Twee weken geleden zagen we dat Tera verhuisde naar een huisje aan de Kotta Paris. Het verblijf in haar huisje aan de Kotta Paris is echter van korte duur. De onderwijzeres knapt snel op in de bergen en eind maart 1931, na krap twee maanden wil ze haar huisje terug. Dus moet Tera weer een nieuw onderkomen zoeken. Dat vindt ze in het paviljoen van de katholieke familie van der Meulen. Tera heeft niets op met katholieken: Ik heb het paviljoen op Pabaton 25 gehuurd en trek er 8 april in. Die fam. Van der Meulen lijkt me heel geschikt (d.w.z. ik heb de man nog niet gezien, die werkt in Batavia, en komt eerst laat thuis) alleen fel-Rooms. Dat is wat voor zo’n papenvreter als ik. Zolang ze nu maar Jezus-in-alle-maten uit het paviljoen laten, vind ik het allang goed. Het bestaat uit twee kamers en voorgalerij, maar geen eigen badkamer, helaas. Het is keurig gemeubeld en ik moet er 75 per maand betalen. Ik geloof, dat dit niet te veel is, en in ieder geval heb ik niet het gezanik van meubels huren of op een vendu kopen. Het heeft een eigen elektriciteitsmeter.
Ook haar vader steekt zijn anti-Roomse houding niet onder stoelen of banken: Wees echter voorzichter, dat ge je anti roomsgezindheid niet laat blijken tegenover de fam. van der Meulen, die misschien van ouder tot ouder Rooms zijn opgevoed en daarom niet beter weten. Bij zulke mensen moet men de overtuiging eerbiedigen, echter niet bij hun geestelijken, die, voor zover zij wetenschappelijk gevormd zijn, boerenbedriegers zijn om de macht in handen te hebben en te houden.
Dat antipapisme was heel gebruikelijk in die tijd. De gelijkstelling van de katholieken was op papier met de grondwet van 1848 geregeld. De Nederlandse Onderwijzers Bond had fel geprotesteerd tegen die nieuwe grondwet en de daarin geregelde onderwijsvrijheid met de zin: “dat men volgens dit artikel den grootsten deugniet, zelfs een Jezuïet tot het geven van onderwijs zou moeten toelaten”. Diezelfde grondwet handhaafde bovendien het verbod op (katholieke) processies, dat na de reformatie in Nederland was ingesteld. Vandaar de nog steeds gelopen Stille Omgang van Amsterdam waarbij men wandelt door Amsterdam zonder enige religieuze uiting om de sacramentsprocessie ter ere van het hostiewonder uit 1345 na te bootsen. Dit processieverbod ging uiteindelijk pas in 1983 uit de grondwet.
Pas in 1880 kwam er een katholiek in het parlement en het zou nog tot 1904 duren voordat er een katholieke politieke partij zou komen. Om een hoge ambtelijke of militaire positie te krijgen was het tot na de tweede wereldoorlog verstandig om protestant te zijn. Het argument van de protestanten tegen de katholieken was eigenlijk gelijk aan het huidige onzinnige argument van sommige populisten. Katholieken zouden niet vaderlandslievend genoeg zijn omdat ze de Paus als hoogste gezag aanvaardden en daarmee een dubbele loyaliteit hebben. Vergelijkbaar met sommige migranten die twee paspoorten hebben.
Tera verhuist op 8 april 1931 met een deleman (zie foto) Het is een uitstekend paviljoen en Tera regelt dat ze geheel zelfvoorzienend is: .Ik blijf zelf voor mijn ontbijt en avondmaal zorgen en eet of in het hotel of van de kokerij die ik thans frequenteer, heb dus verder met de familie van der Meulen niet veel te maken.
Ik merkte dat het chapiter servies enige moeilijkheden gaf en mevrouw een beetje bezwaar maakte om mij daarvan meer dan hoognodig af te staan. Hetgeen vooral als Bet en/of Lieftinck e.d. komen eten vervelend zou zijn. Dus heb ik me nu een ontbijtservies, theekopjes en wat glazen aangeschaft, zodat ik daarmee geheel onafhankelijk ben, wat ook geen strubbelingen door personeel kan geven. Ik geloof, dat het zo het beste is, ik ben er tenminste heel blij mee.
