. Ik had ze al hoog en breed achter de rug op die leeftijd. (Mientje is hier vierentwintig jaar).

Ze is natuurlijk net als iedereen een kind van haar tijd. Ze houdt niet van tutoyeren, heeft respect voor afkomst en goede manieren, heeft een hekel aan plat praten en smakken. Ze is zeker enigszins snobistisch maar houdt ook niet van dikdoenerij. Ze vindt dat mensen hun plaats moeten weten: Nu zijn er (de hortulanussen) (..) Het ongelukkige is, dat deze mensen (..) van huis uit zeer eenvoudige lieden zijn, hier net in staan tussen burgerjongens en wetenschappelijke mensen en zich voor de eerste groep te deftig vinden en door de laatste niet voor vol worden aangezien. Ze heeft echter nog meer respect voor kennis en geleerdheid. Over Karel Boudijn spreekt ze altijd vol lof ook al is hij van “eenvoudige komaf”.

Ze is zeker als jonge vrouw meer vrijgevochten dan sommige andere vrouwen van haar generatie. Vliegen vindt ze fantastisch, snijden in dode dieren draait ze haar hand niet voor om en met studiegenoten per trein en fiets naar de Riviera en Bretagne vindt ze dol. Ze gaat overal mee naar toe, naar alle vergaderingen, heeft daar zeker ook een inhoudelijke bijdrage, maar er wordt ook van haar verwacht dat ze de thee schenkt, daar maakt ze dan geen punt van. Ze doet ook net als alle jonge mensen mee aan de gein, de studentikoze grappen en ze is het stralende middelpunt van de koffietafel.

In Indië gaat ze alleen of samen met Betje Polak en een paar koelies naar boven op excursies, ze loopt blijkbaar als de beste en heeft ook weinig begrip voor mensen die niet mee kunnen: Met Marius was ik dinsdag, woensdag en donderdag naar de Gedeh en omgeving. (..). Een beste klimmer is hij anders niet, was op de Gedehtocht (7 uur op je sloffen) finaal uitgelopen. Zodat ik de Pangerango dan ook maar in mijn eentje op en af ben gehuppeld.

Er zijn wel mannen in haar leven, maar tot Pico lijkt het er niet op dat ze grote behoefte voelt om te trouwen. Ze is dol op kinderen, speelt graag met haar neefjes en nichtje, gaat naar verjaardagsfeestjes van kinderen in Indië en helpt kinderen op het museum en elders met hun eerste stappen naar schelpenverzamelaar. Ze heeft zich er nooit over uitgelaten of ze zelf graag kinderen gekregen had. Zeker is het, dat het mét kinderen in haar tijd onmogelijk was geweest de carrière te hebben die ze had.

Het huwelijk met Pico wordt door iedereen als zeer goed beschreven. Als ze beiden oud zijn worden ze in het dorp een beetje wereldvreemd gevonden. Dat gebeurt natuurlijk vaak met oude mensen, die er nog gewoontes en gebruiken op na houden die bij jongeren uit de mode zijn geraakt. Er wordt gememoreerd dat ze altijd samen zijn en erg naar binnen gekeerd. Zelf zegt ze dat het fijn is om getrouwd te zijn met een man die “weet waar je het over hebt”. Als Pico en Tera 1978 geïnterviewd worden zeggen ze: de ochtend is voor de tuin, de middag voor het huishouden en de avond voor de wetenschap!

Ze laat zich nooit uit over de politiek. Als ze in Domburg woont bemoeit ze zich niet met de discussie rondom de Deltawerken en het openhouden van de Oosterschelde. Ze laat zich ook zelden uit over vrouwenemancipatie. Ze is niet gediend van vrouwenclubjes en opschepperij. Zo zegt ze naar aanleiding van het vrouwencongres in 1926 in Amsterdam: Hans W. vertelt aan de “wijze vrouwen” wat Hollandse biologische vrouwen in haar vak doen. Zit reusachtig op te scheppen. Ikke kom ook nog 3 X levensgroot op het doek.

Ze leert net als Pico nooit auto rijden, en hoewel ook dat wellicht is ingegeven uit zuinigheid blijkt in ieder geval dat Pico zich wel zorgen maakt over de verdere industrialisatie en vervuiling en het verdwijnen van de door hem zo geliefde natuur. Dan is het niet hebben van een auto wellicht toch een politiek statement.

Naast de slakken en de schelpen heeft Tera een grote liefde voor en kennis van geschiedenis en kunstgeschiedenis. Ze publiceert biografieën en schrijft over het veilen van een Rembrandt. Ze gaat graag naar tentoonstellingen: Met Atie naar de historische tentoonstelling geweest. Wat een prachtige Rembrandts bij elkaar. En die geweldige collectie Breitners. Dat spreekt haast nog meer tot je, omdat je er zo je eigen omgeving in voelt. Voor de oorlog gaat ze graag naar de bioscoop, Charlie Chaplin is favoriet, of naar een concert of de revue. Pico is niet, of veel minder, geïnteresseerd in dergelijke culturele activiteiten en zo gaan ze na de oorlog eigenlijk alleen naar lezingen. Ze stopt voor Pico ook met het luisteren naar muziek. Na zijn overlijden kijkt ze in het Roggeveenhuis op de televisie weer naar concerten en luistert ze weer naar de radio, waar ze dan haar nicht Mien over vertelt.

Haar leven was voor de wetenschap zoals Rinus de Bruijn schrijft na Tera’s dood: Tijdens het condoleren in de aula sprak een inwoonster uit Domburg mij aan: of het mij ook was opgevallen dat er zoveel belangrijke personen in Domburg hebben verbleven. Ik zocht mijn geheugen af: vanzelf sprekend schilders als Toorop en Mondriaan, de schrijver Arthur van Schendel met vrouw en kind voor korte tijd, niet te vergeten Rika Ghijsen en de Van der Feens. Ik zou gemakkelijk nog een aantal namen kunnen spuien, maar waar het om gaat is dat met het overlijden van Tera van Benthem Jutting voor mijn gevoel een tijdperk is afgesloten. Een wereld van mensen wier leven gevuld was met wetenschap en kunst. Die van hun talenten vele anderen hebben laten profiteren.

In de volgende blog knopen we wat laatste losse eindjes af en kijken we terug op dit project.

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.