Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the astra domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/teravb1q/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Letters 1940 -

Brieven 1940

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] 16 augustus 1940
Lieve Pico, De firma Bonebakker wil voor alle zekerheid toch nog de juiste omtrek van de ring weten en vraag nu, of je moeder op bijgaande kaart met knikkergaatjes eens passen wil, welke opening haar het beste bevalt. Je behoeft dan alleen het nummer op te geven (kaart hoeft niet terug) Ik liet de ring bij hen achter en gaf jouw naam op. Mijnring (met groen steentje) is maat 17 (linkerhand).

Verder zond ik als drukwerk een aantal overdrukken van Steenhuis en Tesch. Alleen Schouwen en Duiveland (van Steenhuis) bezit ik niet. Van Tesch vond ik bij thuiskomst een menigte kleine overdrukken, waarvan ik nog een deel moet lezen. Degene, die mij voor jou van belang lijken, zend ik je later nog toe.

Weet je al dat Kon. Academie, bibliotheek, Mauritshuis, Conservatorium en Munten- en penningenkabinet hun predicaat Koninklijk moeten opdoeken , resp. veranderen in Nationaal of Rijks -? Privé instellingen nog niet zoals Artis en Kol. Instituut maar dat zal nog wel komen.

Ik ga eerst zaterdag 24 augustus naar Nunspeet (p.a. mej. K. van der Mijll Dekker, stationslaan 34) waarschijnlijk tot 1 september, want volgende week willen De Beaufort en Nel de Vos vakantie houden en Engel souffreert aan steenpuisten, en komt maar zo nu en dan.

Wil je me vooral uitvoerig van de besprekingen in Middelburg schrijven?

Brakman schreef in een brief aan Engel, dat hij mij in Middelburg ontmoet had, en “ik verdenk haar er van, dat haar gezelschap haar meer interesseerde dan ons Provinciaal museumpje” Hoe kon het bestaan! Veel kussen van T.[/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] 21 augustus 1940
Lieve beste Pico, Vanmorgen zond ik je als drukwerk het boek van Capek. Het is een enig boek, vooral de vaart langs de Noorse westkust, met de Svartisen en de Lofoten. Die rekken met vis staan er werkelijk overal en de drie zones in het gebergte: het strandabrasie vlak, het gletscherabrasie vlak en de nunataks zijn overal de levende illustraties van het geologieboek.

Nu je het toch hebt, wil je er dan wat in schrijven, Van Pico voor mij? Ik betreur alleen, dat je die reis niet bijgewoond hebt. Vergeleken bij de verschrikkelijke hel, die nu in Europa rond giert, was die tocht een volkomen paradijsachtige toestand.

De tweede lichting Tesch overdrukken volgt aan het eind van deze week. Careltje heeft ze mij ontfutseld, echter plechtig beloofd om ze uiterlijk zaterdag weer in te leveren. Ik doe er dan ook 2 stukjes van Butter bij. Die moet je eens met aandacht lezen. Ik heb nog nooit zulke rommelige artikelen gelezen.

In een, overigens lariekoekig, stuk van Drijfhout in Onze Aarde 1933, p. 109 over Domburg vind ik een literatuuropgave: Stafn Czarnowski, Nehallennia, La Dame aux Pommes, 1930. Moet een boekje zijn, o.a. in Koninklijke bibliotheek aanwzeig. Ken je dat?

Ik lees nu een stuk van Ernst: Das Biologische Krakatau Problem, 1937. Dat is nog eens een goed geschreven en behoorlijk gedocumenteerd boek. Werkelijk een lust om te lezen, al is het in hoofdzaak botanie.

Ernst en zijn vrouw waren ook in 1930 en 1931 in Buitenzorg. Altijd werkzaam en genoeglijk. Ondanks hun omvang en niet meer eerste jeugd klauterden zij onvervaard uren in de bergen en ploeterden door sawah modder.

