Slakko’s en de kunst van het verzamelen

De fascinatie van Tera voor slakken, of eigenlijk nog meer schelpen, is vroeg ontstaan. Ze schrijft: Mijn belangstelling voor de schelpen dateert al van mijn lagere schooltijd, wanneer mijn ouders met het gezin in de grote vakantie naar een of andere badplaats, Wijk aan Zee, Noordwijk aan Zee of Bergen, togen. Op het strand verzamelde ik dan schelpen en raakte langzamerhand daarin een beetje thuis. Tijdens haar studie groeit de fascinatie zeker, maar beperkt ze zich in eerste instantie niet tot schelpen. Ze snijdt ook Agoeti, een knaagdier uit Suriname, waarbij ze opmerkt: Hart, strottenhoofd en geslachtsorgaan bewaard. Parasieten in de lever en nier. Mooie oranje knaagtanden. Ook vogels en insecten hebben haar belangstelling. Op een nachtwandeling houdt ze keurig in haar dagboek bij welke vogels ze hoort en ziet nachtegaal, sprinkhaanrietzanger, merel, zanglijster, vink, fitis, kievit, grutto, wulp, scholekster, roodborst, koet en duiven.  Uit haar dagboeken blijkt wel dat de flora haar minder interesseert.

Schelpen verzamelen is van alle tijden. Kinderen en volwassenen rapen, als ze aan het strand wandelen, schelpjes en steentjes op. Datgene wat mooi gevonden wordt, wordt bewaard. Als Columbus in 1492 de zee opent voor grotere ontdekkingsreizen en de wereld vanaf dat moment steeds beter in kaart wordt gebracht, wordt verzamelen steeds meer tot kunst verheven.

Vanaf eind 16de eeuw ontstaat de stroming die we nu De Verlichting noemen. Deze stroming gaat uit van de menselijke rede. Er ontstaat een behoefte om alle bestaande kennis samen te brengen en te verspreiden. In zijn algemeenheid is er vanaf dat moment een grotere belangstelling voor wetenschap.

De rijken beginnen met het opbouwen van verzamelingen in rariteitenkabinetten of naturaliënkabinetten. In Nederland is Bernardus Paludanus (1550-1633) de eerste die in binnen- en buitenland geroemd wordt voor zijn naturaliënkabinet. Toen hij aangezocht werd naar Leiden te komen, moet zijn naturaliën-kabinet reeds een goeden naam hebben gehad, want Curatoren stipuleerden in zijn aanstelling uitdrukkelijk

‘omme met alle zijne ’tsamen vergaerde seltsaemheden, zo van cruyden, vruchten, spruytsels, gedierten, schepselen, mineralen, aerden, veninen, gesteenten, marmeren, coralen etc. ende andere, die hy heeft, zijne woonplaetse binnen dezer stede te comen nemen .  Paludanus gaat niet naar Leiden, omdat zijn vrouw Enkhuizen niet wil verlaten. Hij wordt arts in Enkhuizen en mensen uit heel Europa komen naar hem toe om zijn rariteitenkabinet te bezichtigen.

Sommige verzamelaars specialiseren zich door alleen slakken of schelpen of vlinders te verzamelen. In de jubileumbundel die in 1938 wordt uitgegeven bij het honderdjarig bestaan van Artis schrijft Tera : “Especially the wonderful products of the tropical seas, the shells with brilliant colours and infinite diversity of form attracted and appealed to the imagination. Amateur conchology grew and flourished and found enthusiasts among all classes. The new vogue spread rapidly and many private natural history collections which, at this time, were predominently conchological, were started.”

Een andere manier van kennis verzamelen en verspreiden is natuurlijk via boeken. In Frankrijk  leidt dat tot een omvangrijk project van Diderot en d’Alembert dat de geschiedenis ingaat als “De Encyclopédie”. Ook ontstaan er in veel landen wetenschappelijke genootschappen waarbij de wetenschappelijke kennis ter “verheffing van het volk” moet gaan dienen. Dit leidt vanaf de  18de eeuw tot het oprichten van musea, bibliotheken maar ook parken en dierentuinen.

De rariteiten- en naturaliën-kabinetten gaan over in musea. Het oudste museum, het Ashmolian museum in Oxford is geopend in 1683, toen Elias Ashmole zijn rariteiten doneerde aan de universiteit van Oxford met als nadrukkelijk testamentaire eis dat de collectie wordt opengesteld voor publiek. Zelfs vrouwen zijn welkom ontdekt een Duitse bezoeker al in 1710. Na het Ashmolian volgen het British museum in Londen met vanaf het begin een aparte afdeling voor Natural History (1753) en het Louvre in Parijs (1793). In Nederland is het Teylers museum in Haarlem uit 1778 het oudste, gebouwd in het huis van Pieter Teyler die zijn collectie en vermogen naliet aan de Teyler stichting ter bevordering van kunst en wetenschap.

Binnen de Natuurlijke Historie, het studieterrein van Tera speelt Carl Linneaus tijdens de Verlichting een belangrijke rol. Al in 1735 legde hij de grondslag van de taxonomie door de natuur onder te verdelen in mineralen, dieren en planten. Linneaus is weliswaar als arts meer geïnteresseerd in botanica, maar hij kijkt ook naar het dierenrijk, waarbij hij als eerste de mens onderbrengt bij de zoogdieren. Zijn Systema Naturae geldt als het begin van de zoölogische nomenclatuur.

Door een dergelijk handvat wordt de interesse voor het verzamelen vergroot en komt er ook een wetenschappelijke stroming op gang waarin de hele natuurlijke werkelijkheid, dieren en planten, moet worden beschreven en op naam gebracht. Het idee daarachter is dat men eerst de wereld moet kennen en in kaart brengen, alvorens iets te kunnen zeggen over functie, voortplanting en ontstaan. Zo was ook Charles Darwin een groot verzamelaar en was zijn beroemde reis op de Beagle naar de Galapagoseilanden met name bedoeld voor het verzamelen van specimen. Zijn verzameling is nu grotendeels ondergebracht in het Natural History Museum in Londen.

Zoals we gezien hebben in het gastblog van Fred Dijsselbloem komt na de publicatie van “On the Origin of Species” door Charles Darwin de nadruk binnen de biologie te liggen op de fylogenie, de erfelijke afstamming van groepen organismen. Hendrik Engel schrijft in zijn korte biografie over Tera: Between 1880 and 1914 University biologists in the Netherlands, and perhaps in the whole of Europe, shared a common ideal: to discover the phylogeny of all living beings. Tera’s University studies happened to fall in the beginning of another period of the history of biology: the splitting up of the science of life into the separate specialities of taxonomy, comparative physiology, functional anatomy, embryology, etc. The ideal of phylogeny still persisted but only as a vague fata morgana.

Tera zelf kiest uiteindelijk voor de taxonomie en zal daarmee een belangrijke rol spelen in de natuurhistorische musea van Nederland en daarbuiten. Maar daarover een volgende keer meer.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.