Notice: Functie _load_textdomain_just_in_time werd verkeerd aangeroepen. Vertaling laden voor het astra domein werd te vroeg geactiveerd. Dit is meestal een aanwijzing dat er wat code in de plugin of het thema te vroeg tegenkomt. Vertalingen moeten worden geladen bij de init actie of later. Lees alstublieft alles over foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 6.7.0.) in /home/teravb1q/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Marius - Tera van Benthem Jutting

Marius

In de blog over familiebanden zagen we een aantal weken geleden dat Marius, Tera’s oudere broer, in 1928 naar Indië is vertrokken.

Als Tera in Indië aankomt haalt Marius haar op in de haven en leidt haar rond in Batavia, waar hij als kind woonde en dat zij niet kent. Ze was pas een jaar oud toen het gezin terug naar Nederland ging.

Marius woont in Soerabaja op Oost Java, zo’n achthonderd kilometer van Buitenzorg vandaan, hij is inmiddels 42 jaar. (op de foto Marius op zijn voorgalerij in Soerabaja 1930). Marius werkt bij een uitgeverij van Ingen en later bij de Hervormde kerk in Soerabaja als administrateur. Dat eerste baantje heeft vader Wouter via contacten in Indië voor hem geregeld. Marius schrijft, net als Tera, wekelijks naar zijn vader, maar ook naar zijn vrouw in Nederland.

Ondanks dat er druk op de relatie staat, is er niet gescheiden en heeft Marius het ouderlijk gezag over zijn kinderen. Maandelijks stuurt hij een postwissel naar Nederland met bedragen variërend van fl 25,- tot fl. 100, – (in huidige prijzen tussen de 500 en 2000 euro). Naast zijn werk is Marius fotograaf. De collectie van het Tropenmuseum bevat ongeveer 70 foto’s van Nederlands Indië gemaakt door Marius van Benthem Jutting. Zijn zus vindt die fotografie maar niets als ze schrijft: Er is daar verder nog aan huis een Ir. Bueters, ca. 28 jaar, een rijke jongen, die alles doet waar hij zin in heeft, o.a. erg veel uitgeeft aan fotografie. En daarmee heeft hij Marius ook aangestoken, zodat ik bang ben dat hij daarvoor meer besteedt, dan zijn portemonnee kan dragen. Als ik er iets van zei onder heel bedekte termen zoals: dat de kodak winkel een goede klant aan hem had, of: waarom hij zo maar alles wat hij zag kiekte en niets meer aan zijn herinneringsvermogen overliet, dan kreeg ik een ontwijkend of ongeduldig antwoord.

In de twee jaar dat Tera in Indië is zal Marius twee keer naar Buitenzorg komen om een aantal dagen met haar door te brengen en zal zij twee keer met de trein naar Soerabaja gaan om hem op te zoeken.

Voor zowel Tera als voor vader Wouter staat vast dat Marius een probleemgeval is. In de zomer van 1930 raakt Marius zijn baan kwijt. Vader Wouter schrijft: Wat er van Marius moet komen, weet Joost. Wel staat bij ons vast dat hij in Indië moet blijven, vooreerst om zijn gezondheid, verder omdat het daar waarschijnlijk minder moeilijk zal wezen om werk te vinden dan hier, waar overvloed van arbeidskrachten is en het verloop daarvan niet zo groot is als in Indië, en eindelijk omdat hij zonder werk hier zou strekken tot grote schade van zijn gezin. Moge hij toch spoedig werk in Indië vinden, al is het nog zo onbeduidend, daar hij anders gevaar loopt om moreel ten onder te gaan, en laat hij met een salaris om in eigen onderhoud te voorzien tevreden zijn, en niet, zoals in het voorjaar te Batavia eisen stellen; voor het onderhoud van zijn gezin zullen wij hier wel zorgen. Ge begrijpt hoe deze toestand ons vervult en bitter stemt. Misschien wordt ook jou plan om nog iets van oost Java te gaan zien, er door verstoord, wat ik jammer zou vinden; zorg in elk geval dat Marius geen beroep doet op je beurs, zoals hij bij mij zo dikwijls heeft gedaan; de gemakkelijke manier waarop hij hier geld kon krijgen, is zijn ongeluk geweest; hij heeft hierdoor alle energie om zichzelf te redden verloren; hij moet eindelijk eens leren voor zichzelf te kunnen zorgen; de zorg voor vrouw en kinderen zullen wij hier wel op ons nemen.

Dat Tera geld aan haar broer zou uitlenen is uitgesloten. Tera heeft in haar brieven naar huis nogal kritiek op hem. Ze vindt dat hij niet goed met geld kan omgaan. Tera schrijft in augustus 1930: …Ik heb niets geen fiducie in zijn geldbeheer, noch voor anderen, noch voor zichzelf…

Toch is Tera bereid borg te staan voor een nieuwe betrekking die Marius weet te krijgen. En neemt ze het tot op zekere hoogte voor haar broer op als ze schrijft: De ruzie met zijn vorige baas van Ingen is wel door schuld van beide zijden, daar ben ik van overtuigd, al zegt Marius natuurlijk dat van Ingen alleen de kwaaie is. Maar Marius scheen zo eigenwijs te kunnen zijn, alsof hij de hoogste wijsheid in pacht heeft. Het zal van Ingen ook wel gehinderd hebben, als hij zoveel tijd aan conversatie met klanten in de winkel besteedde, conversatie, die natuurlijk niet alleen over de belangen van de zaak gingen. Marius is zo te vergelijken met de generaal die zo’n slecht figuur maakte, omdat hij nooit geleerd had soldaat te zijn. In deze nieuwe baan (waarin hij f300,- per maand krijgt) is hij tenminste meer zijn eigen heer en meester behalve dat hij verantwoording schuldig is aan de kerkenraad. Ik heb hem eens laten merken dat ik in zijn financieel beleid niet veel vertrouwen had.