Hoe was de museumconferentie? Ik ben zo verlangend erover te horen. De wijze van inrichting (ik bedoel het technische) moet je met beleid uit (laten) werken. Overleg met iemand, die werkelijk etaleren kan, bv. In museum Boymans, of Haags museum, of koloniaal instituut. Museum Holwerda is al meer “überhalt”, althans zoals ik het ken, want misschien is er onder Bosch wel een en ander gewijzigd.

Je moet het bestuur ook duidelijk trachten te maken, dat het geld zal kosten. Alle goedkope eigen prutserij is maar 10-de rangs en daarom bij voorbaat te verwerpen. Enorm belangrijk is de verlichting, want het oude stuk abdij, hoe schilderachtig ook, is natuurlijk slecht verlicht. Benut ook alle ruimte onder kasten en vitrines door er laden of dichte kastjes onder te maken. Het maakt tevens de onderhoudskosten (schoonmaak van vloeren) geringer. En wat krijg je voor vloeren? Riftvloeren, linoleum, matten, is een enorm onderhoud. Tegels of kunstgraniet minder bewerkelijk, maar het staat “koud”. Is er verwarming?

Deze week heb ik weer geducht aan het 2de 5-jaren plan gewerkt, en de Clausilia’s in de kast gekregen. Het schelpenkamertje wordt nu een menswaardig verblijf en geen pakhuis van ongeregelde goederen meer. Ik hoop werkelijk éénmaal er mee klaar te zijn, d.w.z. de grote rangschikking. In elke groep blijft dan nog werk genoeg over. Soms word ik er een beetje verdrietig van, want als je ziet wat er nog ongedaan ligt, dan is mijn leven stellig te kort, en ik doe toch nogal mijn best (althans dat verbeeldt ik mij). Voor de Nederlandse fauna heb ik sedert een paar weken een hulpje aan Wim de Wit. Ik hoop dat hij nog wat blijven kan, want het tafeltje ongeregeldheden, waar hij zich doorheen moet werken, mindert nog niet hard.

Wat was het toch fijn Pico, om weer eens samen te praten. Eerst vind ik het wel eens moeilijk om weer helemaal jouw gedachten en gedrag te volgen, en je moet maar erg veel geduld hebben en niet boos worden, als ik iets verkeerd doe. Des te meer betreur ik de grote afstand, die nu door de beroerde tijden, schijnbaar nog is vergroot.

Ik hoop, dat de taak niet te machtig voor je wordt, het geteuter in huis met twee weinig valide oudjes, ergernis met personeel, en gebrek aan uitwisseling van gedachten over de duizend onderwerpen, die je bezig houden.

Voor Hummelinck determineer ik nu een collectie jonge quartaire fossielen van Venezuela en benedenwindse eilanden. Er is ook een prachtdoos over Cordita Planicosta bij, dezelfde die op de Zeeuwse kust zo talrijk uit het eoceen is. Dan moet ik een stuk over de mollusken van de staatsnatuurmonumenten van Texel, Vlieland en Terschelling schrijven voor het staatsbosbedrijf en over de mollusken van Groot Amsterdam voor de Nat. Hist. Vereniging. Ik wilde dat al die mensen gesuiterd (?vbj) waren, en dat ik aan mijn Indische beesten kon blijven kluiven. Maar ik ben er verder dan ooit vandaan. Van de hele kostelijke collectie, die ik zelf op Java verzamelde, is nog niet een honderdste gedetermineerd. Enfin, goed voor mijn oude dag.

Wij hebben weer veel aanloop van mensen, die in de Nederlandse fauna komen werken (bij gebrek aan buitenlands materiaal) Ook Artis maakt goede zaken. De kamelenwei, met zijn ratjetoe van dieren, kamelen, lama’s rea’s, Abbesijnse geiten, Nubische ezels maakt een zeer voorname indruk. En de apenrots is eveneens zeer geslaagd, en niet al te kunstmatig.

Nu het koloniaal instituut door de groene politie ingenomen wordt, moet ome Co met zijn hele torrenbende er ook uit. Voor deze afdeling, inclusief de bibliotheek heeft de Beaufort nu een lege school gekregen, zal heus een verbetering worden en wat lucht geven in de benauwenis.

