Brieven schrijven

In de vorige blog lazen we hoe Tera en Pico hun nieuwe leven als wetenschappelijk echtpaar na de oorlog op de rit hebben. De internationale contacten worden ook weer aangehaald. Tera is zeker niet rancuneus tegenover andere wetenschappers, de Duitse collega’s hebben wat haar betreft ook geleden onder het nationaalsocialistisch regime en de banden worden gewoon weer aangehaald. Ze schrijft in juni 1945:  Mijn Duitse vrienden hebben mij gelukkig al die jaren met rust gelaten, wat bezoeken betrof. Ik ben toch wel verlangend te weten hoe het hen is vergaan.

De buitenlandse contacten worden ook makkelijker en veelvuldiger. Treinreizen en vliegreizen gaan sneller en ook de internationale postvoorziening profiteert daar van.

Gasten uit het buitenland die naar Nederland komen worden uiterst vriendelijk ontvangen en indien mogelijk uitgenodigd om een aantal dagen op Walcheren in De Wael te komen logeren, en anders in Amsterdam.  Het gastenboek geeft namen uit Engeland, de Verenigde Staten en verder. Beroemde malacologen als Ruth D. Turner en Myra Keen logeren op de Parnassusweg Maar ook de kunstenares Marjorie Howard bekend om de sculpturen van mammoeten die werkte aan het London Institute of Archeology.

Erna Mohr uit Duitsland schrijft in 1957: Hertzlichen dank für einige schöne und interessante Tagen mit Fossilen, Müsschlen und lieben Menschen .

Erna Mohr (hiernaast op de foto) (1894-1968) was een Duitse zoöloge uit Hamburg. Al voor de oorlog correspondeerde ze met Tera. In de oorlog bleven de dames met elkaar in contact staan.

Zo schrijft Tera in 1943: Een briefkaart van Erna M., die in Schloss Waldenburg in Sachsen zit, met een deel van de vogelcollectie van Hamburg. Zij schrijft: Vor 14 Tagen kam ich mit einer Fuhre Vogelbalg Schränke hierher. Das dürfte in Zukunft das museum sein. Von desem selbst hörte ich bis her ebenso wenig wie von meinem Hause. Ersteres halte ich auch for aussichtslos, letzteres für nicht völlig ausgeschlossen. Ich mache mich zunächst ans Katalogiseren der geretteten Bestände. Niet zo leuk voor haar. Ik zie mij al niet met dozen torren op de Mokerhei zitten.

Tera heeft sinds ze in Indië werkte contacten in Indië en Singapore. Na de oorlog worden de contacten met Indië moeilijker. Door de Bersiap, de politionele acties en de Nederlandse acceptatie van de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 is de relatie met Indië lastiger geworden. Dat betekent dat Tera het meer moet doen met specimens die zich al in Europa bevinden, bij het Zoölogisch Museum zelf, of bij andere musea. Al voor de oorlog, in 1935, had ze van de directeur van het Raffles Museum in Singapore, Frederick Chasen (1896–1942) hun collectie landschelpen ontvangen om te identificeren. Dat was indertijd een logische keuze, blijkbaar werd haar expertise toen al internationaal erkend. Als de oorlog uitbreekt, is ze daar net mee klaar, publicatie moet echter wachten tot na de oorlog, aangezien de contacten tussen Europa en Azië tijdens de oorlog onderbroken zijn. Als expert op het gebied van landslakken uit de Indische archipel zijn specimens uit die contreien natuurlijk altijd welkom, hoewel ze ook al veel werk te doen heeft. Zo schrijft ze aan M. Tweedie die haar hulp vraagt: “I am so behind-hand in my work, and this will remain so till my death. But if you cannot nd a better and quicker occasion just send them along and I will see what I can do.”

Michael Tweedie (1907-1993) was een Engelse bioloog, die werkte in het Raffles Museum in Singapore. Hij heeft expliciet Tera’s hulp nodig bij het determineren van een bepaalde groep Maleise slakken. Hun contact en wijze van samenwerking over afstand staat beschreven in een interessant artikel door Brendan Luyt. Uit dat artikel blijkt in ieder geval dat Tweedie haar meer nodig heeft dan zij hem. En dat hij zijn uiterste best doet om haar in alles tegemoet te komen, in de hoop dat ze niet afhaakt.

Ook met jongere malacologen houdt ze er een warme correspondentie op na. Zo correspondeert ze uitgebreid met Hans Kuiper en met Louis Butot. Als Hans Kuiper in 1946 in Basel gestationeerd is, vraagt ze hem of het hem lukt een reisvisum of zo te regelen voor een vakantie van haar en Pico naar Zwitserland. Of dat lukt is niet duidelijk. Verder zijn er dan blijkbaar geruchten dat ze zou vertrekken bij het museum, misschien als gevolg van haar huwelijk.

Haar adresboek bevat aan het eind van haar carrière tweehonderdzevenvijftig contacten verspreid over veertig landen. Van Brazilië tot Nieuw-Zeeland en van Noorwegen tot Rhodesië (nu Zimbabwe) had ze haar contacten, en in vrijwel alle correspondentie gaat het uiteraard over schelpen, maar wordt ook vriendelijk gevraagd hoe het met de familie en met de gezondheid gaat. Naast de wetenschap is de persoon ook altijd belangrijk.  Ze correspondeert in het Frans, het Duits, het Engels en het Nederlands. Ze bewaart van alle verzonden brieven afschriften en die kopieën worden vaak getypt op de achterkant van bijvoorbeeld reclamedrukwerk, of concertprogramma’s, om papier te besparen. De correspondentie is opgeslagen in het Stadsarchief van Amsterdam, duizenden brieven, van 1920 tot 1990, achttien grote archiefdozen vol. In haar afscheidsrede zegt zij: Veel hangt af van medewerking van collega’s in binnen- en buitenland (…) Deze contacten met andere instellingen heb ik altijd zeer bevorderd, hetgeen meestal voor beide partijen winstpunten opleverde. Voor zover mogelijk heb ik verscheidene musea zelf bezocht, hetzij om er problemen te bespreken, hetzij om er zelf te werken. Zo zitten mijn beste vrienden in Leiden, Basel, Parijs, Brussel, Londen, Frankfurt, Giessen, Kopenhagen, Geneve, Stanford, Cambridge, Ann Arbor, Philadelphia, Chicago en Sidney, al heb ik enige hiervan nooit gezien of gesproken.

Op enig moment heb ik getracht om uit te rekenen hoeveel tijd Tera bezig geweest moet zijn met het schrijven van brieven. De berekening was iets in de trant van 15 minuten per blocnote kantje handgeschreven. Alleen de correspondentie met haar vader in de periode dat ze in  Indië zit komt dan al op tenminste 1 uur per week schrijven en 1 uur lezen. Ik ben gestopt met die berekening als onmogelijke opgave. 

Ging het deze blog over de correspondentie. In de volgende blog lezen we over de buitenlandse reizen die ze samen met Pico maakt.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.