Tot Tera’s eigen verbazing kan ze het verder uitstekend vinden met de familie van der Meulen en vooral ook met hun vier kinderen. En ze schrijft: De kinderen van der Meulen zien er inderdaad witjes uit gelijk veel Indische kinderen, de jongste Attie, is de stevigste, een leuk manneke. Het meisje is zo’n lief kind, ze komt me telkens wat vertellen of laten kijken, brengt soms bloemen. Zij was het die me van de week kwam vertellen: “Vader is verhoogd en hoeft niet meer naar Batavia”. Hij heeft nl. promotie gemaakt en is nu weer in Buitenzorg geplaatst, hetgeen een hele rust geeft voor het gezin, nu hij niet meer om kwart over 6 op de trein behoeft te zitten.
Tera is sowieso dol op alle kinderen die ze tegen komt. Al het wel en wee van de kleine Carolien Boedijn en Kareltje Dammerman volgt ze op de voet. Ze knutselt met de kinderen, ze gaat met ze zwemmen en ze leert ze de eerste beginselen van de biologie als ze samen met hen beestjes en plantjes gaat zoeken. De kinderen zijn levenslustiger dan ooit, van de week heb ik gebromd, dat ze al om half 4 spektakelen in plaats van zich koest te houden tot half 5. Wellicht maakt haar onderwijsachtergrond haar extra gevoelig voor kinderen. Vader erkent haar gevoel voor kinderen als hij schrijft: Prettig dat de kinderen v/d Meulen je zo aanhangen! Je hebt altijd veel van kinderen gehouden en hierdoor slag ermee om te gaan, waardoor zij een welkome afwisseling kunnen zijn onder je werkzaamheden.
Tera onderhoudt in Indië allerlei contacten, ze wordt op elke verjaardag en elk kinderpartijtje uitgenodigd en ze gaat altijd. Maar Tera zou Tera niet zijn als ze daar ook weer van alles van vindt: Zondag ben ik op kinderpartij bij Kareltje Dammerman geweest, die jarig was. Er waren 20 kinderen en er werden allerlei spelletjes en wedstrijden gedaan, een geweldig werk voor de ouders. Maar aangezien vader Dammerman eenvoudig gek is op dit kind, is niets te goed en slooft hij zich uit. De cadeautjes waren zo reusachtig overdreven, een tafel vol als op een sinterklaasavond in een heel groot gezin. En dat als je pas 8 wordt!
Ook met volwassenen onderhoudt ze contacten. Zoals met verre en mindere verre neven en nichten die in Indië zitten, die ze bloemen of vruchten stuurt bij verjaardagen. Ook gaat ze een aantal keer naar Bandung (ca. tweehonderd kilometer van Buitenzorg) om haar vriend Toxopeus op te zoeken. Lambertus Toxopeus (1894-1951) kent Tera ook uit de biologische wereld. Tox, zoals iedereen hem noemt werkt als leraar biologie aan de HBS in Bandung, hij heeft een vrouw en drie kleine kinderen.
Eén dag waren Tox en ik naar Radja Mandal, een rubberonderneming bij Padalarang. Daar in de buurt maakt de Tjitaroem een heleboel stroomversnellingen en er splitst een zijtak af, die in een grot verdwijnt. ’t Is als landschap heel mooi en er waren ook nogal wat slakken.
Ook maakten we een excursie met van der Pijl (leraar Biologie in Bandung en ex Amsterdammer).. naar de Goenoeng Wajang ten zuiden van de Malabar. Dit was een verbazend interessante tocht. Eerst per auto via Pengalengan naar de kina-onderneming Kertamanah en van hier te voet door kinatuinen en later door oerbos naar de krater van de Wajang.
Tox komen we in een volgende blog wel weer tegen. Volgende keer zien we hoe Tera en Maus het steeds beter met elkaar kunnen vinden.