Van Arndt kreeg ik een overdruk van zijn stuk. Als Heilmittel gebrachte Stoffe in Rohstoff des Tierriechs. Als je het leest, word je al zeeziek van de gedachte, dat je geroosterde sprinkhaanpoten in beenmerg moet slikken tegen long tbc, of kwallenpap tegen podagra, of gedroogde pissebedden tegen kinkhoest, reumatiek, vallende ziekte en om tanden te krijgen. Als je eens een middag hartelijk wilt lachen, moet je dit boek nemen. En blij zijn dat je geen van die viezigheden nodig hebt. Ik zou wel eens willen weten wat Hitler moet innemen tegen Engelse ziekte.

Met Rika had ik het er onlangs over, dat van zoveel bekende dieren geen werkwoorden zijn gemaakt: bv. Koe, paard, varken, schaap, kip, hond etc. Alleen hamsteren, ijsberen, buffelen, reigeren, kikkeren, muizen en nog enkele konden wij bedenken. Altijd in de betekenis van doen als een … Dus niet: vliegen, vissen, kraaien etc. Weet jij er nog meer?

Ik hoop nu gauw wat van je te horen, Over de zaken, en ook een boel gezelligs. Op de Parnassus is al weer knus met de lamp op en alles goed verduisterd. De keuken en de logeerkamer moet ik nog onder handen nemen. Gisteravond kwam mijn blokhoofd aanzeggen, dat we een vluchtkoffertje klaar moeten houden. Nu, het mijne staat er al vanaf 10 mei gereed. Met mijn geboorteakte, pas, giroboek e.d. paperassen. Als ook een kopie van de mollusken waaraan ik bezig ben. Andere kopie ligt in museum.

Dag liefste Pico. Ik wou dat ik je gauw weer kon omhelzen. Bendes liefs van T. [/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Nunspeet 29 augustus 1940
Lieve Pico, Mijn brief aan jou was juist weg, toen jouw dikke kwam. Er stond een massa in te lezen, erg fijn dat je mij zo van alles op de hoogte houdt. Heb je een plan of een blauwdruk of zo iets, van het hele project? Mag ik dat dan eens kijken, want ik houd wel van kaartlezen, en daaruit begrijp ik het zo veel beter. Ik kom er in een volgende brief nog wel op terug, hier heb ik niet veel rust voor schrijven.

Ben je al begonnen met collectie Hubrechtse. Ik wil erg graag, dat je voor mij er wat uit vist, zeker uit de boeken, of bedoel je uit de collectie zelf?

Wil je de overdrukken van Tesch-Steenhuis &c, die ik je zond, na lezing aan Brakman doorgeven. Hij heeft er wellicht ook wat aan, en dan stuurt hij ze wel naar Amsterdam terug, Zijn mopje over de Lange Jan, snap ik ook niet helemaal. Hij spreekt de laatste tijd wel meer in raadselen, althans in zijn brieven aan Engel.

Het is hier erg gezellig. De eerste dagen logeerde hier ook Kina van der Molen. Ken je die nog uit Utrecht? Nogal een opgewonden nummer, maar wel aardig. Wij fietsten over allerlei fraaie fietspaden door bos en door de bloeiende hei. Eén dag naar Putten, waar we koffie dronken bij Oudemans jr. en het Pinetum en arboretum bekeken. ’s Middags nog naar Wildenhain, een pottenbakker bij Putten. Prachtige borden, vazen, kopjes etc. gezien. Vooral schitterend van kleur. Hij heeft nog voor ons gedraaid, enig om naar te kijken.

Morgen naar Eerbeek, om mevr. Weber op te zoeken en zaterdag naar de Houbolts in Epe. Zondag hebben wij een samenkomst met een neef en nicht uit Bennekom, ergens tussen dat plaatsje en hier. Dan picknick op de hei. Poets dus de barometer maar goed op, want het weer is maar zozo. Maandagochtend vroeg weer naar stad.