Naast de situatie over zijn financiën maken vader en dochter zich zorgen over zijn “moreel verval”. Hij woont in Soerabaja in een paviljoen en trekt op met een gescheiden vrouw. Als Tera in de zomer van 1930 in Soerabaja logeert is ze niet te spreken over het huishouden van deze vrouw: De bedienden doen precies waar ze zin in hebben, ze heeft een vlegel van een huisjongen b.v., en de kinderen zijn ook veel aan zichzelf overgelaten. Die zoon, Rob, waar Marius zo enthousiast over is, lijkt me een aardige jongen, maar moest m.i. enige flinke draaien om zijn oren hebben. Hij heeft een vocabulaire, waar een marinier van bloost, en kan helemaal niet gehoorzamen. ’t Is wel zielig. Het meisje is veel aardiger en ik geloof ook intelligenter. Marius komt er veel.

Wel vindt Tera het lastig om dat op te biechten aan haar vader: (…) Ik heb er lang over gedacht, of ik u hierover schrijven moest, want het lijkt op klikken, maar ik geloof toch dat het beter is, als u er van af weet, ook al omdat ik vrees, dat Marius in zijn brieven de zaak wel eens te veel met zijn eigen ogen bekijkt. Ik vind ’t ook niet leuk om dit te moeten beleven van mijn “grote broer” naar wie ik als kind altijd zo’n beetje heb opgekeken.

Vader Wouter is blij met de informatie, maar zijn zorgen over zijn zoon, die hij niet vreselijk hoog heeft zitten nemen niet af: Marius is in zijn brieven vol lof over haar, mij wel eens te veel. Bij gewone mensen kan dit geen kwaad, doch Marius is onevenwichtig en loopt hierdoor gevaar licht ingepakt te worden door iemand, een vrouw, die hem medegevoel toont, vooral door deze vrouw, die zelf ook veel leed heeft ondervonden; zij toch, is de gescheiden vrouw van de uit Indië verbannen communistische onderwijzer Baars. Hierin schuilt m.i. enig gevaar.(…) Ik heb hem gewaarschuwd tegen het gevaar, dat hij door zijn onsmakelijke kledij loopt om anderen te ergeren zoals hij zulks hier zo dikwijls heeft gedaan. Ik ben zo bang dat Marius bezig is ook te Soerabaja zijn naam te grabbelen te gooien, evenals hij dat hier heeft gedaan. En wat dan?

Vader Wouter maakt zich dus regelmatig zorgen om zijn zoon. Hij voelt zich bovendien verantwoordelijk voor het gezin van Marius in Holland en hij heeft een zeer goede band met Marius’ echtgenote Ans. Hij wil wel informatie over zijn zoon en schrijft: Wil daarom, als ge iets ten nadele van Marius weet, me dit op een afzonderlijk velletje melden, indien b.v. de vriendschap van Marius voor iemand je gevaarlijk mocht toeschijnen, dan kan ik beoordelen of ik dat aan Ans zal meedelen al dan niet. Doch vooral, laat Marius niet in de steek, help hem met ons moreel steunen, daar hij veel van je houdt, want anders vrees ik dat hij ten onder gaat.

In de zomer van 1931 komt Marius met vakantie in Buitenzorg. Tera brengt hem onder bij Lieftinck want ze heeft zelf geen logeerkamer

Op de foto hut van de Plantentuin op de Gedeh, in de deuropening Tera, foto gemaakt door Marius.

 

Samen met een paar koelies trekken ze er op uit naar Tjibodas om de Gedeh te beklimmen: Met Marius was ik dinsdag, woensdag en donderdag naar de Gedeh en omgeving. We troffen prachtig weer, vooral op de Gedeh een heel mooi uitzicht. Een beste klimmer is hij anders niet, was op de Gedehtocht (7 uur op je sloffen) finaal uitgelopen. Zodat ik de Pangerango dan ook maar in mijn eentje op en af ben gehuppeld. Ik weet namelijk niet of ik er ooit nog weer kom en heb de laatste kans niet willen missen.

Tegen die tijd is Marius blijkbaar ook in rustiger vaarwater gekomen en is vader ook weer wat milder over zijn zoon: Marius is verbaasd over je geoefendheid in het klimmen en je uithoudingsvermogen en benijdt je die, nu ik heb er vrede mee, mits je niet te veel van je krachten vergt en deze daardoor bederft. Het is zeker een prestatie om, na de Gedeh te hebben beklommen, de volgende dag nog eens naar de top van de Pangerango te huppelen, slechts vergezeld van een koelie. Je troffen gelukkig prachtig weer, waardoor de uitzichten zeer mooi waren. Marius heeft dan ook blijkbaar van zijn verlof bij je zeer genoten; het was vol afwisseling; vooral over de Poentjakpas, Tjibodas en de watervallen van Tjibeureum is hij erg verrukt; ge hebt met Lieftinck een goed werk verricht door hem zo gastvrij te ontvangen, wat hij in deze omstandigheden wel verdient.

Marius komen we later nog tegen, het blijft tenslotte haar broer. Maar eerst gaat Tera volgende keer weer verhuizen.

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.