Hoor ik gauw weer van je? Ik verlang er al zo naar. Kussen van T.[/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] Zaterdagavond 14 september 1940
Lieve Beste Pico, Ik heb een heleboel te vertellen en te vragen, maar ik weet niet goed waar ik beginnen zal. Nu is je brief van 12 sept, die ik vanmorgen kreeg de beste in- en handleiding. Het verheugt mij, dat je de Nordische Reise ook aardig vindt, ik moest deze weken weer erg veel aan die mooie tijd denken. Ja, de mopjes vervelen een beetje op den duur. Toch zijn het geen Duitse mopjes (dan zouden ze nog vervelender zijn), maar ze hebben iets sprankelenders: meer over toestanden dan over personen of zaken.

De stukken die ik nu en dan van Grol las (in Handelsblad) over historie van Vlissingen leken mij wel erg duitenschrijverij. Enkele heb ik nog bewaard (o.a. Vlissingen in 1572), als je wilt, kun je ze krijgen. Ik ben nooit in dat museum geweest.

Hierbij ingesloten een prospectus van de koloniën en een oud vers voor de nieuwe tijd.

Als drukwerk zend ik je maandag nog 3 artikelen van Tesch, een verslag van Vlissingen (bezoek Poelje, zijn laatste reis, want nu zit hij in de kast), een stuk over antieke pannenbakkerijen en een no. Van Boekcier met een artikel over Roline. De 3 Teschjes graag met de rest naar Brakman, Roline later graag regelrecht terug ( of vind je dat Brakman dat ook moet lezen?), rest niet terug. Je ziet er tevens uit, dat de Ex Libris club hiermee overlijdt, wel jammer, want het was een beschaafde (en niet politiek!) vereniging.

In catalogus Burgerdijk@Niermans zag ik Speculum Zeelandia & C. Is dat wat? Hoeveel moet ik daarvoor besteden? Als je eerlang in de N. Rotterdammer een artikel tegenkomt over (of door?) de pottenbakker Wildenhain, met foto’s van zijn werkplaats en bezigheid, zou je dat dan voor mij willen bewaren. Ik bezocht hem in Putten, en bezit ook enige baksels van hem. Dank nog voor het sappige verslag van de brand bij Alberts. Wat ben ik blij, dat ik in augustus in Zeeland was. Nu is de kans voorlopig verkeken.

De collecties stromen ons toe, Kimpe, Anneke Pannekoek en mevr. de Jong Schouwenburg. Uit de laatste collectie, een enorme kist met een grote rommel van Indische schelpen, diepte ik een volledig theeservies: trekpot, suikerpot, melkkan, 2 kopen en schotels, 3 bonbonmandjes, theeblad van kruidnagels op. Inlandse huisvlijt uit de Molukken. Ook een bloemenmandje van idid. De bloemen en blaadjes zijn van veertjes, allerliefst!

Met het 5-jarenplan heb ik nu Achatina onder handen. Dat zijn nog eens slakken! Een Helix Pomatia is er een lilliput bij. Maar je mag blij zijn, dat je zulke olifanten niet in je moestuin hebt. Overigens onvoordelig in het opbergen, want met een paar bakjes is een lade alweer vol. Gelukkig dat de meeste landlopers van geringer kaliber zijn. De eilanden rondom Java, schieten langzaam op, er is telkens wat anders tussendoor. Ik schreef van Clench om hem te vragen voor mij een lijstje aan te leggen van mollusken literatuur, die er op de wereld verschijnt (sedert maart 1940). Want ik voel me zo oliedom, dat ik daarvan niets weet. Als de tijden beter worden heb ik de titels tenminste. In Frankrijk en Engeland zal wel niet veel verschijnen. In Duitsland wel een en ander, maar die krijg ik wel.

Odhner in Stockholm heeft een stuk in Novan Guinea over Pisidium. De proeven heb ik gecorrigeerd, omdat er geen drukwerk naar Zweden gaat, en de overdrukken voor Duitsland en Amerika worden van Amsterdam uit verzonden. Zo heeft O. kans om bedankjes te krijgen voor een stuk dat hij zelf nog nooit aanschouwde!

Correspondentie met Amerika en Hawaii gaat regelmatig door, al duurt het wel eens wat lang. Deze brieven zijn niet geopend. Ik lik mijn brieven naar het buitenland niet eens meer dicht. Dan worden ze minder gehavend bij het “proeven”.

Over Caligula, die door zijn manschappen schelpen liet verzamelen, schreef je mij enige jaren geleden eens naar aanleiding van het boekje van Tesch: Vorming van de Nederlandse duinkust. Ik zou zo graag die passage in het latijn en (of) in een goede Hollandse vertaling (van DR. Burgerdijk?) als motto boven mijn laatste mollusken aflevering voor de Nederlandse fauna zetten. Daar ik nog niet aan drukken toe ben, heeft het geen haast!

Ik heb je verslag van de abdijplannen nog enige malen terdege doorgelezen. Ik hoop van harte dat het door kan gaan en dat er dan iets goeds wordt gebrouwen, want de povere toestand van het tegenwoordige museum is een aanklacht tegen het bestuur. Was dat gebouw maar verbrand! Zonder de collectie natuurlijk, die dan zwevend in het luchtruim zouden wachten op een meer passende omlijsting. Heeft die architect Sablaniere wel eens meer musea gebouwd? En denk je, dat de nu toegewezen ruimte in het nieuwe project groter is dan de lokaliteiten van de Wagenaarstraat. Als er enigszins kans is, dat het doorgaat, mag je wel schielijk beginnen nieuwe preparaten te maken, anders heb je niets om de nieuwe kasten te vullen, want met die oude kun je toch slecht aankomen. Ik bedoel: de beesten zijn uitstekend genoeg, behalve de opgezette vogels!, maar ze moeten op passende voetstukken met gedrukte en ingelijste verklaringen. De alcohol-beesten in nette flessen met gedrukte etiketten, schone alcohol. Ook kun je groepjes gaan maken van vogels: meeuwen met jongen, een schorre met steltlopertjes. Vraag aan Korringa om oesteropstelling. Als de oude maquette wat opgeschilderd wordt, is zij ook wel aardig. Ook maquette visserij. Goede kaarten en profielen (groot en met duidelijke kleuren) kun je ook vast (laten) maken) Geologische kaart van Tesch is misschien geschikt. Mogelijk heeft geologische dienst ook wel enkele boorkernen voor je over (zij stikken in die dingen) Er is zo veel geboord in Zeeland. Zal ik het bij gelegenheid eens voor je vragen? Ben op goede voet met Tesch.

Anne Steenhuis is weer zenuwziek. Komt alle paar jaren terug. Hij was al zo eigenaardig de laatste tijd, ik zag het al aankomen. De oorlog zal er ook wel geen goed aan hebben gedaan. Hoop dat het weer overgaat.

Corporaal met al zijn torren is nu uit de koloniën verhuisd naar een lege school in de buurt. Kan nu wel zwemmen in de ruimte. Ik heb aan Beaufort gevraagd om mij een volgende maal ook een oude school te geven als schelpenpaleis. Dan noem ik hem: “In de wonderlijke doze van Pandora” (Pandora is een slakkenbranch). Ik had uitstekende hulp, ruim 4 weken lang, van Wim de Wit. Deze knaap gaat nu studeren: Farmacie, hoewel hij liever bioloog werd. Hij heeft mij een heel eind door achterstalligheid van Ned. Mollusken heen geholpen.

Dag lieve Pico. Ik wou graag voor jou werken. De lange avonden (ik heb beeldige verduisteringsluiken) kan ik fijn besteden aan veel lezen en schrijven. De laatste week geen nachtelijke schietpartijen gehad. Heel veel kussen van T. [/su_expand]

[su_expand more_text=”Lees verder” less_text=”Lees minder” height=”80″ link_color=”#003563″ link_align=”center” more_icon=”icon: angle-down” less_icon=”icon: angle-up”] 26 september 1940
Lieve beste Pico, Fijn, je brief te krijgen. Het is zo heerlijk om alles aan jou te mogen schrijven, en dat je dan niet kwaad of jaloers wordt, omdat ik werk mag (moet) doen, dat jij graag zou willen. Ik denk dan maar, dat ik ook een beetje voor jou werk.

Ik heb Speculum ter veiling opgegeven, en gelimiteerd voor f.40,-. Zal ik dus wel niet krijgen. Solliciteerde verder ook naar Shelford, a naturalist in Borneo. Het is een der allerbeste natuurschilderingen aan de populaire kant, zoiets als Sidney Hickson, a naturalist in Celebes of Lorentz reisverhalen van Nieuw Guinea. Shelford is zeldzaam in Nederlandse bibliotheken. Ik leende het in Buitenzorg eens van v/d Meer Mohr.

Laat de boeken van de provinciale bibliotheek verdelen: Domburg, Veere, diverse dorpen op Z. Beveland. Ieder raadhuis kan er toch wel een paar bergen, en allen te samen gaan ze zeker niet verloren.

Dinsdag waren we met de hele koffietafel op de koffie in kol. Instituut en bekeken de historische tentoonstelling. Wel interessant dat oude stuk met enorm lakzegel voor de octrooiverlening aan de VOC, en de brief van J.P. Coen aan Heeren XVII . Alleen de handtekening is van Coen zelf, de rest door een klerk gekalligrafeerd, dus ook “dispereert niet” en “er kan in Indië wat groots verricht worden”.

Nee ik wist nog niet van Quarles (commissaris koningin in Zeeland VBJ) (nu hoeft er zeker geen commissariswoning in de abdij te komen) Het was te verwachten na wat ik over zijn houding vernam. Is hij verschleppt? De burgemeester van Gouda zit al 4 maanden cellulair in Scheveningen, omdat hij in de oorlog een parachutist uitgekafferd heeft en in een hok gestopt, totdat er Nederlandse soldaten kwamen. Dat laatste was wederrechtelijk van een burger (en dan nog wel een meester der burgers) tegen de weermacht. Niet zo leuk voor James, die beter werk kon doen.

Zou je me de overdrukjes van Butter regelrecht willen terugzenden (dus niet via Brakman) Ik kreeg dezer dagen slakko’s uit de Koerhuisbeek opgraving en nu moet ik het stukje gauw hebben.

Ik kreeg dezer dagen gelukkig een dik en belangrijk boek over lanneliabranchia van Oceanië uit Hawaii gestuurd. De brief had ik al 14 dagen, en ik was zeer verlangend naar dat stuk (waar ik om gevraagd had).

Ken jij een boek: Volkskunst in Europa, mit Erläuterungs van H.Th. Bossert, Berlin 1926, 132 bl. Bijna alles gekeperd. Buitengewoon aardig: uit alle landen inheemse kunst: weefwerk, houtsnijwerk, leer pottenbakkerij, borduren. Ik zag het bij Kitty in Nunspeet. Het moet nogal duur zijn f.60,-. Zou ook iets voor jouw archeologie zijn, daar veel gebruiksvoorwerpen door alle eeuwen in alle landen terugkeren wat vorm, kleur of materiaal aangaat.

Wil je bijgaande circulaire over molest eens lezen (hoeft niet terug) en zeggen, wat of T. moet doen? Ik voel er niet veel voor.

De Bayer fabrieken geven een nieuw procedé uit: Celodal, om beesten in te maken voor showdoeleinden. Ik zal je ons prospectus sturen, als Beaufort het missen kan (of nog beter, ik zal Bayer opbellen om jou ook een prospectus te zenden)

Ben je al op ’t portret geweest? Mag ik dan een kiekje? Ik liet geen nieuwe maken, mijn oude pasfoto was nog mooi genoeg.

Ik schreef je, geloof ik, al over een vermakelijke correspondentie met Odhner (Stockholm) over zijn artikel in Nova Guinea. De drukproeven mocht ik niet opzenden (geen drukwerk naar Zweden) en ik corrigeerde ze dus. Verder bood ik hem aan om van Amsterdam uit de overdrukken in Nederland en naar Duitsland te verdelen en vroeg hem om de adressen. Ik schreef erbij: dan zult u weldra bedankt worden voor een artikel, dat u nog nooit zelf in die vorm zag.

Nu schrijft hij mij: wilt u dan om de gekke situatie nog te verhogen, op uw eigen overdruk schrijven: An Fräulein v.B.J., mit ergebenen Grüssen des Verfassers. Niet alleen Odhner en ik hebben hier plezier om gehad, maar de Duitse en de Zweedse censor bovendien, want Zweden censureert nu ook al.

Tot mijn grote vreugde wordt mijn stukje over de satellieten van Java in Archives Zoöl. Néerlandaises opgenomen. Het Insulinde-fonds geeft er een subsidietje voor (waarvan ik anders naar Brussel was gegaan) . Nu wou ik je vragen, of je het misschien eens doorzien wilt, als je er tenminste tijd voor hebt. Je nuttige en nuchtere opmerkingen doen altijd veel goed aan de zaak. Het zijn 80 blz. maar daarvan zijn minstens 50 systematiek, dus soorten met literatuur. Graag hoor ik spoedig je antwoord,. Ik hoop erg, dat je het doen kunt.

Heb ik je al verteld over mijn ach en wee over het witten van een onnozel kamertje voor mijn 5-jarenplan. Sedert mei ben ik daarover doende, steeds maar weer zeuren, en aandringen op spoed. Eerst moest de gemeente het doen, toen Artis, nu weer gemeente (het laatste is juist, maar Beaufort) wil nooit iets aanvragen). Hemeltjelief wat heb ik daar een energie op verspild. Het zal mij verheugen, als het voor de winter klaar is, en anders kan ik weer 6 maanden wachten, omdat je bij vorst niet witten kunt. Misschien is in het voorjaar de witkalk op de bon. Maar ik heb toch nog een sprankje hoop, dat het binnenkort in orde komt. Het lijkt wel of ik een hoge gunst voor mezelf verlang. En wat zal B. mij een zeurkous vinden. Maar ik ben net als Peetje, een foxterriër, die niet loslaat.

Ik heb Beaufort iets vertelt van het museum Abdijplan, omdat hij er naar vroeg, d.w.z. hoe men zich voorstelde dat die weer opgebouwd zou worden en met dezelfde bestemming als vroeger. Ik heb hem verzocht er niet verder over te praten.

Het foute van museum Zeeuws genootschap is, dat er geen directeur is. Het bestuur is directie, maar het bestuur bestaat uit niets dan liefhebbers, die geen plan voor ogen hebben. De conservatoren bezien niet meer dan hun eigen arbeidsveld. Nu er misschien toch een verandering in het bestuur moet komen, wegens afwezigheid van de voorzitter, moest dat eens te berde gebracht worden, ook met het oog op de komende dingen. Het beste zou daar iemand met een B studie op zijn plaats zijn, want deze hebben naar mijn ervaring meer belangstelling voor dat-wat-zij-niet hebben, dan de A-mensen. Neem jezelf als voorbeeld, tegenover Meerkamp. Het ongeluk is dat het Zeeuws Genootschap er vermoedelijk geen geld voor over heeft, om een behoorlijke kracht aan te stellen. Dat kan werkelijk niet meer in deze tijd, en je zult zien, dat – wanneer het Z.G. begint met iets goeds op touw te zetten- de gelden ook wel gaan toedruppelen – toestromen, omdat mensen altijd weer gevoel hebben voor iets wat in stijgende lijn gaat dan voor iets wat insuft. Enfin, je kunt die dingen glashelder zien, en er toch niets aan veranderen.

Houd je taai, en vecht voor je zaakje. Kussen van T.[/su_expand]